Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst

Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst

vlaamseombudsdienst.be
from vlaamseombudsdienst.be More from this publisher
09.04.2015 Views

HOOFDSTUK 7 Wonen een gerechtelijke procedure aanhangig werd gemaakt. De administratie moet daarom het vonnis van de bevoegde rechtbank afwachten vooraleer een volgend bezwaar te behandelen. W IE BETAALT DE GEVOLGEN VAN DE LANGE BEHANDELTERMIJN VAN DE BEZWAREN? Veel belastingplichtigen ontvingen in 2005 een afrekening waarop in geval van niet-betaling nalatigheidsintresten werden aangerekend. Hoewel op de aanslagbiljetten uitdrukkelijk vermeld werd dat het indienen van een bezwaarschrift niet zorgt voor een kwijtschelding van intresten, zijn er heel wat belastingplichtigen die verkeerdelijk veronderstelden dat hun bezwaar toch zou worden ingewilligd en aldus niet betaalden en de beslissing afwachtten. Door de bijzonder lange behandeltermijnen lopen de intresten dan ook hoog op. In dossier 2005-0521 tekent de verzoekster in april 2003 bewaar aan tegen de heffing op verkrotting van twee woningen. De heffing bedraagt tweemaal 2970 euro. De beslissingen over deze bezwaren worden aan de verzoekster betekend in mei 2005. Door deze lange behandeltermijn van meer dan twee jaar worden de heffingen verhoogd met 754,48 euro intresten. De Vlaamse Ombudsdienst oordeelt dat in deze dossiers ook de norm doeltreffende algemene informatieverstrekking is geschonden: de verzoekers kregen geen informatie over de lange duurtijd van de behandeling van de bezwaarschriften en konden derhalve ook niet weten dat de intresten van 0,5% per maand op de heffing zo hoog zouden oplopen. In het oorspronkelijke Heffingsdecreet was immers een behandeltermijn van 3 maanden, later verlengd tot 6 maanden, opgenomen. Het gewijzigde Heffingsdecreet bepaalt nu dat de betaalplicht niet meer wordt opgeschort wanneer de heffingsplichtige bezwaar aantekent tegen de heffing. Zo blijven ook de intresten op de verschuldigde heffingen niet meer oplopen tijdens de behandeling van het bezwaar. K AN HET WAT DUIDELIJKER? Ook de klachtenbehandelaar stelt vast dat er vaak ontoereikend en onduidelijk wordt gecommuniceerd. Vooral de beslissingen betreffende de bezwaarschriften zijn door de te ambtelijke taal moeilijk leesbaar voor de meeste verzoekers. Bijvoorbeeld: "Overwegende dat dienvolgens in casu geen overmacht als verschoningsgrond voor de verwaarlozing van de panden kan worden weerhouden." Ook is het voor de burgers soms heel onduidelijk tot wie zij zich moeten wenden, omdat er verschillende actoren bij deze heffing betrokken zijn: de gemeentelijke of de gewestelijke inventarisbeheerder, de cel Bezwaren van de afdeling Financieel Management en het ontvangkantoor van de afdeling Financieel Management. I S DIT IN OVEREENSTEMMING MET HET RECHT? Enkele beslissingen blijken niet correct te zijn. Deze gaan vooral over verkeerdelijk toegekende of niet-toegekende ambtshalve ontheffingen, erfeniskwesties en problemen inzake de onverdeeldheid. De norm niet-correcte beslissing wordt door de Klachtendienst Financiën gehanteerd wanneer de dienst vindt dat de administratie een handeling verkeerd of niet gesteld heeft. De Klachtendienst Financiën benadrukt dat wanneer hij fouten vaststelt, de administratie in de mate van het mogelijke een oplossing tracht te vinden. 138

