De nieuwsbrief van december 2006 - Ekelmans en Meijer Advocaten

K e n n i s m a k i n g m e t :
Mr Ginio Beij en Mr Olga Bos
Gezien de groeiende vraag naar
specialistische kennis op het gebied
van bestuurs- en vastgoedrecht, is de
sectie Onroerend Goed-, Bouw- en
Bestuursrecht onlangs uitgebreid met
twee nieuwe advocaat-medewerkers.
Ginio Beij (1977), tijdens zijn studie lid van
de Studentenraad en de Introductiecommissie
van de universiteit, studeerde in 2002 af aan de
Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij startte
zijn loopbaan als advocaat in Curaçao. Hier
oefende hij de algemene praktijk uit. In 2003
maakte Ginio de overstap naar een groot
Amsterdams advocatenkantoor, waar hij zich
voornamelijk bezighield met bestuursrecht en
in een later stadium ook met civiel vastgoedrecht.
Het betrof hier onder meer zaken op
het terrein van projectontwikkeling en huurzaken
voor winkelketens. De recente keuze voor
Ekelmans & Meijer werd vooral ingegeven
door de wens een eigen praktijk op te kunnen
bouwen. Ginio houdt zich bij Ekelmans &
Meijer bezig met huur, verhuur, koop en verkoop
van bedrijfsruimten, makelaarsaansprakelijkheid
en het opstellen van vastgoedcontracten.
Één van de ontwikkelingen op dit gebied
heeft te maken met de nieuwe gebrekenregeling
die sinds 2003 geldt. Men ziet dat de verhuurder
steeds meer aansprakelijk wordt
gesteld vanwege een gebrek, terwijl niet zeker
is of er ook sprake is van een gebrek.
Voorbeelden zijn aansprakelijkstellingen vanwege
tegenvallende winkelomzet of het niet
verkrijgen van een vergunning.
Olga Bos (1979) studeerde van 1997 tot 2003
aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij
studeerde af in drie richtingen: privaatrecht,
staats- en bestuursrecht en de thematische
afstudeerrichting milieurecht. Haar afstudeerscriptie
werd door de rechtenfaculteit van de
Erasmus Universiteit uitgeroepen tot beste
scriptie van het collegejaar 2002/2003 en is
ook in boekvorm uitgegeven. De titel luidt:
Codificatie van het rechtsbeginsel van de égalité
devant les charges publiques in de Algemene
wet bestuursrecht: onderzoek naar de rol van
artikel 3:4, tweede lid, Awb bij de toepassing
van het rechtsbeginsel van de égalité devant
les charges publiques.
Na haar studie werd Olga advocaat-stagiaire
bij een internationaal kantoor in Rotterdam.
Zij heeft daar gewerkt binnen een onroerendgoedpraktijk,
met als specialisatie bestuursen
milieurecht (milieuvergunningen, MERproblematiek
en bouwvergunningen). Na het
afronden van haar advocaatstage wilde Olga
haar carrière voortzetten bij een middelgroot
kantoor gespecialiseerd in bestuursrecht. De
keuze viel op Ekelmans & Meijer. Hier houdt
zij zich met name bezig met zaken op het gebied
van het ruimtelijk bestuursrecht. Olga heeft veel
cliënten uit het midden- en kleinbedrijf.
Beide advocaten ambiëren een procespraktijk
die zij zelfstandig kunnen beoefenen. Olga
en Ginio zijn dan ook van mening dat ze in
Ekelmans & Meijer het juiste kantoor hebben
gevonden. Hier is het mogelijk kwalitatief
hoogstaande juridische dienstverlening te
leveren in een kleinere setting dan ze voorheen
gewend waren.
R e ce n t e
wet- en regelgeving
Wet maatschappelijke
ondersteuning
Op 1 januari 2007 zal de Wet
maatschappelijke ondersteuning
(“Wmo”) in werking treden. De Wmo
wordt ook wel een ‘participatiewet’
genoemd. Het doel van de wet is een
ieder de gelegenheid te bieden deel te
nemen aan de maatschappij, ongeacht
leeftijd of handicap.
Vanaf 1 januari 2007 is de gemeente verantwoordelijk
voor de maatschappelijke ondersteuning
van haar inwoners. Hierbij moet onder
meer gedacht worden aan het ondersteunen van
vrijwilligers en mantelzorgers, het treffen van
voorzieningen van mensen met een beperking
en het regelen van opvang voor mensen in nood.
Elke vier jaar dient de gemeente een plan op te
stellen omtrent de noodzakelijke diensten en
voorzieningen en degenen die deze diensten en
voorzieningen zullen leveren. Daarbij geldt als
uitgangspunt dat de gemeente de benodigde
diensten en voorzieningen zo veel mogelijk
door derden dient te laten uitvoeren.
