Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK 13<br />
Voorstellen en aanbevelingen<br />
A ANBEVELINGEN IN VERBAND MET REDELIJKE BEHANDELTERMIJNEN EN<br />
DEUGDELIJKE CORRESPONDENTIE<br />
A ANBEVELING 2003-44<br />
De <strong>Vlaamse</strong> overheid moet niet alleen redelijke behandeltermijnen proberen te halen, ze<br />
moet vooral de inhaaloperatie beheersen om de achterstand te remediëren. Ze moet met<br />
name structurele maatregelen en niet alleen noodmaatregelen nemen om de verbeteringen<br />
op het vlak van behandelingstermijnen te consolideren. Ze mag zich niet verschuilen achter<br />
het argument dat aan sommige termijnen in de regelgeving geen sanctie verbonden is.<br />
Voor het eerst na diverse jaren is het niet meer de problematiek van de redelijke behandeltermijn,<br />
een algemeen probleem in de diverse jaarverslagen van de Europese ombudsmannen,<br />
die als nummer één prijkt in het lijstje van schending van de diverse ombudsnormen.<br />
In een aantal beleidsdomeinen zijn er structurele achterstanden bij de behandeling van aanvragen<br />
of het nemen van beslissingen. In een aantal gevallen zijn de problemen in vergelijking<br />
met het verleden stilaan of grotendeels opgelost. Concrete voorbeelden van oplossing zijn in de<br />
eerste plaats de behandeling van stedenbouwkundige vergunningen en de behandeling van<br />
bezwaarschriften in fiscale aangelegenheden. Wat dit laatste voorbeeld betreft meent het College<br />
van secretarissen-generaal ook te kunnen melden dat voldoende maatregelen zijn genomen in<br />
het kader van het nieuwe decreet om dergelijke toestanden in de toekomst te vermijden.<br />
Bij een aantal materies rijst de vraag of er voldoende drastische maatregelen zijn genomen<br />
en of er een garantie is dat achterstanden in de toekomst worden vermeden. Dat is zo voor de<br />
initiatieven van de <strong>Vlaamse</strong> minister van Milieu om de behandeling van beroepen tegen OVAMbeslissingen<br />
over bodemsanering in tijdsduur in te korten en de achterstand in te halen. We merken<br />
ook op dat vooropgesteld wordt dat de achterstand pas in 2007 zal worden opgehaald. Dit<br />
lijkt ons onredelijk lang.<br />
Er zijn nog andere oude en nieuwe voorbeelden van de langdurige behandeling, zoals in het<br />
kader van de procedure van erkenning van buitenlandse diploma’s in het hoger onderwijs<br />
(NARIC). Ook in de sector van het verkeer en de infrastructuur laten maatregelen soms op zich<br />
wachten, of heerst er onduidelijkheid over de aard van de oplossing (bijvoorbeeld bepaalde<br />
wegenwerken). In de sector van de economie en werkgelegenheid doen zich eveneens problemen<br />
voor. De <strong>Vlaamse</strong> overheid moet in dit verband in nauw overleg met de bevoegde federale<br />
overheidsdiensten zoeken naar een concrete oplossing voor de wachttijden in verband met herstelonderzoeken<br />
bij de intrekking van het rijbewijs.<br />
A ANBEVELING 2003-46<br />
De <strong>Vlaamse</strong> overheid moet er blijvend naar streven om samen met lokale besturen aanvraag-<br />
en beroepsdossiers binnen de door de regelgeving bepaalde termijn af te handelen. De<br />
verschuiving van welbepaalde taken en verantwoordelijkheden naar het lokale bestuursniveau<br />
mag niet leiden tot een verschuiving van de problematiek van de achterstand.<br />
Inzake ruimtelijke ordening worden de gemeenten "ontvoogd" en ze zullen in de toekomst<br />
meer zelf de stedenbouwkundige vergunningen kunnen beoordelen en afleveren. Slechts weinig<br />
gemeenten zijn echter reeds ontvoogd begin 2006 (we verwijzen naar het hoofdstuk over ruimtelijke<br />
ordening). Het probleem van de onredelijke behandeltermijn mag niet gewoon worden<br />
verschoven naar het gemeentelijk niveau en er moet voldoende in kwaliteit en opleiding worden<br />
geïnvesteerd bij het lokale niveau, dat nieuwe of ruimere bevoegdheden krijgt. Hetzelfde geldt<br />
voor de discussie die er bestond over de eventuele verschuiving van de leegstandsheffing naar<br />
het lokale niveau, wat uiteindelijk niet is gebeurd in het nieuwe Leegstandsdecreet. Hoewel er<br />
redenen zijn om aan te nemen dat het probleem van de lange duurtijd voor de behandeling van<br />
stedenbouwkundige vergunningen stilaan opgelost geraakt, is het misschien nog te vroeg om te<br />
gewagen van definitieve ontwikkelingen.<br />
238