Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HOOFDSTUK 4<br />
Milieu<br />
We behandelen in dit hoofdstuk klachten over het leefmilieu: over verschillende soorten van<br />
milieuhinder, milieuvergunningen, natuurbeheer en bodemsanering.<br />
4.1 Regels en uitvoering<br />
4.1.1 REGELS<br />
De regelgeving over milieu omvat veel afzonderlijke sectoren. Ondanks meer gecoördineerde<br />
milieuwetgeving, blijven de milieuregels vaak erg technisch en moeilijk toegankelijk. De<br />
belangrijkste regeling is het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning van 6 februari<br />
1991 en dat van 1 juni 1995 (Vlarem I en Vlarem II). Die besluiten zijn de uitvoering van het<br />
decreet van 26 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. In de twee besluiten worden de algemene<br />
en sectorale voorwaarden opgesomd om een milieuvergunning te krijgen of om te voldoen<br />
aan de milieuwetgeving. Op 3 juni <strong>2005</strong> keurde de <strong>Vlaamse</strong> Regering het besluit goed tot<br />
wijziging van Vlarem I voor wat de bepalingen inzake inspraak betreft. Een besluit van de<br />
<strong>Vlaamse</strong> Regering van 22 juli <strong>2005</strong> voegt aan Vlarem II een afdeling "Milieukwaliteitsnormen<br />
voor omgevingslawaai" toe. De bodemsanering is geregeld in het decreet van 22 februari 1995<br />
en het bijhorende uitvoeringsbesluit van 5 maart 1996.<br />
4.1.2 UITVOERING<br />
In het Ministerie van de <strong>Vlaamse</strong> Gemeenschap is de administratie Milieu-, Natuur-, Landen<br />
Waterbeheer (AMINAL) verantwoordelijk voor de uitvoering van het milieubeleid. Die<br />
administratie maakt deel uit van het departement Leefmilieu en Infrastructuur.<br />
Voor klachten over hinder is de afdeling Milieu-inspectie van AMINAL het belangrijkste<br />
aanspreekpunt. De afdeling bestaat uit vijf provinciale buitendiensten en één hoofdinspectie, die<br />
het werk van de buitendiensten coördineert en wetenschappelijk ondersteunt. De afdeling<br />
publiceert jaarlijks een Milieuhandhavingsrapport. Daaruit blijkt onder meer dat de afdeling per<br />
jaar zowat 10.000 inspecties uitvoert, vaak aangevuld met monsternemingen en allerlei controlemetingen<br />
van bijvoorbeeld de lucht- en waterkwaliteit. Naast de Milieu-inspectie oefenen ook<br />
andere instellingen, zoals de Gezondheidsinspectie en de <strong>Vlaamse</strong> Landmaatschappij (VLM),<br />
toezicht uit.<br />
De regeling voor milieuvergunningen deelt de hinderlijke inrichtingen (doorgaans bedrijven)<br />
op in de klassen 1, 2 en 3, volgens dalende orde van hinder. Het toezicht op die "ingedeelde<br />
inrichtingen" is verdeeld tussen de <strong>Vlaamse</strong> overheid (Milieu-inspectie) en de gemeenten (de<br />
burgemeester en bepaalde ambtenaren). De gemeenten hebben dus een eigen taak inzake het<br />
toezicht op bepaalde vergunningplichtige inrichtingen en hun milieuhinder.<br />
De belangrijkste <strong>Vlaamse</strong> Openbare Instellingen inzake leefmilieu zijn de Openbare Afvalstoffenmaatschappij<br />
voor het <strong>Vlaamse</strong> Gewest (OVAM) die het afvalstoffenbeleid uitvoert en<br />
sinds 1995 ook het bodemsaneringsbeleid ondersteunt, en de <strong>Vlaamse</strong> Landmaatschappij<br />
(VLM), waar de mestbank is in ondergebracht.<br />
76