Afhankelijk van de te leveren dienst of voorziening
kan de gemeente aan de leverende instelling
een subsidie verstrekken dan wel een overeenkomst
met de instelling afsluiten. Bij de
beslissing omtrent het verstrekken van een
subsidie zal de gemeente moeten nagaan of de
subsidie als ongeoorloofde staatssteun kan
worden gekwalificeerd. Indien hiervan sprake
dreigt te zijn, doet de gemeente er goed aan
een overeenkomst te sluiten met de leverende
instelling, zodat sprake is van een op geld
waardeerbare tegenprestatie van deze instelling.
Bij het sluiten van de overeenkomst zal de
gemeente de regels van het aanbestedingsrecht
in acht moeten nemen. Dit houdt in dat
indien de waarde van de te leveren voorziening
of dienst boven een bepaald drempelbedrag
ligt, de gemeente in principe gehouden
is de opdracht voor het leveren van de dienst
aan te besteden. Welke aanbestedingsprocedure
hierbij dient te worden gevolgd, is
afhankelijk van het soort dienst dat zal worden
geleverd. De procedure dient in ieder
geval te allen tijde objectief, transparant en
non-discriminatoir te zijn.
Voor vragen over de Wmo of het aanbestedingsrecht
kunt u contact opnemen met
Mr Nikolet Zwart of Mr Lisanne Boon.
n i e u w s b r i e f
EKELMANS & MEIJER ADVOCATEN
I N D E Z E N I E U W S B R I E F :
Zaken doen met bedrijven in
zwaar weer: hoe houdt u de
schade beperkt?
pag: 1 en 2
Rubriek Rechtspraak:
Betaald! En dan?
pag: 2
Kennismaking met:
Mr Ginio Beij en Mr Olga Bos
pag: 3
Recente wet- en regelgeving:
Wet maatschappelijke
ondersteuning
pag: 4
6 e j a a rg a n g n u m m e r 3 , d e ce m b e r 2 0 0 6
PAGINA (3) PAGINA (4)

• De sectie Arbeids- en Medezeggenschapsrecht
is met ingang van 1 juli 2006
uitgebreid met een advocaat-stagiaire:
Mr Josja Tupamahu.
Zaken doen met bedrijven in zwaar weer:
h o e h o u d t u d e s c h a d e b e p e r k t ?
Mr Josja Tupamahu
Mr Jan Messing
Mr Arnoud van Staden
ten Brink
Mr Olga Bos
Mr Ginio Beij
Mr Jan Hein Meerburg
• Per 1 juli 2006 is de sectie Ondernemingsen
Insolventierecht uitgebreid met Mr Jan
Messing als advocaat-medewerker.
• Met ingang van 1 september 2006 is
Mr Arnoud van Staden ten Brink als
student-stagiaire in dienst getreden bij de
sectie Verzekering en Aansprakelijkheid.
• Per 1 september 2006 is Mr Olga Bos
als advocaat-medewerker de sectie
Onroerend Goed-, Bouw- en
Bestuursrecht komen versterken.
Op 1 oktober 2006 zijn bij dezelfde sectie
in dienst getreden Mr Ginio Beij
(advocaat-medewerker) en Mr Jan Hein
Meerburg (advocaat-stagiaire).
• Ook dit jaar heeft de maatschap van
Ekelmans & Meijer besloten geen kerstkaarten
te versturen. In plaats daarvan
worden twee goede doelen gesteund.
Zo ontving Unicef tijdens het Unicef Gala
op hockeyclub KZ een cheque. Ook
stichting KiKa (Kinderen Kankervrij)
zal in het kader van onze kerstactie
een cheque ontvangen.
A n n a va n S a k s e n l a a n 3 0
2 5 9 3 H T ' s - G r av e n h age
P o s t b u s 9 3 4 5 5
2 5 0 9 A L ' s - G r av e n h age
T ( 0 7 0 ) 3 7 4 6 3 0 0
F ( 0 7 0 ) 3 7 4 6 3 3 3
Ondernemers worden helaas eens in
de zoveel tijd geconfronteerd met een
debiteur in betalingsmoeilijkheden
of, veel vervelender, een debiteur
die failliet is verklaard. Dan kan de
ondernemer zijn vordering afboeken
en na een bericht van de curator
slechts de BTW terugvragen. Dat
is zonde, want er zijn meerdere
juridische mogelijkheden om deze
schade te beperken. In dit artikel
worden deze puntsgewijs besproken.
