29.04.2015 Views

Inhoud - Limburgs Museum

Inhoud - Limburgs Museum

Inhoud - Limburgs Museum

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Inhoud</strong><br />

Inleiding 2<br />

<strong>Museum</strong>les 3<br />

• Doelgroepen<br />

• Doelen<br />

• Opzet<br />

• Voorbereiding op school<br />

Op school 4<br />

• Begrippenlijst/Opdracht topografie<br />

• Lessuggestie – Gewoon of vreemd?<br />

• Lessuggestie – Vooroordeel of feit?<br />

• Lessuggestie – Tolerantietest<br />

• Lessuggestie – Jouw familieverhaal<br />

Achtergronden 7<br />

• <strong>Inhoud</strong> van de expositie<br />

• Vertellers<br />

• Aansluiting bij vakgebieden<br />

• Literatuur<br />

• Educatieve projecten<br />

• Websites<br />

Bijlagen 10<br />

Werkbladen 1 t/m 4<br />

1


Inleiding<br />

Migratie en integratie zijn de afgelopen jaren niet uit het nieuws geweest. Het wekt soms de indruk<br />

dat migratie iets van de laatste tijd is. Dat is natuurlijk niet zo. Limburg heeft vanwege zijn ligging en<br />

politieke positie al eeuwenlang te maken met de komst van mensen van elders. Vooral migranten uit<br />

buurlanden Duitsland en België komen en gaan in een continue stroom. Vanaf de tweede helft van de<br />

twintigste eeuw komen ook veel migranten uit Midden-, Oost- en Zuid-Europa, Turkije en Noord-<br />

Afrika naar Limburg. In het kader van het project ‘Kleur Bekennen’ heeft het <strong>Limburgs</strong> <strong>Museum</strong> de<br />

afgelopen jaren onderzoek gedaan naar <strong>Limburgs</strong>e migratiegeschiedenis, met de focus op de 20e<br />

en 21e eeuw, en bijbehorend erfgoed verzameld. Naast onder meer een uitgebreide website (www.<br />

kleurbekennen.nl) omvat het project ‘Kleur Bekennen’ ook de educatieve expositie ‘Een karavaan van<br />

komen en gaan’.<br />

In ‘Een karavaan van komen en gaan’ komen de gevolgen die migratie op Limburg heeft gehad, en nog<br />

steeds heeft, aan bod. Portretten van diverse migranten en hun kinderen geven inzicht in hoe migratie<br />

hun leven heeft beïnvloed en hoe ze zichzelf staande hebben gehouden. De bezoeker leert ook<br />

meer over de sociaal-economische en politieke factoren die een rol spelen bij het ontstaan van migratiestromen.<br />

Speciaal voor jongeren tussen 11 en 14 jaar is een museumles ontwikkeld. Op diverse<br />

plekken in de expositie zijn actieve, educatieve spellen geplaatst.<br />

Een sluitend antwoord op het migratie- en integratievraagstuk kan de museumles niet geven.<br />

Wél willen we leerlingen kritisch laten nadenken over dit vraagstuk en over hun eigen beeldvorming<br />

en houding ten opzichte van diverse groepen migranten. Uiteindelijk hopen we dat leerlingen zien dat<br />

migranten, net als zijzelf, dromen hebben, keuzes maken en hopen op een goede toekomst.<br />

Om dit te bereiken zien we graag dat de museumles een onderdeel vormt van een uitgebreider<br />

lesprogramma. Deze handleiding biedt leerkrachten lessuggesties, achtergronden en werkbladen die<br />

gebruikt kunnen worden als voorbereiding en/of afsluiting op school.<br />

Dit project is mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van de Steunstichting <strong>Limburgs</strong>e Allochtonen (SLA).<br />

De provincie Limburg financiert het <strong>Limburgs</strong> <strong>Museum</strong>.<br />

2


<strong>Museum</strong>les<br />

Doelgroepen<br />

Primair onderwijs, groep 7/8<br />

Voortgezet onderwijs, 1e en 2e jaars VMBO/Havo/VWO<br />

De museumles zal worden aangepast aan de leeftijd en het niveau van de groep.<br />

Doelen<br />

De leerlingen<br />

• maken kennis met diverse migranten en met de migratiegeschiedenis van Limburg;<br />

• ervaren hoe het is om als nieuwkomer naar Limburg te komen en kunnen zich spelenderwijs<br />

verplaatsen in een ander door het maken van keuzes;<br />

• ontdekken dat een eerste indruk of een vooroordeel niet altijd klopt en worden geconfronteerd<br />

met hun eigen tolerantie.<br />

De inhoud van de museumles sluit tevens aan bij de kerndoelen voor het primair- en voortgezet<br />

onderwijs (oriëntatie op jezelf en de wereld; domein mens en maatschappij, kerndoel 38).<br />

Verder past het project zeer goed bij de opdracht die scholen hebben gekregen om aandacht te<br />

besteden aan actief burgerschap en sociale integratie.<br />

Opzet<br />

De klas wordt bij aankomst welkom geheten door een museumdocent. Deze verzorgt een korte<br />

inleiding over het thema. Vervolgens gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag met een opdrachtenboekje.<br />

Door middel van een roulatiesysteem bezoeken ze verschillende onderdelen in de expositie<br />

en maken hier schriftelijke vragen over. Ze bekijken korte filmpjes, originele objecten, foto’s en<br />

kaarten. Daarnaast voeren ze met behulp van interactieve spellen diverse opdrachten uit, waarbij ze<br />

hun mening toetsen of keuzes maken. De rol van de leerkracht en museumdocent richt zich vooral<br />

op enthousiasmeren en stimuleren.<br />

Meer informatie over de inhoud van de expositie staat onder het kopje ‘Achtergronden’.<br />

