Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst

Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst

vlaamseombudsdienst.be
from vlaamseombudsdienst.be More from this publisher
09.04.2015 Views

HOOFDSTUK 10 Economie en werkgelegenheid nen beïnvloeden. De verzoeker verwacht echter van de VDAB een doorgedreven individuele aanpak met concrete verwijzingen naar bepaalde werkgevers. De VDAB blijft erbij dat dit maar zin heeft na een verbreding van zijn jobdoelwit waarna een programma op maat kan worden afgesproken. De Vlaamse Ombudsdienst vindt dat de VDAB bij hooggeschoolden kan uitgaan van de zelfredzaamheid van de persoon in kwestie en de begeleiding in eerste instantie relatief beperkt kan houden. De VDAB moet wel goed opvolgen en uit eigen beweging de begeleiding actiever maken. Dat is in dit dossier te laat gebeurd. De ombudsnorm actieve dienstverlening is geschonden. T RAINING EN OPLEIDING Over training en opleiding heeft de klachtendienst in de eerste lijn 158 klachten behandeld. De klachtendienst stelt vast dat cursisten nog vaak in het ongewisse worden gelaten wat hun opleidingstraject betreft. Dit geeft aanleiding tot frustratie als een bepaalde module niet meer kan of mag gevolgd worden. Ook stelt de klachtendienst vast dat klanten meer en meer de beslissing over het al dan niet toegelaten worden tot een opleiding in twijfel trekken. De vorm van klachtenbehandeling levert voor de klanten weinig positieve resultaten op aangezien de beslissing meestal gehandhaafd blijft. Mogelijke frustraties kunnen weggewerkt worden door de resultaten tijdig met de klant te bespreken. De Vlaamse Ombudsdienst beoordeelde een 20-tal klachten over training en opleiding. In dossier 2005-0024 volgt de verzoeker een vooropleiding verpleegkunde. Samen met de opleidingsverstrekker beslist de VDAB de opleiding stop te zetten omwille van houding, persoonlijkheid en motivatie. De verzoeker gaat hiermee niet akkoord en wil een omstandige, gedetailleerde motivering krijgen. Hij wordt uitgenodigd voor een bespreking van de resultaten van de psychologische tests. Slechts na aandringen is de VDAB bij hoge uitzondering bereid een schriftelijke neerslag van die tests te bezorgen. Uit het geheel van het dossier van de verzoeker blijkt dat er aanvaardbare argumenten waren voor de stopzetting van de opleiding. Door de resultaten van de psychologische tests slechts bij hoge uitzondering en na aandringen mee te delen, schendt de VDAB de ombudsnorm deugdelijke correspondentie. De Vlaamse Ombudsdienst vindt dat, als een deelnemer niet slaagt in de psychologische test, de reden daarvoor schriftelijk moet worden meegedeeld. De VDAB vindt dat een brief met daarin de argumentatie waarom de deelnemer niet geslaagd is, kwetsend kan overkomen en dus niet getuigt van klantvriendelijkheid. De VDAB verkiest het om een negatief resultaat te kaderen in een gesprek met de klant, waarin er ruimte is om eventuele negatieve gevoelens op te vangen en alternatieven te bespreken. De Vlaamse Ombudsdienst geeft de VDAB gelijk maar vindt dat, als de deelnemer tijdens of na het gesprek verder aandringt op een schriftelijke motivering, hij die moet kunnen krijgen. Ook als hij weigert een gesprek te hebben en verder aandringt op een schriftelijke motivering, mag hij die verwachten. De VDAB gaat akkoord met dit voorstel. Verder stelt de Vlaamse Ombudsdienst vast dat een aantal verzoekers zich vragen stelt bij de objectiviteit van de mondelinge tests. In deze gevallen dringt de Vlaamse Ombudsdienst aan op een goed uitgewerkt, transparant beoordelingskader en een afdoende schriftelijke motivering van het resultaat van de tests. 198

