Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst

Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst

vlaamseombudsdienst.be
from vlaamseombudsdienst.be More from this publisher
09.04.2015 Views

HOOFDSTUK 9 Verkeer, infrastuctuur en mobiliteit De belangrijkste thema’s in het eerstelijnsklachtenbeeld zijn: - operationele en administratieve problemen bij de beloodsingen (DAB Loodswezen van de administratie Waterwegen en Zeewezen); - veiligheid van het scheepvaartverkeer (NV De Scheepvaart); - klantvriendelijkheid ten opzichte van de schippers (Waterwegen en Zeekanaal NV); - onderhoud en herstel van de infrastructuur (Waterwegen en Zeekanaal NV). De tweedelijnsklachten over waterwegen en zeewezen bij de Vlaamse Ombudsdienst zijn beperkt in aantal, met 9 gegronde klachten in 2005. JAAGPADEN In dossier 2005-0138 meldt de verzoeker, een regelmatige fietser, dat bij het verhogen van de Scheldeberm tussen Schoonaarde en Appels het nieuw aangelegde jaagpad niet verhard is met asfalt, maar bedekt is met dolomietkiezel. Hij begrijpt niet waarom voor een dergelijke fietsonvriendelijke wegbedekking is gekozen. De verzoeker wijst erop dat het jaagpad niet alleen recreatieve doeleinden vervult voor fietsers, maar ook functionele doeleinden. Het fietspad langs de vlakbij gelegen N416 verkeert immers in erbarmelijke staat. Bij de heraanleg van de rijbaan van de N416 is het fietspad overgeslagen. Bovendien betreft het een dubbelrichtingsfietspad, dat twee keer het oversteken van de drukke rijbaan vereist, bij gebruik in een bepaalde richting. Buiten de zonnige weekeinden in lente en zomer, vervult het jaagpad langs de Schelde de meeste dagen van het jaar vrijwel uitsluitend een functionele rol voor fietsers. De verzoeker vindt het eigenaardig dat de Vlaamse overheid flink wat kosten maakt om het pad aan te leggen, maar de belastingbetalende fietser onvoldoende profijt haalt uit die investering. De afdeling Zeeschelde van Waterwegen en Zeekanaal NV wijst erop dat de belangrijkste functie van een dijk de bescherming is van de omgeving tegen overstromingen. Een jaagpad is een dienstweg voor controle en onderhoud van de dijk, waar het scheepvaartreglement van toepassing is. Het valt niet onder de gebruiks- en verkeersvoorwaarden van de openbare weg, zoals een fietspad. De fietsers worden volgens de afdeling "gedoogd op het jaagpad". Het argument voor het niet verharden van het jaagpad is volgens de afdeling ingegeven door veiligheids- en natuureisen. Immers verharde jaagpaden trekken gemotoriseerd of snelfietsend verkeer aan. Dat brengt de zachte recreant en de natuurontwikkeling in moeilijkheden. De Vlaamse Ombudsdienst stelt vast dat in het antwoord van de afdeling ("Fietsers worden gedoogd op het jaagpad") een ander standpunt wordt ingenomen dan in het Beleidsplan waterrecreatie van november 2003. In dat plan wordt juist het grote belang benadrukt van de jaagpaden voor het recreatieve en functionele fietsgebruik. Op zich kan de bedekking van een jaagpad met dolomiet gerechtvaardigd worden vanuit overwegingen van natuurontwikkeling. Men kan dus niet stellen dat een jaagpad per definitie geasfalteerd moet zijn. Zonder een dwingende tegenindicatie, is asfaltering echter de meest fietsvriendelijke oplossing. In de praktijk zijn de meeste Vlaamse jaagpaden dan ook geasfalteerd. Door dat goede wegdek en door het ontbreken van gemotoriseerd verkeer, horen de jaagpaden tot de beste en populairste fietswegen in Vlaanderen. De afdeling voert geen concrete argumenten aan waarom ter plaatse op de Scheldedijk een normale verharding van het jaagpad met asfalt de veiligheid van de zachte recreant en de natuurontwikkeling in moeilijkheden zou brengen. Uit het antwoord van de afdeling blijkt juist dat er bij de keuze van de bedekking van het jaagpad geen rekening is gehouden met de onvei- 184

