Landelijk Basisprogramma Angststoornissen - GGZ-richtlijnen
Landelijk Basisprogramma Angststoornissen - GGZ-richtlijnen
Landelijk Basisprogramma Angststoornissen - GGZ-richtlijnen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
stoornis, een obsessieve compulsieve stoornis, een gegeneraliseerde angststoornis of hypochondrie (10).<br />
In het Nemesis onderzoek had 46% van de mannen en 57% van de vrouwen met een stemmingsstoornis in<br />
hun leven een geschiedenis van angststoornissen. De meerderheid van de respondenten met zowel angst- als<br />
stemmingsstoornissen, kreeg de stemmingsstoornis volgend op de angststoornis. De stemmingsstoornis was<br />
in dat geval het gevolg van de angststoornis (59).<br />
Persoonlijkheidsstoornissen<br />
Voor zover onderzocht, geldt dat een aanzienlijk percentage van cliënten met angststoornissen tevens voldoet<br />
aan de DSM criteria van een persoonlijkheidsstoornis van het C-cluster. Tot dit cluster, ook wel het<br />
‘angstige cluster’ genoemd, horen de mensen met een ontwijkende, afhankelijke of obsessieve compulsieve<br />
persoonlijkheidsstoornis. Er is echter geen duidelijk (statistisch) verband gevonden tussen een specifieke<br />
vorm van persoonlijkheidsstoornis en een specifieke angststoornis.(61)<br />
Middelen afhankelijkheid<br />
<strong>Angststoornissen</strong> treden frequent op samen met ernstig misbruik en/of afhankelijkheid van verslavende<br />
en/of verdovende middelen. Uit het NEMESIS onderzoek bleken 2,6% tot 5,5% van de mensen met een angststoornis<br />
ook te voldoen aan de criteria voor drugsafhankelijkheid, en 4,5% tot 18,8% aan alcoholafhankelijkheid.<br />
Ook komt afhankelijkheid van benzodiazepinen vaak voor.<br />
Middelenafhankelijkheid komt veel voor in combinatie met PTSS. Daarvoor worden in de literatuur (39) twee<br />
verklaringen gegeven. Enerzijds kan het zijn dat mensen zichzelf door hun verslaving in gevaarlijke situaties<br />
brengen, anderzijds wordt middelengebruik door patiënten vaak ervaren als klachtenreducerend.<br />
Onthoudingsverschijnselen veroorzaken arousel, wat de PTSS-symptomen versterkt. Hierdoor is het vaak erg<br />
moeilijk om het middelenafhankelijkheid te doorbreken.<br />
Seksespecifieke aspecten<br />
<strong>Angststoornissen</strong> komen ruim twee keer zoveel voor bij vrouwen als bij mannen. Dit geldt voor de paniekstoornis,<br />
agorafobie, enkelvoudige fobie en de gegeneraliseerde angststoornis (5). Sociale fobieën komt<br />
anderhalf keer zoveel voor bij vrouwen dan bij mannen (51). De obsessieve-compulsieve stoornis komt ongeveer<br />
evenveel voor bij vrouwen als bij mannen. Hoewel vrouwen relatief gezien een lagere levensprevalentie<br />
hebben voor traumata, hebben vrouwen na het meemaken van een dergelijke schokkende gebeurtenis, twee<br />
en een half keer zoveel kans op een PTSS dan mannen (5).<br />
Tabel 3 maandprevalentie (1.000 personen) van angststoornissen NEMESIS.<br />
Man<br />
Vrouw<br />
Obsessieve-compulsieve stoornis 3 2<br />
Gegeneraliseerde angststoornis 6 10<br />
Paniekstoornis 8 22<br />
Enkelvoudige fobie 31 80<br />
Sociale fobie 28 47<br />
Agorafobie 6 14<br />
BRON: BIJL ET AL 1997<br />
In de diagnostiek en de behandeling van angststoornissen dient aandacht besteedt te worden aan seksespecifieke<br />
aspecten. Hieronder worden een aantal hiervan genoemd. (63)<br />
Vrouwen<br />
■ de late gevolgen van vroege traumatische gebeurtenissen (incest, mishandeling)<br />
■ generationele aspecten (moeder-dochter relatie)<br />
■ maatschappelijke positie (opleiding, werk, combinatie werk en gezin)<br />
<strong>Landelijk</strong> <strong>Basisprogramma</strong> <strong>Angststoornissen</strong> 21