HOOFDSTUK 10 Economie en werkgelegenheid Een 10-tal verzoekers hebben zich tot de Vlaamse Ombudsdienst gewend met klachten over het niet slagen voor de toelatingstests om een opleiding te volgen, of over het ten onrechte niet toegelaten worden tot een opleiding. In dossier 2005-0655 legt de verzoeker een test af voor instructeur heftruckbestuurder/ magazijnier. Nadien ontvangt hij van de VDAB een brief waarin staat dat hij 65% behaalde maar toch niet geslaagd is. De minimumscore was 70%. De minimumscore was op voorhand niet meegedeeld. Had de verzoeker geweten dat 70% het minimum was, dan had hij een grotere inspanning geleverd en enkele vragen dieper uitgewerkt. Hij was in de veronderstelling dat 60% voldoende was om geslaagd te zijn. Jaarverslag 2005 10 De Vlaamse Ombudsdienst stelt vast dat de ombudsnorm doeltreffende algemene informatieverstrekking geschonden is. De informatie over de minimumscore had op voorhand meegedeeld moeten worden. In dossier 2005-0775 worden in het theoretisch examen, dat georganiseerd wordt na het volgen van de beroepsopleiding vorkheftruck, vragen gesteld over een materie die niet aan bod kwam tijdens de beroepsopleiding. De verzoeker heeft gelijk. Er waren twee vragen gesteld over een materie die niet behandeld werd tijdens de opleiding. Dit wordt rechtgezet tijdens de herhalingslessen die volgden op het theoretisch examen. Daarna mogen de verzoeker en zijn medecursisten het examen opnieuw afleggen. De verzoeker slaagt voor het examen. In deze klacht is de ombudsnorm goede uitvoeringspraktijk en administratieve nauwkeurigheid geschonden. Een aantal klachten die de Vlaamse Ombudsdienst behandelt over individuele trajectbegeleiding en training en opleiding, werd ingediend door laaggeschoolde allochtonen (onder andere in de dossiers 2005-0333, 2005-0673, 2005-0421). Alhoewel de verzoekers terecht niet slagen voor een examen, terecht niet toegelaten worden tot een opleiding of terecht de opleiding stopzetten, blijven zij toch met een wrang gevoel zitten over het verloop van de training of opleiding en stellen zij zich vragen over het verdere verloop van het traject. De Vlaamse Ombudsdienst dringt aan op een actievere dienstverlening aan deze kansengroep. De nieuwe beheersovereenkomst met de VDAB geeft alvast een goede aanzet. Er zal bijzondere aandacht besteed worden aan een aantal kansengroepen: ouderen, allochtonen, kortgeschoolden en personen met een arbeidshandicap. Dit principe wordt ook vertaald in een resultaatgerichte doelstelling. E EN AANGETEKENDE BRIEF VAN DE VDAB MET EEN DOORVERWIJZING NAAR DE RVA: TERECHT? Een aantal werkzoekenden uitten bij de Vlaamse Ombudsdienst hun ongenoegen over een aangetekende brief van de VDAB met daarin een dreigende mededeling over RVA-sancties. In dossier 2005-0477 is de verzoeker eind mei 2005 werkzoekende en leest hij in de krant een advertentie over een VDAB-opleiding tot tankwagenchauffeur. Omdat die opleiding hem interesseert, neemt hij contact op met de VDAB. Vervolgens ontvangt hij een brief van de VDAB waarin staat dat hij zal worden uitgenodigd op een infodag. Enkele dagen nadien ontvangt hij de uitnodigingsbrief. Omdat de verzoeker enkele dagen voor de infodag vier wijsheidstanden heeft laten trekken, en hij op de infodag zelf nog naar de dokter moet, belt hij naar de VDAB om zich te verontschuldigen. Nadien ontvangt hij van de VDAB een aangetekende 199

