Jaarverslag 2011 - Aquafin
Jaarverslag 2011 - Aquafin
Jaarverslag 2011 - Aquafin
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
12<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong>
Verslag van de raad<br />
van bestuur over<br />
het boekjaar <strong>2011</strong><br />
overeenkomstig de toepasselijke bepalingen<br />
van het wetboek van vennootschappen<br />
Corporate governance verklaring 14<br />
Verslag van de raad van bestuur 23<br />
Belangrijkste evoluties tijdens het boekjaar 24<br />
Uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest 28<br />
Bouwactiviteit per bekken in <strong>2011</strong> 32<br />
Beheer van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest 36<br />
Diensten buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest 41<br />
Onderzoek en productontwikkeling 43<br />
Belangrijkste risicofactoren 45<br />
Belangrijkste evoluties na het boekjaar 47<br />
Commentaar bij de balans 48<br />
Commentaar bij de resultatenrekening 50<br />
Voorstel aan de algemene vergadering 51<br />
13
14<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
Corporate<br />
Governance<br />
Verklaring<br />
ALGEMEEN<br />
Het eerste <strong>Aquafin</strong> corporate governance charter (Charter)<br />
werd door de raad van bestuur op 26 januari 2006 goedgekeurd.<br />
Dit charter werd opgesteld overeenkomstig de bepalingen van<br />
de Belgische corporate governance code van 9 december 2004.<br />
Ingevolge de bekendmaking van de nieuwe versie van de code<br />
van maart 2009 en wegens de uitgifte van de obligatielening<br />
diende het Charter te worden aangepast. De raad van bestuur<br />
heeft op 14 januari 2010 dit Charter goedgekeurd. De meest<br />
recente versie kan geraadpleegd worden via de website<br />
(www.aquafin.be).
RAAD VAN BESTUUR<br />
n<br />
Samenstelling<br />
Sinds 3 augustus 2010 is de raad van bestuur samengesteld zoals weergegeven in onderstaande tabel.<br />
Naam Aard mandaat/onafhankelijk/(niet-)uitvoerend Einde mandaat<br />
VOF Thedes, vertegenwoordigd door Marc van den Abeelen Voorzitter, onafhankelijk, niet-uitvoerend 2014<br />
Luc Bossyns Gedelegeerd bestuurder, uitvoerend 2014<br />
Alain Bernard Niet-uitvoerend 2014<br />
Pol Cools Niet-uitvoerend 2014<br />
Marijke Mahieu Onafhankelijk, niet-uitvoerend 2014<br />
VOF Materie, vertegenwoordigd door Erik Matthijs Onafhankelijk, niet-uitvoerend 2014<br />
Francine Swiggers Niet-uitvoerend 2014<br />
Jhony Van Steen Onafhankelijk, niet-uitvoerend 2014<br />
Ivo Van Vaerenbergh Niet-uitvoerend 2014<br />
Vlaamse Milieuholding NV, vertegenwoordigd door Matrix NV, Niet-uitvoerend 2014<br />
vertegenwoordigd door Roland Van Dierdonck<br />
De raad van bestuur wordt bijgestaan door de secretaris, Alain Vanden Bon.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
15
16<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
n<br />
Voorstelling van de bestuurders<br />
Marc van den Abeelen<br />
Marc van den Abeelen is doctor in de<br />
rechten van de Vrije Universiteit Brussel.<br />
Hij werd hoogleraar Fiscaal Recht en was<br />
directeur-generaal van de Hoge Raad voor<br />
Diamant. Vanaf 1976 was hij gemeente -<br />
raadslid van Aartselaar, van 1988 tot 1993<br />
schepen en vanaf 1993 burgemeester.<br />
Tussen 1995 en 2009 was hij volksvertegenwoordiger. Van 1999<br />
tot 2004 was hij voorzitter van de Commissie Financiën en<br />
vanaf 2004 tot 2009 voorzitter van de Commissie voor<br />
Openbare Werken, Mobiliteit en Energie van het Vlaams<br />
Parlement. Sinds 2004 is hij bestuurder bij het Pensioenfonds<br />
van het Vlaams Parlement en sinds 2008 is hij bestuurder bij<br />
CEGEKA NV. Daarnaast is hij voorzitter van het World Trade<br />
Center Antwerpen. In 2009 werd hij voorzitter van <strong>Aquafin</strong>.<br />
Luc Bossyns<br />
Luc Bossyns is burgerlijk ingenieur<br />
scheeps bouwkunde van de Rijksuniversiteit<br />
Gent. Hij behaalde een extra postuniversitair<br />
diploma Bedrijfsbeheer aan de UFSIA<br />
(Antwerpen). Hij begon zijn professionele<br />
loopbaan bij Cockerill Yards Hoboken in 1977.<br />
Daarna werkte hij voor CMB (hoofd nieuw -<br />
bouwafdeling) en Boelwerf (technisch directeur). Van 1993 tot<br />
1995 was hij directeur-generaal en bestuurder van Boelwerf<br />
Vlaanderen. Daarna maakte hij de overstap naar Stork MEC,<br />
waar hij afgevaardigd bestuurder was. Van 1995 tot <strong>2011</strong> was<br />
hij ook vereffenaar van alle middelgrote scheepswerven in<br />
Vlaanderen. Daarnaast is hij sinds 1995 ook zaakvoerder van<br />
Bamboss BVBA en vanaf 2003 bestuurder bij de firma Etap NV.<br />
In mei 2000 is hij aangesteld als gedelegeerd bestuurder bij<br />
<strong>Aquafin</strong> NV.<br />
Alain Bernard<br />
Alain Bernard is burgerlijk ingenieur<br />
bouw kunde en burgerlijk ingenieur<br />
industrieel beleid, afgestudeerd aan de<br />
Katholieke Universiteit Leuven. Hij startte<br />
zijn loopbaan bij T.V. Zeezand voor de<br />
uitbouw van de buitenhaven van Zeebrugge.<br />
Tussen 1982 en 1985 werkte hij als project -<br />
manager bij NV Dredging International. Daarna werd hij<br />
directeur-generaal bij NV Hydro Soil Services. Vanaf 1990<br />
werkte hij opnieuw voor de NV Dredging International, eerst<br />
als directeur van de Benelux-divisie en van 1995 tot 2006 als<br />
directeur-generaal. Van 1997 tot 2006 was hij eveneens actief<br />
als chief operating officer van D.E.M.E.-Group (Dredging<br />
Environmental & Marine Engineering). Sinds 2006 is hij<br />
chief executive officer van D.E.M.E.-Group en bestuurder bij<br />
verschillende dochterbedrijven uit de D.E.M.E.-Group: DEC,<br />
C-POWER, Scaldis, GEOSEA…<br />
Sinds 2004 is hij eveneens voorzitter van de Belgische<br />
Baggerfederatie. In 2007 werd hij benoemd tot bestuurder van<br />
<strong>Aquafin</strong> NV.<br />
Pol Cools<br />
Pol Cools studeerde aan de Rijks -<br />
universiteit Gent af als burgerlijk ingenieurarchitect<br />
en ingenieur in de milieusanering.<br />
Hij startte zijn loopbaan in 1972 bij het<br />
Wegenfonds en was in 1976 attaché bij<br />
het kabinet van minister van Openbare<br />
Werken Defraigne. In 1977 vestigde hij zich<br />
als zelfstandig architect, eerst met het bureau ir Pol Cools,<br />
vanaf 1990 met de studievennootschap Arch & Teco NV,<br />
waarvan hij bestuurder was. Hij bouwde het oorspronkelijke<br />
architectuuratelier uit tot Arch & Teco Group. Deze multi -<br />
disciplinaire studie- en consultinggroep bestaat uit acht<br />
autonome business units, opgericht door Pol Cools tussen<br />
1977 en 2005. Tot de activiteiten behoren: architectuur,<br />
restauratie en ruimtelijke planning; stabiliteit, burgerlijke<br />
bouwkunde en waterbouwkunde; infrastructuur; wegenisen<br />
rioleringsontwerp; uitrustingstechnieken; EPB en EPC;<br />
veiligheids coördinatie, expertise; milieutechnieken; telecom -<br />
netwerken en GIS-projecten; change management; facility<br />
management; consulting; projectmanagement en - coördinatie.<br />
In 2005 breidde Pol Cools zijn activiteiten op internationaal<br />
vlak uit met de oprichting van de joint venture Ase Structure<br />
Design Pvt Ltd in Chennai (India), waarvan hij bestuurder is.<br />
Sinds 2006 is hij eveneens lid van het College van Vereffenaars<br />
bij Berlaymont NV 2000. In 2007 werd hij benoemd tot<br />
bestuurder van NV <strong>Aquafin</strong>.<br />
Marijke Mahieu<br />
Marijke Mahieu is licentiate in de<br />
rechten, afgestudeerd aan de Universiteit<br />
Gent. Van 1975 tot 1981 werkte ze als<br />
advocaat in Gent. Sinds 1981 is ze<br />
ambtenaar bij de stad Gent. Tot 1995<br />
werkte ze op de Juridische dienst in<br />
verschillende functies. Daarna promoveerde<br />
ze tot directeur-manager van de dienst Administratie<br />
Technische Diensten. In 1999 werd ze directeur-manager<br />
van de dienst Leefmilieu en Natuurontwikkeling en in 2001<br />
waarnemend directeur-generaal van het departement<br />
Economie, Milieu en Volksgezondheid. Sinds 2003 is ze<br />
departementshoofd Werk en Economie en lid van het<br />
managementteam van de stad Gent. Vanuit haar functie is<br />
ze ook lid van het directiecomité van het Innovatie- en<br />
incubatiecentrum NV van de Universiteit Gent, lid van het<br />
directiecomité en bestuurder van de NV De Punt Gent, lid van<br />
de raad van bestuur van VZW Startpunt Gent, voorzitter van<br />
de raad van bestuur van VZW Labeur Gent en lid van de raad<br />
van bestuur van Max Mobiel Gent. In 2007 werd ze benoemd<br />
tot bestuurder van <strong>Aquafin</strong> NV.
Erik Matthijs<br />
Erik Matthijs is doctor in de vee artsenij -<br />
kunde, afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit<br />
Gent. Hij was praktiserend dierenarts tot<br />
oktober 1992. In 1986 werd hij schepen<br />
van financiën van de stad Eeklo. In oktober<br />
1992 werd hij aangeduid als nationaal<br />
gecoöpteerd senator. Hij zetelde in de Belgische Senaat tot<br />
juni 1995. Op 1 januari 1995 werd hij burgemeester van de Stad<br />
Eeklo, een ambt dat hij bekleedde tot eind december 2006.<br />
Hij was in die periode ook lid van de raad van beheer van de<br />
Katholieke Hogeschool voor gezondheidszorg te Gent. In 1995<br />
en 1999 werd hij rechtstreeks verkozen als lid van het Vlaams<br />
Parlement voor het arrondissement Gent-Eeklo. In juni 2004<br />
werd hij opnieuw verkozen tot Vlaams volksvertegenwoordiger,<br />
maar dan voor de provincie Oost-Vlaanderen. In de Senaat<br />
was hij lid van de Commissie Onderwijs en Wetenschap en het<br />
Adviescomité voor Europese Aangelegenheden. In het Vlaams<br />
Parlement was hij gedurende meer dan tien jaar vast lid van<br />
de Commissie Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke Ordening.<br />
Van 2004 tot 2009 was hij eveneens ondervoorzitter van<br />
de Commissie Algemeen Beleid, Financiën en Begroting van<br />
het Vlaams Parlement. Hij is medeauteur van het vernieuwde<br />
Bodemsaneringsdecreet en werkte eind 2004 ook mee aan de<br />
reorganisatie van de watersector in Vlaanderen. In mei 2009<br />
werd hij aangeduid als bestuurder van <strong>Aquafin</strong> NV en<br />
voorzitter van het auditcomité.<br />
Francine Swiggers<br />
Francine Swiggers is licentiate toegepaste<br />
economische wetenschappen en master in<br />
business administration van de Katholieke<br />
Universiteit Leuven. Zij begon haar<br />
professionele loopbaan bij het Nationaal<br />
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek.<br />
In 1977 maakte zij de overstap naar Bacob<br />
bank. Sinds 1997 is zij actief bij Groep ARCO en verantwoordelijk<br />
voor de opvolging van de financiële participaties. In 2007<br />
werd ze tot voorzitter benoemd van het directiecomité.<br />
Naast bestuurders mandaten in de maatschappijen van Groep<br />
ARCO is zij ook lid van de raad van bestuur bij Dexia SA,<br />
Dexia Crédit Local (France), VDK, Censor bij de Nationale Bank<br />
van België en voorzitter van Procura vzw. In 1998 werd zij<br />
bij <strong>Aquafin</strong> benoemd tot bestuurder.<br />
Roland Van Dierdonck<br />
Prof. Dr. Roland Van Dierdonck is<br />
burgerlijk werktuigkundig-elektrotechnisch<br />
ingenieur van de Universiteit Gent en<br />
doctor of business administration van de<br />
Harvard University. Van 1978 tot 1980<br />
doceerde hij aan IMD in Lausanne. In 1980<br />
keerde hij naar België terug om les te geven aan de<br />
Universiteit Gent. Van 1987 tot 1990 en vanaf 1996 tot<br />
1998 was hij voorzitter van de School voor Management van<br />
de Universiteit Gent. In de periode 1985 tot 1992 was hij gast -<br />
professor bij Insead, École National des Ponts et Chaussées<br />
in Parijs en de University of North Carolina in Chapel Hill.<br />
Van 1995 tot 2001 was hij gastdocent aan de Rotterdam School<br />
of Management van de Erasmus Universiteit. Van 1998 tot<br />
2007 was hij decaan van de onafhankelijke Vlerick Leuven Gent<br />
Management School. Op 1 oktober 2007 werd hij professor<br />
emeritus van de Universiteit Gent. Hij was lid van de raad<br />
van bestuur van diverse profit en non-profit organisaties.<br />
Sinds september 2010 is hij associate director van de European<br />
Foundation for Management Development. Op dit ogenblik<br />
is hij voorzitter van de raad van bestuur van de Vlaamse<br />
Milieuholding NV en lid van de raad van bestuur van Indaver<br />
NV en <strong>Aquafin</strong> NV.<br />
Jhony Van Steen<br />
Na het beëindigen in 1970 van zijn<br />
studies economische wetenschappen aan<br />
de Vrije Universiteit Brussel, was Jhony<br />
Van Steen tot 1978 verbonden aan de<br />
universiteit als wetenschappelijk mede -<br />
werker. In 1978 stapte hij over naar de<br />
ASLK, waar hij verantwoordelijk was voor<br />
de jongerenpolitiek en homebanking introduceerde in 1985.<br />
Van 1989 tot 1992 was hij achtereenvolgens adviseur,<br />
kabinetschef en adjunct-kabinetschef op het kabinet PTT en<br />
het kabinet Overheidsbedrijven. Tussen 1992 en 1993 vervulde<br />
hij de functie van bestuurder-directeur bij ASLK Verzekeringen.<br />
Van januari 1994 was hij actief als directeur Publieke en<br />
Social Profit Sector voor Fortis. Hij bekleedde verschillende<br />
bestuursmandaten in verzekeringsmaatschappijen in België<br />
en Luxemburg, bij ES-finance, Belgacom, GIMV, PMV/ VPM,<br />
VIOM en de scholengroep Dender. Ook vandaag is hij nog<br />
actief in diverse raden van bestuur in de publieke en de social<br />
profit sector. Sinds 2001 is hij bestuurder bij <strong>Aquafin</strong> NV en<br />
voorzitter van het Benoemings- en remuneratiecomité.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
17
18<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
Ivo Van Vaerenbergh<br />
Ivo Van Vaerenbergh is burgerlijk<br />
werktuigkundig ingenieur en ingenieur in<br />
de milieusanering van de Vrije Universiteit<br />
Gent. Hij behaalde een postgraduaat<br />
bedrijfs kunde en een master in business<br />
administration aan de Katholieke Universiteit<br />
Leuven. Hij startte zijn loopbaan bij de<br />
diensten Eerste Minister-Programmatie van het Wetenschaps -<br />
beleid. Als operationeel directeur stond hij in voor de nationale<br />
R&D programma’s Energie, Leefmilieu en Secundaire Grond -<br />
stoffen. Vanaf 1979 tot in 1994 was hij afgevaardigd bestuurder<br />
van Metallo Chimique NV. Hij was voorzitter van de raad<br />
van bestuur van het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol<br />
(1986-1989) en van de Vlaamse Milieuholding (1994-2002).<br />
Als ondernemer is hij sinds 1986 voorzitter-afgevaardigd<br />
bestuurder van de REM.B/Morssinkhof Hydraulics Group<br />
(Beerse, Roosdaal) en bestuurder bij Renewable Ventures<br />
Fund cvba, ENERGIUS NV, Thenergo NV en W-Kracht NV.<br />
Verder is bij bestuurder bij Reynaers Aluminium NV,<br />
Ziekenhuis Netwerk Antwerpen vzw, Lanbokas en Edan<br />
Business Systems NV. Gedurende twintig jaar was hij in de<br />
Kempen voorzitter van Voka - Kamer van Koophandel Kempen<br />
en tot op heden zit hij de Regionale Nucleaire Coördinatiecel<br />
(RNC) voor. Sinds 1995 is hij bestuurder bij <strong>Aquafin</strong> NV.<br />
Tussen 1999 en mei 2009 was hij voorzitter.<br />
n<br />
Activiteitenverslag en aanwezigheden<br />
Naast de uitoefening van de bevoegdheden zoals omschreven<br />
in het charter, heeft de raad van bestuur in het afgelopen<br />
boekjaar eveneens aandacht besteed aan het verder opzetten<br />
en uitbouwen van samenwerkingsverbanden, de financiering<br />
en het budgetbeheer voor investeringsprojecten.<br />
Tijdens <strong>2011</strong> vergaderde de raad van bestuur acht keer.<br />
Tijdens twee vergaderingen waren alle bestuurders aanwezig.<br />
Op drie vergaderingen waren negen bestuurders aanwezig<br />
en op de overige drie bijeenkomsten waren acht bestuurders<br />
aanwezig. Drie bestuurders waren elk op één vergadering<br />
verontschuldigd. Drie andere bestuurders waren verontschuldigd<br />
voor twee vergaderingen.
