Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HOOFDSTUK 11<br />
Welzijn en gezondheid<br />
I NDIVIDUELE MATERIËLE BIJSTAND: VOLDOENDE FLEXIBILITEIT BIJ<br />
TOEKENNING?<br />
In dossier 2004-0667 heeft de verzoekster haar woning laten aanpassen aan haar handicap:<br />
ze zit in een rolstoel, maar kan haar armen en handen goed gebruiken. Ze heeft een speciale<br />
parlofoon geïnstalleerd, zodat ze vanuit haar rolwagen en vanuit haar bed of zetel de<br />
parlofoon kan bedienen. Daarvoor gebruikt ze een infraroodzender. Op haar voordeur heeft<br />
ze ook een automatische deuropener geplaatst, zodat ze makkelijk haar appartement in en<br />
uit kan. Op die manier worden de beperkingen vanwege de handicap deels opgevangen. In<br />
eerste instantie werd de factuur voor geleverde prestaties geweigerd. Later wordt de factuur<br />
gedeeltelijk in aanmerking genomen.<br />
De functiebeperking, zoals bepaald door de Provinciale Evaluatiecommissie, betreft enkel de<br />
"aanvulling onderste ledematen". Daarom komen hulpmiddelen ter vervanging van de bovenste<br />
ledematen niet in aanmerking. De PEC oordeelt hierover in volle autonomie, en het Vlaams<br />
Fonds moet zich houden aan deze beoordeling. Bovendien komt de persoon met een handicap<br />
niet automatisch in aanmerking voor àlle in de refertelijst vermelde hulpmiddelen.<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> formuleert de beleidsaanbeveling dat de <strong>Vlaamse</strong> overheid moet<br />
onderzoeken of het mogelijk is om ook tegemoetkomingen voor hulpmiddelen toe te kennen,<br />
die niet rechtstreeks verband houden met de functiebeperking van de handicap, maar die toch<br />
een grote invloed hebben op de levenskwaliteit van de persoon met een handicap.<br />
VOORZIENINGEN: HET EINDE VAN DE WACHTLIJSTEN NOG NIET IN ZICHT?<br />
In dossier <strong>2005</strong>-0739 is de zoon van de verzoekster geboren met het syndroom van<br />
Down. Hij is nu 21 jaar en staat al sinds zijn zeventiende ingeschreven op de wachtlijsten in<br />
Oost-Vlaanderen en Antwerpen voor zorg binnen een aangepaste voorziening. De zorgvraag<br />
van de zoon staat ingeschreven met urgentiecode 1. Ondanks die urgentiecode merkt<br />
zijn moeder op dat voorzieningen voorrang geven aan kinderen van jongere leeftijd. Op dit<br />
ogenblik heeft de zoon één jaar schoolverlenging gekregen. Daardoor verblijft hij momenteel<br />
op semi-internaat tot eind juni 2006. Nadien is er geen oplossing in het vooruitzicht.<br />
Sinds 2002 is de zoon aangemeld op de Centrale Registratie Zorg van de provincies<br />
Antwerpen en Oost-Vlaanderen met de vraag voor een dagcentrum en een vraag voor een<br />
tehuis voor niet-werkenden. In de provincie Antwerpen zijn er momenteel 173 kandidaten<br />
voor een dagcentrum geregistreerd met urgentiecode 1. Voor een vraag voor een tehuis nietwerkenden<br />
staan er 317 personen aangemeld met urgentiecode 1. In de provincie Oost-<br />
Vlaanderen staan er 630 personen aangemeld die allemaal urgentiecode 1 of 2 toegekend<br />
kregen. Voor de zoon is er niet onmiddellijk een oplossing in zicht.<br />
Ook is in dossier 2004-0952, waarbij een verzoeker van 41 jaar sinds december 2004, in<br />
afwachting van een aangepaste zorgplaats, is opgenomen in een bejaardentehuis, nog steeds<br />
geen oplossing gevonden. De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> behandelde nog vergelijkbare klachten<br />
over een onredelijke behandeltermijn.<br />
Soms loopt het ook wel vlot met de wachtlijsten, onder meer van iemand die wil dat zijn<br />
zwaar gehandicapte zoon terecht kan in een medisch-pedagogisch instituut, dat echter enkel<br />
openstaat voor +21-ers: het blijkt dat in augustus 2006, moment waarop de zoon 21 wordt, wel<br />
degelijk een opvangplaats is voorzien (<strong>2005</strong>-0892).<br />
214