Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst

Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst

vlaamseombudsdienst.be
from vlaamseombudsdienst.be More from this publisher
09.04.2015 Views

HOOFDSTUK 1 De Vlaamse Ombudsdienst in 2005 Hoewel meldingen veel ruimer zijn dan klachten, zal een deel van die meldingen uiteindelijk het beste als klacht behandeld worden door de Vlaamse Ombudsdienst. Er zijn afspraken gemaakt om de doorstroming vlot te laten verlopen. 1.5.5 MEDEWERKING AAN INITIATIEVEN EN VORMINGSMOMENTEN EN ADVISERING INZAKE KLACHTENMANAGEMENT Vaak wordt aan de Vlaamse Ombudsdienst gevraagd om bij te dragen tot de vorming inzake klachtenmanagement: • voorbereidende gesprekken voeren met personen die een opdracht in dat verband krijgen (bijvoorbeeld: Brussels Hoofdstedelijk Gewest, FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen), FOD Financiën, SELOR, Ombudsdienst voor OCMW’s); • bijdragen aan vormingsmomenten of workshops (bijvoorbeeld: VRT); • nalezen van teksten, reglementen, procedures (bijvoorbeeld: UZ Gent, FOD Financiën); • mee opzetten van een opleiding aan de UAMS. 1.5.6 KLACHTRECHT EN OMBUDSFUNCTIE IN DE LOKALE BESTUREN DE ARTIKELEN 197 EN 198 VAN HET GEMEENTEDECREET Al jarenlang is de Vlaamse Ombudsdienst pleitbezorger van een veralgemening van de ombudsfunctie op lokaal niveau. Uit eigen ervaringen van de Vlaamse Ombudsdienst, maar ook uit vele signalen vanuit de steden en gemeenten, blijkt dat de inwoners in de meeste gemeenten nergens terecht kunnen met hun tweedelijnsklachten over het functioneren van de lokale overheden. Enkel zes grotere steden in Vlaanderen hebben momenteel een echte ombudsdienst: Antwerpen, Brugge, Gent, Leuven, Mechelen en Sint-Niklaas. In veel gemeenten is ook de eerstelijnsklachtenbehandeling nog niet of onvoldoende geregeld. Het Vlaams Parlement heeft op 6 juli 2005 het Gemeentedecreet goedgekeurd. In de artikelen 197 en 198 wordt voor het eerst de lokale eerstelijnsklachtenbehandeling en de lokale ombudsfunctie decretaal geregeld. Artikel 197 De gemeenteraad organiseert bij reglement een systeem van klachtenbehandeling. Artikel 198 § 1. Het systeem van klachtenbehandeling moet worden georganiseerd op het ambtelijke niveau van de gemeente en maximaal onafhankelijk van de diensten waarop de klachten betrekking hebben. § 2. Elke gemeente kan een ombudsdienst inrichten, die als volgt kan gerealiseerd worden: - 1° in eigen beheer; - 2° in het kader van de interlokale vereniging, zoals bepaald in de artikelen 6 tot 9 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; - 3° via een overeenkomst met de Vlaamse Ombudsdienst opgericht bij decreet van 7 juli 1998 volgens nader te bepalen modaliteiten. Het woord "maximaal" in § 1 van artikel 198 is toegevoegd na een amendement, vanuit de bekommernis van de kleinere gemeenten. De toevoeging van § 2 is ook gebeurd via een amendement. In het commissieverslag wordt gesteld "dat uiteraard niet elke gemeente in staat is een eigen ombudsdienst op te richten. Men mag dat zeker niet decretaal opleggen. Men kan wel de 28

HOOFDSTUK 1 De Vlaamse Ombudsdienst in 2005 intergemeentelijke samenwerking bevorderen en gemeenten moeten de kans krijgen een beroep op de Vlaamse Ombudsdienst te doen" (Stuk (2004-2005) - Nr. 347/6, pagina 100). 1Jaarverslag 2005 DE BASISINGREDIËNTEN Het nieuwe Gemeentedecreet verplicht de steden en gemeenten tot een interne eerstelijnsklachtenbehandeling op het ambtelijke niveau. Uit de voorbereidende parlementaire documenten blijkt wat een goede behandeling minimaal inhoudt: • de klacht moet worden behandeld door een persoon die niet bij de feiten betrokken is, die een strikte neutraliteit in acht neemt en die de regels van het beroepsgeheim respecteert; • de klachten moeten binnen een redelijke termijn behandeld worden en de klager moet van de resultaten hiervan schriftelijk in kennis worden gesteld; indien nog een klacht kan worden ingediend bij een tweedelijns-ombudsdienst, moet daarvan bij de kennisgeving melding worden gemaakt; • jaarlijks wordt over de werking van de interne klachtendienst aan de bevoegde beleidsorganen verslag uitgebracht. Als de eerstelijnsklachtenbehandeling niet tot een (bevredigende) oplossing leidt, kan de klacht vervolgens op een tweede lijn behandeld worden door een ombudsdienst: een externe en onafhankelijke instantie. Die ombudsdienst kan volgens drie formules georganiseerd worden: 1. Eigen lokale ombudsdienst Indien niet 1. ➝ 2. Interlokale samenwerking of 3. Aansluiting bij Vlaamse Ombudsdienst In Nederland bestaat de verplichting tot het opzetten van een tweedelijns-ombudsfunctie, volgens één van de vier volgende formules: 1. Eigen ombudsvoorziening. Indien niet 1 ➝ 2. Samenwerking met andere gemeenten: "gezamenlijke ombudsman" of 3. Vrijwillige aansluiting bij Nationale Ombudsman Indien niet 2 of 3 ➝ 4. Van rechtswege aansluiting bij Nationale Ombudsman Momenteel kiezen 220 Nederlandse gemeenten voor formule 3 of 4. De inwoners van die gemeenten vertegenwoordigen circa 40% van de Nederlandse bevolking. PROEFPROJECT Om de Vlaamse steden en gemeenten bij die vrijwillige keuze behulpzaam te zijn, denkt de Vlaamse Ombudsdienst aan de opstart van een proefproject voor enkele steden en gemeenten, in samenwerking met enkele partners, zoals de Vlaamse overheid, de VVSG, de provincies, POLO en de academische wereld. In het proefproject moeten de pro’s en contra’s uitgetest worden van de drie organisatieformules die in artikel 198 genoemd worden: een eigen lokale ombudsdienst, interlokale samenwerking, een beroep op de Vlaamse Ombudsdienst. In het najaar van 2005 heeft de Vlaamse Ombudsdienst een verkenningsronde gehouden bij de hierboven genoemde potentiële partners. In 2006 moet het proefproject verder voorbereid worden. Indien haalbaar, zou begin 2007 gestart kunnen worden met het project, aansluitend op de vorming van de nieuwe colleges na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006. De Vlaamse Ombudsdienst zal zich in het proefproject vooral bezighouden met de gemeenten die kiezen voor de formule van aansluiting bij de Vlaamse Ombudsdienst. 29

