Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
Jaarverslag 2005 - Vlaamse Ombudsdienst
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK 6<br />
Ruimtelijke ordening<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> heeft geoordeeld dat de klacht over het tijdelijk gedogen ongegrond<br />
is, omdat er concrete plannen waren voor de beëindiging van de overtreding en omdat de<br />
verzoeker eigenlijk geen milieuhinder ondervond. Wel zou de gemeente door een actiever<br />
opsporingsbeleid de overtreding misschien tijdig ontdekt hebben, waardoor gedogen niet nodig<br />
zou geweest zijn. Op dat vlak is de ombudsnorm goede uitvoeringspraktijk geschonden geacht.<br />
O OK VOOR LICHTE OVERTREDINGEN IS EEN ACTIEF HANDHAVINGSBELEID<br />
NODIG<br />
In dossier <strong>2005</strong>-0167 vraagt de verzoeker een stedenbouwkundige vergunning voor een<br />
houten tuinscherm. De gemeente weigert die op grond van de geldende BPA-voorschriften:<br />
alleen levende hagen zijn toegelaten, al dan niet voorzien van een draadversperring. De<br />
gemeente wil tot een kwalitatieve en uniforme manier van perceelsbegrenzing komen. Zij<br />
blijft achter die optie staan, en wil het BPA niet wijzigen.<br />
De verzoeker merkt op dat de optie in de praktijk niet wordt toegepast. Er zijn in de loop<br />
der jaren op verscheidene percelen tuinafsluitingen geplaatst waartegen de gemeente nooit<br />
heeft opgetreden. De gemeente erkent dat, en geeft als argument dat de illegale afsluitingen<br />
in het bouwblok van de verzoeker niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en er geen formele<br />
klachten geweest zijn over die afsluitingen. Het is pas in de nasleep van de weigering<br />
in dit vergunningsdossier dat de gemeente door de verzoeker formeel in kennis werd gesteld<br />
van overtredingen. De gemeente houdt in beraad of hier al dan niet repressief zal worden<br />
opgetreden.<br />
Voor de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> is de klacht deels gegrond. De optie om alleen levende<br />
hagen toe te laten, is een beleidskwestie. Eenmaal die optie genomen, moet de gemeente inderdaad<br />
de vergunning weigeren. Maar als de gemeente belang hecht aan levende hagen, dan moet<br />
zij ook actief de naleving daarvan nastreven. Blijkbaar heeft zij al decennia lang geen controle<br />
uitgevoerd. Dat is een schending van de ombudsnorm goede uitvoeringspraktijk en administratieve<br />
nauwkeurigheid. Door jarenlang niet te controleren en op te treden, schendt de<br />
gemeente ook de ombudsnorm rechtszekerheid.<br />
J E MOET NIET ALTIJD DE DEUR UIT VOOR EEN ACTIEVE OPSPORING VAN<br />
EEN BOUWOVERTREDING<br />
De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Ombudsdienst</strong> heeft in enkele dossiers vastgesteld dat de gemeente mits een verbeterde<br />
verwerking van beschikbare informatie en een efficiënte coördinatie van haar diensten<br />
een aantal bouwovertredingen veel eerder had kunnen ontdekken.<br />
In dossier <strong>2005</strong>-0709 heeft de stad 30 jaar geleden een stedenbouwkundige vergunning<br />
afgeleverd voor het bouwen van een handelscomplex, toonzalen en burelen. In het gebouw<br />
zijn echter al geruime tijd een 16-tal woongelegenheden gecreëerd. Alle appartementen zijn<br />
verkocht en enkele zijn zelfs al doorverkocht. Telkens heeft de notaris dus in te vullen inlichtingenformulieren<br />
aan de stad bezorgd. De stad heeft daarop steeds vermeld dat geen bouwovertredingen<br />
gekend waren, maar heeft ook niet stilgestaan bij de verkoop van woongelegenheden<br />
in een gebouw dat volgens de vergunning geen woongelegenheden mag bevatten.<br />
Bovendien staan er sinds 1987 bewoners ingeschreven in de bevolkingsregisters op dat<br />
adres, maar ook dat gegeven is nooit gekoppeld aan de vergunningstoestand.<br />
120