AUDITCOMITÉ<br />
n<br />
Activiteitenverslag en aanwezigheden<br />
n<br />
n<br />
Samenstelling<br />
Voorzitter<br />
VOF Materie, vertegenwoordigd door<br />
Erik Matthijs<br />
Pol Cools<br />
Marijke Mahieu<br />
Francine Swiggers<br />
Vlaamse Milieuholding, vertegenwoordigd<br />
door Matrix NV, vertegenwoordigd door<br />
Roland Van Dierdonck<br />
Activiteitenverslag en aanwezigheden<br />
Naast de uitvoering van de activiteitsdomeinen die specifiek<br />
toevertrouwd werden aan het auditcomité, werd onder<br />
meer de onafhankelijkheid van de commissaris geëvalueerd,<br />
op basis van de verklaring in de management letter per<br />
31/12/2010. Na toelichting van het aanbestedingsverslag<br />
ter benoeming van de commissaris adviseerde het comité<br />
om de opdracht te gunnen aan Ernst & Young. Inzake het<br />
rentemanagement gaf het comité advies voor een aantal<br />
hedgingvoorstellen. Ook de impact die de IFRS conversie heeft<br />
op een aantal rubrieken uit de balans en/of resultaten -<br />
rekening werd uitvoerig besproken, net zoals de toelichtingen<br />
onder IFRS. Het comité gaf eveneens advies over een aantal<br />
punten, die betrekking hebben op de relatie met de economisch<br />
toezichthouder.<br />
In <strong>2011</strong> kwam het auditcomité viermaal samen. Tijdens één<br />
bijeenkomst was het comité voltallig, tijdens de overige verga -<br />
deringen was telkens één bestuurder afwezig. Twee bestuurders<br />
woonden alle vergaderingen van het comité bij, de drie overige<br />
bestuurders waren elk op één vergadering verontschuldigd.<br />
BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITÉ<br />
n<br />
Samenstelling<br />
Voorzitter<br />
Jhony Van Steen<br />
Alain Bernard<br />
Ivo Van Vaerenbergh<br />
Naast de opname van de gebruikelijke domeinen inzake<br />
loonpolitiek, extra legale voordelen, CAO- onderhandelingen,<br />
de opstelling van de doelstellingen voor het directiecomité<br />
en de evaluatie van de realisatie van deze doelstellingen,<br />
adviseerde het comité de raad van bestuur over de door het<br />
management voorgestelde aanpassing van de organisatie,<br />
volgend uit het strategisch plan van <strong>Aquafin</strong>. Ook de<br />
implicaties van de regeringsverklaring op de arbeidskosten<br />
werden in een eerste lezing bekeken.<br />
Tijdens het voorbije boekjaar kwam het benoemings- en<br />
remuneratiecomité drie keer samen. Twee vergaderingen<br />
vonden plaats in aanwezigheid van alle leden, op één<br />
vergadering was één bestuurder verontschuldigd.<br />
DIRECTIECOMITÉ<br />
n<br />
Samenstelling<br />
Gedelegeerd bestuurder<br />
Directeur Operaties<br />
Directeur Infrastructuur<br />
Commercieel directeur<br />
Directeur Procesinnovatie<br />
en Informatiesystemen<br />
Luc Bossyns<br />
Erik Poppe<br />
Dirk De Waele<br />
Boudewijn Van De Steene<br />
Danny Baeten<br />
VOORNAAMSTE ELEMENTEN VAN<br />
HET EVALUATIEPROCES VAN DE RAAD<br />
VAN BESTUUR, DE COMITÉS EN<br />
DE INDIVIDUELE BESTUURDERS<br />
De leden van de raad van bestuur evalueren op regelmatige<br />
basis de omvang, samenstelling en werking van dit orgaan.<br />
Ook wordt de relatie en interactie met het directiecomité<br />
bekeken. De bestuurders ontvangen hierover een analyse van<br />
het benoemings- en remuneratiecomité. Om deze interactie<br />
te beoordelen, komen de niet-uitvoerende bestuurders ten<br />
minste éénmaal per jaar samen zonder de gedelegeerd<br />
bestuurder.<br />
Binnen het evaluatieproces van het auditcomité worden<br />
de volgende elementen behandeld: het interne reglement,<br />
de samenstelling en benoeming, de vergaderingen, de opleiding<br />
van de leden en de middelen hiervoor, de klokkenluiders -<br />
procedure en de relatie met de raad van bestuur. Er wordt ook<br />
een evaluatie gemaakt van de verantwoordelijkheden inzake<br />
de financiële rapportering van de vennootschap, de interne<br />
controle en risicobeheerssystemen en tenslotte de interne en<br />
externe audit.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
19
20<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
Het benoemings- en remuneratiecomité maakt om de<br />
twee jaar een evaluatie van haar eigen efficiëntie en<br />
doeltreffendheid. Voor deze zelfevaluatie wordt een<br />
individuele vragenlijst voorgelegd aan de leden van het<br />
comité. De resultaten worden besproken tijdens een<br />
vergadering van dit comité en voorgelegd aan de raad van<br />
bestuur. Verder wordt een analyse gemaakt van de interactie<br />
tussen het directiecomité en de raad van bestuur. Het comité<br />
geeft tenslotte advies over de prestaties van de individuele<br />
bestuurders met het oog op hun eventuele herbenoeming,<br />
en heeft bijzondere aandacht voor de evaluaties van de<br />
verschillende voorzitters.<br />
REMUNERATIEVERSLAG<br />
n<br />
Niet-uitvoerende bestuurders<br />
De algemene vergadering besliste in 2005 om een vaste<br />
vergoeding per jaar uit te betalen, aangevuld met een<br />
vergoeding per bijgewoonde vergadering van de raad van<br />
bestuur of één van haar comités. Deze bedragen worden<br />
verhoogd met 20% voor de voorzitter van de raad van bestuur<br />
en de voorzitters van de comités. Indien de bestuurders een<br />
taak uitoefenen die losstaat van hun normale taken als<br />
bestuurder, wordt hun overeenkomstig de beslissing in 2009<br />
een onkostenvergoeding toegekend. Het betreft enkel<br />
opdrachten die door de raad van bestuur of het directiecomité<br />
af en toe aan individuele bestuurders worden toevertrouwd.<br />
De vergoedingen worden ten laste genomen van de algemene<br />
kosten.<br />
n<br />
Uitvoerend bestuurder<br />
De totale bruto-vergoeding die over <strong>2011</strong> door de<br />
vennootschap BVBA Bamboss, waarvan de zaakvoerder de<br />
uitvoerend (gedelegeerd) bestuurder is, aan <strong>Aquafin</strong> werd<br />
gefactureerd is als volgt samengesteld:<br />
Basisvergoeding: € 384.415,30<br />
Variabel deel: € 139.620,01<br />
Pensioenrechten:<br />
nvt<br />
Andere vergoedingsbestanddelen: € 1.895,95<br />
Hij ontvangt geen vergoeding als bestuurder (binnen de<br />
raad van bestuur).<br />
n<br />
Directiecomité<br />
De totale bruto-verloning die over <strong>2011</strong> aan de leden van<br />
het directiecomité – met uitzondering van de uitvoerend<br />
(gedelegeerd) bestuurder – werd toegekend, bedraagt:<br />
Basissalaris: € 622.501<br />
Variabel deel 1 : € 65.986,25<br />
Pensioenrechten: € 120.471,06<br />
Andere vergoedingsbestanddelen: € 127.220,35<br />
Naam<br />
Ontvangen bedrag totaal<br />
VOF Thedes, vertegenwoordigd door Marc van den Abeelen (V) € 38.231,44<br />
Alain Bernard € 12.838,94<br />
Pol Cools € 13.155,95<br />
Marijke Mahieu € 12.786.10<br />
Francine Swiggers € 12.469,09<br />
Jhony Van Steen (V) € 15.301,06<br />
Ivo Van Vaerenbergh € 13.842,81<br />
VMH NV, vertegenwoordigd door Matrix NV, vertegenwoordigd door Roland Van Dierdonck € 12.469,09<br />
VOF Materie, vertegenwoordigd door Erik Matthijs (V) € 15.681,47<br />
((V) = voorzitter)<br />
1 Het totale bedrag van dit inkomstenbestanddeel wordt verdeeld in een bedrag dat als brutopremie wordt uitgekeerd en ook onder deze rubriek<br />
is opgenomen en een bedrag dat deel uitmaakt van de pensioenrechten en opgenomen werd in de rubriek met die naam.