Duur: 75 minuten<br />

Na afloop van deze activiteit evalueert de museumdocent samen met de groep enkele onderdelen<br />

en vertelt hen over een migrant met een bijzonder verhaal. Welke vragen zouden ze deze persoon<br />

stellen? De museumdocent neemt de groep mee naar de educatieve ruimte elders in het museum,<br />

waar ze deze persoon écht ontmoeten. De museumdocent leidt een gesprek tussen de groep en de<br />

verteller. Naast het verhaal dat hij of zij vertelt, spelen eigen ervaringen en verhalen van de leerlingen<br />

ook een belangrijke rol tijdens dit gesprek. Gaandeweg komen de leerlingen er achter dat het verhaal<br />

eigenlijk óók over hen zelf gaat: over hun eigen dromen, normen, houding en gedrag.<br />

Meer informatie over deze vertellers staat onder het kopje ‘Achtergronden’.<br />

Duur: 45 minuten<br />

Voorbereiding op school<br />

De leerkracht verdeelt de groep in tweetallen. Bij een oneven aantal wordt een groepje van drie<br />

gevormd. Voor een goed verloop van de museumles maakt de leerkracht de leerlingen bekend<br />

met de betekenis van de begrippen op werkblad 1 en maken ze de bijbehorende topografische<br />

opdracht. Daarnaast is het wenselijk aan te sluiten bij diverse vakgebieden (zie ‘Achtergronden)<br />

en/of de overige lessuggesties en bijbehorende werkbladen in deze handleiding te gebruiken naar<br />

eigen inzicht en mogelijkheden. De lessuggesties bieden ruimte voor persoonlijke inbreng en individuele<br />

keuzes van de leerkracht.<br />

3


Op school<br />

Begrippenlijst/opdracht topografie (minimale voorbereiding)<br />

Duur: 30 minuten<br />

Benodigdheden:<br />

• Werkblad 1 voor alle leerlingen<br />

• Bosatlas<br />

• Kleurpotloden rood, blauw, geel, groen, paars, grijs en oranje.<br />

Omschrijving:<br />

Migratie bestaat al zolang de mens bestaat. Onze voorouders bewogen zich veertigduizend jaar<br />

geleden langzaam vanuit Afrika naar Europa, op zoek naar een beter leven. Ook nu nog zijn mensen<br />

op zoek naar meer geluk, veiligheid en welvaart. Maar inmiddels hebben we landen, grenzen, migratiebeleid,<br />

paspoorten etc.<br />

• Na een korte inleiding deelt de leerkracht kopieën van de begrippenlijst uit en neemt de<br />

begrippen door met de groep.<br />

• De leerlingen maken de topografie opdracht. Antwoorden: rood=Italië, Turkije, Marokko,<br />

Spanje; geel=Irak, Sierra Leone; blauw=Afrika; groen=Canada, de Verenigde Staten, Australië<br />

en Nieuw-Zeeland; paars=Polen; grijs=Duitsland, België; oranje=Suriname, Indonesië.<br />

• Nabespreking: Hoeveel nationaliteiten zitten er in deze klas? Waar komen de ouders/grootouders<br />

van leerlingen vandaan?<br />

Lessuggestie – Gewoon of vreemd? (voorbereiding of afsluiting)<br />

Duur: 20-30 minuten<br />

Benodigdheden:<br />

• Werkblad 2 voor alle leerlingen<br />

Omschrijving:<br />

Wat in de ene cultuur ‘gewoon’ is, vindt men in een andere cultuur ‘vreemd’. Dat is heel normaal. Het<br />

hoort bij mensen en groepen. Mensen behoren tot allerlei groepen die allemaal hun eigen groepskenmerken<br />

hebben. Wat je ‘gewoon’ vindt, hangt sterk van je opvoeding af.<br />

• De leerlingen maken werkblad 2 en vullen in of ze de bewering ‘gewoon’ of ‘vreemd’ vinden.<br />

De leerkracht maakt in de tussentijd een tabel op het schoolbord, waarin vervolgens geturfd<br />

wordt hoe de klas denkt over deze beweringen. Naar aanleiding van de uitslag kan een discussie<br />

plaatsvinden. Bijvoorbeeld: “Met mes en vork eten is voor veel mensen vreemd. Men<br />

eet met stokjes (China) of soms met de hand (Afrika).”; “In Nederland eet men rauwe vis<br />

(haring)”; “In Japan vinden mensen het vies om in bad te gaan, worden cadeaus nooit uitgepakt<br />

waar de gever bij is en vermijdt men lichamelijk contact bij een eerste ontmoeting.” Of:<br />

“In Saoedi-Arabië beschouwt men de linkerhand als onrein. Naar iets wijzen is onbeleefd.”<br />

En: “In moslimlanden dragen veel vrouwen een hoofddoek en eet men geen varkensvlees.”<br />

Gaandeweg zal de conclusie geformuleerd worden: Wat de één gek vindt, is voor een ander<br />

heel normaal. Dat komt omdat je de gewoonten van een ander niet kent.<br />

• Eventueel kan de leerkracht de groep vervolgens de opdracht geven om zélf nog een voorbeeld<br />

te verzinnen van iets dat voor hem of haar gewoon is, maar voor een ander vreemd.<br />