HOOFDSTUK 9 Verkeer, infrastuctuur en mobiliteit lige staat van het fietspad langs de N416. De Vlaamse Ombudsdienst is van mening dat de norm efficiënte coördinatie in deze gegronde klacht geschonden is. De afdeling Zeeschelde van Waterwegen en Zeekanaal NV neemt immers een standpunt in dat niet gecoördineerd is met andere Vlaamse overheidsdiensten. "Gedogen" van fietsers op de jaagpaden is in strijd met het Vlaamse beleid om het fietsgebruik juist te stimuleren. 9Jaarverslag 2005 In twee andere dossiers klagen fietsers over vermijdbare hinder op de jaagpaden ten gevolge van werken aan het Albertkanaal door De Scheepvaart NV. Er staan overbodige hinderlijke obstakels, er wordt aan beide zijden tegelijk gewerkt en de signalisatie in het donker is ontoereikend. Ook dossier 2005-0347 heeft te maken met jaagpaden. De verzoeker is penningmeester van een visclub. De leden van de club moeten het jaagpad langs de Schelde gebruiken om per auto hun visvijver te bereiken. Er is geen andere toegangsmogelijkheid en te voet is het te ver. In het verleden werd voor dat gebruik aan de club een jaarlijkse kost gevraagd van circa 60 euro, voor alle leden samen. Nu wordt opeens een beheerkost van 60,50 euro per persoon gevraagd. Bij een gemiddeld aantal leden van twintig, betekent dat een totaalbedrag van 20 x 60,50 = 1210 euro. De afdeling Bovenschelde is uiteindelijk bereid om één algemene toelating te geven voor 60,50 euro en niet over te gaan tot een vertwintigvoudiging van de lasten. De visvereniging moet wel schriftelijk bevestigen dat zij de volledige aansprakelijkheid kan dragen voor alle leden van de club. Dat impliceert dat de visclub instaat voor alle schade aan het domein van Waterwegen en Zeekanaal NV veroorzaakt door de leden van de club. De Vlaamse Ombudsdienst vindt dit een gegronde klacht omdat de norm redelijkheid en evenredigheid geschonden is. Met deze beslissing zorgt de afdeling voor voldoende herstel. OVERIGE KLACHTEN OVER WATERWEGEN De andere gegronde klachten bij de Vlaamse Ombudsdienst in verband met waterwegen hebben te maken met een te lange behandeltermijn: onderhoud, dossieronderzoek, onteigeningsprocedure en beantwoording correspondentie. De 43 eerstelijnsklachten over luchtverkeer hebben bijna volledig (41 klachten) betrekking op geluidshinder die veroorzaakt wordt door de Internationale Luchthaven Antwerpen in Deurne. In vergelijking met de luchthaven van Zaventem is dat een klein aantal, maar het is onduidelijk of de registratie van klachten in Deurne even systematisch gebeurt als in Zaventem. De Internationale Luchthaven Oostende heeft gemeld dat er 2 klachten over een overtreding van de milieureglementering zijn gemeld bij de afdeling Milieu-inspectie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. 9.2.4 LUCHTVERKEER De nationale beroepsvereniging van taxibedrijven (GTL) heeft in december 2003 een klacht ingediend (2003-1027) bij de Vlaamse Ombudsdienst over de inwerkingtreding van het Taxibesluit van 18 juli 2003. Volgens de GTL waren er voldoende redenen om aan te nemen dat de inwerkingtreding op 1 juni 2004 tot grote problemen zou leiden in de sector. Buiten juridische bezwaren en de bezorgdheid dat sommige maatregelen op het terrein onuitvoerbaar zouden zijn, was er 9.2.5 TAXIBESLUIT 185

HOOFDSTUK 9<br />

Verkeer, infrastuctuur en mobiliteit<br />

De belangrijkste thema’s in het eerstelijnsklachtenbeeld zijn:<br />

- operationele en administratieve problemen bij de beloodsingen (DAB Loodswezen van de<br />

administratie Waterwegen en Zeewezen);<br />

- veiligheid van het scheepvaartverkeer (NV De Scheepvaart);<br />

- klantvriendelijkheid ten opzichte van de schippers (Waterwegen en Zeekanaal NV);<br />