VOORNAAMSTE KENMERKEN<br />
VAN DE INTERNE CONTROLE- EN<br />
RISICOBEHEERSSYSTEMEN VAN<br />
DE VENNOOTSCHAP<br />
De raad van bestuur is zich bewust van haar<br />
verantwoordelijkheden en houdt rekening met de risico’s bij<br />
het bepalen van de strategische richting die het bedrijf<br />
uitgaat. Op haar vergaderingen komen de risicogerelateerde<br />
onderwerpen aan bod. Ook het directiecomité is zich bewust<br />
van het belang van een goede interne controle en een goed<br />
risicobeheer. Risicogerelateerde onderwerpen worden besproken<br />
op de wekelijkse vergaderingen.<br />
n<br />
Algemeen<br />
Na advies van het benoemings- en remuneratiecomité<br />
wordt door de raad van bestuur het verloningsbeleid zowel<br />
voor het uitvoerend management als voor de gedelegeerd<br />
bestuurder vastgelegd. Dit beleid beoogt het aantrekken,<br />
behouden en motiveren van bekwame en deskundige<br />
personen. De omvang van de vergoeding houdt rekening met<br />
de individuele taken en verantwoordelijkheden van de leden<br />
van het directiecomité.<br />
De prestaties van het directiecomité worden eenmaal per<br />
jaar in aanwezigheid van de gedelegeerd bestuurder<br />
beoordeeld. Uiteraard is de gedelegeerd bestuurder afwezig<br />
bij zijn eigen beoordeling. Het benoemings- en remuneratie -<br />
comité volgt de procedure nauwgezet, die door de raad van<br />
bestuur wordt goedgekeurd. Elk jaar worden op basis van het<br />
reglement bedrijfs-, persoonlijke en commerciële doelstellingen<br />
geformuleerd. Aan elk van deze doelstellingen wordt vooraf<br />
een bepaald gewicht in de evaluatie toegekend. Voor <strong>2011</strong><br />
hadden de elementen van evaluatie betrekking op onder meer<br />
organisatorische, budgettaire, economische en ecologische<br />
aspecten en/of resultaten.<br />
Naast de evaluatie op basis van de geformuleerde<br />
doelstellingen wordt ook het totale functioneren van het<br />
directielid beoordeeld. De periode waarbinnen deze prestaties<br />
beoordeeld werden, loopt van 1 januari <strong>2011</strong> tot en met<br />
31 december <strong>2011</strong>.<br />
Er werden geen aandelen(opties) en/of rechten om aandelen<br />
te verwerven toegekend aan de leden van het uitvoerend<br />
management (inclusief de gedelegeerd bestuurder).<br />
Er werden geen arbeidsovereenkomsten gesloten met<br />
de gedelegeerd bestuurder of een ander lid van het directie -<br />
comité op of na 1 juli 2009.<br />
Binnen alle afdelingen wordt een risicobeheerbeleid<br />
gevoerd, waarbij de beleidslijnen zijn bepaald, procedures<br />
werden uitgeschreven, handtekeningbevoegdheden bepaald<br />
werden, knipperlichten werden ingebouwd en gebruik<br />
gemaakt wordt van checklists. Ook de wijzigingen in de<br />
wetgeving worden opgevolgd. Er werden ook de nodige<br />
maatregelen getroffen voor de beveiliging van informatie.<br />
Een aantal specifieke afdelingen focussen zich sterk op risico’s:<br />
Preventie en Bescherming, Milieu, Compliance Management,<br />
de verantwoordelijke Minder Hinder, de ombudsman en de<br />
interne auditor. Daarnaast maakt de vennootschap ook werk<br />
van de opvolging en rapportering van risico’s. Hierbij wordt<br />
gebruik gemaakt van een betrouwbaar informatiesysteem en<br />
de Balanced Scorecard, als meetinstrument en als rapporterings -<br />
systeem. Op de geïnstalleerde procedures worden intern<br />
kwaliteitsaudits uitgevoerd. Zowel de interne auditor,<br />
de externe auditor als de economisch toezichthouder van het<br />
Vlaamse Gewest houden toezicht op de vennootschap.<br />
CONTROLE VAN DE VENNOOTSCHAP<br />
Op 8 juni <strong>2011</strong> werd Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA,<br />
J. Englishstraat 52 te Borgerhout, vertegenwoordigd door<br />
Ronald Van den Ecker door een algemene vergadering<br />
benoemd als commissaris van de vennootschap. Het mandaat<br />
van de commissaris eindigt bij het sluiten van de algemene<br />
vergadering die zich uitspreekt over de jaarrekening in 2014.<br />
De jaarlijkse vergoeding van de commissaris voor de<br />
statutaire controle over de jaarrekening van de vennootschap<br />
bedraagt 45.000 euro (exclusief BTW).<br />
In het kader van de begeleiding van de omschakeling naar<br />
IFRS werd aan de commissaris voor bijzondere opdrachten en<br />
aan personen met wie hij beroepshalve in samenwerkings -<br />
verband staat een bedrag van 25.000 euro (exclusief BTW)<br />
betaald. Verdere informatie is terug te vinden in de toelichting<br />
bij de jaarrekening.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
21
22<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR<br />
EN KRUISPARTICIPATIES<br />
De Vlaamse Milieuholding bezit alle aandelen van <strong>Aquafin</strong><br />
NV. Er bestaan geen kruisparticipaties.<br />
TOELICHTING BIJ DE AFWIJKING TEN<br />
OPZICHTE VAN DE CODE<br />
<strong>Aquafin</strong> past de bepalingen zoals vastgesteld in de<br />
Belgische corporate governance code voor genoteerde<br />
bedrijven toe. In bepaalde gevallen wordt afgeweken van de<br />
code, wegens het eigen karakter van het aandeelhouderschap<br />
van de onderneming.<br />
De bepalingen van de code die niet nageleefd worden,<br />
worden hierna verder toegelicht.<br />
• Bepaling 5.2/4: meerderheid van onafhankelijke bestuurders<br />
in het auditcomité.<br />
Het comité heeft een samenstelling die beantwoordt aan<br />
de vereisten van de wetgeving (art. 526bis W. Venn.)<br />
TRANSACTIES MET VOORWETENSCHAP<br />
EN MARKTMISBRUIK<br />
Vermits de richtlijn 2003/6/EC betreffende de handel<br />
met voorwetenschap en marktmanipulatie sinds de uitgifte<br />
van de obligatielening van toepassing is op de vennootschap,<br />
werden in het vernieuwde charter (goedgekeurd door de raad<br />
van bestuur op 14 januari 2010) maatregelen opgenomen om<br />
in overeenstemming te zijn met de bepalingen van deze richtlijn.<br />
De rol van de compliance officer voor de naleving van de<br />
toepasselijke bepalingen en de nodige informatieverstrekking<br />
werd omschreven. Een verhandelingsreglement zal indien<br />
nodig worden opgesteld door de raad van bestuur.<br />
De heer A. Vanden Bon, secretaris van de raad van bestuur,<br />
is aangesteld als compliance officer.<br />
In <strong>2011</strong> werden er geen meldingen gedaan waarop deze<br />
bepalingen van toepassing zijn.<br />
• Bepaling 5.4/1: meerderheid van onafhankelijke bestuurders<br />
in het benoemings- en remuneratiecomité.<br />
Om de continuïteit binnen dit comité te waarborgen,<br />
werd geopteerd om de heer Van Vaerenbergh, die geen<br />
onafhankelijk bestuurder is, maar die het bedrijf en de<br />
specifieke context waarbinnen het moet werken door en door<br />
kent, aan te stellen als lid van dit comité.<br />
• Bepaling 8.9: samenroepen van algemene vergaderingen.<br />
In de statuten van de vennootschap is de wettelijke<br />
drempel van 20% voor de bijeenroeping van een algemene<br />
vergadering opgenomen. Gelet op de eigenheid van het<br />
aandeelhouderschap van de vennootschap heeft een verlaging<br />
van deze drempel vandaag geen nut.
Verslag<br />
van de raad<br />
van bestuur<br />
Getrouw aan ons strategisch plan, is <strong>Aquafin</strong> verder gegaan<br />
met de uitbreiding en uitdieping van onze kernactiviteiten<br />
volgens het gekozen model van ‘customer intimacy’. Het volume<br />
aan studies en aanbestede projecten voor het Vlaamse<br />
Gewest en de gemeentelijke klanten samen, lag bijzonder<br />
hoog in <strong>2011</strong>. Operationeel scoorden we zeer goed, met een<br />
kwaliteit van het gezuiverde water die beter was dan ooit<br />
tevoren. Met die resultaten konden we onze reputatie als<br />
kenniscentrum in de hele afvalwatercyclus verder versterken<br />
in binnen- en buitenland.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
23
24<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
Belangrijkste<br />
evoluties<br />
tijdens het<br />
boekjaar<br />
VAN AANBOD- NAAR VRAAGGERICHT BEDRIJF<br />
Wat <strong>Aquafin</strong> uniek maakt, is onze volledige kennis van de afval -<br />
watercyclus. We spelen op Europees niveau mee aan de top binnen<br />
elk aspect van waterzuivering: van gebiedskennis, technische en<br />
technologische kennis tot operationele ervaring, asset management<br />
en financiële expertise. Daardoor kunnen we onze klanten een<br />
totaalpakket aan diensten aanbieden, binnen een bedrijfsmodel<br />
van ‘customer intimacy’. Voor onze klanten betekent dat maatwerk<br />
binnen een transparant budget en een duidelijke timing.<br />
We streven echter niet alleen naar tevreden klanten die terugkeren.<br />
Voor al onze stakeholders moet contact met <strong>Aquafin</strong> een<br />
aangename ervaring zijn.
n<br />
Opstart procesgerichte teams<br />
Om te werken op maat van de klant, moest <strong>Aquafin</strong><br />
transformeren van een aanbod- naar een vraaggericht bedrijf.<br />
In <strong>2011</strong> zijn we verder gegaan met de implementatie van<br />
procesgericht werken doorheen de hele organisatie. In dat<br />
kader werd ook de volledige ICT-architectuur hertekend.<br />
In 2012 vinden al de eerste migraties plaats.<br />
Vraaggericht gaan werken, houdt echter veel meer in dan<br />
het kantelen van de structuur van het bedrijf. Om succesvol<br />
te zijn, moet het lerend vermogen van de organisatie worden<br />
aangescherpt en moet de autonomie van de medewerkers<br />
worden vergroot. Binnen het bedrijf maken we werk van<br />
multidisciplinaire teams die gezamenlijk verantwoordelijk zijn<br />
voor een volledig proces en stappen we meer en meer af van<br />
gespecialiseerde afdelingen. De grootste stap op dit gebied<br />
was de installatie van de business units eind vorig jaar,<br />
die de interactie moeten bevorderen tussen de kernprocessen<br />
Visievorming op het netwerk en Versnelde uitvoering en het<br />
sturend proces Accountmanagement.<br />
n<br />
Duidelijke engagementen naar stakeholders<br />
Hoe groter de autonomie van teams en individuele<br />
medewerkers, hoe duidelijker het voor iedereen moet zijn<br />
waar het bedrijf voor staat en welke richting het uit wil.<br />
<strong>Aquafin</strong> had al een duidelijke missie, een uitgeschreven visie<br />
en expliciete bedrijfswaarden. Deze waarden hebben we het<br />
voorbije jaar verder vertaald in concrete engagementen naar<br />
al onze stakeholders. Het gaat niet om wetten, maar om een<br />
kader dat duidelijk maakt hoe elke medewerker in contacten<br />
met klanten en andere stakeholders volgens de bedrijfs -<br />
filosofie moet handelen, zonder dat telkens te moeten<br />
afchecken met de hiërarchische lijn. Daardoor komt er meer<br />
ruimte vrij voor eigen initiatief.<br />
FINANCIERING VAN AQUAFIN<br />
IN EEN GEWIJZIGDE MARKT<br />
n<br />
Verschuiving naar institutionele investeerders<br />
In <strong>2011</strong> was de financieringsbehoefte voor <strong>Aquafin</strong> veel<br />
groter dan voorgaande jaren. Dat kwam vooral door de aankoop<br />
van de VMM-gronden en installaties die het gewest opgedragen<br />
had. In de huidige financiële situatie is het aan te raden om<br />
financieringen vast te leggen nog voordat ze nodig zijn, ook al<br />
heeft <strong>Aquafin</strong> nooit problemen op dat gebied gehad.<br />
Na de banken- en financiële crisis is het financierings -<br />
landschap drastisch gewijzigd. De ‘cost of fund’ van de banken<br />
is sterk gestegen en er is een grote diversificatie tussen de<br />
banken ontstaan.<br />
Daardoor waren de banken beperkt in hun mogelijkheden<br />
om bijkomende leningen te verstrekken, maar de mogelijkheden<br />
via commercial paper bij andere investeerders was voldoende<br />
ruim. <strong>Aquafin</strong> kwam daar met zijn sterke rating zeker voor in<br />
aanmerking. Die alternatieve financiering is gevonden bij<br />
Belgische institutionele investeerders, op basis van onze<br />
eigen leningdocumentatie, en gezocht via BNP Paribas Fortis<br />
en Dexia Bank België (Belfius).<br />
n<br />
CONTINU VERBETEREN<br />
Continu Verbeteren zien we zozeer als noodzaak,<br />
dat de manier waarop we die organisatiegroei willen<br />
realiseren gedefinieerd werd als een proces binnen <strong>Aquafin</strong>.<br />
Het wordt vorm gegeven door verbeter voorstellen samen<br />
te brengen over de afdelingen heen en ze te prioriteren<br />
aan de hand van business cases, door de realisaties op te<br />
volgen en het bereikte resultaat te controleren. Binnen de<br />
afdeling Business Excellence, die in <strong>2011</strong> werd opgericht,<br />
zijn specifieke disciplines van Continue Verbetering<br />
samengebracht die voorheen verspreid over de organisatie<br />
werden uitgevoerd: Process Management, Kenniscreatie,<br />
Kostenmanagement en Energiemanagement.<br />
Nieuwe lening bij de Europese Investeringsbank<br />
Ook met de Europese Investeringsbank is <strong>Aquafin</strong> in<br />
onderhandeling voor een nieuw krediet. De EIB en <strong>Aquafin</strong><br />
werken al sinds 1994 samen. <strong>Aquafin</strong> is deze instelling zeer<br />
dankbaar voor het advies en de ondersteuning gedurende al<br />
die tijd. Met de achtste lening die in aantocht is meegerekend,<br />
heeft de Europese Investeringsbank de waterzuiveringssector<br />
in Vlaanderen al voor 1,4 miljard euro gesteund.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
25
26<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
n<br />
Nieuwe financieringsuitdagingen<br />
De evolutie op de financiële markten heeft een impact op<br />
de structuur waaronder <strong>Aquafin</strong> haar financiële behoeften<br />
invult. Tot 2010 was er een match tussen de betalingen van<br />
de aflossingen van de leningen op lange termijn en de<br />
ontvangsten uit de facturatie aan het Vlaamse Gewest /<br />
de drinkwatermaatschappijen. Door de gewijzigde markt -<br />
omstandigheden kan <strong>Aquafin</strong> de financieringsbehoefte niet<br />
steeds invullen met kredieten die de gewenste kenmerken<br />
hebben (leningen met kortere looptijden dan 30 jaar en<br />
‘bullet’ leningen waarbij enkel interest betaald wordt en geen<br />
kapitaal, in plaats van leningen met een aflossend karakter).<br />
Het wordt dus mogelijk dat op jaarbasis de betalingen door<br />
de drinkwatermaatschappijen de terugbetalingen van de<br />
leningen niet volledig dekken, waardoor het risico ontstaat<br />
dat er geen financiering tegen redelijke condities beschikbaar<br />
is in de geld- of kapitaalmarkt op het moment dat bestaande<br />
financieringsarrangementen komen te vervallen. <strong>Aquafin</strong> zal wel<br />
altijd voldoende aanspraken op de drinkwater maatschappijen /<br />
het Vlaamse Gewest hebben om alle leningen terug te betalen.<br />
Dat laatste is uitdrukkelijk opgenomen voor de kredieten op<br />
lange termijn, die onder de affectatieovereenkomst vallen<br />
(de affectatieratio).<br />
n<br />
Uitvoering fase 2 aankoop VMM-activa<br />
Naast de financiering van het optimalisatieprogramma,<br />
is financiering op lange termijn aangetrokken om installaties<br />
en de bijhorende gronden van de Vlaamse Milieumaatschappij<br />
aan te kopen. De eerste fase van de aankoop vond plaats in<br />
2010, voor een waarde van ruim 150 miljoen euro. In <strong>2011</strong> werd<br />
de tweede fase van deze operatie uitgevoerd en heeft <strong>Aquafin</strong><br />
voor bijna 154 miljoen euro gronden en installaties van het<br />
VMM-patrimonium aangekocht.<br />
In het kader van de beheersovereenkomst tussen het<br />
Vlaamse Gewest en <strong>Aquafin</strong> kreeg het bedrijf in 1994 het<br />
gebruiksrecht van de installaties die al opgericht waren<br />
voordat het bedrijf actief was. Deze installaties staan niet op<br />
de balans van <strong>Aquafin</strong>. De investeringen voor renovaties en<br />
uitbreidingen van deze installaties, die <strong>Aquafin</strong> de voorbije<br />
jaren heeft uitgevoerd, staan wel op onze balans. Omdat het<br />
beheer van dit patrimonium door twee partijen niet efficiënt<br />
bleek, had de Vlaamse Regering beslist om de installaties en<br />
de bijhorende gronden die in handen zijn van de Vlaamse<br />
Milieumaatschappij (VMM) door <strong>Aquafin</strong> te laten aankopen,<br />
exploiteren en financieren. Om de financiering van de<br />
uitgaven voor deze aankoop van VMM-installaties mogelijk<br />
te maken, zijn de beheersovereenkomst en de affectatie -<br />
overeenkomst aangepast.<br />
Een gedeelte van de aankoop is niet met vreemde middelen<br />
maar met eigen middelen gefinancierd, en wordt niet<br />
doorgerekend in de drinkwaterfactuur. Wel zal bij een eventueel<br />
einde van de beheersovereenkomst het overeenkomstige<br />
bedrag in één keer doorgerekend kunnen worden. Het gedeelte<br />
gefinancierd met vreemde middelen wordt doorgerekend over<br />
een periode van 20 jaar. Voor de financiering van de aankoop<br />
heeft <strong>Aquafin</strong> beroep gedaan op niet-financiële instellingen<br />
waaronder verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen,<br />
die door hun eigen verplichtingen (cf. Solvency II) te vinden<br />
waren voor deze kredietformule. Deze toonden over het<br />
algemeen interesse voor een amortizerend karakter van de<br />
schuldaflossing op 20 jaar, wat overeenkomt met de<br />
facturatiestromen richting de drinkwatermaatschappijen.<br />
n<br />
Rating <strong>Aquafin</strong> volgt beoordeling van het Vlaamse Gewest<br />
Kredietbeoordelaar Moody’s verlaagde eind <strong>2011</strong> de rating<br />
van België. Kort daarop volgde ook een ratingverlaging voor<br />
het Vlaamse Gewest, de Franse Gemeenschap en het Waalse<br />
Gewest. Het Vlaamse Gewest is met twee niveaus omlaag<br />
gebracht naar Aa2, met een negatieve outlook. Deze rating<br />
blijft hoger dan die van België, die op Aa3 staat.<br />
De beoordeling van de kredietwaardigheid van <strong>Aquafin</strong> is<br />
op hetzelfde niveau als het Vlaamse Gewest gebracht.<br />
Deze aanpassing is alleen geïnspireerd door de nauwe band<br />
die <strong>Aquafin</strong> heeft met het Vlaamse Gewest. Ze is niet<br />
beïnvloed door de financiële structuur van <strong>Aquafin</strong>, die<br />
ongewijzigd is gebleven. De P-1 rating op korte termijn bleef<br />
onveranderd. Ook met deze aangepaste rating blijft <strong>Aquafin</strong><br />
tot de top van kredietwaardige bedrijven behoren. Het bedrijf<br />
bleef het vertrouwen genieten van diverse kredietverstrekkers.<br />
n<br />
Actief rentemanagement<br />
Door het renterisico actief te beheren, wil <strong>Aquafin</strong> de<br />
financieringskost optimaliseren. In mei 2006 heeft de raad van<br />
bestuur de krijtlijnen van een dynamisch beheer van het<br />
renterisico goedgekeurd. In 2008 werd het rentebeleid<br />
aangepast. In 2009 werden voornamelijk de omschrijvingen en<br />
definities aangepast. Aan de principes zelf werd niets gewijzigd.<br />
Het actief rentemanagement mag toegepast worden op<br />
maximum 35% van de onderliggende schuld van <strong>Aquafin</strong>’s<br />
totale schuld op lange termijn en heeft als doel om<br />
rentebesparingen te realiseren. De portefeuille mag als<br />
volgt opgebouwd zijn: minimum 65% vastrentend karakter en<br />
35% vlottend karakter, waarvan 25% met ultiem plafond en<br />
10% volledig vlottend.
