Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst

Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst

vlaamseombudsdienst.be
from vlaamseombudsdienst.be More from this publisher
09.04.2015 Views

HOOFDSTUK 3 Onroerende voorheffing 3.2 Klachtenbeeld Tabel 17 Onroerende Voorheffing: eerstelijnsklachten in 2005 De eerstelijnsklachtenbehandelaars van de Klachtendienst Financiën hebben over de onroerende voorheffing 132 ontvankelijke klachten behandeld. 6 ontvankelijke klachten over de onroerende voorheffing zijn rechtstreeks verwerkt door het kabinet van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting. De Vlaamse Ombudsdienst heeft in de tweede lijn 94 ontvankelijke klachten onderzocht over onroerende voorheffing en daarvan 74 beoordeeld. Onroerende Voorheffing Totaal 169 Ontvankelijk 138 Onontvankelijk 31 -45 dagen 19 +45 dagen 119 Gegrond 66 Ongegrond 72 Opgelost 59 Niet opgelost 7 Beslissing 17 Behandeltermijn 28 Informatieverstrekking 15 Bereikbaarheid 3 Bejegening 0 Andere 3 Tabel 18 Onroerende Voorheffing: dossiers in 2005 AANTAL Ontvankelijkheidsfase (fase B) 0 Onderzoeksfase (fase C) 19 Beoordelingsfase (fase D) 74 Opschorting behandeling 1 Totaal 94 Tabel 19 Onroerende Voorheffing: kwalificaties in 2005 AANTAL (Deels) gegronde klacht en voldoende hersteld 22 (Deels) gegronde klacht en verder te herstellen 4 (Deels) gegronde klacht en niet herstelbaar 3 subtotaal (deels) gegronde klachten 29 Terechte opmerking 6 Ongegronde klacht 38 Geen oordeel mogelijk 3 Andere 1 Totaal 77 Tabel 20 Onroerende Voorheffing: geschonden ombudsnormen in 2005 AANTAL Rechtszekerheid en gerechtvaardigd vertrouwen 2 Actieve dienstverlening 11 Vlotte bereikbaarheid 3 Doeltreffende algemene informatieverstrekking 11 Goede uitvoeringspraktijk en administratieve nauwkeurigheid 15 Redelijke behandeltermijn 8 Efficiënte coördinatie 6 Totaal 56 De Klachtendienst Financiën signaleert een daling van de ingediende klachten over onroerende voorheffing met 37% ten opzichte van 2004. In 2004 werd 22% van de ingediende klachten als onontvankelijk beschouwd, in 2005 is dat percentage gedaald tot 16%. De dienst zegt ernaar te streven om soepel te zijn in de interpretatie van de onontvankelijkheidsgronden. 66

HOOFDSTUK 3 Onroerende voorheffing De Klachtendienst Financiën wijst op enkele specifieke factoren die ten grondslag liggen aan de verdere daling van het aantal klachten in 2005: - de uitbreiding van de dienstverlening en informatieverstrekking via de website www.onroerendevoorheffing.be; - de verdere oplossing van fouten in verzendingsadressen; - de gemiddelde behandeltermijn van bezwaarschriften van 111,5 dagen (3-4 maanden); - de automatische opsplitsing van de onroerende voorheffing onder mede-eigenaars; dit is het gevolg van een vereenvoudigingsproject (nr. 03-01) dat Abafim in 2005 heeft uitgevoerd in het kader van het reguleringsmanagement van de Kenniscel Wetsmatiging. Ook het aantal nieuwe bezwaarschriften dat wordt ingediend bij de Belastingdienst voor Vlaanderen over de onroerende voorheffing, toont dezelfde dalende trend: 1999: 119.325 1 2000: 63.029 1 2001: 47.537 1 2002: 43.124 1 2003: 34.112 1 2004: 24.250 1 2005: 22.296 2 1 Belastingdienst voor Vlaanderen, onroerende voorheffing, jaarverslag 2004, cijfers per 31 december 2004. 2 Jaarverslag werkjaar 2005 over het klachtenmanagement van de Klachtendienst Financiën, cijfers per 3 februari 2006. 3Jaarverslag 2005 Zoals bij het aantal bezwaarschriften en het aantal eerstelijnsklachten, vertoont ook het aantal tweedelijnsklachten bij de Vlaamse Ombudsdienst een verdere dalende trend. In 2001 waren er 457 klachten over de onroerende voorheffing. Vanaf 2002 is dat aantal ieder jaar gedaald. De 94 klachten van 2005 vormen maar één vijfde van het aantal van 2001. Parallel met deze daling is er ook een daling van het percentage gegronde klachten. Van 75,9% in 2001 en 79,7% in 2002 is dat percentage geleidelijk gedaald naar 39,2%. Als ook de deels gegronde klachten worden meegerekend, is in 2005 met 47,3% minder dan de helft van de tweedelijnsklachten deels of volledig gegrond. Opmerkelijk is dat bij de eerstelijnsklachten bijna exact hetzelfde percentage (47,0%) van de klachten (deels) gegrond is. Klachten zijn vaak ongegrond omdat de geldende wetgeving door de verzoekers verkeerd geïnterpreteerd wordt. Nogal wat ongegronde klachten hebben betrekking op het niet toekennen van een proportionele vermindering wegens onvrijwillige leegstand van meer dan 3 maanden. Na onderzoek blijkt dat de heffingsplichtige te weinig inspanningen gedaan heeft om zijn goed te verkopen en te verhuren, ofwel dat de onvrijwillige leegstand korter dan 3 maanden heeft geduurd. De maximale termijn van 12 maanden wordt ten gevolge van een arrest van het Arbitragehof niet meer toegepast. Van de gegronde klachten worden de volgende drie klachttypes hieronder nader toegelicht: - Lange tijd geen nieuwe aanslagbiljetten en daarna meerdere aanslagbiljetten in korte tijd, zonder verdere uitleg daarover. - Problemen bij de inning en invordering van de onroerende voorheffing van echtgenoten die in een echtscheidingsprocedure zijn verwikkeld. - Het niet langer aanvaarden van niet-Belgische attesten die aangeven dat het om een persoon met een ernstige handicap gaat. 67

