Normconform ombudswerk: een zoektocht naar ombudsnormen

Normconform ombudswerk: een zoektocht naar ombudsnormen Normconform ombudswerk: een zoektocht naar ombudsnormen

vlaamseombudsdienst.be
from vlaamseombudsdienst.be More from this publisher
13.04.2015 Views

nen de maand na hun verjaardag. In een ander geval is door het optreden van De Lijn niet meer duidelijk wanneer wél en wanneer niét een gratis duplicaat wordt afgeleverd: het ging om een geval waarbij een 65+-er, die geen kaart ontvangen had, moest betalen voor een duplicaat. In de sfeer van de ruimtelijke ordening krijgt een burger in het eerste geval van de gemeente geen vergunning voor de bedekking van een zijgevel met leien, terwijl dit aan een andere bewoner van de verkaveling in het verleden wel was toegestaan. Voorts trad de gemeente niet op tegen andere burgers die dezelfde werken zonder de nodige vergunning hadden uitgevoerd. Daarom vonden we dat de gemeente in de loop der jaren onvoldoende moeite heeft gedaan opdat eenieder in de woonwijk in een gelijke situatie zit, zodat een globale oplossing voor de hele wijk in overeenstemming met de regelgeving dient te worden nagestreefd. In het thema wonen vinden we dat de huurder van de stad Antwerpen (openbare verhuurder) die recht heeft op een huursubsidie, wordt gediscrimineerd ten opzichte van huurders van andere openbare verhuurders, omdat in die gevallen de huursubsidie wel onmiddellijk in mindering wordt gebracht van de te betalen huurprijs. Vanuit het uitgangspunt dat de verhouding tussen burger en overheid een wederkerige betrekking is met een juridische en een sociale dimensie, vloeit een set van beoordelingscriteria voort, waarvan een eerste groep samenhangt met de idee van de democratische rechtsstaat, waaronder de gelijkheid. De tweede groep heeft vooral de betekenis van oriëntatienormen voor het bestuur (zorgvuldigheid in de brede betekenis). Opdat een verschil in behandeling in analoge situaties aanvaardbaar is, gelden volgens het Hof van Cassatie, het Arbitragehof en de Raad van State de volgende criteria: - Het verbod van willekeur: het onderscheid moet een wettig doel nastreven. - Het pertinentiecriterium: het onderscheid moet steunen op adequate criteria, die in een kennelijk en redelijk verband staan met de aard, het doel en de gevolgen van de maatregel. - Het evenredigheids- of proportionaliteitsbeginsel: de aangewende middelen moeten in een redelijke verhouding staan tot het nagestreefde doel. Aanvullend op de gevallen waarin vooral sprake is van ongelijkheid, ongelijke behandeling of discriminatie ingevolge wetgeving of de toepassing van de wetgeving, zou de verdere invulling van de ombudsnorm als volgt kunnen luiden. 20

Een handeling of de werking van een administratieve overheid is strijdig met het gelijkheidsbeginsel, wanneer - personen niet op een gelijke manier zijn “behandeld” in gelijkaardige situaties, en wanneer daarvoor geen redelijke en/of toepasselijke verantwoording voor kan worden gegeven; - een onderscheid is gemaakt dat niet toelaatbaar is volgens de wet of een door de wet toegelaten of opgelegd onderscheid net niet is toegepast; - er een duidelijke schending is van een fundamenteel recht, dat door de wetgever wordt beschermd; - er een beslissing of handeling voorligt die normalerwijze redelijk is, maar toch een tegengesteld effect heeft op een persoon of een groep van personen, en dit zonder redelijke verantwoording; - er een beslissing of een (niet-)handeling is die steunt op een rechtsregel, een reglementaire bepaling of een administratieve praktijk die op een gelijke en uniforme wijze worden toegepast, maar toch een discriminatoir effect heeft ten aanzien van een welbepaalde groep. Wat zeker niet kan, is dat de toepassing van andere ombudsnormen leidt tot ongelijkheid, bijvoorbeeld de redelijkheid of proportionaliteit, of de omweg via de billijkheid. Vandaar ook dat het voorstel van de federale ombudsmannen om een beroep op de billijkheid mogelijk te maken, is gekoppeld aan een aantal strikte voorwaarden, onder meer dat het niet mag gaan om een willekeurige werkwijze en dat de rechten van derden niet in het gedrang komen. De vraag rijst of dit voldoende is om toch de toets van het gelijkheidsbeginsel te doorstaan. We verwijzen voor een verdere bespreking naar de behandeling van de ombudsnorm redelijkheid en evenredigheid. 3 Andere ombudsdiensten De gelijkheid en de onpartijdigheid komen bijna alle in ombudsnormenlijstjes voor. Maar ze worden heel weinig geschonden geacht in diezelfde ombudsdiensten. - De Europese ombudsman In de Europese Code van Goed Administratief Gedrag komt de gelijke behandeling voor in artikel 5, dat luidt: “1. Bij de behandeling van verzoeken van het publiek en bij het nemen van besluiten, ziet de ambtenaar erop toe dat het beginsel van gelijke behandeling 21

