Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HOOFDSTUK 7<br />
Wonen<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> acht de norm overeenstemming met het recht geschonden in een<br />
aantal dossiers inzake onverdeeldheid. De rechtbank oordeelde in 2004 dat, in geval van een onverdeeld<br />
goed, aan alle houders van het zakelijk recht verplicht vooraf kennisgegeven moet worden<br />
van de vaststelling van leegstand. De niet-naleving ervan brengt de absolute nietigheid mee van de<br />
aldus onwettig gevestigde aanslag.<br />
De administratie bevestigde aan de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> dat vanaf 4 juni 2004 alle nog niet<br />
afgehandelde bezwaren inzake de heffing worden ingewilligd indien het betrokken pand aan meerdere<br />
eigenaars toebehoorde.<br />
In dossier <strong>2005</strong>-0307 ontvangt de verzoekster op 29 maart <strong>2005</strong> een negatieve beslissing<br />
over haar bezwaar tegen de leegstandsheffing voor het jaar 1998. De woning was toen in onverdeeldheid<br />
tussen erfgenamen.<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> stelt vast dat bij deze beslissing geen rekening werd gehouden met<br />
wat de administratie had bevestigd. Toch kwam er een rechtzetting. Tijdens het onderzoek heeft de<br />
administratie een nieuwe beslissing betekend waarbij de vorige werd ingetrokken en het bezwaar<br />
gegrond werd verklaard. De klacht was gegrond en voldoende hersteld. De normen redelijke behandeltermijn<br />
(4,5 jaar voor de behandeling van het bezwaar) en goede uitvoeringspraktijk en<br />
administratieve nauwkeurigheid werden geschonden omdat de nieuwe richtlijnen na de uitspraak<br />
van de rechtbank eerst niet correct werden toegepast.<br />
Op alle dossiers die bij de administratie definitief waren afgehandeld (bezwaar afgehandeld én<br />
termijn van drie maanden om naar de fiscale rechtbank te stappen voorbij), wordt echter niet meer<br />
teruggekomen. Ook in het volgend dossier wordt de definitief geworden beslissing niet herzien.<br />
In dossier <strong>2005</strong>-0307 ontvangt de zus van de verzoeker respectievelijk in 2001 en 2002 de<br />
aanslagbiljetten voor 1999 en 2000. De verzoeker (mede-eigenaar van de woning) tekent<br />
bezwaar aan. Op 18 november 2003 worden twee beslissingen inzake bezwaren aan de verzoeker<br />
betekend: voor heffingsjaar 1999 wordt het bezwaar afgewezen, voor heffingsjaar 2000<br />
wordt het aanvaard. In de brief aan de verzoeker staat dat het centraal ontvangkantoor een<br />
afrekening van het verschuldigde bedrag zou toesturen. De verzoeker heeft geen afrekening<br />
meer ontvangen. Op 25 april <strong>2005</strong> ontvangt de zus van de verzoeker - op wiens naam de heffing<br />
was ingekohierd - een laatste aanmaning van de deurwaarder om de heffing van het jaar<br />
1999 te betalen. De afrekening van het heffingsjaar 1999 werd op 24 november 2003 naar de<br />
zus van de verzoeker verstuurd. Omdat een betaling uitblijft, wordt er op 25 april <strong>2005</strong> een aanmaning<br />
verstuurd naar haar.<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> acht de klacht gegrond en nog te herstellen. De volgende ombudsnormen<br />
zijn geschonden: overeenstemming met het recht: de heffing is niet verschuldigd omdat<br />
niet alle mede-eigenaars werden betrokken bij de inventarisatie en evenmin bij de inkohiering;<br />
redelijke behandeltermijn: te lange termijn tussen de inventarisatie en de verzending van de heffingsbiljetten,<br />
te lange behandeltermijn van de bezwaarschriften, bijna 18 maanden tussen afrekening<br />
en aanmaning door de gerechtsdeurwaarder; goede uitvoeringspraktijk en administratieve<br />
nauwkeurigheid: de administratie had ook een afrekening naar de verzoeker moeten versturen,<br />
zoals aangekondigd in de begeleidende brief bij het bezwaar. De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> heeft de<br />
afdeling Financieel Management aanbevolen de heffing oninbaar te stellen, omdat niet alle medeeigenaars<br />
betrokken werden bij de inventarisatie en bij de inkohiering van de heffing.<br />
7<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2005</strong><br />
139