Dit kan streekgebonden zijn, bepaalde familiegebruiken etc.<br />

• Ook kunnen ze iets bedenken dat opa en oma vroeger deden, maar dat tegenwoordig<br />

vreemd gevonden wordt.<br />

4


Lessuggestie – Vooroordeel of feit? (voorbereiding of afsluiting)<br />

Duur: 20 minuten<br />

Benodigdheden:<br />

• Werkblad 3 voor alle leerlingen<br />

Omschrijving:<br />

Sommige Nederlanders staan negatief tegenover de komst van immigranten. Voor een deel komt<br />

dit door de vooroordelen die ze koesteren. In het hoofd van ieder mens zitten vooroordelen. Ze<br />

zijn aangeleerd en dienen ter bescherming tegen het vreemde of onbekende. Je kunt immers niet<br />

iedereen zomaar vertrouwen. Maar vooroordelen kloppen vaak niet of zijn maar voor een deel waar.<br />

Als een eigenschap voor één mens geldt, wil dit nog niet zeggen dat het voor de hele groep geldt.<br />

Meestal hebben vooroordelen te maken met onbekendheid. Pas wanneer je iemand leert kennen, kun<br />

je over een vooroordeel heen stappen. Een feit is echter altijd waar.<br />

• De leerlingen vullen op werkblad 3 in of de bewering een vooroordeel of een feit is.<br />

• Na afloop bespreekt de leerkracht de beweringen. De leerlingen zullen merken dat het<br />

belangrijk is om de bewering goed te lezen: “Sommige Belgen kun je niet vertrouwen.” (feit)<br />

is anders geformuleerd dan: “Belgen kun je niet vertrouwen.” (vooroordeel)<br />

Antwoorden: 1 = vooroordeel, 2 = vooroordeel, 3= feit, 4=vooroordeel, 5=feit, 6=vooroordeel,<br />

7=feit, 8=feit, 9=vooroordeel, 10=feit.<br />

• De leerlingen bedenken vervolgens zelf een vooroordeel. Hebben ze ooit te maken gehad<br />

met vooroordelen? Hebben ze ooit iemand leren kennen waarover ze van tevoren een vooroordeel<br />

hadden? Klopte dit met de werkelijkheid?<br />

Lessuggestie – Tolerantietest (voorbereiding of afsluiting)<br />

Duur: 20-30 minuten<br />

Benodigdheden:<br />

• Werkblad 4 voor alle leerlingen<br />

Omschrijving:<br />

Soms zeggen of doen mensen iets waar je het niet mee eens bent. Wanneer je deze mensen toch<br />

respecteert noemen we dat tolerant. Dat hoeft dus niet te betekenen dat je het ook met hen eens<br />

bent! Tolerantie betekent verdraagzaamheid. Maar tolerantie heeft ook grenzen.<br />

Bijvoorbeeld: jouw buurman draait tot diep in de nacht keiharde muziek. Wanneer hij dit één keer<br />

per jaar doet, op zijn verjaardag, vind je dat geen probleem. Dan ben je tolerant. Maar wanneer hij dit<br />

elk weekend doet, kun je dat niet meer tolereren! Je gaat naar hem toe en zegt er wat van.<br />

• De leerlingen maken werkblad 4, de tolerantietest.<br />

• Na afloop bespreekt de leerkracht de uitslagen.<br />

Lessuggestie – Jouw familieverhaal (voorbereiding of afsluiting)<br />

Duur: 10 minuten klassikaal, 180-220 minuten zelfstandig (thuis), 30 minuten klassikaal.<br />

Benodigdheden:<br />

• Materialen voor het maken van een collage, zoals gekleurd papier, lijm, stiften, foto’s etc.<br />

Omschrijving:<br />

De leerlingen onderzoeken of er in hun eigen familie mensen te maken hebben gehad met migratie<br />

Ze maken hier een werkstuk over. In het werkstuk zit een stamboom, het familieverhaal rondom de<br />

migratie en een kaart van de wereld, waarin ze aangeven om welk land het gaat.<br />

5


Het werkstuk kan verder ingevuld worden met foto’s, tekeningen, documenten etc.<br />

Deze opdracht kan eventueel in groepsverband gemaakt worden, indien blijkt dat sommige kinderen<br />

geen familieleden hebben die ooit geëmigreerd zijn. Het <strong>Limburgs</strong> <strong>Museum</strong> biedt scholen de<br />

mogelijkheid om, in overleg, de werkstukken tijdelijk te exposeren in het museum.<br />

• Stap 1: de leerlingen maken een stamboom van hun eigen familie (drie generaties). Ze schrijven<br />

bij iedere persoon zijn of haar geboorteland erbij. Zijn er familieleden verhuisd naar een<br />

ander land tijdens hun leven? Bij deze personen schrijven ze ook de naam van het nieuwe<br />

land.<br />

• Stap 2: de leerlingen bereiden een interview voor met één of meerdere personen.<br />

De antwoorden op de vragen verwerken ze tot een kort familieverhaal (ongeveer A4). De<br />

leerkracht stimuleert de leerlingen bij het bedenken van geschikte vragen voor een interview.<br />