nen de maand na hun verjaardag. In <strong>een</strong> ander geval is door het optreden van<br />

De Lijn niet meer duidelijk wanneer wél en wanneer niét <strong>een</strong> gratis duplicaat<br />

wordt afgeleverd: het ging om <strong>een</strong> geval waarbij <strong>een</strong> 65+-er, die g<strong>een</strong> kaart ontvangen<br />

had, moest betalen voor <strong>een</strong> duplicaat.<br />

In de sfeer van de ruimtelijke ordening krijgt <strong>een</strong> burger in het eerste geval<br />

van de gem<strong>een</strong>te g<strong>een</strong> vergunning voor de bedekking van <strong>een</strong> zijgevel met leien,<br />

terwijl dit aan <strong>een</strong> andere bewoner van de verkaveling in het verleden wel was<br />

toegestaan. Voorts trad de gem<strong>een</strong>te niet op tegen andere burgers die dezelfde<br />

werken zonder de nodige vergunning hadden uitgevoerd. Daarom vonden we<br />

dat de gem<strong>een</strong>te in de loop der jaren onvoldoende moeite heeft gedaan opdat<br />

<strong>een</strong>ieder in de woonwijk in <strong>een</strong> gelijke situatie zit, zodat <strong>een</strong> globale oplossing<br />

voor de hele wijk in over<strong>een</strong>stemming met de regelgeving dient te worden nagestreefd.<br />

In het thema wonen vinden we dat de huurder van de stad Antwerpen (openbare<br />

verhuurder) die recht heeft op <strong>een</strong> huursubsidie, wordt gediscrimineerd<br />

ten opzichte van huurders van andere openbare verhuurders, omdat in die gevallen<br />

de huursubsidie wel onmiddellijk in mindering wordt gebracht van de te<br />

betalen huurprijs.<br />

Vanuit het uitgangspunt dat de verhouding tussen burger en overheid <strong>een</strong><br />

wederkerige betrekking is met <strong>een</strong> juridische en <strong>een</strong> sociale dimensie, vloeit <strong>een</strong><br />

set van beoordelingscriteria voort, waarvan <strong>een</strong> eerste groep samenhangt met<br />

de idee van de democratische rechtsstaat, waaronder de gelijkheid. De tweede<br />

groep heeft vooral de betekenis van oriëntatienormen voor het bestuur (zorgvuldigheid<br />

in de brede betekenis).<br />

Opdat <strong>een</strong> verschil in behandeling in analoge situaties aanvaardbaar is, gelden<br />

volgens het Hof van Cassatie, het Arbitragehof en de Raad van State de<br />

volgende criteria:<br />

- Het verbod van willekeur: het onderscheid moet <strong>een</strong> wettig doel nastreven.<br />

- Het pertinentiecriterium: het onderscheid moet steunen op adequate criteria,<br />

die in <strong>een</strong> kennelijk en redelijk verband staan met de aard, het doel en de<br />

gevolgen van de maatregel.<br />

- Het evenredigheids- of proportionaliteitsbeginsel: de aangewende middelen<br />

moeten in <strong>een</strong> redelijke verhouding staan tot het nagestreefde doel.<br />

Aanvullend op de gevallen waarin vooral sprake is van ongelijkheid, ongelijke<br />

behandeling of discriminatie ingevolge wetgeving of de toepassing van de wetgeving,<br />

zou de verdere invulling van de ombudsnorm als volgt kunnen luiden.<br />

20

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!