Voor de indekking van toekomstige financieringsbehoeften<br />
voorziet het rentebeleid in een dynamisch rentemanagement -<br />
programma tot maximum 50% van de toekomstige schuld<br />
op lange termijn, met een horizon van 5 jaar. Hierbij dient<br />
er steeds voor gezorgd te worden dat de risico’s ingedekt zijn<br />
en er telkens een onderliggende lening overeenkomt met<br />
een indekkingstructuur.<br />
Het financiële resultaat van het rentemanagement wordt<br />
berekend tegen individuele benchmarks (het resultaat van<br />
een individuele strategie in vergelijking met de geldende swap<br />
rente op het moment van het opzetten/uitvoeren van de<br />
structuur). De rentekost van de onderliggende lening moet<br />
worden samengenomen met het resultaat van de structuur<br />
die hierop gebouwd is, om de uiteindelijke financieringslast<br />
te kennen. Het financiële resultaat wordt verrekend met<br />
de drinkwatermaatschappijen.<br />
In <strong>2011</strong> zijn er nieuwe structuren opgezet voor onze<br />
toekomstige financieringsbehoefte. Ook de bestaande<br />
strategieën zijn geoptimaliseerd. <strong>Aquafin</strong> blijft hierbij binnen<br />
de vooropgezette 35% en 50%. De helft van de opbrengst<br />
van het rentemanagement wordt onmiddellijk in mindering<br />
gebracht van de factuur aan de drinkwatermaatschappijen.<br />
De andere helft wordt binnen het bedrijf gehouden als een<br />
buffer voor eventuele optimalisaties. Op het einde van het jaar<br />
wordt het globale resultaat bekeken van alle hedging<br />
operaties samen, zodat voor elke euro die naar de buffer gaat,<br />
er een in mindering van de factuur aan de drinkwater -<br />
maatschappijen komt.<br />
n<br />
Boekhouding overgeschakeld op internationale standaard<br />
<strong>Aquafin</strong> rapporteert vanaf de jaarafsluiting per 31 december<br />
<strong>2011</strong> volgens de IFRS-standaarden die van toepassing zijn.<br />
Naast de rapportering volgens de algemeen aanvaarde<br />
Belgische boekhoudnormen (Belgian GAAP) worden er ook<br />
geconsolideerde IFRS-financiële staten opgemaakt. Ze omvatten<br />
een balans, een overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde<br />
resultaten, een mutatieoverzicht van het eigen vermogen,<br />
een kas stroom overzicht en uitgebreide toelichtingen, inclusief<br />
waarderingsregels.<br />
EU-BOETE VOOR BELGIË - EEN LAATSTE STAND<br />
VAN ZAKEN<br />
Op het moment voldoet België nog niet aan de bepalingen<br />
van de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater voor de<br />
agglomeraties boven 10.000 inwoners. Europa legde in dit<br />
dossier een verzoekschrift neer bij het Europese Hof met het<br />
oog op een veroordeling van België.<br />
Wat Vlaanderen betreft gaat het nog om één enkele<br />
agglomeratie/zuiveringsinstallatie die niet volledig in orde is,<br />
met name die van Beersel. Die installatie is operationeel,<br />
maar er konden nog voor geen volledig jaar de verplichte<br />
staalnames voorgelegd worden.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
27
28<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
Uitbouw van<br />
de zuiverings -<br />
infrastructuur<br />
voor het Vlaamse<br />
Gewest<br />
In de loop van <strong>2011</strong> hebben we de mensen die werken aan de<br />
processen Visie op het netwerk, Versnelde uitvoering van projecten<br />
en Account management samengebracht in business units.<br />
Zo hebben we onze kernprocessen klaargemaakt voor groei in<br />
de toekomst. Ondanks die interne focus werden er bijzonder veel<br />
projecten voor de uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur in<br />
Vlaanderen uitgevoerd. Als we de aanbestedingsbedragen voor<br />
het gewest en voor klant-gemeenten optellen, blijkt <strong>2011</strong> zelfs één<br />
van de beste jaren ooit. We verwachten dat het werken in business<br />
units in 2012 echt gaat renderen, zodat we projecten volledig<br />
ontwerpen, uitvoeren en afwerken volgens onze eigen hoge<br />
kwaliteitstandaarden en we tegelijkertijd het resultaat leveren<br />
dat de klant vraagt.
De opgestarte business units zullen ook de samenwerking<br />
met de operationele teams verdiepen, om zo te komen tot<br />
optimaal werkende zuiveringsgebieden. Vooral de gebieds -<br />
ingenieurs binnen het proces Visie, zullen een belangrijke rol<br />
spelen binnen ons asset management.<br />
n<br />
Verhoogd aanbestedingsvolume<br />
De actieve opdrachtenportefeuille met investerings -<br />
projecten voor het Vlaamse Gewest bedroeg op 31 december<br />
<strong>2011</strong> ruim 1,3 miljard euro voor 1.316 projecten. <strong>Aquafin</strong> leverde<br />
tot die datum 2.268 investerings- en renovatieprojecten op<br />
voor bijna 3 miljard euro.<br />
WAARDE PROJECTENPORTEFEUILLE<br />
n<br />
n<br />
n<br />
In ontwerp:<br />
934,03 mio euro<br />
Gegund en<br />
aanbesteed:<br />
403,51 mio euro<br />
Visie-ontwikkeling over de uitbouw en het beheer van<br />
de zuiveringsinfrastructuur<br />
In hydraulische studies worden de fysische parameters<br />
van het stelsel geregistreerd en vastgelegd. In <strong>2011</strong> heeft<br />
<strong>Aquafin</strong> 36 hydronautstudies opgeleverd, voor een totaal van<br />
ruim 3 miljoen euro. Hiervan waren 25 studies nodig voor<br />
de uitbouw van het rioolstelsel, de overige 11 studies hadden<br />
tot doel de kennis over de zuiveringsgebieden te vergroten.<br />
n<br />
Opgeleverd<br />
2.964,21 mio euro<br />
<strong>Aquafin</strong> bracht in <strong>2011</strong> voor 154 miljoen euro aan projecten<br />
op de markt voor het Vlaamse Gewest. Dat is 3 miljoen euro<br />
meer dan in 2010. De target van 160 miljoen euro werd<br />
bijgesteld naar 157 miljoen, op basis van de werkelijke prijzen<br />
die de aannemers indienden bij de aanbestedingen van<br />
projecten. Van dat bedrag is 98% gerealiseerd. Doordat de<br />
richtlijn Stedelijk Afvalwater bijna volledig is uitgevoerd,<br />
waren de projecten die moesten worden aanbesteed relatief<br />
klein. Zulke projecten vragen veel technische en administratieve<br />
opvolging, maar dragen elk apart weinig bij aan het globale<br />
aanbestedingsvolume. Voor 2012 ligt de target op 183 miljoen<br />
euro, vooropgesteld dat die doelstelling past binnen de<br />
budgetten van het Vlaamse Gewest.<br />
Door samenwerking met gemeentes en intercommunales<br />
steeg het bedrag van 154 miljoen euro dat <strong>Aquafin</strong> voor het<br />
gewest realiseerde tot 250 miljoen euro.<br />
Voor de aanbesteding van commerciële projecten was <strong>2011</strong><br />
een topjaar, met een totaalbedrag van ruim 45 miljoen euro.<br />
Beide soorten projecten gecombineerd, geeft één van de hoogste<br />
aanbestedingsvolumes ooit voor projecten voor de uitbouw en<br />
optimalisatie van de zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen.<br />
Voor alle agglomeraties was bepaald welke zuiverings -<br />
infrastructuur prioritair is om aan de richtlijn Stedelijk<br />
Afvalwater te voldoen. In agglomeraties groter dan<br />
10.000 inwonersequivalent zijn alle zuiveringsinstallaties<br />
opgeleverd. Alle collectoren zijn al in gebruik genomen,<br />
maar drie projecten moeten nog wel nog worden<br />
opgeleverd. In agglomeraties tussen 2.000 en 10.000<br />
inwonersequivalent ontbreekt er begin 2012 nog slechts<br />
één zuiveringsinstallatie in Melsbroek. Deze installatie zal<br />
in de loop van 2012 operationeel worden. De resterende<br />
13 prioritaire collectoren zijn allemaal in uitvoering.<br />
Vorig jaar maakten we werk van een multilaterale<br />
overeenkomst voor studieopdrachten. Zo willen we een relatie<br />
op lange termijn uitbouwen met kwalitatief goede studie -<br />
bureaus en kunnen we capaciteit reserveren op de markt zonder<br />
die te verstoren. Deze werkwijze moet ook de doorlooptijd<br />
verkorten bij toewijzing van opdrachten. De oproep voor<br />
kandidatuurstelling is gelanceerd.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
29
30<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
AANBESTEDINGSRITME (in miljoen euro)<br />
OPLEVERINGSRITME (in miljoen euro)<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 <strong>2011</strong><br />
0<br />
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 <strong>2011</strong><br />
n <strong>Aquafin</strong> n Aandeel andere instanties<br />
n Budget n Totaal opgeleverd<br />
n Evenveel projecten afgewerkt maar minder opgeleverd<br />
In <strong>2011</strong> heeft <strong>Aquafin</strong> voor het Vlaamse Gewest projecten<br />
opgeleverd voor een totaal van 146 miljoen euro. We hebben<br />
voor 158 miljoen euro projecten uitgevoerd, volgens de<br />
afgesproken target, maar door vormelijke tekortkomingen in<br />
onze opleveringsdossiers, heeft de klant maar voor 146 miljoen<br />
euro aan projecten als opgeleverd beschouwd. Alle gebouwde<br />
zuiveringsinfrastructuur is wel in dienst genomen en de<br />
vormelijke aspecten in de resterende dossiers werden begin<br />
2012 recht gezet.<br />
In <strong>2011</strong> werden 13 nieuwe zuiveringsinstallaties opgeleverd:<br />
in Engsbergen, Sint-Joris-Winge, Kemmel, Vissenaken,<br />
Wetteren-Westrem, Kruiseke, Bavegem, Heldergem, Oplinter,<br />
Asse-Bekkerzeel, Duffel-Mijlstraat, Hoepertingen en Geetbets.<br />
Vier zuiveringsinstallaties werden gerenoveerd. Het gaat om<br />
de installaties in Sint-Amands, Heist, Bocholt en Itegem.<br />
De target voor 2012 bedraagt ook voor de opleveringen<br />
183 miljoen euro, ook hier mits de nodige budgetten en<br />
middelen worden goedgekeurd. Deze doelstelling is de laatste<br />
10 jaar niet meer zo hoog geweest. Ook de targets voor de<br />
commerciële projecten in opdracht van de gemeenten liggen<br />
elk jaar hoger.<br />
Om het afvalwater naar de zuiveringsinstallaties te<br />
transporteren heeft <strong>Aquafin</strong> 171 km bijkomende leidingen<br />
en 55 nieuwe pompstations in exploitatie genomen.<br />
Eind <strong>2011</strong> had <strong>Aquafin</strong> in totaal 256 zuiveringsinstallaties,<br />
1.252 pomp stations en 4.914 km leidingen in beheer.<br />
Van die leidingen is 3.734 kilometer door <strong>Aquafin</strong> zelf<br />
aangelegd. De overige 1.180 kilometer is overgenomen<br />
infrastructuur.