- onderhoud en herstel van de infrastructuur (Waterwegen en Zeekanaal NV).<br />

De tweedelijnsklachten over waterwegen en zeewezen bij de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> zijn<br />

beperkt in aantal, met 9 gegronde klachten in <strong>2005</strong>.<br />

JAAGPADEN<br />

In dossier <strong>2005</strong>-0138 meldt de verzoeker, een regelmatige fietser, dat bij het verhogen van<br />

de Scheldeberm tussen Schoonaarde en Appels het nieuw aangelegde jaagpad niet verhard is<br />

met asfalt, maar bedekt is met dolomietkiezel. Hij begrijpt niet waarom voor een dergelijke<br />

fietsonvriendelijke wegbedekking is gekozen. De verzoeker wijst erop dat het jaagpad niet<br />

alleen recreatieve doeleinden vervult voor fietsers, maar ook functionele doeleinden. Het<br />

fietspad langs de vlakbij gelegen N416 verkeert immers in erbarmelijke staat. Bij de heraanleg<br />

van de rijbaan van de N416 is het fietspad overgeslagen. Bovendien betreft het een dubbelrichtingsfietspad,<br />

dat twee keer het oversteken van de drukke rijbaan vereist, bij gebruik in een<br />

bepaalde richting.<br />

Buiten de zonnige weekeinden in lente en zomer, vervult het jaagpad langs de Schelde de<br />

meeste dagen van het jaar vrijwel uitsluitend een functionele rol voor fietsers. De verzoeker<br />

vindt het eigenaardig dat de <strong>Vlaamse</strong> overheid flink wat kosten maakt om het pad aan te leggen,<br />

maar de belastingbetalende fietser onvoldoende profijt haalt uit die investering.<br />

De afdeling Zeeschelde van Waterwegen en Zeekanaal NV wijst erop dat de belangrijkste<br />

functie van een dijk de bescherming is van de omgeving tegen overstromingen. Een jaagpad is<br />

een dienstweg voor controle en onderhoud van de dijk, waar het scheepvaartreglement van toepassing<br />

is. Het valt niet onder de gebruiks- en verkeersvoorwaarden van de openbare weg, zoals<br />

een fietspad. De fietsers worden volgens de afdeling "gedoogd op het jaagpad". Het argument<br />

voor het niet verharden van het jaagpad is volgens de afdeling ingegeven door veiligheids- en<br />

natuureisen. Immers verharde jaagpaden trekken gemotoriseerd of snelfietsend verkeer aan. Dat<br />

brengt de zachte recreant en de natuurontwikkeling in moeilijkheden.<br />

De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> stelt vast dat in het antwoord van de afdeling ("Fietsers worden<br />

gedoogd op het jaagpad") een ander standpunt wordt ingenomen dan in het Beleidsplan waterrecreatie<br />

van november 2003. In dat plan wordt juist het grote belang benadrukt van de jaagpaden<br />

voor het recreatieve en functionele fietsgebruik. Op zich kan de bedekking van een jaagpad<br />

met dolomiet gerechtvaardigd worden vanuit overwegingen van natuurontwikkeling. Men kan<br />

dus niet stellen dat een jaagpad per definitie geasfalteerd moet zijn. Zonder een dwingende<br />

tegenindicatie, is asfaltering echter de meest fietsvriendelijke oplossing. In de praktijk zijn de<br />

meeste <strong>Vlaamse</strong> jaagpaden dan ook geasfalteerd. Door dat goede wegdek en door het ontbreken<br />

van gemotoriseerd verkeer, horen de jaagpaden tot de beste en populairste fietswegen in<br />

Vlaanderen.<br />

De afdeling voert geen concrete argumenten aan waarom ter plaatse op de Scheldedijk een<br />

normale verharding van het jaagpad met asfalt de veiligheid van de zachte recreant en de<br />

natuurontwikkeling in moeilijkheden zou brengen. Uit het antwoord van de afdeling blijkt juist<br />

dat er bij de keuze van de bedekking van het jaagpad geen rekening is gehouden met de onvei-<br />

184

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!