Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK 4<br />
Milieu<br />
termijnen. De termijnen worden bepaald in functie van het actueel en/of potentieel humaantoxicologisch<br />
risico, het mogelijke verspreidingsrisico en de complexiteit van de bodemsanering. De<br />
termijnen moeten de saneringsplichtige eveneens in staat stellen tot het oordeelkundig kunnen<br />
aanstellen van een bodemsaneringsdeskundige of een bodemsaneerder voor het uitvoeren van de<br />
werken.<br />
De beleidsnota bepaalt dat de bodemsanering rekening zal moeten houden met de financiële<br />
realiteit. Daarbij worden prioriteitstelling en spreiding in de tijd de sleutelwoorden. De OVAM stelt<br />
voor om de momenteel gehanteerde termijnen voor de verplichtingen te herevalueren in het licht<br />
van de beleidsnota. Indien in het Milieuhandhavingsdecreet een instrument wordt voorzien voor<br />
de handhaving via administratieve geldboetes, kan de OVAM toezien op een meer strikte naleving<br />
van de gestelde termijnen of criteria ontwikkelen voor het toestaan van uitstel.<br />
Het verlenen van uitstel aan de saneringsplichtige zal in de tussentijd wel beter worden gecommuniceerd.<br />
Bij het verlenen van uitstel zal de OVAM de saneringsplichtige opleggen om de nodige<br />
communicatie te verzorgen naar mogelijke belanghebbenden, zijnde alle eigenaars en gebruikers<br />
van de gronden waarop verontreiniging is vastgesteld.<br />
A ANBEVELING 2004-05<br />
De <strong>Vlaamse</strong> overheid (in het bijzonder de <strong>Vlaamse</strong> Regering en de OVAM) moet onderzoeken<br />
hoe er op een efficiënte en kostenverhalende manier kan worden overgegaan tot ambtshalve<br />
sanering als de saneringsplichtige zijn verplichtingen niet nakomt binnen een redelijke termijn.<br />
Duidelijke informatie moet worden verstrekt over de concrete planning en timing van de<br />
ambtshalve saneringen gefinancierd door het Bodemsaneringsfonds.<br />
In 2004 en <strong>2005</strong> werden nagenoeg alle beschikbare middelen ingezet voor de uitvoering van<br />
bodemsaneringen. Omdat de vraag naar ambtshalve tussenkomsten beduidend groter is dan de<br />
financiële middelen van het bodembeschermingsfonds, wordt er gewerkt op basis van de milieukundige<br />
prioriteit. In een vroeg stadium wordt er nagegaan binnen welke termijn een sanering zich<br />
opdringt en in hoeverre er veiligheids- en/of voorzorgsmaatregelen nodig zijn. Het traject wordt<br />
uitgestippeld en gecommuniceerd aan de betrokkenen.<br />
4<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2005</strong><br />
A ANBEVELING 2004-06<br />
De <strong>Vlaamse</strong> overheid (in het bijzonder het Vlaams Parlement en de <strong>Vlaamse</strong> Regering) moet<br />
na de invoering van de watertoets bij de aflevering van stedenbouwkundige vergunningen ook<br />
oplossingen uitwerken voor het historisch passief, desnoods op regelgevend vlak, en samen met<br />
de lokale overheden nagaan wat er verder kan worden gedaan voor reeds bestaande woningen<br />
in zware risicogebieden.<br />
Op 20 januari 2006 werd een voorontwerp van besluit over de watertoets goedgekeurd. Het<br />
voorontwerp bevat richtlijnen om een efficiënte en uniforme toepassing van de watertoets te verzekeren<br />
bij een vergunningsaanvraag. Het voorontwerp wordt voorgelegd aan de adviesverlenende<br />
instanties.<br />
De opmaak van (deel)bekkenbeheerplannen wordt geregeld in het besluit van de <strong>Vlaamse</strong><br />
Regering van 9 september <strong>2005</strong>. Deze plannen zullen de nodige programma’s en projecten bevatten<br />
om op het niveau van het (deel)bekken een integraal waterbeleid te kunnen voeren. De beheerplannen<br />
zullen in functie daarvan ook een antwoord proberen te bieden op historisch scheefgegroeide<br />
situaties.<br />
89