WATERZUIVERING IN VLAANDEREN BIJNA<br />
OP HET NIVEAU VAN DE BUURLANDEN<br />
Voor de opstart van <strong>Aquafin</strong>, werd amper 28% van het huis -<br />
houdelijke afvalwater in Vlaanderen gezuiverd. Twintig jaar<br />
later is de kloof in zuiveringsgraad tussen de verschillende<br />
bekkens duidelijk aan het dichtgroeien en is de totale<br />
hoeveelheid gezuiverd water meer dan verdubbeld tot 80%.<br />
Daarmee nadert het gewest het zuiveringsniveau van de<br />
buurlanden.<br />
Onze buurlanden begonnen in 1991 aan de uitvoering<br />
van de richtlijn Stedelijk Afvalwater met een veel hogere<br />
zuiveringsgraad dan Vlaanderen: 94% in Nederland, 69% in<br />
Frankrijk, 83% in Engeland en 86% in Duitsland. Vandaag ligt<br />
de zuiveringsgraad er 5% tot 14% hoger, terwijl Vlaanderen in<br />
die periode een vooruitgang maakte van 52%. In absolute<br />
cijfers werden er in de buurlanden natuurlijk méér inwoners<br />
aangesloten de voorbije twintig jaar, maar toch mogen we<br />
trots zijn op de bereikte resultaten.<br />
De vooruitgang die geboekt werd is vooral opmerkelijk<br />
omdat het in Vlaanderen complexer is om de nodige zuiverings -<br />
infrastructuur uit te bouwen dan in de buurlanden. Dat komt<br />
door onze grote hoeveelheid lintbebouwing. Duitsland en<br />
Nederland bijvoorbeeld, hebben zeer geconcentreerde woon -<br />
kernen, waardoor het mogelijk is om honderdduizenden<br />
inwoners op één zuiveringsstation aan te sluiten met een<br />
beperkter aantal leidingen. In Vlaanderen zijn er om datzelfde<br />
aantal inwoners aan te sluiten, veel meer collectoren en meer<br />
kleine stations nodig. Procestechnologisch zijn die kleine<br />
installaties ook nog eens complexer.<br />
Op gebied van de kwaliteit van het gezuiverde huis -<br />
houdelijke afvalwater, is Vlaanderen al een koploper in Europa.<br />
Onze zuiveringsinstallaties zitten bij de top voor de verwijdering<br />
van de aangevoerde vuilvracht. Engeland en Wales bijvoorbeeld,<br />
kunnen wel een zuiveringsgraad van 97% voorleggen, maar<br />
slechts de helft (47%) van de zuiveringsstations verwijdert<br />
de nutriënten stikstof en fosfor. Een aantal jaren geleden<br />
gebeurde dat in Frankrijk ook slecht op 42% van de stations.*<br />
In Vlaanderen daarentegen worden nutriënten verwijderd uit<br />
98% van het rioolwater dat op de zuiveringsinfrastructuur<br />
aangesloten is.<br />
* Bron: Eurostat.<br />
Verslag van de raad van bestuur 31
32<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
Bouwactiviteit per bekken in <strong>2011</strong><br />
IJZER - BRUGSE POLDERS - GENTSE KANALEN - LEIE<br />
KNOKKE<br />
●<br />
●<br />
HEIST<br />
WATERVLIET<br />
●<br />
BOEKHOUTE<br />
●<br />
BRUGGE ●<br />
●<br />
MALDEGEM<br />
SINT-JAN-IN-EREMO<br />
●<br />
MOERBEKE -<br />
OOSTENDE<br />
●<br />
KRUISSTRAAT<br />
●<br />
ZELZATE ●<br />
●<br />
● BRUGSE POLDERS<br />
EEKLO<br />
● STEKENE<br />
JABBEKE<br />
ERTVELDE ●<br />
MOERBEKE ●<br />
●<br />
● SINT-NIKLAAS<br />
IJZER<br />
BEERNEM<br />
SINAAI SINT-NIKLAAS -<br />
GENTSE KANALEN<br />
●<br />
●<br />
ZOMERGEM<br />
HEIMOLEN<br />
WULPEN<br />
KOEKELARE<br />
AALTER<br />
●<br />
●<br />
RUDDERVOORDE ●<br />
●<br />
● EVERGEM<br />
●<br />
● PERVIJZE<br />
BALIEBRUGGE ●<br />
● SINT-PIETERSVELD<br />
ADINKERKE<br />
●<br />
KORTEMARK<br />
WINGENE<br />
NEVELE<br />
●<br />
● GENT<br />
●<br />
WOUMEN<br />
●<br />
● LATEM<br />
●<br />
●<br />
STADEN<br />
HOOGLEDE -<br />
TIELT<br />
● DEURLE<br />
LO ●<br />
HAZELSTRAAT<br />
●<br />
●<br />
DEINZE<br />
PITTEM<br />
● VLETEREN<br />
ROESELARE<br />
ROESBRUGGE ●<br />
●<br />
● OLSENE<br />
● INGELMUNSTER<br />
WATOU<br />
●<br />
IEPER<br />
●<br />
●<br />
ZONNEBEKE<br />
MOORSLEDE<br />
WAREGEM<br />
LEIE<br />
●<br />
●<br />
● BEVEREN-LEIE<br />
POPERINGE ● VLAMERTINGE<br />
●<br />
●<br />
● HARELBEKE<br />
WESTOUTER<br />
IEPER - HOLLEBEKE<br />
LEDEGEM<br />
HEULE<br />
●<br />
KRUISEKE ●<br />
●<br />
KEMMEL<br />
MENEN<br />
LOKER<br />
●<br />
●<br />
●<br />
●<br />
●<br />
●<br />
l in exploitatie genomen in <strong>2011</strong><br />
IJZER<br />
Zuiveringsgraad: 76,5% (75,6% in 2010)<br />
Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer:<br />
l 19 RWZI’s<br />
l 90 pompstations<br />
l 385 km leidingen<br />
AANTAL<br />
GUNNINGSBEDRAG<br />
Projecten in uitvoering 16 13.809.864 €<br />
AANTAL OPLEVERINGSBEDRAG<br />
Opgeleverde projecten 6 3.982.998 €<br />
GENTSE KANALEN<br />
Zuiveringsgraad: 80,6% (80,2% in 2010)<br />
Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer:<br />
l 15 RWZI’s<br />
l 89 pompstations<br />
l 385 km leidingen<br />
AANTAL<br />
GUNNINGSBEDRAG<br />
Projecten in uitvoering 12 18.020.557 €<br />
AANTAL OPLEVERINGSBEDRAG<br />
Opgeleverde projecten 11 14.244.233 €<br />
BRUGSE POLDERS<br />
Zuiveringsgraad: 84,9% (84,4% in 2010)<br />
Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer:<br />
l 12 RWZI’s<br />
l 101 pompstations<br />
l 342 km leidingen<br />
AANTAL<br />
GUNNINGSBEDRAG<br />
Projecten in uitvoering 8 4.645.629 €<br />
AANTAL OPLEVERINGSBEDRAG<br />
Opgeleverde projecten 6 8.678.909 €<br />
LEIE<br />
Zuiveringsgraad: 72,8% (69,4% in 2010)<br />
Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer:<br />
l 17 RWZI’s<br />
l 69 pompstations<br />
l 350 km leidingen<br />
AANTAL<br />
GUNNINGSBEDRAG<br />
Projecten in uitvoering 12 7.790.739 €<br />
AANTAL OPLEVERINGSBEDRAG<br />
Opgeleverde projecten 6 5.994.334 €
BENEDEN-SCHELDE - BOVEN-SCHELDE - DENDER<br />
ANTWERPEN - NOORD<br />
BERENDRECHT<br />
BENEDEN-SCHELDE<br />
● BRASSCHAAT<br />
KIELDRECHT ●<br />
KALLO<br />
SCHOTEN<br />
DE KLINGE ●<br />
MERKSEM ● ●<br />
●<br />
●<br />
●<br />
SCHILDE<br />
BEVEREN<br />
DEURNE<br />
BURCHT ●<br />
●<br />
WOMMELGEM<br />
ANTWERPEN - ZUID ●<br />
● BOECHOUT<br />
●<br />
●<br />
●<br />
AALBEKE -<br />
TOLPENHOEK<br />
● ●<br />
ROLLEGEM<br />
●<br />
●<br />
●<br />
●<br />
TEMSE<br />
●<br />
● ●<br />
HAMME BORNEM<br />
●<br />
● ● EDEGEM<br />
AARTSELAAR<br />
● BOOM<br />
●<br />
LOKEREN<br />
DESTELBERGEN<br />
● ●<br />
SINT-AMANDS<br />
BLAASVELD<br />
ZELE<br />
●<br />
●<br />
●<br />
RUISBROEK<br />
BERLARE<br />
OVERSCHELDE<br />
●<br />
●<br />
DENDERMONDE<br />
MERELBEKE<br />
●<br />
●<br />
●<br />
● ●<br />
WICHELEN<br />
LONDERZEEL<br />
MELLE ●<br />
WETTEREN<br />
DE PINTE - ZEVERGEM ●<br />
●<br />
LEDE ●<br />
LEBBEKE - ROOIEN<br />
●<br />
EKE ●<br />
OOSTERZELE<br />
AALST<br />
BAMBRUGGE<br />
●<br />
MERCHTEM<br />
●<br />
GAVERE ●<br />
BAVEGEM ●<br />
●<br />
●<br />
● ASSE - BOLLEBEEK<br />
KRUISHOUTEM<br />
DIKKELVENNE<br />
LIEDEKERKE<br />
HELDERGEM<br />
●<br />
ASSE - BEKKERZEEL<br />
BOVEN-SCHELDE<br />
● ZWALM<br />
●<br />
SINT-ANTELINKS DENDER<br />
OUDENAARDE<br />
SINT-MARIA-LIERDE<br />
● NINOVE<br />
● ELSEGEM BRAKEL ● ●<br />
● ZANDBERGEN<br />
SCHORISSE ●<br />
● KLUISBERGEN<br />
PARIKE<br />
● GERAARDSBERGEN<br />
●<br />
AVELGEM<br />
●<br />
●<br />
RONSE<br />
● GALMAARDEN<br />
HELKIJN<br />
l in exploitatie genomen in <strong>2011</strong><br />
BENEDEN-SCHELDE<br />
Zuiveringsgraad: 88,3% (87,6% in 2010)<br />
Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer:<br />
l 41 RWZI’s<br />
l 166 pompstations<br />
l 767 km leidingen<br />
AANTAL<br />
GUNNINGSBEDRAG<br />
Projecten in uitvoering 15 17.114.997 €<br />
AANTAL OPLEVERINGSBEDRAG<br />
Opgeleverde projecten 6 10.347.616 €<br />
DENDER<br />
Zuiveringsgraad: 79,4% (78,6% in 2010)<br />
Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer:<br />
l 12 RWZI’s<br />
l 101 pompstations<br />
l 439 km leidingen<br />
AANTAL<br />
GUNNINGSBEDRAG<br />
Projecten in uitvoering 14 11.184.237 €<br />
AANTAL OPLEVERINGSBEDRAG<br />
Opgeleverde projecten 13 10.087.725 €<br />
BOVEN-SCHELDE<br />
Zuiveringsgraad: 68,1% (65,1% in 2010)<br />
Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer:<br />
l 16 RWZI’s<br />
l 34 pompstations<br />
l 182 km leidingen<br />
AANTAL<br />
GUNNINGSBEDRAG<br />
Projecten in uitvoering 14 8.252.966 €<br />
AANTAL OPLEVERINGSBEDRAG<br />
Opgeleverde projecten 10 11.343.568 €<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
33
34<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
DIJLE - NETE<br />
RAVELS<br />
●<br />
OUD-TURNHOUT<br />
BEERSE ●<br />
●<br />
● TURNHOUT<br />
● ARENDONK<br />
●<br />
MALLE ●<br />
●<br />
VOSSELAAR<br />
MOL-POSTEL<br />
● ZOERSEL<br />
● RETIE<br />
● LICHTAART<br />
● DESSEL<br />
PULDERBOS<br />
●<br />
GROBBENDONK ● GEEL - MOSSELGOREN<br />
VIERSEL ● ● ●<br />
●<br />
●<br />
HERENTALS<br />
MOL<br />
NIJLEN<br />
NETE<br />
HOVE ●<br />
● ●<br />
MORKHOVEN<br />
LIER<br />
● GEEL<br />
BERLAAR<br />
●<br />
DUFFEL - MIJLSTRAAT<br />
● ITEGEM<br />
DUFFEL ●<br />
HEIST-OP-DEN-BERG ●<br />
●<br />
● WESTERLO<br />
MECHELEN - NOORD ●<br />
HULSHOUT<br />
BONHEIDEN<br />
●<br />
WOLFSDONK<br />
●<br />
ZEMST - KESTERBEEK ZEMST - HOFSTADE<br />
●<br />
ZEMST - LAREBEEK ● ●<br />
●<br />
● BOORTMEERBEEK<br />
HUMBEEK<br />
●<br />
● KAMPENHOUT<br />
GRIMBERGEN ●<br />
STEENOKKERZEEL - NOORD<br />
●<br />
KORTENBERG ● LEUVEN<br />
●<br />
LENNIK - VARENBERGBEEK<br />
●<br />
NEGENMANNEKE<br />
●<br />
SINT-PIETERS-LEEUW<br />
●<br />
BEERSEL<br />
DIJLE<br />
TERVUREN<br />
●<br />
●<br />
BIERBEEK<br />
● OUD-HEVERLEE<br />
●<br />
HULDENBERG<br />
l in exploitatie genomen in <strong>2011</strong><br />
DIJLE<br />
Zuiveringsgraad: 72,0% (71,2% in 2010)<br />
Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer:<br />
l 19 RWZI’s<br />
l 133 pompstations<br />
l 488 km leidingen<br />
AANTAL<br />
GUNNINGSBEDRAG<br />
Projecten in uitvoering 8 8.341.831 €<br />
AANTAL OPLEVERINGSBEDRAG<br />
Opgeleverde projecten 21 29.751.301 €<br />
NETE<br />
Zuiveringsgraad: 75,7% (75,1% in 2010)<br />
Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer:<br />
l 32 RWZI’s<br />
l 126 pompstations<br />
l 528 km leidingen<br />
AANTAL<br />
GUNNINGSBEDRAG<br />
Projecten in uitvoering 11 12.040.044 €<br />
AANTAL OPLEVERINGSBEDRAG<br />
Opgeleverde projecten 8 7.543.414 €
DEMER - MAAS<br />
ESSEN ●<br />
KALMTHOUT ●<br />
HOOGSTRATEN<br />
● POPPEL<br />
●<br />
●<br />
● ZONDEREIGEN<br />
MAAS<br />
LOENHOUT<br />
●<br />
MERKSPLAS<br />
●<br />
BRECHT<br />
ACHEL<br />
●<br />
● HAMONT<br />
LOMMEL ● ●<br />
OVERPELT<br />
●<br />
LOZEN<br />
●<br />
BOCHOLT<br />
EKSEL ●<br />
KINROOI<br />
●<br />
● ● KESSENICH<br />
●<br />
BREE<br />
PEER<br />
● NEEROETEREN<br />
BEVERLO<br />
MAAS<br />
●<br />
TESSENDERLO<br />
● KOERSEL<br />
● DILSEN<br />
●<br />
ENGSBERGEN<br />
HEUSDEN<br />
HOUTHALEN - CENTRUM<br />
●<br />
ZICHEM<br />
●<br />
●<br />
MESSELBROEK<br />
●<br />
● LUMMEN - GENEIKEN<br />
HOUTHALEN - OOST<br />
ZONHOVEN<br />
● ●<br />
●<br />
AARSCHOT ● ●<br />
DIEST ZOLDER ● HASSELT - KIEWIT<br />
● EISDEN<br />
RILLAAR<br />
●<br />
●<br />
●<br />
● ●<br />
●<br />
HALEN<br />
KERMT<br />
BOORSEM ●<br />
●<br />
HASSELT BOKRIJK GENK<br />
ROTSELAAR<br />
● LANAKEN<br />
SINT-JORIS-WINGE DEMER<br />
● BILZEN<br />
ALKEN ●<br />
●<br />
VISSENAKEN SINT-TRUIDEN WIMMERTINGEN<br />
ROOSBEEK<br />
●<br />
● HOESELT<br />
●<br />
RIEMST<br />
NEERVELP<br />
ZOUTLEEUW ●<br />
BORGLOON - TIVOLI<br />
BIERBEEK - KLEINBEEK ●<br />
●<br />
HOEPERTINGEN ●<br />
TIENEN ●<br />
●<br />
●<br />
HASSELT - KIEWIT<br />
BORGLOON - NEREM ●<br />
ZICHEN<br />
●<br />
●<br />
●<br />
●<br />
HOEGAARDEN<br />
GELMEN<br />
TONGEREN<br />
LANDEN -<br />
RUMSDORP<br />
MOELINGEN<br />
●<br />
VOEREN - VEURS<br />
●<br />
●<br />
●<br />
●<br />
●<br />
OPLINTER ●<br />
●<br />
l in exploitatie genomen in <strong>2011</strong><br />
DEMER<br />
Zuiveringsgraad: 70,7% (69,8% in 2010)<br />
Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer:<br />
l 42 RWZI’s<br />
l 129 pompstations<br />
l 601 km leidingen<br />
AANTAL<br />
GUNNINGSBEDRAG<br />
Projecten in uitvoering 17 22.750.843 €<br />
AANTAL OPLEVERINGSBEDRAG<br />
Opgeleverde projecten 17 23.775.986 €<br />
MAAS<br />
Zuiveringsgraad: 84,4% (84,0% in 2010)<br />
Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer:<br />
l 30 RWZI’s<br />
l 98 pompstations<br />
l 452 km leidingen<br />
AANTAL<br />
GUNNINGSBEDRAG<br />
Projecten in uitvoering 20 29.830.070 €<br />
AANTAL OPLEVERINGSBEDRAG<br />
Opgeleverde projecten 11 20.036.682 €<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
35
36<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
Beheer van<br />
de zuiverings -<br />
infrastructuur<br />
voor het Vlaamse<br />
Gewest<br />
In <strong>2011</strong> behaalde <strong>Aquafin</strong> de beste zuiveringsresultaten voor<br />
het aangevoerde huishoudelijke afvalwater ooit. Voor een stuk zijn<br />
de goede resultaten te danken aan de weersomstandigheden,<br />
maar onze goede procesopvolging heeft wel de doorslag gegeven.<br />
De effluentresultaten van <strong>2011</strong> werden geëvalueerd voor 249<br />
rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Dat zijn de zuiverings -<br />
installaties waarvan het Vlaamse Gewest in 1994 de exploitatie aan<br />
<strong>Aquafin</strong> toevertrouwde en de installaties die <strong>Aquafin</strong> zelf bouwde<br />
en opleverde aan de aannemer vóór juli <strong>2011</strong> én waarvoor de Vlaamse<br />
Milieumaatschappij een controleprogramma lopende heeft.