Het is aan te raden om de onderdelen die aan bod komen in de expositie aan te houden als<br />

structuur:<br />

De droom - Waarom wilde deze persoon migreren? Wat was zijn of haar droom? Welk<br />

beeld had hij of zij van het migratieland?<br />

De reis - Hoe was het afscheid? Hoe verliep de reis?<br />

De werkelijkheid - Waar kwam de persoon terecht? Hoe vond hij of zij het leven in een<br />

ander land? Had hij of zij spijt van de migratie?<br />

• Stap 3: de leerlingen verzamelen foto’s, landkaarten, (kopieën van) documenten etc. die te<br />

maken hebben met dit verhaal. Ze kunnen eventueel ook zelf tekeningen maken.<br />

• Stap 4: de leerlingen stellen zelf een werkstuk samen, bijvoorbeeld een poster of een boekje<br />

met daarin alle onderdelen en verzamelde informatie.<br />

• Stap 5: De leerlingen presenteren hun familieverhaal aan de rest van de klas.<br />

6


Achtergronden<br />

<strong>Inhoud</strong> van de expositie<br />

‘Een karavaan van komen en gaan’ is een interactieve expositie. In de zaal komen drie onderdelen aan<br />

bod, die zich onderscheiden door een afwisselende, aantrekkelijke vormgeving. Bij ieder onderdeel<br />

horen drie korte filmpjes waarin migranten (of hun kinderen) hun ervaringen met de bezoeker delen.<br />

Deze verhalen worden ondersteund met objecten, foto’s en educatieve spellen.<br />

Onderdeel 1: De droom<br />

Vanwege zijn centrale ligging is Limburg van oudsher een migrantenprovincie. Er wonen relatief veel<br />

Belgen en Duitsers. In loop van de twintigste eeuw trekt Limburg ook migranten aan uit landen als<br />

Polen, Italië, Turkije en Marokko. Het gaat meestal om gastarbeiders die via officiële wervingsakkoorden<br />

in de mijnen of industrie gaan werken. Maar ook gelukszoekers, gezinshereniging en politieke<br />

omstandigheden liggen ten grondslag aan migratiestromen naar deze provincie. Er trekken ook mensen<br />

weg: vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw emigreren veel Limburgers naar Canada, Nieuw-<br />

Zeeland of Australië.<br />

Er zijn dus verschillende redenen waarom mensen naar Limburg komen of er juist vertrekken. Elke<br />

migrant heeft een eigen verhaal en verschillende verwachtingen van zijn of haar leven in het nieuwe<br />

land. Ze hebben allemaal dromen. Wat migranten bindt, is de hoop op een gelukkige toekomst voor<br />

zichzelf en eventuele (klein)kinderen.<br />

Onderdeel 2: De reis<br />

Op zoek naar een beter leven bewegen mensen zich over de hele wereld. Aziaten stappen in een<br />

vliegtuig en arriveren vaak nog dezelfde dag op Schiphol. Oost-Europeanen komen veelal bepakt en<br />

bezakt per auto vanuit hun herkomstland of nemen de bus. Afrikanen beproeven hun geluk in een<br />

gammele vissersboot richting ‘Fort Europa’.<br />

Voor ons is reizen inmiddels heel gewoon. We stappen in de auto, de trein of het vliegtuig en reizen<br />

comfortabel van de ene plek naar de andere. Vroeger was dat anders. De vervoersmogelijkheden<br />

waren beperkt. Reizen was niet voor iedereen vanzelfsprekend. Nederlanders vertrokken per boot<br />

richting Australië of Nieuw-Zeeland. Zo’n reis naar de andere kant van de wereld duurde vaak vele<br />

maanden.<br />

Onderdeel 3: De werkelijkheid<br />

Eenmaal aangekomen in Limburg, is de werkelijkheid voor veel immigranten vaak anders dan de<br />

verwachtingen. Ze worden geconfronteerd met migratiebeleid, strenge regels en vooroordelen. De<br />

term ‘inburgeren’ staat de laatste jaren hoog op de politieke agenda. Een paar decennia geleden was<br />

inburgeren echter géén ‘hot item’. Men ging er toen vanuit dat de meeste migranten, vaak gastarbeiders,<br />

weer terugkeerden naar hun herkomstland.<br />

De laatste jaren voert de overheid een strenger migratiebeleid, mede onder invloed van partijen als<br />

de LPF en de PVV. Immigranten uit moslimlanden en asielzoekers zijn onderwerp van felle discussies.<br />

Cijfers wijzen echter uit dat sinds 2004 de meeste immigranten uit Duitsland, het Verenigd Koninkrijk,<br />

België, de Nederlandse Antillen en Polen komen. De reden van migratie is vooral werk, gezinshereniging<br />

of gezinsvorming en studie. Slechts een klein gedeelte vraagt asiel aan. Ook de komende jaren<br />

zullen vooral onze eigen buurlanden de grootleveranciers van migranten zijn.<br />

7


Vertellers<br />

Het museum heeft een afwisselende poule van migranten en kinderen van migranten samengesteld<br />

die een belangrijke rol spelen tijdens de museumles. Samen vormen ze een afspiegeling van de diversiteit<br />

aan migranten in Limburg. De groep bestaat uit personen van uiteenlopende generaties, herkomst<br />

en (culturele) achtergronden. Ook de reden van migratie is voor veel personen verschillend. Bij de<br />

selectie is daarnaast gekeken naar de inhoud van hun verhaal en de kwaliteiten van de verteller om<br />

een groep leerlingen te boeien. Tijdens de eerste twee maanden van 2010 stuurt het museum alle<br />

deelnemende scholen een lijst met daarop de informatie over deze poule van vertellers. U kunt op<br />

deze lijst zien welke persoon is ingedeeld bij de museumles van uw klas(sen). Het is uiterlijk twee<br />

weken van tevoren mogelijk om in overleg met het museum een andere dag te kiezen, om zo een<br />

verteller te treffen die beter aansluit bij de samenstelling van uw groep of de inhoud van het lesprogramma<br />

op school.<br />

Aansluiting bij vakgebieden<br />

Voor het primair onderwijs kan de inhoud van de museumles aansluiten bij de vakgebieden Aardrijkskunde<br />