HOOFDSTUK 7 Wonen De Vlaamse Ombudsdienst acht de norm overeenstemming met het recht geschonden in een aantal dossiers inzake onverdeeldheid. De rechtbank oordeelde in 2004 dat, in geval van een onverdeeld goed, aan alle houders van het zakelijk recht verplicht vooraf kennisgegeven moet worden van de vaststelling van leegstand. De niet-naleving ervan brengt de absolute nietigheid mee van de aldus onwettig gevestigde aanslag. De administratie bevestigde aan de Vlaamse Ombudsdienst dat vanaf 4 juni 2004 alle nog niet afgehandelde bezwaren inzake de heffing worden ingewilligd indien het betrokken pand aan meerdere eigenaars toebehoorde. In dossier 2005-0307 ontvangt de verzoekster op 29 maart 2005 een negatieve beslissing over haar bezwaar tegen de leegstandsheffing voor het jaar 1998. De woning was toen in onverdeeldheid tussen erfgenamen. De Vlaamse Ombudsdienst stelt vast dat bij deze beslissing geen rekening werd gehouden met wat de administratie had bevestigd. Toch kwam er een rechtzetting. Tijdens het onderzoek heeft de administratie een nieuwe beslissing betekend waarbij de vorige werd ingetrokken en het bezwaar gegrond werd verklaard. De klacht was gegrond en voldoende hersteld. De normen redelijke behandeltermijn (4,5 jaar voor de behandeling van het bezwaar) en goede uitvoeringspraktijk en administratieve nauwkeurigheid werden geschonden omdat de nieuwe richtlijnen na de uitspraak van de rechtbank eerst niet correct werden toegepast. Op alle dossiers die bij de administratie definitief waren afgehandeld (bezwaar afgehandeld én termijn van drie maanden om naar de fiscale rechtbank te stappen voorbij), wordt echter niet meer teruggekomen. Ook in het volgend dossier wordt de definitief geworden beslissing niet herzien. In dossier 2005-0307 ontvangt de zus van de verzoeker respectievelijk in 2001 en 2002 de aanslagbiljetten voor 1999 en 2000. De verzoeker (mede-eigenaar van de woning) tekent bezwaar aan. Op 18 november 2003 worden twee beslissingen inzake bezwaren aan de verzoeker betekend: voor heffingsjaar 1999 wordt het bezwaar afgewezen, voor heffingsjaar 2000 wordt het aanvaard. In de brief aan de verzoeker staat dat het centraal ontvangkantoor een afrekening van het verschuldigde bedrag zou toesturen. De verzoeker heeft geen afrekening meer ontvangen. Op 25 april 2005 ontvangt de zus van de verzoeker - op wiens naam de heffing was ingekohierd - een laatste aanmaning van de deurwaarder om de heffing van het jaar 1999 te betalen. De afrekening van het heffingsjaar 1999 werd op 24 november 2003 naar de zus van de verzoeker verstuurd. Omdat een betaling uitblijft, wordt er op 25 april 2005 een aanmaning verstuurd naar haar. De Vlaamse Ombudsdienst acht de klacht gegrond en nog te herstellen. De volgende ombudsnormen zijn geschonden: overeenstemming met het recht: de heffing is niet verschuldigd omdat niet alle mede-eigenaars werden betrokken bij de inventarisatie en evenmin bij de inkohiering; redelijke behandeltermijn: te lange termijn tussen de inventarisatie en de verzending van de heffingsbiljetten, te lange behandeltermijn van de bezwaarschriften, bijna 18 maanden tussen afrekening en aanmaning door de gerechtsdeurwaarder; goede uitvoeringspraktijk en administratieve nauwkeurigheid: de administratie had ook een afrekening naar de verzoeker moeten versturen, zoals aangekondigd in de begeleidende brief bij het bezwaar. De Vlaamse Ombudsdienst heeft de afdeling Financieel Management aanbevolen de heffing oninbaar te stellen, omdat niet alle medeeigenaars betrokken werden bij de inventarisatie en bij de inkohiering van de heffing. 7Jaarverslag 2005 139