RECORD AANTAL ZUIVERINGSINSTALLATIES<br />
VOLDEED AAN ALLE NORMEN<br />
In <strong>2011</strong> voldeden 246 installaties of 98,8% aan alle<br />
opgelegde emissiegrenswaarden (oranje balken in de figuur).<br />
De grafiek toont de evolutie slechts over de jongste tien jaren,<br />
maar het leidt geen twijfel dat dit de beste effluentresultaten<br />
zijn sinds de oprichting van <strong>Aquafin</strong>.<br />
Eén waterzuiveringsinstallatie (paars balkje in de grafiek)<br />
voldeed niet aan de effluentnormen van de Europese richtlijn<br />
Stedelijk Afvalwater. Dezelfde normen waren tot april 2004<br />
ook de sectorale normen van het Vlaamse Gewest. RWZI Jabbeke<br />
voldeed niet ten gevolge van een teveel aan lichte norm -<br />
overschrijdingen voor BZV en CZV. De installatie behaalde<br />
ook niet het verplichte verwijderingspercentage voor deze<br />
parameters en voor zwevende stoffen.<br />
GROOTSTE HOEVEELHEID NUTRIËNTEN OOIT<br />
AANGEVOERD ÉN VERWIJDERD<br />
Het gemiddelde verwijderingspercentage blijft al sinds<br />
een paar jaren stabiel voor BZV (98%), CZV (90%) en zwevende<br />
stoffen (96%). Voor stikstof en fosfor heeft de Vlaamse<br />
regering in 1995 een norm van 75% vastgelegd voor de<br />
totaliteit van de openbare waterzuiveringsinstallaties.<br />
Deze targets werden ook in <strong>2011</strong> ruim gehaald, met 82%<br />
voor stikstof en bijna 86% voor fosfor. <strong>2011</strong> was een topjaar<br />
met nieuwe record- verwijderingspercentages voor alle<br />
parameters. Bovendien werden er nog nooit zo’n grote<br />
vuilvrachten fosfor en stikstof aangevoerd én verwijderd.<br />
Twee andere zuiveringsinstallaties voldeden enkel en<br />
alleen niet door de strengere normen van de VLAREM-Kleine<br />
trein-wijziging. Ze worden in de figuur aangegeven met een<br />
blauw balkje. RWZI Lede strandde op een tekort van 4 procent<br />
voor het verplichte verwijderingspercentage voor stikstof.<br />
Het jaargemiddelde voor fosfor van RWZI Eksel lag 0,1 mg/l<br />
te hoog.<br />
EVALUATIE VAN DE WERKING VAN DE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 <strong>2011</strong><br />
n Voldaan t.o.v. alle normen<br />
n Niet voldaan (t.o.v. de strengere normen Vlarem Kleine Trein)<br />
n Niet voldaan (t.o.v. de normen van 2003)<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
37
38<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
VERWIJDERDE VUILVRACHT EN ZUIVERINGSRENDEMENT<br />
VAN ALLE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES<br />
n<br />
Biologisch zuurstofverbruik<br />
n Zwevende stoffen<br />
75<br />
100<br />
120<br />
100<br />
Verwijderde vuilvracht<br />
(in 1.000 ton/jaar)<br />
70<br />
65<br />
60<br />
95<br />
90<br />
85<br />
Verwijderingspercentage<br />
Verwijderde vuilvracht<br />
(in 1.000 ton/jaar)<br />
110<br />
100<br />
90<br />
95<br />
90<br />
85<br />
Verwijderingspercentage<br />
55<br />
80<br />
80<br />
80<br />
‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11<br />
‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11<br />
n<br />
Chemisch zuurstofverbruik<br />
n<br />
Stikstof<br />
200<br />
100<br />
20<br />
85<br />
Verwijderde vuilvracht<br />
(in 1.000 ton/jaar)<br />
190<br />
180<br />
170<br />
160<br />
95<br />
90<br />
85<br />
Verwijderingspercentage<br />
Verwijderde vuilvracht<br />
(in 1.000 ton/jaar)<br />
18<br />
16<br />
14<br />
12<br />
80<br />
75<br />
70<br />
65<br />
Verwijderingspercentage<br />
150<br />
80<br />
10<br />
60<br />
‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11<br />
8<br />
55<br />
n<br />
Fosfor<br />
‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11<br />
Verwijderde vuilvracht<br />
(in 1.000 ton/jaar)<br />
3,2<br />
2,8<br />
2,4<br />
90<br />
85<br />
80<br />
75<br />
Verwijderingspercentage<br />
In de grafieken wordt de verwijderde vuilvracht van de<br />
totaliteit van de rioolwaterzuiveringsinstallaties voorgesteld<br />
evenals het verwijderingspercentage. Per gemeten parameter<br />
(BZV, CZV, zwevende stoffen, stikstof en fosfor) wordt het<br />
verschil bepaald tussen de biologisch behandelde vuilvracht en<br />
de restvuilvracht die geloosd wordt na biologische zuivering.<br />
Het verschil is de verwijderde vuilvracht, aangegeven in<br />
1.000 ton/jaar. Het verwijderingspercentage is gelijk aan de<br />
tijdens de biologische behandeling verwijderde vuilvracht,<br />
gedeeld door de totale biologisch behandelde vuilvracht.<br />
2,0<br />
‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11<br />
70<br />
n<br />
l<br />
Verwijderde vuilvracht<br />
Verwijderingspercentage
OPNIEUW MEER VUILVRACHT AANGEVOERD<br />
EN BIOLOGISCH VERWERKT<br />
De gemeten vuilvrachten die op de rioolwaterzuiverings -<br />
installaties aangevoerd worden, kunnen worden omgezet in<br />
het aantal inwoners die al op de zuiveringsinfrastructuur<br />
aangesloten zijn. Het Vlaamse Gewest telt ruim 6,25 miljoen<br />
inwoners. Aangezien in <strong>2011</strong> de zuiveringsgraad ongeveer 78%<br />
bedroeg, zijn er in theorie 4,9 miljoen inwoners aangesloten<br />
op de collectieve waterzuivering. Trekt men hiervan de<br />
Vlaamse huishoudens af waarvan het afvalwater in de twee<br />
Brusselse zuiveringsinstallaties behandeld wordt, dan komt<br />
men op 4,8 miljoen inwoners waarvan de vuilvracht zou<br />
moeten aangesloten zijn op zuiveringsinstallaties van<br />
<strong>Aquafin</strong>. De vuilvracht van de bedrijven die aangesloten zijn op<br />
de collectieve zuivering, is niet meegeteld.<br />
Voor het ontwerp van rioolwaterzuiveringsinstallaties<br />
wordt rekening gehouden met de theoretische dagelijkse vuil -<br />
vracht van elke Vlaming: 54 g BZV, 135 g CZV, 90 g zwevende<br />
stoffen, 10 g stikstof en 2 g fosfor. Als we de vuil vrachten die in<br />
<strong>2011</strong> aangevoerd werden herrekenen naar deze hoeveelheden,<br />
zou er momenteel een vuilvracht van 4,7 miljoen inwoners<br />
aangevoerd worden (gemiddelde van de schattingen op basis<br />
van de 5 parameters). De gegevens over nutriënten geven een<br />
overschatting, de gegevens over BZV en zwevende stoffen<br />
een onderschatting. Deze cijfers kloppen qua grootorde met<br />
de vuilvracht die theoretisch zou moeten toekomen op<br />
de rioolwaterzuiveringsinstallaties.<br />
Voor de onderschatting op basis van de BZV-gegevens zijn<br />
er twee verklaringen. Metingen uitgevoerd op het rioolstelsel<br />
van Tielt hebben een daling van de BZV-concentratie van 18%<br />
aangetoond ten gevolge van biodegradatie: micro-organismen<br />
breken het BZV in de riool af. Bovendien blijkt de theoretische<br />
dagelijkse vuilvracht waar men vanuit gaat, niet te kloppen.<br />
Een inwoner zou volgens een EPAS-studie in opdracht van<br />
VMM geen 54 g BZV per dag lozen, maar slechts 44 g.<br />
Latere studies van EPAS gaven een gemiddelde BZV-vracht van<br />
maar 38 g per inwoner. Als het aantal aangesloten inwoners -<br />
equivalenten op basis van 44 g/IE/dag bepaald wordt,<br />
dan is het resultaat voor BZV ook 4,7 miljoen IE. Tijdens het<br />
afvalwatertransport gebeurt er geen nutriëntverwijdering.<br />
Organische stikstof wordt weliswaar bacterieel omgezet in<br />
ammonium, maar dit vermindert de totale stikstofvracht niet.<br />
De overschatting voor nutriënten kan verklaard worden<br />
door nutriëntenrijk insijpelend of geloosd grondwater en water<br />
van aangesloten grachten.<br />
BENCHMARKS BEVESTIGEN GOEDE<br />
OPERATIONELE AANPAK<br />
In <strong>2011</strong> heeft <strong>Aquafin</strong> opnieuw aan twee inter nationale<br />
benchmarks deelgenomen, waarbij de resultaten in de<br />
lijn van de verwachtingen lagen. Deelname aan zulke<br />
oefeningen is ook interessant, omdat het mogelijkheden<br />
tot kennisuitwisseling biedt met de andere deelnemers.<br />
Het eerste onderzoek werd uitgevoerd door de European<br />
Benchmarking Cooperation, een non-profit organisatie die<br />
de prestaties van (afval)waterbedrijven onderling vergelijkt.<br />
Aan hun jongste project namen 28 voornamelijk Europese<br />
afvalwateroperatoren deel. De oefening wees uit dat<br />
<strong>Aquafin</strong> een heel hoog investeringsritme aanhoudt,<br />
vergeleken met de andere bedrijven. Onze personeelskost<br />
per gezuiverde kubieke meter afvalwater is bij de laagste<br />
bedragen. Dat betekent dat we efficiënt werken, zeker<br />
gezien de hoge loonkosten in België.<br />
Het tweede onderzoek werd opgezet door het Duitse<br />
Aquabench, een organisatie vergelijkbaar met EBC,<br />
maar dan specifiek voor Duitse (afval)waterbedrijven.<br />
Acht operatoren in afvalwaterzuivering van verschillende<br />
grootte deden mee. Bij deze oefening scoorde <strong>Aquafin</strong><br />
(als enige buitenlandse participant) opnieuw goed op<br />
operationeel gebied, in onze kost per gezuiverd inwoners -<br />
equivalent. Die ligt bij <strong>Aquafin</strong> zo’n 20% lager dan bij de<br />
andere deelnemers, al komt dat deels door andere lokale<br />
omstandigheden. Uit de cijfers blijkt zeer duidelijk dat<br />
onze installaties ten opzichte van hun ontwerpcapaciteit<br />
hoog belast worden. Qua verbruik van elektrische<br />
energie zitten we gemiddeld. De Duitse bedrijven scoren<br />
wel opvallend hoger op de productie van groene energie,<br />
maar ook dat komt grotendeels door een andere influent -<br />
samen stelling en meer mogelijkheden op het gebied<br />
van covergisting.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
39
40<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
NORMEN VOOR GEZUIVERD HUISHOUDELIJK AFVALWATER<br />
Het gezuiverde afvalwater (effluent) moet aan bepaalde<br />
normen voldoen, die afhankelijk zijn van de agglomeratie -<br />
grootte waarvoor de installatie gebouwd is. Tot 2004 waren<br />
deze normen een kopie van de Europese normen, opgelegd via<br />
de richtlijn Stedelijk Afvalwater (ERSA). Op Vlaams niveau<br />
werden ze door een Vlarem-wijziging tussen 2004 en 2006<br />
verstrengd. <strong>Aquafin</strong> volgt vijf parameters op: biologisch<br />
zuurstofverbruik (BZV), chemisch zuurstofverbruik (CZV),<br />
totaal stikstof, totaal fosfor en zwevende stoffen. Het biologische<br />
zuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof bacteriën nodig<br />
hebben om op 5 dagen tijd bij 20° C de organische vuilvracht<br />
in 1 liter gezuiverd afvalwater af te breken.<br />
Bij hoge BZV-waarden ontwikkelen de bacteriën zich zo<br />
snel dat het risico bestaat dat ze door hun ademhaling<br />
alle zuurstof uit het water opnemen. Het chemische zuurstof -<br />
verbruik geeft aan hoeveel zuurstof er nodig is om de<br />
aanwezige vuilvracht volledig te oxideren. De parameter<br />
zwevende stoffen geeft een maat voor de zwevende (niet<br />
oplosbare) stoffen die in het gezuiverde afvalwater mogen<br />
achterblijven. Te veel stikstof en fosfor in het water, brengt<br />
een explosieve algenbloei op gang. ’s Nachts onttrekken deze<br />
algen zuurstof aan het water, waardoor vissen, waterplanten<br />
en andere organismen het moeilijk krijgen.
