Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HOOFDSTUK 6<br />
Ruimtelijke ordening<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> acht de ombudsnorm deugdelijke correspondentie geschonden.<br />
Het is nefast voor de participatie van de burger en dus het draagvlak van de ruimtelijke planning<br />
als de burger niet kan vatten welk gevolg er aan zijn bezwaarschrift gegeven is. De minister suggereert<br />
in zijn bovenvermeld antwoord dat bij de opmaak van een bestek voor de uitwerking van<br />
een voorontwerp van een plan uitdrukkelijk wordt opgenomen dat er een grondige redactie moet<br />
gebeuren vanuit het oogpunt van de leesbaarheid. Dat is dan wel een absoluut minimum.<br />
O OK IN <strong>2005</strong> ONTDEKT DE BURGER PLANSCHADE WAARVOOR ZIJN RECHT<br />
OP VERGOEDING VERJAARD IS<br />
Zoals elk jaar heeft de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> ook in <strong>2005</strong> aan enkele verzoekers moeten<br />
meedelen dat het voor een planschadevergoeding wellicht ruim te laat is. In het <strong>Jaarverslag</strong> 2002<br />
werd daarop dieper ingegaan, met de aanbeveling dat de plannende overheid bij bestemmingswijzigingen<br />
de betrokken burgers actief moet informeren over de mogelijkheid planschadevergoeding<br />
te krijgen.<br />
Verder werd aanbevolen dat die overheden een regeling in der minne niet bij voorbaat<br />
mochten uitsluiten. Omwille van de complexiteit verwijst de <strong>Vlaamse</strong> overheid burgers die planschadevergoeding<br />
vragen, steevast door naar de rechter. Eind <strong>2005</strong> zouden ongeveer 500 dossiers<br />
verwikkeld zijn in gerechtelijke procedures (parlementaire vraag nr. 38 van 25 november <strong>2005</strong>).<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> dringt er nogmaals op aan dat verder onderzocht wordt hoe de<br />
regelgeving inzake planschadevergoeding kan worden vereenvoudigd, zodat de burger zich niet<br />
steeds tot de rechter moet wenden.<br />
E EN BIJZONDER GEVAL: DE OVERHEID BLOKKEERT MEER DAN 50 JAAR<br />
BOUWPERCELEN ZONDER ENIGE VERGOEDING<br />
In dossier 2004-0889 heeft de verzoeker in het begin van de jaren 1950 te horen gekregen<br />
dat zijn perceel in een reservatiestrook ligt voor de aanleg van een grote ring rond<br />
Antwerpen. Door de jaren heen heeft hij verscheidene instanties aangeschreven met de<br />
vraag om werk te maken van de onteigening, maar vergeefs.<br />
In 1998 beslist het <strong>Vlaamse</strong> Gewest af te zien van de aanleg van de grote ring. De reservatiestrook<br />
wordt wel behouden, ditmaal voor de aanleg van pijpleidingen. De rechter oordeelt<br />
in 2003 dat de verzoeker niet in aanmerking komt voor een planschadevergoeding. De<br />
verzoeker dringt dan maar opnieuw aan op een spoedige onteigening. In de nabije toekomst<br />
zijn er echter nog steeds geen grote projecten voorzien.<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> vindt het onaanvaardbaar dat dergelijke percelen gedurende<br />
meer dan 50 jaar geblokkeerd blijven zonder enige vergoeding voor de eigenaar. De federale<br />
Algemene Directie Energie, Gas & Elektriciteit merkt zelfs op dat er voor de aanleg van pijpleidingen<br />
eigenlijk niet eens onteigend wordt. Als de pijpleiding er ligt, wordt er aan de eigenaar<br />
van het perceel wel een minimale vergoeding gegeven voor de erfdienstbaarheid. Bovendien<br />
blijkt de aanleg van pijpleidingen technisch vrij flexibel te zijn, zodat men gemakkelijk pijpleidingen<br />
om hindernissen (zoals gebouwen) heen kan leggen. Dat is zelfs gebruikelijk en zou volgens<br />
de federale dienst geen problemen opleveren.<br />
De afdeling Ruimtelijke Planning verwijst naar de beleidsvisies die vervat zijn in het Ruimtelijk<br />
Structuurplan Vlaanderen. Daarin wordt de transportfunctie van pijpleidingen en elektriciteitsnetten<br />
van cruciaal belang geacht voor het economisch en maatschappelijk functioneren<br />
van Vlaanderen. De afdeling merkt op dat geen stedenbouwkundige vergunningen kunnen wor-<br />
128