Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK 3<br />
Onroerende voorheffing<br />
Belastingdienst er prioriteit aan gaf om eerst een beslissing te sturen over het bezwaarschrift<br />
en pas daarna de bestanden aan te passen. Aangezien de achterstand van bezwaarschriften<br />
intussen bijna volledig weggewerkt is, gebeurt de aanpassing van de gegevensbestanden<br />
nu tijdens de bezwaarbehandeling, zodat het dossier kan gesloten worden op het<br />
ogenblik dat de eindbeslissing verstuurd wordt. Dit betekent ook dat er nu geen blokkeringen<br />
meer zijn. Het annuleren van de blokkeringscode is automatisch gekoppeld aan het<br />
definitief sluiten van het dossier.<br />
- Ook voor de aanslagbiljetten die door de post terugbezorgd werden, kan het voorkomen<br />
dat er uiteindelijk verschillende aanslagbiljetten tegelijk naar de belastingplichtige (of zijn<br />
erfgenamen) verstuurd worden. Ook het opzoeken van de juiste adressen heeft te lijden<br />
gehad onder de grote bezwaarstroom van de eerste jaren. De behandeling van deze "retourdossiers"<br />
is pas in een latere fase aangepakt.<br />
- De Belastingdienst verstuurt vanaf <strong>2005</strong> de aanslagbiljetten van het lopende aanslagjaar<br />
telkens in de periode mei-september van het aanslagjaar. Aanslagbiljetten die betrekking<br />
hebben op vorige aanslagjaren worden gebundeld in een apart kohier. Ze worden zoveel<br />
mogelijk verzonden vóór of nadat het normale verzendschema van het lopende aanslagjaar<br />
is afgewerkt.<br />
- Het is - gelet op de automatische aanmaak van de aanslagbiljetten - niet evident om op het<br />
ogenblik van de verzending van een aanslagbiljet te weten of er kort geleden al een aanslagbiljet<br />
naar dezelfde belastingplichtige werd gestuurd of dat er binnen afzienbare tijd<br />
nog een aanslagbiljet zal verstuurd worden.<br />
- In <strong>2005</strong> had ruim 97% van de verzonden aanslagen betrekking op hetzelfde aanslagjaar terwijl<br />
dit vroeger rond de 94-95% schommelde. Het probleem is dus gehalveerd.<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> stelt vast dat er een aanzienlijke verbetering heeft plaatsgevonden.<br />
Toch is er nog geen definitieve oplossing gevonden en blijft dit klachttype zich voordoen.<br />
Aanbeveling <strong>2005</strong>-01 is daarom een voortzetting in gewijzigde vorm van aanbeveling 2004-01.<br />
A ANBEVELING 2004-02<br />
De <strong>Vlaamse</strong> overheid (in het bijzonder ABAFIM en de Belastingdienst voor Vlaanderen)<br />
moet ervoor zorgen dat fouten in de verzendingsadressen van heffingsplichtigen met een tijdelijke<br />
buitenlandse verblijfplaats zo snel mogelijk verbeterd worden. Hetzelfde geldt voor de<br />
adressen van de erfgenamen van heffingsplichtigen.<br />
Volgens ABAFIM gebruikt de Belastingdienst voor Vlaanderen in principe het adres zoals dit<br />
in het Rijksregister vermeld wordt. Omdat het Rijksregister de belastingplichtige niet "volgt" die<br />
naar het buitenland verhuist, zijn de buitenlandse adressen vaak onbetrouwbaar. De Belastingdienst<br />
probeert op verschillende manieren het buitenlandse adres op te sporen wanneer zij geconfronteerd<br />
wordt met een retour. Veelal worden de gemeentebesturen van de laatste vermoedelijke<br />
verblijfplaats aangeschreven. Omdat foutieve adressen nogal eens voorkomen in de fase<br />
van de gedwongen invordering en de belastingplichtige er alle belang bij denkt te hebben dat<br />
men hem niet vindt, is de opzoeking van deze adressen vaak zeer moeilijk zoniet onmogelijk.<br />
Als bepaalde briefwisseling door de post terugbezorgd wordt, volgt later een onderzoek naar<br />
de reden hiervan (bijvoorbeeld verhuis, overlijden, ...). Dit soort dossiers is in het verleden een<br />
tijd lang met een lagere prioriteit behandeld door de toevloed aan bezwaarschriften. Nu worden<br />
deze door de Belastingdienst behandeld binnen de contractueel afgesproken behandeltermijn<br />
(uiterlijk 9 maanden maar in de praktijk veel korter), zodat de situatie zich niet meer zou mogen<br />
voordoen.<br />
72