HOOFDSTUK 1 De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> in <strong>2005</strong><br />

intergemeentelijke samenwerking bevorderen en gemeenten moeten de kans krijgen een beroep op<br />

de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> te doen" (Stuk (2004-<strong>2005</strong>) - Nr. 347/6, pagina 100).<br />

1<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2005</strong><br />

DE BASISINGREDIËNTEN<br />

Het nieuwe Gemeentedecreet verplicht de steden en gemeenten tot een interne eerstelijnsklachtenbehandeling<br />

op het ambtelijke niveau. Uit de voorbereidende parlementaire documenten<br />

blijkt wat een goede behandeling minimaal inhoudt:<br />

• de klacht moet worden behandeld door een persoon die niet bij de feiten betrokken is, die een<br />

strikte neutraliteit in acht neemt en die de regels van het beroepsgeheim respecteert;<br />

• de klachten moeten binnen een redelijke termijn behandeld worden en de klager moet van de<br />

resultaten hiervan schriftelijk in kennis worden gesteld; indien nog een klacht kan worden<br />

ingediend bij een tweedelijns-ombudsdienst, moet daarvan bij de kennisgeving melding worden<br />

gemaakt;<br />

• jaarlijks wordt over de werking van de interne klachtendienst aan de bevoegde beleidsorganen<br />

verslag uitgebracht.<br />

Als de eerstelijnsklachtenbehandeling niet tot een (bevredigende) oplossing leidt, kan de klacht<br />

vervolgens op een tweede lijn behandeld worden door een ombudsdienst: een externe en onafhankelijke<br />

instantie. Die ombudsdienst kan volgens drie formules georganiseerd worden:<br />

1. Eigen lokale ombudsdienst<br />

Indien niet 1.<br />

➝<br />

2. Interlokale samenwerking<br />

of<br />

3. Aansluiting bij <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong><br />

In Nederland bestaat de verplichting tot het opzetten van een tweedelijns-ombudsfunctie, volgens<br />

één van de vier volgende formules:<br />

1. Eigen ombudsvoorziening. Indien niet 1 ➝<br />

2. Samenwerking met andere gemeenten: "gezamenlijke ombudsman"<br />

of<br />

3. Vrijwillige aansluiting bij Nationale Ombudsman Indien niet 2 of 3 ➝<br />

4. Van rechtswege aansluiting bij Nationale Ombudsman<br />

Momenteel kiezen 220 Nederlandse gemeenten voor formule 3 of 4. De inwoners van die<br />

gemeenten vertegenwoordigen circa 40% van de Nederlandse bevolking.<br />

PROEFPROJECT<br />

Om de <strong>Vlaamse</strong> steden en gemeenten bij die vrijwillige keuze behulpzaam te zijn, denkt de<br />

<strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> aan de opstart van een proefproject voor enkele steden en gemeenten, in<br />

samenwerking met enkele partners, zoals de <strong>Vlaamse</strong> overheid, de VVSG, de provincies, POLO en<br />

de academische wereld. In het proefproject moeten de pro’s en contra’s uitgetest worden van de<br />

drie organisatieformules die in artikel 198 genoemd worden: een eigen lokale ombudsdienst, interlokale<br />

samenwerking, een beroep op de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong>.<br />

In het najaar van <strong>2005</strong> heeft de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> een verkenningsronde gehouden bij de<br />

hierboven genoemde potentiële partners. In 2006 moet het proefproject verder voorbereid worden.<br />

Indien haalbaar, zou begin 2007 gestart kunnen worden met het project, aansluitend op de vorming<br />

van de nieuwe colleges na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006. De <strong>Vlaamse</strong><br />

<strong>Ombudsdienst</strong> zal zich in het proefproject vooral bezighouden met de gemeenten die kiezen voor<br />

de formule van aansluiting bij de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong>.<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!