HOOFDSTUK 10<br />

Economie en werkgelegenheid<br />

nen beïnvloeden. De verzoeker verwacht echter van de VDAB een doorgedreven individuele<br />

aanpak met concrete verwijzingen naar bepaalde werkgevers. De VDAB blijft erbij dat dit maar<br />

zin heeft na een verbreding van zijn jobdoelwit waarna een programma op maat kan worden<br />

afgesproken.<br />

De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> vindt dat de VDAB bij hooggeschoolden kan uitgaan van de zelfredzaamheid<br />

van de persoon in kwestie en de begeleiding in eerste instantie relatief beperkt kan<br />

houden. De VDAB moet wel goed opvolgen en uit eigen beweging de begeleiding actiever<br />

maken. Dat is in dit dossier te laat gebeurd. De ombudsnorm actieve dienstverlening is geschonden.<br />

T RAINING EN OPLEIDING<br />

Over training en opleiding heeft de klachtendienst in de eerste lijn 158 klachten behandeld.<br />

De klachtendienst stelt vast dat cursisten nog vaak in het ongewisse worden gelaten wat hun<br />

opleidingstraject betreft. Dit geeft aanleiding tot frustratie als een bepaalde module niet meer<br />

kan of mag gevolgd worden. Ook stelt de klachtendienst vast dat klanten meer en meer de beslissing<br />

over het al dan niet toegelaten worden tot een opleiding in twijfel trekken. De vorm van<br />

klachtenbehandeling levert voor de klanten weinig positieve resultaten op aangezien de beslissing<br />

meestal gehandhaafd blijft. Mogelijke frustraties kunnen weggewerkt worden door de resultaten<br />

tijdig met de klant te bespreken.<br />

De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> beoordeelde een 20-tal klachten over training en opleiding.<br />

In dossier <strong>2005</strong>-0024 volgt de verzoeker een vooropleiding verpleegkunde. Samen met<br />

de opleidingsverstrekker beslist de VDAB de opleiding stop te zetten omwille van houding,<br />

persoonlijkheid en motivatie. De verzoeker gaat hiermee niet akkoord en wil een omstandige,<br />

gedetailleerde motivering krijgen. Hij wordt uitgenodigd voor een bespreking van de<br />

resultaten van de psychologische tests. Slechts na aandringen is de VDAB bij hoge uitzondering<br />

bereid een schriftelijke neerslag van die tests te bezorgen.<br />

Uit het geheel van het dossier van de verzoeker blijkt dat er aanvaardbare argumenten waren<br />

voor de stopzetting van de opleiding. Door de resultaten van de psychologische tests slechts bij<br />

hoge uitzondering en na aandringen mee te delen, schendt de VDAB de ombudsnorm deugdelijke<br />

correspondentie. De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> vindt dat, als een deelnemer niet slaagt in de<br />

psychologische test, de reden daarvoor schriftelijk moet worden meegedeeld.<br />

De VDAB vindt dat een brief met daarin de argumentatie waarom de deelnemer niet<br />

geslaagd is, kwetsend kan overkomen en dus niet getuigt van klantvriendelijkheid. De VDAB<br />

verkiest het om een negatief resultaat te kaderen in een gesprek met de klant, waarin er ruimte<br />

is om eventuele negatieve gevoelens op te vangen en alternatieven te bespreken. De <strong>Vlaamse</strong><br />

<strong>Ombudsdienst</strong> geeft de VDAB gelijk maar vindt dat, als de deelnemer tijdens of na het gesprek<br />

verder aandringt op een schriftelijke motivering, hij die moet kunnen krijgen. Ook als hij weigert<br />

een gesprek te hebben en verder aandringt op een schriftelijke motivering, mag hij die verwachten.<br />

De VDAB gaat akkoord met dit voorstel.<br />

Verder stelt de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> vast dat een aantal verzoekers zich vragen stelt bij de<br />

objectiviteit van de mondelinge tests. In deze gevallen dringt de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> aan op<br />

een goed uitgewerkt, transparant beoordelingskader en een afdoende schriftelijke motivering<br />

van het resultaat van de tests.<br />

198

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!