Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK 7<br />
Wonen<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> heeft een dossier ontvangen waarin zich de volgende situatie<br />
voordeed.<br />
In dossier <strong>2005</strong>-0184 wordt in <strong>2005</strong> aan de verzoekster meegedeeld dat voor de heffingsjaren<br />
1997 en 1998 de heffing niet verschuldigd is door de rechtspraak inzake de medeeigendom<br />
bij heffing. Ze was samen met haar ex-partner eigenaar van de woning. De verzoekster<br />
vindt het niet logisch dat ze de heffing voor 1999 en 2000 wél verder moet betalen,<br />
hoewel de situatie dezelfde was (de beslissing dateert van 24 maart 2003). Ze vraagt of ze<br />
dan minstens vanaf heden kan vrijgesteld worden om die heffingen verder af te betalen. Ook<br />
voor die jaren zijn de vormvereisten inzake inventarisatie en inkohiering geschonden. Het<br />
ontvangkantoor van de afdeling Financieel Management verleent een administratieve oninbaarstelling<br />
voor de heffingsjaren 1999 en 2000 op basis van de ingewilligde bezwaarschriften<br />
betreffende de heffingsjaren 1997 en 1998.<br />
De klacht is gegrond en voldoende hersteld. De ombudsnorm redelijkheid en evenredigheid<br />
is geschonden gezien het voor eenzelfde pand onredelijk zou zijn de eerste jaren niet en de<br />
latere jaren wel te belasten, terwijl de omstandigheden onveranderd gebleven zijn.<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> meent dat de afdeling Financieel Management in alle dossiers<br />
waarin een pand in mede-eigendom was en waarbij noch bij de inventarisatie noch bij de inkohiering<br />
alle mede-eigenaars betrokken waren, de heffingen zoveel mogelijk oninbaar moeten<br />
worden gesteld.<br />
D E KOPER INFORMEREN: EEN PLICHT VOOR DE NOTARIS?<br />
Ook in <strong>2005</strong> heeft de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> opnieuw een paar klachten ontvangen waaruit<br />
blijkt dat de heffingsplichtigen niet wisten dat op hen de plicht rustte om de opname op de<br />
inventaris mee te delen aan de koper bij verkoop van de woning.<br />
In dossier <strong>2005</strong>-0496 was er geen inschrijving in het bevolkingsregister in 1997 en 1998<br />
op het adres van de woning van de verzoeker. Daarom werd die opgenomen op de lijst leegstand<br />
op 10 februari 1998. De woning was volgens de verzoekster verhuurd en in september<br />
1998 verkocht. De bejaarde vrouw beweert ook dat ze nooit de mededeling van de opname<br />
op de inventaris ontvangen heeft. De verzoekster ontvangt in november 2003 negatieve<br />
beslissingen over haar bezwaren. De verzoekster gaat niet spontaan over tot betaling. In<br />
oktober 2004 betekent de deurwaarder een dwangbevel, dit na een aanmaning tot betaling<br />
in augustus 2004. De verzoekster klopt medio <strong>2005</strong> aan bij de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong>. Na<br />
onderzoek legt de inventarisbeheerder het bewijs van de aangetekende zending op datum<br />
van het verzenden van de administratieve akte van leegstand voor. De heffingen zijn definitief:<br />
de verzoekster legt een huurovereenkomst over maar de effectieve bewoning tussen 10<br />
februari 1997 en 10 februari 1998 kan niet meer worden aangetoond. De heffing voor 1998<br />
is dus verschuldigd. De heffing voor 1999 is verschuldigd omdat bij het verlijden van de verkoopakte<br />
op 22 september 1998 de verzoekster de kopers niet op de hoogte had gebracht<br />
van de opname van de woning op de inventaris van leegstaande woningen.<br />
De beslissingen werden genomen overeenkomstig het Heffingsdecreet. De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong><br />
kan alleen de norm redelijke behandeltermijn geschonden achten omdat de beslissingen<br />
inzake de bezwaren laat werden genomen.<br />
140