HOOFDSTUK 3<br />

Onroerende voorheffing<br />

De Klachtendienst Financiën wijst op enkele specifieke factoren die ten grondslag liggen aan de<br />

verdere daling van het aantal klachten in <strong>2005</strong>:<br />

- de uitbreiding van de dienstverlening en informatieverstrekking via de website<br />

www.onroerendevoorheffing.be;<br />

- de verdere oplossing van fouten in verzendingsadressen;<br />

- de gemiddelde behandeltermijn van bezwaarschriften van 111,5 dagen (3-4 maanden);<br />

- de automatische opsplitsing van de onroerende voorheffing onder mede-eigenaars; dit is het<br />

gevolg van een vereenvoudigingsproject (nr. 03-01) dat Abafim in <strong>2005</strong> heeft uitgevoerd in<br />

het kader van het reguleringsmanagement van de Kenniscel Wetsmatiging.<br />

Ook het aantal nieuwe bezwaarschriften dat wordt ingediend bij de Belastingdienst voor<br />

Vlaanderen over de onroerende voorheffing, toont dezelfde dalende trend:<br />

1999: 119.325 1<br />

2000: 63.029 1<br />

2001: 47.537 1<br />

2002: 43.124 1<br />

2003: 34.112 1<br />

2004: 24.250 1<br />

<strong>2005</strong>: 22.296 2<br />

1 Belastingdienst voor Vlaanderen, onroerende voorheffing, jaarverslag 2004, cijfers per 31 december 2004.<br />

2 <strong>Jaarverslag</strong> werkjaar <strong>2005</strong> over het klachtenmanagement van de Klachtendienst Financiën, cijfers per 3 februari 2006.<br />

3<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2005</strong><br />

Zoals bij het aantal bezwaarschriften en het aantal eerstelijnsklachten, vertoont ook het aantal<br />

tweedelijnsklachten bij de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> een verdere dalende trend. In 2001 waren er 457<br />

klachten over de onroerende voorheffing. Vanaf 2002 is dat aantal ieder jaar gedaald. De 94 klachten<br />

van <strong>2005</strong> vormen maar één vijfde van het aantal van 2001. Parallel met deze daling is er ook<br />

een daling van het percentage gegronde klachten. Van 75,9% in 2001 en 79,7% in 2002 is dat percentage<br />

geleidelijk gedaald naar 39,2%. Als ook de deels gegronde klachten worden meegerekend,<br />

is in <strong>2005</strong> met 47,3% minder dan de helft van de tweedelijnsklachten deels of volledig gegrond.<br />

Opmerkelijk is dat bij de eerstelijnsklachten bijna exact hetzelfde percentage (47,0%) van de klachten<br />

(deels) gegrond is.<br />

Klachten zijn vaak ongegrond omdat de geldende wetgeving door de verzoekers verkeerd geïnterpreteerd<br />

wordt. Nogal wat ongegronde klachten hebben betrekking op het niet toekennen van<br />

een proportionele vermindering wegens onvrijwillige leegstand van meer dan 3 maanden. Na<br />

onderzoek blijkt dat de heffingsplichtige te weinig inspanningen gedaan heeft om zijn goed te verkopen<br />

en te verhuren, ofwel dat de onvrijwillige leegstand korter dan 3 maanden heeft geduurd.<br />

De maximale termijn van 12 maanden wordt ten gevolge van een arrest van het Arbitragehof niet<br />

meer toegepast.<br />

Van de gegronde klachten worden de volgende drie klachttypes hieronder nader toegelicht:<br />

- Lange tijd geen nieuwe aanslagbiljetten en daarna meerdere aanslagbiljetten in korte tijd, zonder<br />

verdere uitleg daarover.<br />

- Problemen bij de inning en invordering van de onroerende voorheffing van echtgenoten die<br />

in een echtscheidingsprocedure zijn verwikkeld.<br />

- Het niet langer aanvaarden van niet-Belgische attesten die aangeven dat het om een persoon<br />

met een ernstige handicap gaat.<br />

67

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!