Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK 3<br />
Onroerende voorheffing<br />
Naar aanleiding van deze klacht heeft de Belastingdienst voor Vlaanderen een afwijkend verzendadres<br />
ingevoerd. Dit betekent dat het aanslagbiljet voor het aanslagjaar <strong>2005</strong> eerst naar de<br />
ex-echtgenote van de verzoeker zal worden gestuurd. In eerste instantie zal de Belastingdienst<br />
dus trachten de onroerende voorheffing bij de ex-echtgenote te innen. Als de ex-echtgenote<br />
daarom verzoekt, zal een kopie van het aanslagbiljet naar de verzoeker gestuurd worden aangezien<br />
de verzoeker eveneens kan aangesproken worden om de aanslag te betalen.<br />
Vanaf het aanslagjaar <strong>2005</strong> volgt de Belastingdienst voor Vlaanderen blijkbaar grotendeels<br />
het standpunt van de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> over deze problematiek. Er wordt door de dienst<br />
nader bekeken voor welke optie het beste gekozen wordt. De ex-echtgenoten zullen alleen dan<br />
allebei aangesproken worden na verzoek van één van beiden. Ook dan wordt dossier per dossier<br />
bekeken wat de meest aangewezen werkwijze is voor herinneringen en invorderingen. De<br />
Belastingdienst moet niet alleen de fiscale regels volgen, maar ook zoveel mogelijk aansluiten bij<br />
de feitelijke situatie.<br />
3.2.3 ATTESTEN<br />
Om in aanmerking te komen voor een vermindering van de onroerende voorheffing wegens<br />
een gehandicapt gezinslid, moet een attest van de federale overheidsdienst (FOD) Sociale Zaken<br />
opgestuurd worden naar de Belastingdienst voor Vlaanderen.<br />
In dossier <strong>2005</strong>-0174 heeft de verzoeker een dochter die sinds haar geboorte ernstig<br />
geestelijk gehandicapt is. Tot het aanslagjaar 1998 krijgt hij daarom van de toen bevoegde<br />
federale belastingdienst vermindering van de onroerende voorheffing. Ook bij de<br />
Belastingdienst voor Vlaanderen krijgt hij die vermindering voor de aanslagjaren 1999 en<br />
2000. Vanaf het aanslagjaar 2001 is dat echter niet meer het geval. De verzoeker, een buitenlandse<br />
ambtenaar bij de Europese Commissie, dient een bezwaarschrift in met als bewijsstuk<br />
een officieel attest van zijn werkgever. De Belastingdienst vindt dat attest echter niet<br />
meer voldoende. Er zou geen percentage van de handicap op de documenten staan.<br />
Het staat zonder enige discussie vast dat de dochter van de verzoeker sinds haar geboorte<br />
voor meer dan 66% gehandicapt is. De verzoeker ondervindt daarom grote weerstand om<br />
zijn ernstig gehandicapte dochter enkel opnieuw te moeten laten keuren wegens bureaucratische<br />
redenen.<br />
In het verleden was de Belastingdienst voor Vlaanderen minder strikt wat de herkomst van<br />
het attest betreft. Vanaf het aanslagjaar 2001 heeft de dienst een verstrenging doorgevoerd.<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> stelt vast dat volgens de lijst die de Belastingdienst voor<br />
Vlaanderen heeft opgesteld vanaf het aanslagjaar 2001 het attest van de verzoeker inderdaad niet<br />
geldig is, omdat het invaliditeitspercentage ontbreekt. Dat is een essentieel gegeven voor de toekenning<br />
van een vermindering wegens handicap. De verzoeker krijgt van de Belastingdienst de<br />
vermindering als hij een attest aanvraagt bij de FOD Sociale Zekerheid, desnoods met een bijkomend<br />
onderzoek.<br />
Daartegenover staat dat tot en met het aanslagjaar 2000 het attest van de Europese Commissie<br />
wel als een geldig attest is beschouwd, zowel door de federale belastingdienst als door de Belastingdienst<br />
voor Vlaanderen. De rechtszekerheid komt in het geding als hetzelfde attest op een<br />
gegeven moment niet meer als geldig beschouwd wordt. Bovendien is er een onvoldoende actieve<br />
dienstverlening van de Belastingdienst. Om formele redenen wordt een belastingplichtige<br />
gedwongen tot een overbodig medisch onderzoek dat aanleiding geeft tot een groot gevoel van<br />
miskenning en onbegrip bij de verzoeker.<br />
70