(wonen, migratie, landen, bevolking, culturele gebruiken), Levensbeschouwing (normen en<br />

waarden, omgaan met elkaar), Mens en Samenleving (burgerschap) en Geschiedenis (tijdvak televisie<br />

en computer, vanaf 1950).<br />

Voor het voortgezet onderwijs is vooral aansluiting bij het vakgebied Maatschappijleer.<br />

Methoden/thema’s:<br />

• Actua, methode maatschappijleer, leerjaar 1; thema’s vmbo: ‘opvoeding en cultuur’, ‘beeldvorming<br />

en vooroordelen’; thema havo/vwo: ‘pluriforme samenleving’;<br />

• Mundo, mens en maatschappij voor de basisvorming, leerjaar 1 en 2; thema’s ‘waar kom je<br />

vandaan?’ en ‘migratie’.<br />

Educatieve projecten<br />

Lesmateriaal dat eventueel gecombineerd kan worden met deze museumles:<br />

• Gaan! Of niet gaan?; educatieve modules over migratie in Europa (Paradox, 2008)<br />

Meer informatie: www.go-no-go.nl;<br />

• Diverse producten van Stichting Vredeseducatie, zoals Cd-rom ‘Tolerantietest’ en het praktijkboek<br />

‘Respect’. Meer informatie: www.vredeseducatie.nl;<br />

• Mundial in de klas; diverse lespakketten over andere culturen. Meer informatie: www.mundial<br />

productions.nl.<br />

Literatuur<br />

Ter verdieping kunnen leerkrachten onderstaande boeken raadplegen in het informatiecentrum van<br />

het <strong>Limburgs</strong> <strong>Museum</strong>. Kijk voor openingstijden op www.limburgsmuseum.nl.<br />

• Nieuwkomers, nakomelingen, Nederlanders. Immigranten in Nederland 1550-1993; Jan Lucas<br />

sen, Rinus Penninx (Het Spinhuis, 1994);<br />

• Van over de grens. Gids voor lokaal historisch onderzoek naar immigratie in Nederland;<br />

Annemarie Cottaar, Jan Lucassen en Leo Lucassen (Cahiers voor regionale geschiedenis en<br />

volkscultuur, Utrecht, 1998);<br />

• Molukkers in Nederland; Henk Smeets (Moluks Historisch <strong>Museum</strong>, 1992);<br />

• Dari laut Maluku naar de Maas. 55 jaar Molukkers in Venlo-Blerick; Sjeng Ewalds (2008);<br />

• Voor brood en vrijheid. Honderd jaar Polen in Zuid-Limburg 1900-2000; Frans Wojciechow<br />

ski (Historische Reeks Parkstad Limburg 2, 2000);<br />

• Mijnwerkers. Verhalen om te onthouden; Wim Nijsten, Jos Bours en Marlies Hautvast (Link/<br />

Nijmegen, 1990);<br />

• Met de buik het brood achterna. Mijn Sloveense geschiedenis; Milena Mulders (Aksant, 2009).<br />

8


Websites<br />

• www.kleurbekennen.nl Website van het <strong>Limburgs</strong> <strong>Museum</strong>, met onder meer informatie over<br />

migrantengeschiedenis in Limburg;<br />

• www.kennislink.nl Bevat een dossier over ‘migratie’;<br />

• www.anno.nl Het zoekwoord ‘migranten’ levert diverse resultaten op van artikelen over dit<br />

thema, vooral geschikt voor leerlingen;<br />

• www.schooltv.nl Diverse filmpjes over migranten, vooral geschikt voor leerlingen (zoekwoord<br />

‘migranten’);<br />

• www.hetgeheugenvannederland.nl De zoekwoorden ‘migranten’ en ‘migratie’ leveren diverse<br />

bronnen (beelden) op over dit thema.<br />

9


Bijlagen<br />

10


Migrant Iemand die tijdelijk of voor altijd in een ander land wil gaan wonen.<br />

Werkblad 1<br />

Begrippenlijst<br />

Immigrant Iemand die vanuit het buitenland in Nederland komt wonen. De meeste immigranten in Limburg<br />

zijn Duitsers en Belgen.<br />

Emigrant Iemand die een land verlaat om in een ander land te gaan wonen. In de tweede helft van de twintigste<br />

eeuw vertrokken veel Nederlanders naar Canada, de Verenigde Staten, Nieuw-Zeeland en Australië.<br />

Migratie Emigratie (verlaten) en immigratie (binnengaan) van personen tussen verschillende landen.<br />

Arbeidsmigrant Iemand die naar een ander land verhuist om daar te werken.<br />

Kennismigrant Iemand die naar een ander land verhuist om daar zijn of haar kennis in te zetten. Hiermee<br />

worden vaak migranten met een hoge opleiding bedoeld.<br />

Economische migrant Iemand die naar een ander land vertrekt om daar een beter inkomen, en hopelijk,<br />

een beter leven te krijgen. Vaak sturen economische migranten geld dat zij verdienen naar familie thuis. Deze<br />

migranten komen tegenwoordig vooral uit arme, Afrikaanse landen. In de jaren zestig waren het vooral gastarbeiders<br />

uit Italë, Turkije en Marokko die als economische migrant naar Nederland kwamen.<br />

