De nieuwsbrief van september 2007 - Ekelmans en Meijer Advocaten

Vraaggespre k m e t :
Jan Messing
Sinds 1 juli 2006 is Jan Messing als
advocaat-medewerker werkzaam bij
Ekelmans & Meijer. Jan maakt deel
uit van de sectie Ondernemings- en
Insolventierecht.
Jan studeerde eind 1999 af aan de Universiteit
van Leiden, afstudeerrichting bedrijfsrecht. In
2000 begon Jan zijn loopbaan in de advocatuur
bij een middelgroot kantoor in het Gooi. De
eerste drie jaar voerde hij vooral een algemene
praktijk. Vervolgens bouwde hij een praktijk op
met als zwaartepunt het faillissementsrecht en
het ondernemingsrecht in brede zin. De grote
diversiteit van deze praktijk spreekt Jan bijzonder
aan evenals de snelheid van deze praktijk.
In een korte tijd moet je een zo compleet
mogelijk beeld vormen van een onderneming,
van een zaak, of van de stand van een boedel.
In het ondernemingsrecht ligt de nadruk op
handelsgeschillen. Deze combinatie van rechtsgebieden
eist zowel praktische als juridische
vaardigheden.
In 2006 maakte Jan de overstap naar Ekelmans
& Meijer in Den Haag. Jan heeft voor
Ekelmans & Meijer gekozen vanwege de
combinatie van hoge kwaliteit en plezier in het
werk. De nabijheid van het strand beschouwt
hij als een uitstekende ‘secundaire arbeidsvoorwaarde’.
Ook bij Ekelmans & Meijer ligt de nadruk van
zijn werkzaamheden op het gebied van het faillissementsrecht
en het ondernemingsrecht. Jan
heeft een echte procespraktijk. Zaken waar hij
zich onder meer mee bezig houdt, zijn: geschillen
tussen aandeelhouders, het begeleiden van
de vereffening van een besloten vennootschap,
een geschil over een eindafrekening tussen
partijen na een overname, (beroeps)aansprakelijkheid
van curatoren en bestuurders en het
afwikkelen van faillissementen. Jan stelt de
‘open deuren’ cultuur van Ekelmans & Meijer
bijzonder op prijs. Hierdoor wordt over juridische
en strategische aspecten van zaken vaak
door meerdere advocaten meegedacht, hetgeen
de cliënt ten goede komt doordat vaak nieuwe
inzichten ontstaan. Volgens Jan worden zowel
kwaliteit van als plezier in het werk hierdoor
verhoogd.
Behalve op het gebied van het faillissementsen
het ondernemingsrecht houdt Jan zich, samen
met Hein Stroeve van de sectie Onroerend
Goed, ook bezig met het aanbestedingsrecht.
Buiten het werk vertoont Jan zijn kunsten als
DJ op allerhande feesten.
Ekelmans & Meijer
sponsor van de Parade
Van 7 juli tot en met 15 juli jongstleden
vond in het Westbroekpark te Den Haag
het theaterfestival de Parade plaats.
Het was de maatschap van Ekelmans & Meijer
een groot genoegen dit jaar sponsor te zijn van
de Parade in Den Haag.
Voor de 17e keer toverde de Parade parken in
Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Amsterdam
om in een straat met theater, muziek, dans, film
en bijzondere horeca. De Parade staat voor laagdrempelige
kunst. No-nonsense
en toegankelijk. Met
rechtstreeks contact tussen
artiest en publiek zonder
schouwburg ertussen. Met een
programmering die in het
reguliere circuit niet snel te
vinden is, verleiden nieuwe
theatermakers, bekende
muzikanten, jonge filmmakers
en oude talenten bezoekers
om naar hun voorstelling te
komen. De voorstellingen,
vaak speciaal voor de
Parade gemaakt, variëren
van drie tot veertig minuten. Daarnaast zijn er
verschillende horecagelegenheden waar het
goed toeven is.
Ekelmans & Meijer steunt de Parade graag
omdat het zich herkent in het no-nonsense
karakter. Ook Ekelmans & Meijer heeft rechtstreeks
contact met haar cliënten, in een informele
sfeer. Mede door de steun van Ekelmans &
Meijer blijven de kosten voor de bezoekers van
de Parade beperkt zodat de Parade ook daadwerkelijk
toegankelijk en laagdrempelig kan blijven.
n i e u w s b r i e f
EKELMANS & MEIJER ADVOCATEN
I N D E Z E N I E U W S B R I E F :
Beroep tegen een
artikel 19-vrijstelling,
mag de zienswijzenronde
worden gemist?
pag: 1 en 2
Hoe ver gaat de
aansprakelijkheid
van een werkgever?
pag: 2
Vraaggesprek met:
Jan Messing
pag: 3
Ekelmans & Meijer
sponsor van de Parade
pag: 4
7 e j a a rg a n g n u m m e r 2 , s e p tember 2 0 0 7
PAGINA (3) PAGINA (4)

• Per 1 mei 2007 is de sectie Verzekering
en Aansprakelijkheid uitgebreid met
Mr Marcella de Haan als advocaatstagiaire.
Beroep tegen een artikel 19-vrijstelling,
mag de zienswijzenronde worden gemist?
Het is inmiddels ruim twee jaar geleden dat de zogenaamde uniforme openbare voor-
Mr Marcella de Haan
• Per 1 augustus 2007 is Mr Louise Punt
als advocaat-stagiaire in dienst getreden.