Pand en hypotheek
Door middel van een pand- of hypotheekrecht
kan de crediteur zich, indien de debiteur niet
aan zijn verplichtingen voldoet, verhalen op
roerende zaken (voorraden, inventaris, vorderingen
op derden) of onroerende zaken van
de debiteur. Het grootste voordeel is dat de
crediteur zijn rechten kan uitoefenen alsof er
geen faillissement is en zich dus bij voorrang
kan verhalen. Belangrijke nadelen zijn dat een
bedrijf in moeilijkheden in de regel weinig
meer in zekerheid te geven heeft en dat een
dergelijke zekerheidstelling achteraf door een
curator kan worden aangetast.
Eigendomsvoorbehoud
Door middel van een meestal bij algemene
voorwaarden bedongen eigendomsvoorbehoud,
gaat de eigendom van aan een debiteur geleverde
zaken pas over op het moment dat deze
Mr Jan Messing
heeft betaald. In het geval van een ‘beperkt’
eigendomsvoorbehoud, kan de crediteur alleen
die zaken terughalen waarvoor geen betaling
is ontvangen. Bij een ‘uitgestrekt’ eigendomsvoorbehoud
kan de crediteur alle ooit door hem
geleverde zaken terughalen tot de waarde van
de openstaande facturen en de gevolgschade.
Van groot belang is dat de algemene voorwaarden
waarin een eigendomsvoorbehoud is opgenomen,
kenbaar zijn aan de debiteur. Men doet
er dus goed aan in de betreffende overeenkomst
met de debiteur te verwijzen naar deze voorwaarden
en ze bijvoorbeeld voor levering door
de debiteur voor akkoord te laten tekenen.
Bovendien is van groot belang dat de geleverde
zaken ‘individualiseerbaar’ zijn, ofwel als van
de crediteur afkomstig zijn te identificeren.
Recht van reclame
Een recht waarvan in de praktijk maar weinig
gebruik wordt gemaakt is het recht van reclame.
Dit wettelijk recht houdt in dat een crediteur,
indien hij geen betaling ontvangt voor door hem
geleverde roerende zaken, de koop door middel
van een schriftelijke verklaring kan ontbinden
en de zaken kan terugvorderen. Dit recht vervalt
echter zes weken nadat betaling opeisbaar is
geworden en zestig dagen na de levering.
Retentierecht
Een crediteur die een zaak van de wanbetalende
debiteur onder zich heeft (bijvoorbeeld een
garage die een auto ter reparatie heeft), kan de
zaak vasthouden tot betaling is verkregen of
zich met voorrang op deze zaak verhalen.
Tot slot
Door gebruik te maken van de hiervoor
genoemde mogelijkheden, is het voor een
crediteur mogelijk zijn schade te beperken.
Indien de schade onverhoopt al geleden is, is
het soms zelfs mogelijk de bestuurder van een
debiteur-rechtspersoon met succes aansprakelijk
te stellen. De sectie Ondernemings- en
Insolventierecht heeft ruime kennis en ervaring
op dit gebied en staat u graag met raad en daad
terzijde. Bij vragen kunt u contact opnemen
met ondergetekende, dan wel met de andere
advocaten van de sectie.
Mr Jan Messing
Betaald!
En dan?
Kort geleden, op 20 oktober 2006, heeft de
Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan
voor met name “onze” verzekeraars (RvdW
2006, 972). De zaak ging in grote lijnen om
het volgende. Een verzekeraar had namens
haar verzekerde, een hoofdaannemer, een grote
schadevergoeding betaald aan de opdrachtgever.
De verzekeraar wilde deze schade verhalen op
de in haar ogen aansprakelijke partij, de onderaannemer.
Dat is uiteindelijk ook gelukt. Vraag
was echter of de verzekeraar ook zonder ingebrekestelling
recht had op vergoeding van wettelijke
rente over het totale bedrag (bestaande
uit de hoofdsom en wettelijk rente), dat zij
namens haar verzekerde aan de opdrachtgever
had betaald. In de lagere rechtspraak en literatuur
werd daarover verschillend gedacht. De Hoge
Raad heeft de knoop nu doorgehakt: als er sprake
is van onrechtmatige daad of wanprestatie, is
de aansprakelijke partij zonder ingebrekestelling
verplicht om de wettelijke rente aan de verzekeraar
te vergoeden. De wettelijke rente gaat dan
lopen vanaf de dag dat de verzekeraar aan de
benadeelde partij heeft betaald. Deze wettelijke
rente is verschuldigd over het totale bedrag
(hoofdsom en wettelijke rente), dat de verzekeraar
heeft betaald. De uitspraak lijkt mij voor
de praktijk een zegen: zij voorkomt onnodige
correspondentie en daarmee gepaard gaande
kosten over bijzaken.
Mr Hanco Arnold
E i n fo @ e ke l m a n s e n m e i j e r. n l
I w w w. e ke l m a n s e n m e i j e r. n l
PAGINA (1)
PAGINA (2)