Seizoensmigrant Iemand die tijdelijk verhuist naar een ander land om daar te werken. Zij doen vaak werk<br />

dat alleen in een bepaald seizoen gedaan kan worden, zoals asperges steken of het plukken van fruit. In Limburg<br />

doen veel Polen dit werk.<br />

Legale migrant Iemand die met toestemming van de regering mag komen wonen en werken in een land.<br />

Legaal betekent ‘met toestemming’.<br />

Illegale migrant Iemand die zonder toestemming aan te vragen in een land gaat wonen. Deze mensen worden<br />

ook wel ‘illegalen’ genoemd.<br />

Mensensmokkelaar Iemand die mensen tegen betaling helpt om illegaal van het ene naar het andere land te<br />

gaan.<br />

Herkomstland Het land waar een migrant oorspronkelijk vandaan komt.<br />

Remigrant Iemand die terugkeert naar zijn of haar herkomstland.<br />

Asielzoeker Asiel betekent letterlijk ‘veilige plaats’. Wie asiel krijgt, heeft bescherming van de regering. Je krijgt<br />

asiel of je kunt het aanvragen als het gevaarlijk is om in je eigen land te blijven. Het duurt vaak een hele tijd<br />

voordat je officieel asiel krijgt. Tot die tijd ben je een asielzoeker en mag je wonen in een asielzoekerscentrum.<br />

Vluchteling Iemand die huis en haard verlaat omdat het leven daar onmogelijk is geworden. In 2009 kwamen<br />

veel vluchtelingen uit oorlogsgebieden, zoals Irak of Sierra Leone. De persoon verhuist, migreert, naar een plek<br />

waar zijn leven niet bedreigd wordt. Vaak worden de begrippen ‘asielzoeker’ en ‘vluchteling’ door elkaar gehaald.<br />

Iemand is pas officieel een ‘vluchteling’ als zijn of haar verhaal beoordeeld is als ‘vluchtverhaal’. Ze krijgen dan<br />

asiel en mogen dus zeker blijven.<br />

Uitgeprocedeerd Een asielzoeker die een asielprocedure heeft doorlopen, maar waarvan de aanvraag is afgewezen.<br />

Hij of zij krijgt dan geen asiel. Er is geen mogelijkheid om opnieuw een aanvraag in te dienen.<br />

Vreemdelingenwet Wet die voorschrijft hoe met asielzoekers en illegale migranten moet worden omgegaan<br />

in een land. Ook is hierin vastgelegd welke rechten deze personen wel of niet krijgen.<br />

(z.o.z.)<br />

Kopieerblad bij de expositie ‘Een karavaan van komen en gaan’ - <strong>Limburgs</strong> <strong>Museum</strong>


Integratie Daarmee wordt bedoeld ‘het opnemen in een geheel’. In de samenleving wordt het woord vaak<br />

gebruikt als het gaat om het laten samensmelten van verschillende bevolkingsgroepen (culturen) in een land,<br />

bijvoorbeeld door ze dezelfde taal te laten spreken of dezelfde normen en waarden te laten hanteren.<br />

Gastarbeider In de tweede helft van de twintigste eeuw hadden West-Europese landen een tekort aan arbeiders.<br />

Zij vroegen daarom aan werkelozen uit andere landen om te komen werken. Ze kwamen op uitnodiging<br />

werken, zij waren te gast. Gastarbeiders kwamen uit armere landen zoals Italië, Spanje, Turkije en Marokko.<br />

Men dacht toen dat de gastarbeiders na een paar jaar weer terug zouden keren naar hun eigen land. Maar veel<br />

gastarbeiders bleven hier en lieten hun familie overkomen.<br />

Gezinshereniging Het laten overkomen van een echtgenote of echtgenoot en eventueel kinderen uit het land<br />

van herkomst. Het doel is om het gezin weer bij elkaar te brengen.<br />

Gezinsvorming Het laten overkomen van een (toekomstige) echtgenote of echtgenoot uit het buitenland of<br />

uit het land van herkomst. Het doel is een nieuw gezin te vormen.<br />

Kolonie Een land of gebied dat onderdeel of eigendom is van een Europees land. Kolonisering vond plaats tussen<br />

de 16e en 20e eeuw. Nederlandse koloniën waren bijvoorbeeld Indonesië en Suriname. De meeste koloniën<br />

zijn inmiddels zelfstandig geworden.<br />

Opdracht topografie<br />

Kleur de juiste landen in met de bijbehorende kleur.<br />

Rood = in de tweede helft van de twintigste eeuw kwamen veel gastarbeiders uit deze landen<br />

Geel= de meeste vluchtelingen van nu komen uit deze landen<br />

Blauw = veel economische migranten van nu komen uit dit continent<br />

Groen=veel Nederlanders emigreerden vroeger naar deze landen<br />

Paars=veel seizoensarbeiders komen uit dit land<br />

Grijs=de meeste ‘buitenlanders’ in Limburg komen uit deze landen<br />

Oranje=voormalige koloniën van Nederland<br />

Zet een pijltje bij het land (of de landen) waar je ouders geboren zijn.<br />

Vergelijk de resultaten met de rest van de klas.<br />

Wie heeft migranten in de familie?<br />

Kopieerblad bij de expositie ‘Een karavaan van komen en gaan’ - <strong>Limburgs</strong> <strong>Museum</strong>