Diensten buiten<br />
de overeenkomst<br />
met het Vlaamse<br />
Gewest<br />
De minister van Leefmilieu stimuleert <strong>Aquafin</strong> om onze knowhow<br />
te valoriseren bij de gemeenten en de industrie in Vlaanderen,<br />
maar ook in het buitenland. Dankzij het maatwerk voor de klant<br />
dat in ons aanbod vervat zit, zijn we de grootste speler op de<br />
gemeentelijke markt. Steeds meer steden en gemeenten kiezen<br />
voor een overeenkomst met <strong>Aquafin</strong>, al dan niet in samenwerking<br />
met een drinkwatermaatschappij. Dochtermaatschappij Aquaplus<br />
is het voorbije jaar in het binnenland een naam geworden voor de<br />
exploitatie van industriële zuiveringen. In het buitenland hebben<br />
we onze blik verruimd met de oprichting van ASEWater Technologies,<br />
een joint venture met een Indische partner.<br />
BETROUWBARE PARTNER VOOR DE UITBOUW<br />
EN BEHEER VAN DE GEMEENTELIJKE ZUIVERINGS -<br />
INFRASTRUCTUUR<br />
Om in orde te zijn met de kaderrichtlijn Water, wacht de<br />
gemeenten nog een investering van bijna 7 miljard euro. Een deel<br />
daarvan (0,7 miljard) heeft het gewest overgenomen via het Lokaal<br />
Pact met de gemeenten. Maar het gaat nog steeds om enorme<br />
investeringen, waarvoor de meeste gemeenten zelf niet de nodige<br />
technische kennis in huis hebben.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
41
42<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
Sinds 2004 mag <strong>Aquafin</strong> mee concurreren met de andere<br />
riooloperatoren op de gemeentelijke markt. Gemeenten kunnen<br />
kiezen voor een rechtstreekse concessieovereenkomst met<br />
<strong>Aquafin</strong>, of aansluiten bij één van de samenwerkings -<br />
verbanden die <strong>Aquafin</strong> is aangegaan met Vivaqua, VMW<br />
(RioAct en Rio-P) en TWVW en AWW (rio-link).<br />
<strong>Aquafin</strong> trad in maart toe tot rio-link door de verwerving<br />
van een derde van de aandelen. De overige aandelen zijn in<br />
handen van de cvba water-link. Op die manier kan de eerdere<br />
samenwerking tussen AWW en <strong>Aquafin</strong> (onder de naam<br />
RI-ANT) verder gevaloriseerd worden binnen rio-link.<br />
Operationeel werkt rio-link in twee business units,<br />
waarbij de unit in Antwerpen instaat voor het rioolbeheer van<br />
de saneringsvennoten van AWW en het team in Gent voor<br />
de saneringsvennoten van TMVW.<br />
In <strong>2011</strong> ging er één nieuwe concessie van start en kozen er<br />
drie gemeenten voor uitgebreide Rio-Totaalcontracten met<br />
verschillende modules. Drie gemeenten sloten aan bij RioAct<br />
en twee gemeenten bij Rio-P. Eén gemeente heeft de<br />
samenwerking met <strong>Aquafin</strong> verbroken. Begin 2012 hebben er<br />
al 87 steden of gemeenten een contract met <strong>Aquafin</strong> afgesloten,<br />
hetzij rechtstreeks met <strong>Aquafin</strong> hetzij in combinatie met<br />
een andere partij.<br />
We realiseerden zowel binnen onze concessies als binnen<br />
onze samenwerkingsverbanden een sterke groei in het aantal<br />
aanbestedingen en opleveringen. Steeds meer projecten in<br />
uitvoering vloeien ook voort uit eigen voorstellen voor<br />
renovatie, optimalisatie of aansluiting van resterende<br />
lozingspunten. We verwachten dat de omzet op de<br />
gemeentelijke markt de volgende jaren verder zal toenemen,<br />
al blijft dat volume niet substantieel ten opzichte van de<br />
omzet binnen onze gewestelijke opdracht.<br />
Door de bundeling binnen <strong>Aquafin</strong> van de processen<br />
Visievorming, Versnelde uitvoering van projecten en Account<br />
management in business units, zullen we ongetwijfeld<br />
nog beter tegemoet kunnen komen aan de wensen van onze<br />
klanten.<br />
ONDERSTEUNING VAN DE INDUSTRIE EN<br />
BUITENLANDSE PROJECTEN VIA AQUAPLUS<br />
Aquaplus NV, het commerciële dochterbedrijf van <strong>Aquafin</strong>,<br />
richt zich in het binnenland op de noden van de industrie.<br />
In het buitenland biedt Aquaplus ondersteuning aan<br />
overheden, administraties en bedrijven bij het behalen van<br />
hun milieunormen. Aquaplus biedt oplossingen op maat aan<br />
voor alle stadia binnen de afvalwatercyclus.<br />
In Vlaanderen heeft Aquaplus mooie opdrachten lopen,<br />
die aansluiten bij de kernactiviteiten van <strong>Aquafin</strong>. De jongste<br />
jaren was er vooral een duidelijke toename in grote<br />
exploitatiecontracten voor bedrijven. Het Vlaamse Gewest<br />
heeft echter duidelijk de vraag gesteld om de kennis en<br />
ervaring van <strong>Aquafin</strong> ook in het buitenland te verzilveren.<br />
Aquaplus heeft zelf niet genoeg naamsbekendheid of<br />
financiële middelen om grote projecten te kunnen aantrekken<br />
en uitvoeren. Meestal is onze dochteronderneming dus als<br />
onderaannemer verantwoordelijk voor de aanbreng van<br />
specifieke kennis in buitenlandse projecten. Maar nu bewandelt<br />
Aquaplus een tweede piste. In november <strong>2011</strong> werd ASEWater<br />
Technologies boven de doopvont gehouden, een joint venture<br />
tussen Aquaplus en het Indo-belgische ASE Structure Design.<br />
Door deze samenwerking met een buitenlandse partner,<br />
die goed verankerd is in de lokale markt, verwacht Aquaplus<br />
om deze obstakels te kunnen vermijden en een grote<br />
afzetmarkt te penetreren. De opgerichte vennootschap wil<br />
zich immers profileren als een Indisch bedrijf, maar met<br />
Europese knowhow.<br />
PROTOCOL VOOR COMMERCIËLE<br />
OPDRACHTEN<br />
In <strong>2011</strong> heeft <strong>Aquafin</strong> een protocol getekend met het<br />
Vlaamse Gewest, waarin wordt bepaald onder welke<br />
voorwaarden <strong>Aquafin</strong> mensen en middelen ter beschikking<br />
mag stellen van Aquaplus en voor gemeentelijke opdrachten.<br />
Dit protocol brengt duidelijkheid voor beide partijen.
Onderzoek<br />
en product -<br />
ontwikkeling<br />
De onderzoeksactiviteiten van <strong>Aquafin</strong> maken het mee mogelijk<br />
om op maat gesneden duurzame technologische oplossingen<br />
aan te bieden aan onze klanten. In Vlaanderen worden we<br />
beschouwd als dé technisch expert voor de werking van de hele<br />
afvalwater cyclus. Ons direct toepasbaar onderzoek is gericht<br />
op kostenbeheersing, de garantie van de effluentnormen en de<br />
introductie van best beschikbare technologieën. Het strategisch<br />
onderzoek is gegroepeerd rond de pijlers klimaatverandering,<br />
integraal waterbeheer en asset management van de (riool) -<br />
infrastructuur.<br />
DIRECT TOEPASBAAR ONDERZOEK<br />
Met Aqua3M, onze eigen ontwikkelde dynamische RWZImodellering,<br />
werden in <strong>2011</strong> voorstellen gedaan om de bedrijfs -<br />
voering van zes zuiveringsinstallaties een stuk duurzamer te<br />
maken. Dezelfde oefening werd gedaan voor een buitenlandse<br />
klant van dochterbedrijf Aquaplus. Het Vlaamse gewest (CIW) deed<br />
beroep op de kennis en ervaring met integrale detail modellering<br />
van onze hydraulische experts in het kader van de herziening van<br />
de Code van Goede Praktijk voor het ontwerp van een rioolstelsel.<br />
We hebben ook belangrijke stappen gezet voor de concrete<br />
realisatie van real time control van het rioolstelsel in het studie -<br />
gebied Kessel-lo. In de loop van het jaar werd een nieuwe<br />
methodiek voor corrosiebescherming op punt gesteld en gevalideerd<br />
aan een aantal testcases.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
43
44<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
Het platform Aqua3S voor dynamische modellering van<br />
de vorming van sulfiden in rioolstelsels is klaar om gevalideerd<br />
te worden aan de hand van meetresultaten. Een nieuw,<br />
geautomatiseerd ruimingsprogramma voor riolen is vorig jaar<br />
eveneens op punt gesteld.<br />
STRATEGISCH ONDERZOEK<br />
In <strong>2011</strong> was <strong>Aquafin</strong> actief in vijf onderzoeksprojecten met<br />
externe partners. Sewage+ is een Vlaams onderzoeksproject<br />
gefinancierd in het kader van MIP2 en gecoördineerd door Vito.<br />
Het doel is het ontwikkelen van nieuwe concepten in water -<br />
zuivering voor een maximale energierecuperatie, bijvoorbeeld<br />
door huishoudelijk afvalwater te mengen met geconcentreerde<br />
afvalstromen. Vier projecten worden gefinancierd door Europa<br />
en zijn vorig jaar nieuw gestart. In een stedelijke omgeving kan<br />
de warmte die nog aanwezig is in de riolen nuttig worden<br />
hergebruikt. <strong>Aquafin</strong> onderzoekt binnen het project INNERS<br />
mee de mogelijke voordelen voor het milieu van een<br />
toepassing op grote schaal. Minotaurus test nieuwe<br />
technologieën uit om organische vervuilende stoffen uit<br />
afvalwater, grondwater en de bodem te verwijderen. In de<br />
toekomst zullen de normen waaraan het gezuiverde afval -<br />
water moet voldoen, immers alleen maar strenger worden.<br />
Sanitas wil de impact van het stedelijk watersysteem op<br />
klimaatverandering minimaliseren en omgaan met toekomstige<br />
variaties in waterkwantiteit en -kwaliteit. Binnen Raingain<br />
wordt gewerkt aan de beschikbaarheid van gedetailleerde<br />
neerslag- en wateroverlastgegevens. Die moeten operationele<br />
waterbeheerders in de stad in staat stellen adequaat te<br />
reageren op hevige neerslag en de schade door wateroverlast<br />
te voorkomen.<br />
MEMBRAANEXPERT<br />
<strong>Aquafin</strong> voerde van bij de opkomst van membraan -<br />
technologie intensief pilootonderzoek uit, dat al snel<br />
gevolgd werd door de eerste operationele membraan -<br />
bioreactor in de Benelux. Ondertussen wordt het<br />
afvalwater op verschillende grote en kleinschalige<br />
installaties gezuiverd met behulp van deze technologie.<br />
Op basis van onze ervaring ontwikkelden we een eigen<br />
hybride zuiveringsproces, met een demo-installatie op<br />
RWZI Aartselaar. Het concept van <strong>Aquafin</strong> onderscheidt<br />
zich van andere concepten doordat het gebruik maakt<br />
van slechts één gemeenschappelijke bioreactor én doordat<br />
de processturing gebeurt in functie van droogweer- of<br />
regenweeromstandigheden. Daardoor is het uitermate<br />
geschikt voor capaciteitsuitbreiding van klassieke actief -<br />
slibsystemen, waar weinig extra ruimte voorhanden is.
Belangrijkste<br />
risicofactoren<br />
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de ontwikkelingen in<br />
dossiers die enig risico inhouden.<br />
JURIDISCHE GESCHILLEN<br />
n<br />
Wateroverlast in een woonwijk<br />
Dit dossier behandelt schade als gevolg van wateroverlast<br />
bij ongeveer vierhonderd bewoners van een woonwijk in 1998.<br />
Eind 2010 deed de rechter een voor <strong>Aquafin</strong> gunstige uitspraak,<br />
waarbij het overgrote deel van de eisen als verjaard, niet<br />
toelaatbaar of ongegrond werden beoordeeld. Tegen deze<br />
uitspraak is door de tegenpartijen in april <strong>2011</strong> beroep ingesteld.<br />
Bovenstaande ontwikkelingen geven geen aanleiding om de<br />
vroegere beslissing geen provisie aan te leggen, te wijzigen.<br />
VERZEKERINGSDOSSIERS<br />
n<br />
Onvoldoende betonwapening op RWZI Deurne<br />
In 2007 werd ontdekt dat de wanden van bepaalde<br />
beluchtingsbekkens van de zuiveringsinstallatie van Deurne<br />
onvoldoende gewapend waren als gevolg van een ontwerpfout.<br />
Volgens <strong>Aquafin</strong> is dit schadegeval deels gedekt door onze<br />
Alle Bouwplaats Risicoverzekering (ABR) en deels door de beroeps -<br />
aansprakelijkheidsverzekering van het betrokken studiebureau.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
45
46<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
In 2008 werd gezocht naar een geschikte herstelmethode,<br />
de meest voor de hand liggende herstelperiode en een<br />
geschikte aannemer. In 2009 werd effectief gestart met het<br />
herstel. Op vandaag zijn de werkzaamheden beëindigd.<br />
De vragen tot terugbetaling voor de herstelwerken die tot nu<br />
toe werden ingediend, heeft de ABR-verzekeraar effectief<br />
vergoed. Het niet door de ABR-verzekeraar betaalde bedrag<br />
werd in <strong>2011</strong> deels teruggevorderd van het studiebureau dat<br />
de ontwerpfout maakte en deels van het controleorganisme<br />
dat op de werf actief was. Deze recuperatieprocedures lopen.<br />
Voor het niet door de ABR-verzekeraar betaalde gedeelte werd<br />
voorzichtigheidshalve een provisie aangelegd.<br />
n<br />
Betonproblematiek op RWZI Brugge<br />
Bij de voorlopige oplevering van de renovatie van de<br />
zuiveringsinstallatie van Brugge werd in een beluchtings -<br />
bekken een aftekening van de wapening in het beton<br />
vastgesteld. Later kwam vast te staan dat de schade zich<br />
verder zet, en niet alleen in dit bekken. Een analyse die <strong>Aquafin</strong><br />
bestelde, duidde twee oorzaken aan: een onvoldoende<br />
betondekking en verhoogde chloridewaarden. In samenspraak<br />
met de aannemer werd een herstelmethode uitgewerkt.<br />
Waar nodig moet de beton worden hersteld en aangevuld.<br />
Bijkomend moet er ook een zogenaamde kathodische<br />
bescherming worden aangebracht.<br />
De eigenlijke herstelling werd uitgevoerd in de afgelopen<br />
jaren en wordt in 2012 voortgezet. De kosten van het eerst<br />
vermelde deel van het herstel worden door de aannemer<br />
gedragen, de kosten van het laatste gedeelte door <strong>Aquafin</strong>.<br />
Er is een dading afgesloten tussen de verzekeringsmaatschappij<br />
en de verzekerden en tussen de verzekerden onderling.<br />
De ABR-verzekeraar ACI is voor een aanzienlijk bedrag<br />
tussen gekomen. Dit bedrag dekte enerzijds de al uitgevoerde<br />
herstel- en beschermings maatregelen en zal anderzijds<br />
dienen om de kost van de nog uit te voeren werken te dekken.<br />
In dit dossier wijzen de feiten niet op een noodzaak van het<br />
aanleggen van een provisie.<br />
FINANCIËLE VERSLAGEN<br />
Aangezien de systematiek van de beheersovereenkomst<br />
voorziet in een a posteriori goedkeuring van het jaarlijks<br />
financieel verslag van <strong>Aquafin</strong>, is het niet uit te sluiten dat<br />
bepaalde vergoedingen uiteindelijk niet worden goedgekeurd<br />
door het Vlaamse Gewest.
