Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HOOFDSTUK 6<br />
Ruimtelijke ordening<br />
den afgeleverd voor hoofdtransportleidingen die niet op (gewestelijke) ruimtelijke uitvoeringsplannen<br />
zijn aangeduid.<br />
Volgens de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> is dat niet de kern van de zaak, maar wel de vraag of percelen<br />
onbebouwd moeten blijven omdat er later mogelijk een pijpleiding wordt gelegd. Dat moet<br />
uiteindelijk toch afhangen van de vraag of pijpleidingen technisch gezien voldoende flexibel zijn<br />
om langs hindernissen zoals gebouwen heen te worden gelegd. Als het antwoord daarop positief is,<br />
dan moet juridisch de mogelijkheid gecreëerd worden de bouwpercelen te bebouwen. Is het antwoord<br />
negatief of is er twijfel, dan moet de overheid een vergoedingssysteem uitwerken voor de<br />
periode dat de percelen geblokkeerd blijven.<br />
De klachten over monumenten en landschappen, over ruilverkavelingen en over de heffing op<br />
leegstaande en verwaarloosde bedrijven hebben geen bijzondere knelpunten aan het licht gebracht.<br />
Ook de rapporten van de eerstelijnsklachtenbehandelaars bevatten geen opvallende klachten.<br />
De Klachtendienst Financiën meldt wel dat verder gewerkt wordt aan de harmonisatie van de<br />
heffing met de heffing op leegstand en verkrotting van gebouwen en woningen, in uitvoering van<br />
aanbeveling 2000-19.<br />
De klachtenbehandelaars van de VLM hebben eigen aanbevelingen geformuleerd, maar voornamelijk<br />
over het thema milieu. Over ruilverkavelingen hernemen zij een onderwerp uit het <strong>Jaarverslag</strong><br />
2004. Daarin had de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> de <strong>Vlaamse</strong> overheid gevraagd te onderzoeken<br />
of de procedure kon worden vereenvoudigd en gestroomlijnd. Volgens het klachtenrapport is<br />
het de bedoeling daar nu mee te starten door de opmaak van een decreet waarbij een vraaggestuurde<br />
en modulaire aanpak centraal staat en waarin bestaande inrichtingsinstrumenten inhoudelijk<br />
en procedureel kunnen worden afgestemd.<br />
6.2.4 ANDERE KLACHTEN<br />
6.3 Natraject aanbevelingen en<br />
ontwikkelingen in <strong>2005</strong><br />
In het <strong>Jaarverslag</strong> 2004 heeft de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> vier aanbevelingen geformuleerd. De<br />
commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke<br />
Ordening en Onroerend Erfgoed heeft ze besproken op 21 september <strong>2005</strong> (Stuk 41 – A (2004-<br />
<strong>2005</strong>) – Nr. 4). De minister heeft ze ook beantwoord in zijn Beleidsbrief ruimtelijke ordening <strong>2005</strong>.<br />
6<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2005</strong><br />
A ANBEVELING 2004-11<br />
De <strong>Vlaamse</strong> overheid (in het bijzonder de <strong>Vlaamse</strong> Regering en AROHM) moet samen met<br />
de provincies en de gemeenten de kwaliteit van de vergunningverlening en de controle daarop<br />
verder verbeteren.<br />
Dit is volgens de minister een zeer belangrijke aanbeveling. Hij wil de gemeenten zo snel mogelijk<br />
ontvoogden, zodat AROHM eindelijk de taak kan opnemen die het volgens hem al lang had<br />
moeten vervullen, namelijk kwaliteitsbewaking, begeleiding, coaching en sturing om zo het ruimtelijke<br />
ordeningsbeleid te brengen op het niveau van een planologische benadering in plaats van<br />
een ad-hoc-benadering. Vanuit dat perspectief van responsabilisering van de gemeenten wijst de<br />
129