Ook zij komt de sectie Verzekering en
Aansprakelijkheid versterken.
bereidingsprocedure in de Algemene wet bestuursrecht is geïntroduceerd. Dit heeft de
praktijk voor een nieuwe procesrechtelijke vraag gesteld: wanneer in het kader van een
bouwaanvraag om vrijstelling van het bestemmingsplan op grond van artikel 19 WRO
wordt verzocht, is het dan noodzakelijk om zienswijzen tegen het ontwerp-besluit op dat
verzoek in te dienen om later nog tegen het besluit te kunnen opkomen?
Hoe ver gaat de
aansprakelijkheid
van een werkgever?
Mr Louise Punt
• Ekelmans & Meijer sponsor van
de Parade Den Haag.
www.deparade.nl
• Bezoek onze website voor een actueel
publicatieoverzicht van onze advocaten.
Kijk op www.ekelmansenmeijer.nl
A N N A VA N S A K S E N L A A N 3 0
2 5 9 3 H T ' S - G R AV E N H AGE
P O S T B U S 9 3 4 5 5
2 5 0 9 A L ' S - G R AV E N H AGE
T ( 0 7 0 ) 3 7 4 6 3 0 0
f ( 0 7 0 ) 3 7 4 6 3 3 3
Onder het oude recht was duidelijk dat dit niet
nodig was; onder het nieuwe recht ligt dit evenwel
gecompliceerder. Het besluit tot verlening
van vrijstelling dient nu te worden voorbereid
Mr Jörgen Geelhoed
met toepassing van de nieuwe procedure. Bij
deze procedure geldt geen bezwaarfase en dient
direct beroep te worden ingesteld bij de rechter.
Dit laatste kan echter alleen door degenen die
een zienswijze tegen het ontwerpbesluit hebben
ingediend. Als geen zienswijze is ingediend,
zijn alle rechtsmiddelen direct uitgeput. De
zienswijzen zijn zogezegd “fataal”.
Maar geldt deze (fatale) uitputting van rechtsmiddelen
ook voor de gevallen waarin – in
afwijking van de hoofdregel – wel eerst een
bezwarenprocedure dient te worden gevolgd
en bezwaren tegen het vrijstellingsbesluit zijn
ingediend? Deze situatie kan zich namelijk
voordoen bij een vrijstellingsbesluit ex artikel
19 WRO, waarover in de Woningwet is bepaald
dat deze “meelift” met de procedure tegen de
bouwvergunning (dit met uitzondering van het
geval dat op de bouwvergunning de nieuwe
procedure van toepassing is verklaard).
De Voorzieningenrechter van de Rechtbank
Alkmaar oordeelde van wel, een conclusie
waarmee door de annotator bij deze uitspraak
wordt ingestemd (14 juni 2006, Bouwrecht
2006, p. 735 e.v.). Volgens deze uitspraak is
voor degene die geen zienswijzen heeft ingediend
het vrijstellingsbesluit direct onaantastbaar.
In haar uitspraak van 4 juli 2007 (www.raadvanstate.nl:
200703198) heeft de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State als
Mr Olga Bos
hoogste rechter echter anders geoordeeld. Kort
gezegd oordeelde de Afdeling dat omdat het
vrijstellingsbesluit meelift met de bouwvergunningsprocedure,
dit besluit ook in de bezwarenprocedure
nog kan worden meegenomen.
Kennelijk zijn de zienswijzen dan vanwege
deze bezwaarmogelijkheid niet “fataal”.
Het antwoord op de vraag is dus ja, maar alleen
als je in de bouwvergunningsprocedure (alsnog)
tegen het vrijstellingsbesluit bezwaar maakt.
Mr Olga Bos en Mr Jörgen Geelhoed
Wanneer een werknemer schade lijdt in de uitoefening
van zijn werkzaamheden, is de werkgever
daarvoor niet altijd aansprakelijk. Dit
blijkt maar weer eens uit een arrest van het Hof
Den Haag van 27 april 2007 (LJN: BA6070).
De casus is als volgt. Een magazijnbediende in
een boekhandel houdt een klant in de gaten en
wil in haar tas kijken. De klant is daarvan niet
gediend, en vertelt dit later aan haar broer. Die
zoekt de magazijnbediende vervolgens op en
mishandelt hem.
Naar mijn mening is dit een heel bijzondere
situatie, die in feite niet voorzienbaar en/of te
voorkomen was. Ook het Hof is deze mening
toegedaan. Het oordeelt dat een werkgever van
haar winkelpersoneel mag verlangen attent te
zijn op het tegengaan van winkeldiefstal. Dit
is niet in strijd met goed werkgeverschap.
De feiten en gang van zaken lagen naar het
oordeel van het Hof buiten de redelijkerwijs van
de boekhandel te verlangen voorzorgsmaatregelen
ter voorkoming van ongevallen. Opleiding
en training van het winkelpersoneel in het voorkomen
van agressie en geweld bij klanten zou
waarschijnlijk niet hebben voorkomen dat een
derde geweld uitoefent tegen deze werknemer.
Verder hoefde de werkgever de boekhandel ook
niet elektronisch te beveiligen of van detectiepoortjes
te voorzien.
Mr Saskia Pontier
e i n fo @ e ke l m a n s e n m e i j e r. n l
i w w w. e ke l m a n s e n m e i j e r. n l
PAGINA (1)
PAGINA (2)