Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK 13<br />
Voorstellen en aanbevelingen<br />
In sommige gevallen is bij de invoering van nieuwe maatregelen een RIA (Reguleringsimpactanalyse)<br />
inderdaad een nuttige en noodzakelijke stap om te kijken naar mogelijke knelpunten en<br />
om deze te vermijden: een voorbeeld ligt voor in de sector van de economie, waarbij bij de uitvoering<br />
en promotie van bepaalde steunmaatregelen een voldoende ruim budget moet worden uitgetrokken<br />
om volledig aan de te verwachten vraag te kunnen beantwoorden. Wij verwijzen naar het<br />
themahoofdstuk economie en werkgelegeheid. Uit de praktijk blijkt dat de RIA-praktijk meer en<br />
meer wordt toegepast. Het lijkt ons nuttig na enkele jaren toepassing te kijken of het beoogde<br />
effect, met name een verhoogde wetgevingskwaliteit, wel degelijk bereikt wordt/is.<br />
A ANBEVELING 2004-35<br />
De <strong>Vlaamse</strong> overheid moet ervoor zorgen dat regelgeving en uitvoeringsreglementering<br />
aansluiten op de ontwikkelingen in de maatschappelijke realiteit, zoals de steeds meer voorkomende<br />
nieuwe samengestelde leefeenheden, en de gevolgen daarvan in aanmerking nemen.<br />
Vaak worden voordelen of tegemoetkomingen toegekend op basis van het aantal personen dat<br />
is ingeschreven op een bepaald adres. De maatschappelijke ontwikkelingen wijken soms in belangrijke<br />
mate af van het zogenaamde "klassieke gezin". Dat blijkt onder meer ook uit de uitbreiding<br />
van het co-ouderschap. Noties zoals "inwonende" kinderen of "gedomicilieerde" persoon dekken<br />
dan niet meer deze maatschappelijke realiteit. We gaven in het <strong>Jaarverslag</strong> 2004 enkele voorbeelden<br />
in verband met wonen en de levering van gratis water en elektriciteit. De <strong>Vlaamse</strong> overheid moet<br />
daarbij meer rekening houden met nieuwe samenlevingsvormen in de leefeenheid. Een globaal<br />
onderzoek naar de noodzakelijke aanpassingen van de regelgeving in dit verband dringt zich op.<br />
Het blijkt dat in bepaalde federale wetgeving reeds een ruimere omschrijving van "domiciliëring"<br />
wordt aanvaard, bijvoorbeeld in artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek (een kind is ten laste<br />
wanneer het op duurzame wijze samenwoont met de schuldeiser …).<br />
De minister-president volgt hierin de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> in zijn antwoord van 7 juni<br />
<strong>2005</strong>. Maar hij wijst terecht op een aantal te nemen hindernissen bij de realisatie van deze regelgeving<br />
in concreto. "De definitie van een domiciliëring dekt soms niet langer de realiteit. We moeten<br />
nagaan welke onderdelen van de regelgeving hieraan moeten worden aangepast. Dit zal evenwel<br />
een moeilijke oefening vormen. Het zal steeds moeilijk zijn al de verschillende situaties in regels te<br />
vatten. Het systeem moet werkbaar en controleerbaar blijven. Het mag niet in een onoverzichtelijke<br />
administratieve last voor de burger of voor de overheid resulteren. Het zal steeds moeilijk blijven<br />
om tegelijkertijd algemeen geldende en rechtvaardige regels op te stellen. We zullen steeds<br />
situaties ontmoeten die niet onder de algemene regel vallen". Als voorbeeld geldt de algemene regel<br />
dat aan een deeltijds inwonend kind niet evenveel financiële voordelen mogen gegeven worden.<br />
Dan zou de overheid immers aan hen dubbel zoveel geld besteden, wat een ongelijke behandeling<br />
zou zijn. Er wordt verwezen naar het Sociale Huurbesluit als voorbeeld hoe wel kan worden aangesloten<br />
op de maatschappelijke realiteit, in het bijzonder wat de situatie van de kinderen van een<br />
sociale huurder betreft, maar dit is ten onrechte, aangezien het Sociale Huurbesluit enkel en alleen<br />
uitgaat van de domiciliëring van het kind op het adres. De resolutie van het Vlaams Parlement van<br />
30 november <strong>2005</strong> vraagt daarom aan de <strong>Vlaamse</strong> Regering "ervoor te zorgen dat regelgeving en<br />
uitvoeringsreglementering zoveel mogelijk aansluiten op de ontwikkelingen in de maatschappelijke<br />
realiteit, zoals de steeds meer voorkomende nieuw samengestelde leefeenheden, en de gevolgen<br />
daarvan in aanmerking te nemen".<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2005</strong><br />
13<br />
241