HOOFDSTUK 7<br />

Wonen<br />

een gerechtelijke procedure aanhangig werd gemaakt. De administratie moet daarom het vonnis<br />

van de bevoegde rechtbank afwachten vooraleer een volgend bezwaar te behandelen.<br />

W IE BETAALT DE GEVOLGEN VAN DE LANGE BEHANDELTERMIJN VAN DE<br />

BEZWAREN?<br />

Veel belastingplichtigen ontvingen in <strong>2005</strong> een afrekening waarop in geval van niet-betaling<br />

nalatigheidsintresten werden aangerekend. Hoewel op de aanslagbiljetten uitdrukkelijk vermeld<br />

werd dat het indienen van een bezwaarschrift niet zorgt voor een kwijtschelding van intresten,<br />

zijn er heel wat belastingplichtigen die verkeerdelijk veronderstelden dat hun bezwaar toch zou<br />

worden ingewilligd en aldus niet betaalden en de beslissing afwachtten. Door de bijzonder lange<br />

behandeltermijnen lopen de intresten dan ook hoog op.<br />

In dossier <strong>2005</strong>-0521 tekent de verzoekster in april 2003 bewaar aan tegen de heffing op<br />

verkrotting van twee woningen. De heffing bedraagt tweemaal 2970 euro. De beslissingen<br />

over deze bezwaren worden aan de verzoekster betekend in mei <strong>2005</strong>. Door deze lange<br />

behandeltermijn van meer dan twee jaar worden de heffingen verhoogd met 754,48 euro<br />

intresten.<br />

De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> oordeelt dat in deze dossiers ook de norm doeltreffende algemene<br />

informatieverstrekking is geschonden: de verzoekers kregen geen informatie over de lange<br />

duurtijd van de behandeling van de bezwaarschriften en konden derhalve ook niet weten dat de<br />

intresten van 0,5% per maand op de heffing zo hoog zouden oplopen. In het oorspronkelijke<br />

Heffingsdecreet was immers een behandeltermijn van 3 maanden, later verlengd tot 6 maanden,<br />

opgenomen.<br />

Het gewijzigde Heffingsdecreet bepaalt nu dat de betaalplicht niet meer wordt opgeschort<br />

wanneer de heffingsplichtige bezwaar aantekent tegen de heffing. Zo blijven ook de intresten op<br />

de verschuldigde heffingen niet meer oplopen tijdens de behandeling van het bezwaar.<br />

K AN HET WAT DUIDELIJKER?<br />

Ook de klachtenbehandelaar stelt vast dat er vaak ontoereikend en onduidelijk wordt gecommuniceerd.<br />

Vooral de beslissingen betreffende de bezwaarschriften zijn door de te ambtelijke<br />

taal moeilijk leesbaar voor de meeste verzoekers. Bijvoorbeeld: "Overwegende dat dienvolgens<br />

in casu geen overmacht als verschoningsgrond voor de verwaarlozing van de panden kan worden<br />

weerhouden."<br />

Ook is het voor de burgers soms heel onduidelijk tot wie zij zich moeten wenden, omdat er<br />

verschillende actoren bij deze heffing betrokken zijn: de gemeentelijke of de gewestelijke inventarisbeheerder,<br />

de cel Bezwaren van de afdeling Financieel Management en het ontvangkantoor<br />

van de afdeling Financieel Management.<br />

I S DIT IN OVEREENSTEMMING MET HET RECHT?<br />

Enkele beslissingen blijken niet correct te zijn. Deze gaan vooral over verkeerdelijk toegekende<br />

of niet-toegekende ambtshalve ontheffingen, erfeniskwesties en problemen inzake de onverdeeldheid.<br />

De norm niet-correcte beslissing wordt door de Klachtendienst Financiën gehanteerd<br />

wanneer de dienst vindt dat de administratie een handeling verkeerd of niet gesteld heeft.<br />

De Klachtendienst Financiën benadrukt dat wanneer hij fouten vaststelt, de administratie in de<br />

mate van het mogelijke een oplossing tracht te vinden.<br />

138

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!