Normconform ombudswerk: een zoektocht naar ombudsnormen
Normconform ombudswerk: een zoektocht naar ombudsnormen
Normconform ombudswerk: een zoektocht naar ombudsnormen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>een</strong> redelijke oplossing te geven aan het probleem, is eerder <strong>een</strong> voorbeeld van<br />
<strong>een</strong> redelijke interpretatie van de wet inzake kijk- en luistergeld, rekening houdend<br />
met de basisidee ervan.<br />
Ook voor de wel zeer onredelijke/onbillijke situatie van de personen die eigenlijk<br />
wegens <strong>een</strong> laag inkomen g<strong>een</strong> studietoelagen krijgen, kan het concept<br />
g<strong>een</strong> oplossing bieden. De situatie is niet uitzonderlijk genoeg. Het komt voldoende<br />
voor om er de regelgeving voor aan te passen.<br />
Het voorbeeld van de vrouw die na 22 jaar + 9,5 jaar bijna g<strong>een</strong> weduwerente<br />
kreeg, had wellicht met <strong>een</strong> aanbeveling op basis van <strong>een</strong> redelijke interpretatie<br />
<strong>naar</strong> de geest van de regelgeving ook <strong>een</strong> oplossing kunnen krijgen.<br />
Wellicht kregen de twee voorbeelden uit 3 bij <strong>een</strong> Vlaamse overheidsdienst<br />
ook <strong>een</strong> behoorlijke kans, hoewel de Vlaamse Ombudsdienst zich nooit beroept<br />
op de theorie van de “billijkheid contra legem”.<br />
Is het niet zo dat de theorie van “billijkheid contra legem” <strong>een</strong> overheidsdienst<br />
moeilijk zal overtuigen? Er bestaat ongetwijfeld <strong>een</strong> principieel bezwaar om de<br />
rechtsregel opzij te schuiven, en eigenlijk openlijk de ombudsnorm over<strong>een</strong>stemming<br />
met het recht te schenden. De benadering van “maximaal streven<br />
<strong>naar</strong> <strong>een</strong> redelijke interpretatie, met meer aandacht voor de geest van de rechtsregel<br />
dan voor de letter ervan” heeft dit nadeel niet.<br />
De geruststelling dat de ombudsdienst de morele verantwoordelijkheid draagt,<br />
zal wellicht g<strong>een</strong> overheidsdienst over de streep trekken. Een rechter zal met die<br />
opwerping g<strong>een</strong> rekening houden bij de beoordeling van het foutief karakter<br />
van de illegale beslissing. De ombudsdienst heeft immers slechts <strong>een</strong> niet-bindende<br />
aanbeveling geformuleerd. De overheidsdienst zelf heeft autonoom beslist<br />
ze al dan niet te volgen en is dus verantwoordelijk voor zijn keuze.<br />
De geruststelling “g<strong>een</strong> precedentwaarde”, met in zekere zin <strong>een</strong> monopoliepositie<br />
voor de ombudsdienst om “billijkheidsoverwegingen contra legem” aan<br />
te reiken, komt wellicht zelfs bevreemdend over. Het gaat sowieso om uitzonderlijke<br />
gevallen, zodat <strong>een</strong> precedentwaarde per definitie beperkt is. Waarom<br />
zou de overheidsdienst niet zelf kunnen vaststellen dat <strong>een</strong> voorliggend geval<br />
vergelijkbaar is met <strong>een</strong> vorig geval, op basis van de ombudsnorm gelijkheid/<br />
onpartijdigheid? Die ombudsnorm wordt niet geschonden als de overheidsdienst<br />
uit eigen beweging alle eventueel gelijkaardige gevallen aan de ombuds–<br />
dienst voorlegt. Maar zeker voor de evident gelijkaardige gevallen komt dat nogal<br />
overbodig, formalistisch over.<br />
36