Belangrijkste<br />
evoluties na<br />
het boekjaar<br />
GOEDKEURING OPTIMALISATIEPROGRAMMA 2013<br />
Op 16 december <strong>2011</strong> heeft de Vlaamse Regering het budget voor<br />
de uitbouw van de bovengemeentelijke zuiverings infrastructuur<br />
voor het programmajaar 2013 opnieuw vastgelegd op 250 miljoen<br />
euro. Op 31 januari 2012 werd de opdracht tot uitvoering van dit<br />
programma door Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege<br />
overgemaakt aan <strong>Aquafin</strong>.<br />
Het optimalisatieprogramma 2013 voorziet budget voor 134<br />
nieuwe projecten en 21 projecten die werden doorgeschoven naar<br />
dit programma. Verder wordt er voor 10 projecten alleen het<br />
studiewerk (opmaak technisch plan) opgedragen. De initiële<br />
raming van deze projecten bedraagt 112 miljoen euro, waarvan<br />
74 miljoen euro is toegewezen voor investeringen in het kader van<br />
het lokaal pact met de gemeenten. Om de toekomstige prijs -<br />
stijgingen voor deze projecten op te vangen, werd er 88 miljoen<br />
euro voorzien. De resterende 50 miljoen euro is in dit programma<br />
expliciet ter beschikking gesteld voor de afbouw van de<br />
gecumuleerde overschrijding van het investerings- en het<br />
renovatieprogramma van vroegere programmajaren.<br />
De optimalisatieprogramma’s worden opgemaakt door de<br />
Vlaamse Milieumaatschappij, in overleg met <strong>Aquafin</strong>, de provincies<br />
en de bekkenbesturen. Ze omvatten projecten gericht op de<br />
bijkomende sanering van lozingspunten, de bouw van kleinschalige<br />
zuiveringsinstallaties en de aanleg van strategische regenwater -<br />
leidingen om de bestaande infrastructuur te verbeteren. Bij de<br />
keuze van de projecten wordt gelet op hun ecologisch en<br />
economisch rendement.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
47
48<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
Commentaar<br />
bij de balans<br />
Op het einde van het boekjaar bedraagt het balanstotaal<br />
3.021 miljoen euro, 350 miljoen euro hoger dan vorig boekjaar.<br />
Deze toename is enerzijds een gevolg van de netto-aangroei van<br />
de investeringen in de waterzuiveringsinfrastructuur, uitgevoerd in<br />
opdracht van het Vlaamse Gewest. Zo werden in <strong>2011</strong> investeringsen<br />
optimalisatieprojecten opgeleverd voor een totale aannemings -<br />
waarde van bijna 146 miljoen euro. Anderzijds kocht <strong>Aquafin</strong> in <strong>2011</strong><br />
installaties van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) aan<br />
voor bijna 154 miljoen euro in het kader van de uitvoering van<br />
addendum N° 7 aan de beheersovereenkomst. Alle installaties<br />
blijven eigendom van <strong>Aquafin</strong> tot het einde van de beheers -<br />
overeenkomst met het Vlaamse Gewest.<br />
In <strong>2011</strong> bleef de bouwactiviteit stabiel ten opzichte van het<br />
voorgaande jaar. Doordat de investeringen in nieuwe activa in<br />
aanbouw de opleveringen in waarde overstegen, kenden de activa<br />
in aanbouw een stijging met 8% tot 271 miljoen euro.<br />
Onder de financiële vaste activa is onder andere de<br />
meerderheidsparticipatie opgenomen van <strong>Aquafin</strong> in Aquaplus,<br />
ten bedrage van 0,694 miljoen euro. Per 31 december <strong>2011</strong> werd<br />
deze participatie bij <strong>Aquafin</strong> gewaardeerd op basis van de meest<br />
recente financiële informatie.<br />
De prestaties buiten het kader van de beheersovereenkomst die<br />
nog niet voltooid zijn, worden opgenomen onder de rubriek<br />
‘bestellingen in uitvoering’. De enige uitzondering hierop vormen<br />
de projecten voor de uitvoering van transportdiensten. Die worden<br />
opgenomen onder de materiële vaste activa, aangezien deze activa<br />
eigendom blijven van <strong>Aquafin</strong>. Door de toegenomen bouwactiviteit<br />
buiten het kader van de beheersovereenkomst<br />
groeiden de voorraden en bestellingen in<br />
uitvoering met 88% tot 83 miljoen euro.
In <strong>2011</strong> werd <strong>Aquafin</strong> geconfronteerd met een grotere<br />
financieringsbehoefte dan voorgaande jaren, omwille van de<br />
aankoop van gronden en installaties van de VMM in het kader<br />
van addendum N° 7 aan de beheersovereenkomst. De banken<br />
waren beperkt in hun mogelijkheden om bijkomende leningen<br />
te verstrekken, doordat ze zelf geconfronteerd werden met<br />
gestegen kosten en nieuwe regulering. Belgische institutionele<br />
investeerders hadden wel veel interesse om <strong>Aquafin</strong> te<br />
financieren. Deze opportuniteit werd dan ook ten volle benut:<br />
er werd voor 285 miljoen euro aan financiering opgehaald<br />
via dit kanaal. Doordat dit volledige bedrag niet onmiddellijk<br />
kon aangewend worden voor de financiering van projecten,<br />
ontstond een tijdelijk kasoverschot en werd voor bijna 53<br />
miljoen euro belegd. In 2012 worden deze fondsen aangewend<br />
voor de financiering van projecten.<br />
In het kader van de financiering van de hoger vermelde<br />
aankoop van installaties van VMM werd op 13 december <strong>2011</strong><br />
het kapitaal verhoogd met 50 miljoen euro. Hiervan werd<br />
12,5 miljoen euro volstort.<br />
Indien de algemene vergadering de voorgestelde<br />
winstverdeling aanvaardt, wordt de wettelijke reserve met<br />
0,480 miljoen euro verhoogd. De beschikbare reserve wordt<br />
verhoogd met 1 miljoen euro, om de nodige fondsen te<br />
voorzien voor eventuele participaties in structurele samen -<br />
werkingsverbanden en de activiteiten van Aquaplus N.V.<br />
De voorziening voor risico’s en lasten heeft betrekking<br />
op juridische geschillen, verzekeringsdossiers, geschillen in<br />
het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst,<br />
verwerking van het slib gebufferd in de installaties en<br />
brugpensioenen.<br />
De financiering op lange termijn is gebaseerd op<br />
de affectatieovereenkomst. Die bepaalt dat het saldo van de<br />
kredieten op lange termijn kleiner moet zijn dan de toekomstige<br />
aanspraken die <strong>Aquafin</strong> heeft op de drinkwater maatschappijen,<br />
respectievelijk het Vlaamse Gewest. Deze aanspraken bestaan<br />
uit het nog niet betaalde gedeelte van de investerings -<br />
projecten die al opgeleverd zijn. Per einde <strong>2011</strong> was dit bedrag<br />
1.495 miljoen euro. In <strong>2011</strong> heeft <strong>Aquafin</strong> 510 miljoen euro<br />
kredieten op lange termijn opgenomen, waarvan 75 miljoen<br />
euro bij de Europese Investeringsbank, 150 miljoen euro bij<br />
commerciële banken en 285 miljoen euro bij institutionele<br />
investeerders. Rekening houdend met de terugbetalingen van<br />
al eerder opgenomen leningen bedraagt het saldo van de<br />
bankleningen op lange termijn onder affectatie 1.459 miljoen<br />
euro, waarvan bijna 157 miljoen euro binnen het jaar moet<br />
worden terugbetaald.<br />
In uitvoering van de beheersovereenkomst met het Vlaamse<br />
Gewest werden de investeringen initieel terug betaald over<br />
15 jaar. Doordat dit terugbetalingsritme sneller verliep dan<br />
de afschrijvingen, ontstond een positief saldo voor de verdere<br />
financiering van de afschrijvingen na de terugbetalings -<br />
periode. Dit positief saldo werd met goedkeuring van de<br />
Commissie Boekhoudkundige Normen op een speciale passief -<br />
rekening geregistreerd, namelijk ‘Vergoeding Vlaamse Gewest’.<br />
Eind 2008 werd de termijn van de jaarlijkse vergoeding<br />
voor aannemingen bouwkunde van 15 jaar op 30 jaar gebracht<br />
voor de opleveringen vanaf 1 januari 2009. Dat gebeurde via<br />
een addendum aan de beheersovereenkomst tussen het<br />
Vlaamse Gewest en <strong>Aquafin</strong>. Deze nieuwe termijn sluit beter<br />
aan bij de economische levensduur van de infrastructuur.<br />
In 2009 werd ook de resterende terugbetalingstermijn<br />
van bouwkundige projecten opgeleverd vóór 1 januari 2009<br />
verdubbeld. Deze aanpassing ging in op 1 januari 2010.<br />
In <strong>2011</strong> daalde hierdoor de ‘vergoeding Vlaams Gewest’ van<br />
808 miljoen euro tot 800 miljoen euro.<br />
De voorziening voor risico’s en lasten neemt af ten opzichte<br />
van 2010. Op basis van de meest recente gegevens werden<br />
de nodige aanpassingen gedaan. Op te merken valt dat het<br />
aantal lopende juridische geschillen verder blijft dalen.<br />
Per einde <strong>2011</strong> werd de financiering op korte termijn sterk<br />
afgebouwd in functie van de financiering op lange termijn van<br />
de aangekochte VMM-activa. In het afgelopen boekjaar was<br />
er een afname van de financiering op korte termijn via<br />
commercial paper van 140,6 miljoen euro per einde 2010 naar<br />
73,0 miljoen euro per einde <strong>2011</strong>.<br />
<strong>Aquafin</strong> beschikt over een kredietlijn van 180 miljoen euro,<br />
inclusief de gesyndiceerde lening voor de financiering op<br />
korte termijn van activiteiten binnen het kader van de<br />
beheersovereenkomst. Binnen deze kredietlijn werden geen<br />
opnames verricht per einde <strong>2011</strong>. Voor de financiering op<br />
korte termijn van gemeentelijke projecten heeft <strong>Aquafin</strong><br />
een kredietlijn van 17 miljoen euro beschikbaar. Hiervan werd<br />
9 miljoen opgenomen per einde <strong>2011</strong>.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
49
50<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
Commentaar bij<br />
de resultatenrekening<br />
In de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest is<br />
bepaald dat de vergoeding van <strong>Aquafin</strong> gebeurt op basis van<br />
de doorrekening van alle redelijke kosten, verhoogd met een<br />
vergoeding voor de aandeelhouders die gebaseerd is op hun<br />
inbreng in het eigen vermogen. Hieruit volgt dat de kosten en<br />
opbrengsten in grote mate een spiegelbeeld zijn van elkaar.<br />
De verhoging van de kosten en in het bijzonder die van<br />
de diensten en diverse goederen, bezoldigingen, sociale lasten<br />
en pensioenen, ligt in de lijn van de groei van de infrastructuur<br />
die door <strong>Aquafin</strong> geëxploiteerd en uitgebouwd wordt, zowel<br />
binnen als buiten het kader van de beheersovereenkomst.<br />
Het steeds groeiende patrimonium verklaart ook de continue<br />
groei van de afschrijvingen.<br />
Sinds 2007 participeert <strong>Aquafin</strong> in de exploitatiekosten<br />
van de zuiveringsinfrastructuur van het Brusselse Gewest.<br />
Einde 2007 werd het contract tussen beide gewesten deels<br />
overgenomen door de respectieve bedrijven belast met de<br />
zuiveringsopdracht. Doel van deze overdracht was de betalings -<br />
stromen op een meer efficiënte wijze te regelen.<br />
De beweging op de waardeverminderingen en provisies<br />
heeft betrekking op waardeverminderingen en provisies voor<br />
bedragen die het Vlaamse Gewest tijdens het afgesloten<br />
boekjaar heeft betwist. Voor nieuwe juridische geschillen werd<br />
beslist een provisie aan te leggen ter waarde van de redelijke<br />
inschatting van de claim, rekening houdend met de slaagkans.<br />
De sterke toename van de financiering met vreemd<br />
vermogen resulteert in een stijging van de kosten van schulden<br />
met 5,7 miljoen euro ten opzichte van<br />
boekjaar 2010.<br />
Met een actief beheer van het renterisico wil <strong>Aquafin</strong><br />
de financieringskost optimaliseren. Sinds 2006 heeft de raad<br />
van bestuur de implementatie van een dynamisch beheer<br />
van het renterisico goedgekeurd, waarbij de krijtlijnen voor<br />
het rentemanagement zijn uitgetekend.<br />
Na verrekening van de provisies, de waardeverminderingen<br />
en de niet aan het Vlaamse Gewest doorgerekende kosten<br />
en opbrengsten, inclusief het resultaat van de commerciële<br />
activiteiten, wordt de winst voor belastingen 11,56 miljoen euro.<br />
Vanaf aanslagjaar 2007 werd het begrip notionele interest -<br />
aftrek ingevoerd in de vennootschapsbelasting, waardoor de<br />
kost van de waterzuivering voor de burger beperkt blijft.<br />
Ook de toepassing van de verhoogde investeringsaftrek<br />
voor energiebesparende investeringen en milieuvriendelijke<br />
investeringen voor Onderzoek en Ontwikkeling heeft een<br />
gunstige invloed op de vennootschapsbelasting.
Voorstel aan<br />
de algemene<br />
vergadering<br />
Rekening houdend met de winst na belastingen van het<br />
boekjaar van 9.580.265,23 euro en een overgedragen winst van<br />
5.231,19 euro, bedraagt de te bestemmen winst 9.585.496,42 euro.<br />
l toevoeging aan de wettelijke reserve: 480.000,00 euro<br />
l toevoeging aan de beschikbare reserve: 1.000.000,00 euro<br />
l vergoeding van het kapitaal: 8.096.193,56 euro<br />
l overgedragen winst: 9.302,86 euro<br />
Indien de algemene vergadering de voorgestelde winstverdeling<br />
goedkeurt, zal op 23 april een bruto dividend uitbetaald worden van:<br />
l<br />
l<br />
10,09 euro voor de aandelen die volledig volstort zijn<br />
0,12 euro voor de aandelen die niet volledig volstort zijn.<br />
Verslag van de raad van bestuur<br />
51