Jetgrouten - Smet-Keller

Soilcrete - uitvoeringsvolgorde
De Soilcrete-installatie bestaat uit opslagtanks, silo´s en een compacte meng- en
pompinstallatie. Vanuit de pompeenheid loopt een bundel van slangen en leidingen
naar de machine bij het installatiepunt. De mastlengte varieert van 2 m in kelders
of schachten tot 35 m in het vrije veld.
De boorpunten bevinden zich normaal gesproken in een smalle sleuf welke is
voorzien van een vuilwaterpomp. Hier vandaan wordt de retourspecie bestaande
uit een mengsel van water, cement en grond verpompt naar een verzamelbekken
of container.
lucht water cement /
(bentoniet)
naar retourspecieopvang
1 Boren
Een boormachine uitgerust
met boorstangen (voorzien
van boorkop met spuitmond),
brengt het Soilcrete-gat op
diepte. In de regel wordt
grout gebruikt als boorvloeistof
om het boorgat tijdens
het boren te stabiliseren.
Voor het doorboren van metselwerk
of beton worden speciale
boorkronen toegepast.
2 Snijden
Het verbreken van het korrelskelet
met een energierijke
vloeistofstraal begint meestal
op het diepste niveau van het
Soilcrete-element. Het overbodige
water-grond-cementmengsel
vloeit door het boorgat
naar boven. De vooraf
vastgelegde productieparameters
worden constant gecontroleerd.
3 Grouten
Tegelijkertijd met het eroderen
van de bodem wordt bij alle
procestypen grout onder druk
toegevoegd. De door het spuiten
veroorzaakte turbulentie
resulteert in een uniforme
menging van grout met grond
in de behandelde zone.
Totdat het materiaal begint op
te stijven, wordt er in het boorgat
constant een hydrostatische
overdruk in stand gehouden.
Miniboormachine,
gebouwd door Keller,
kan ingezet worden
in zeer beperkte
ruimte.
8