Werkblad 2<br />

Gewoon of vreemd?<br />

Wat in de ene cultuur ‘gewoon’ is, vindt men in een andere cultuur ‘vreemd’. Dat is heel<br />

normaal. Het hoort bij mensen en groepen. Mensen behoren tot allerlei groepen die allemaal<br />

hun eigen groepskenmerken hebben. Wat je ‘gewoon’ vindt, hangt sterk van je opvoeding af.<br />

Wat vind je van onderstaande beweringen?<br />

Schrijf er achter: gewoon of vreemd.<br />

Met mes en vork eten.<br />

Geen varkensvlees eten.<br />

In bad gaan.<br />

Aan kinderen vertellen dat er een paard op het dak loopt.<br />

Opa of oma woont in een bejaardentehuis.<br />

Vijf keer per dag bidden.<br />

Een cadeau uitpakken waar de gever bij is.<br />

Een hand geven tijdens een eerste ontmoeting.<br />

Rauwe vis eten.<br />

Naar iets wijzen met de linkerhand.<br />

Een stel dat niet getrouwd is krijgt een kind.<br />

Een hoofddoek dragen.<br />

Een Chinees jongentje ontmoet Sinterklaas.<br />

Roermond, 1975<br />

Kopieerblad bij de expositie ‘Een karavaan van komen en gaan’ - <strong>Limburgs</strong> <strong>Museum</strong>


Werkblad 3<br />

Vooroordeel of feit?<br />

Nederlanders zijn gierig, vluchtelingen zijn profiteurs en Surinamers kunnen goed voetballen.<br />

Deze beweringen noemen we vooroordelen. In het hoofd van ieder mens zitten vooroordelen.<br />

Ze zijn aangeleerd en dienen ter bescherming tegen het vreemde of onbekende. Je kunt<br />

immers niet iedereen zomaar vertrouwen. Maar vooroordelen kloppen vaak niet of zijn maar<br />

voor een klein deel waar. Als een eigenschap voor één mens geldt, wil dit nog niet zeggen dat<br />

het voor de hele groep geldt. Meestal hebben vooroordelen te maken met onbekendheid.<br />

Pas wanneer je iemand leert kennen, kun je over een vooroordeel heen stappen.<br />

Een feit is echter altijd waar.<br />

Zet achter iedere bewering: vooroordeel of feit.<br />

1 Vrouwen kunnen niet autorijden.<br />

2 Wie gepest wordt, lokt het zelf uit.<br />

3 Sommige werkelozen willen liever niet werken.<br />

4 Wat in de krant staat is altijd waar.<br />

5 De meester heeft niet altijd gelijk.<br />

6 Limburgers houden van vlaai.<br />

7 Oude mensen zijn soms slecht ter been.<br />

8 Er zijn Belgen die je niet kunt vertrouwen.<br />

9 In een huwelijk bij moslims zijn mannen de baas.<br />

10 Iemand die veel sport heeft meestal een goede conditie.<br />

Kopieerblad bij de expositie ‘Een karavaan van komen en gaan’ - <strong>Limburgs</strong> <strong>Museum</strong>


Werkblad 4<br />

Tolerantietest<br />

In jouw stad of dorp wonen veel verschillende mensen. Mensen van diverse leeftijden of uit<br />

verschillende culturen. Mensen die een andere mening hebben of die anders doen dan jij.<br />

Soms ben je het niet met hen eens. Wanneer je deze mensen tóch respecteert, noemen we<br />

dat tolerant.<br />

Tolerantie betekent dus verdraagzaamheid. Maar iedereen heeft grenzen aan wat hij of zij<br />

kan verdragen. Bijvoorbeeld: jouw buurman draait tot diep in de nacht keiharde muziek.<br />

Wanneer hij dat één keer per jaar doet, tijdens zijn verjaardag, vind je dat geen probleem.<br />

Dan ben je tolerant. Wil hij elk weekend op die manier van muziek geniet, dan kun je dat niet<br />

meer tolereren. Je gaat naar hem toe en zegt er wat van.<br />

Hoe tolerant ben jij? Vul de test eerlijk in.<br />

Je staat op de roltrap in een warenhuis. Voor je staan twee oudere dames stil. Eigenlijk zou je snel<br />

willen passeren. Wat doe je?<br />

A (2) Ik probeer me er langs te wurmen.<br />

B (6) Ik wacht rustig tot ze bovenaan de trap zijn. Haastige spoed is zelden goed!<br />

C (3) Ik erger me en al zuchtend wacht ik tot ze bovenaan de trap zijn.<br />

Jouw leraar vertelt dat hij homoseksueel is en samenwoont met een vriend. Wat vind je daarvan?<br />

A (6) Ik vind het goed dat hij dat gewoon zegt.<br />

B (4) Ik doe gewoon tegen hem, maar na school roddel ik erover met vrienden.<br />

C (1) Ik heb liever geen les meer van hem.<br />

Je trakteert je vriendin Fatima met een grote doos bonbons. Ze bedankt je, maar zegt dat ze de<br />

bonbons niet wil hebben, omdat er alcohol in zit. Dit is verboden volgens haar geloof. Wat doe je?<br />

A (4) Je blijft vriendelijk glimlachen, maar van binnen ben je gekwetst.<br />

B (3) Je wordt kwaad en zegt: “Nou, geef ze dan maar terug, ik eet ze zelf wel op!”<br />

C (6) Je snapt dat sommige mensen hun geloof en bijbehorende regels heel strikt<br />

nemen en accepteert dit.<br />

Je neef heeft zich een lelijk, rood punkkapsel laten aanmeten. Wat vind je daarvan?<br />

A (5) Ik vind het niet mooi, maar wel stoer dat hij zich durft te onderscheiden.<br />

B (3) Ik vind het dom. Het is toch geen gezicht?<br />

C (4) Ik lieg en zeg dat ik het mooi vind.<br />

Op televisie hoor je een imam van een moskee zeggen dat een man onder bepaalde omstandigheden<br />

zijn vrouw mag slaan. Wat vind je daarvan?<br />

A (2) Belachelijk, wat is de islam toch een achterlijke cultuur.<br />

B (5) Hij roept op tot geweld en dat mag niet. Gelukkig denken veel moslims<br />

er niet zo over.<br />

C (8) De imam komt uit een andere cultuur waar mensen anders over dingen<br />

denken. Dat moeten we respecteren.<br />

Kopieerblad bij de expositie ‘Een karavaan van komen en gaan’ - <strong>Limburgs</strong> <strong>Museum</strong>


Je vrienden roepen racistische opmerkingen over Joden tijdens PSV-Ajax. Wat doe je?<br />

A (3) Niets, dit hoort toch gewoon bij voetbal?<br />

B (6) Ik laat merken dat ik het niet leuk vind en spreek ze erop aan.<br />

C (4) Niets, maar ik schaam me rot.<br />

Het is een hete zomerdag. Je zus van vijftien gaat zwemmen met haar vriendinnen. Ze draagt een<br />

heel kort rokje en een naveltruitje. Hoe reageer je?<br />

A (4) Je zegt: “Is dit niet wat te bloot?” Verder doe je niks.<br />

B (3) Je wordt kwaad en vertelt het aan je ouders. Zij moeten het verbieden!<br />

C (6) Je doet niks. Dit soort kleding is toch normaal met deze hitte?<br />

Je krijgt nieuwe buren. Het is een gezin uit Somalië. Wat vind je daarvan?<br />

A (5) Geen idee, ik zal eerst moeten kennismaken om te kijken of het leuke<br />

mensen zijn.<br />

B (7) Ik vind het fantastisch! Het is toch interessant om met andere culturen in<br />

aanraking te komen?<br />

C (3) Ik zou liever zien dat ze in een andere buurt gingen wonen.<br />

Je gaat voor het eerst eten bij de familie van je Chinese buurjongen. Er liggen geen mes en vork,<br />

maar stokjes. Hier kun je niet mee eten! Wat doe je?<br />

A (8) Je laat niets merken en stuntelt gewoon door. Je had toch niet zo’n honger!<br />

B (5) Je vraagt vriendelijk of ze ook mes en vork hebben.<br />

C (2) Je ergert je. Waarom liggen er geen mes en vork? We zijn toch in Nederland?<br />

Je beste vriendin besluit om een hoofddoekje te gaan dragen vanwege haar geloof. Wat doe jij?<br />

A (1) Ik verbreek de vriendschap. Ik schaam me om met haar gezien te worden.<br />

B (4) Ik vind het belachelijk dat ze dit doet en spreek haar daarop aan.<br />

C (5) Ik maak me er niet druk om. Dat moet ze toch zelf weten?<br />

Sommige buitenlanders krijgen asiel. Dat betekent dat ze hier mogen wonen. Wat vind je daarvan?<br />

A (5) Mensen die gevaar lopen in hun eigen land moeten we helpen.<br />

B (8) Iedereen moet kunnen wonen in het land dat hij of zij zelf wil.<br />

C (2) Nederland is van de Nederlanders.<br />

Uitslag<br />

Tussen 63 en 73 punten?<br />

Jij bent super tolerant! Jij komt op voor mensen die gediscrimineerd worden en bent erg geïnteresseerd in andere<br />

culturen. Het is natuurlijk heel goed dat je veel respect hebt voor anderen. Maar ook aan tolerantie zitten<br />

soms grenzen. Probeer af en toe te bedenken waar jouw grenzen liggen. Moet je eigenlijk alles pikken?<br />

Tussen 52 en 62 punten?<br />

Jij bent tolerant. Jij respecteert mensen voldoende en laat ze in hun waarde. Maar je vindt ook dat je in sommige<br />

situaties kritisch moet zijn. Aan tolerantie zitten ook grenzen en soms vind dat je voor jezélf moet opkomen.<br />

Tussen 41 en 51 punten?<br />

Jij bent soms tolerant. In sommige situaties kun jij zeker respect opbrengen voor anderen. Maar soms ook niet!<br />

Dit hangt af van de situatie en de bevolkingsgroep (bijvoorbeeld homo’s, ouderen of buitenlanders). Bedenk hoe<br />

dit komt. Spelen vooroordelen misschien een rol?<br />

40 of minder punten?<br />

Jij bent niet erg tolerant. Jij komt vooral op voor jezelf en dat is in sommige situaties natuurlijk prima. Maar vaak<br />

gaat dit ten koste van anderen. Probeer jezelf eens wat vaker te verplaatsen in een ander persoon. Want als je<br />

geen respect hebt voor anderen, verwacht dan ook geen respect terug.<br />

Kopieerblad bij de expositie ‘Een karavaan van komen en gaan’ - <strong>Limburgs</strong> <strong>Museum</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!