Machtigingsaanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en ...
Machtigingsaanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en ... Machtigingsaanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en ...
Beraadslaging FO 05 /2012 - 4/9 de aanvrager zouden weliswaar reeds kunnen beschikken over bepaalde persoonsgegevens uit de persoonsgegevensbank Vesta maar hebben nog geen toegang tot de respectieve identificatienummers van de sociale zekerheid van de gebruikers van de diensten voor gezinszorg of thuiszorg. De aanvrager heeft daartoe met zijn verwerker de nodige afspraken gemaakt inzake informatieveiligheid. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. ONTVANKELIJKHEID 12. Krachtens artikel 36bis WVP, "vereist elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door een federale overheidsdienst of door een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert een principiële machtiging (van het bevoegd sectoraal comité)". 13. Het is de taak van dit Comité om na te gaan “of deze mededeling enerzijds nodig is voor de implementatie van de opdrachten die toevertrouwd worden door of krachtens de wet aan de vragende federale overheid en anderzijds of deze mededeling in zijn diverse aspecten compatibel is met al de geldige normen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wat de verwerking van de persoonsgegevens betreft.” (Parl.Doc 50, 2001-2002, nr. 1940/004). 14. Onderhavige machtigingsaanvraag heeft betrekking op een elektronische gegevensstroom vanuit de FOD Financiën naar de aanvrager. Het Comité is derhalve bevoegd. 15. Het merkt op dat er evenwel ook een uitwisseling vanuit andere bronnen zal plaatsvinden. Deze verwerkingen zullen moeten worden gemachtigd door het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid 2 . In onderhavige beraadslaging wordt hier dan ook niet dieper op ingegaan. 2 Beraadslaging nr. 10/072 van 5 oktober 2010.
Beraadslaging FO 05 /2012 - 5/9 B. TEN GRONDE 1. FINALITEITSBEGINSEL 16. Artikel 4, § 1, 2°, WVP laat de verwerking van persoonsgegevens slechts toe voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden en de gegevens mogen bovendien niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden. 17. De aanvrager wenst op basis van de gevraagde gegevens de gebruikersbijdragen te berekenen. 18. Het Comité stelt aldus vast dat de geplande gegevensverwerkingen voor welbepaalde en uitdrukkelijk omschreven doeleinden zullen plaatsvinden en het brengt in herinnering dat de gevraagde gegevens enkel met het oog op deze doeleinden mogen verwerkt worden. 19. Gelet op artikel 5, c) en e) WVP 3 is de geplande gegevensverwerking in hoofde van de aanvrager ook gerechtvaardigd. De aanvrager is immers bevoegd 4 om beleidsgerichte input te leveren zoals bedoeld in artikel 4, §3, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid 5 . 20. Voor de tussenkomst van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (hierna de “KSZ”) bestaat eveneens een wettelijke grondslag. Krachtens artikel 14 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid verloopt elke mededeling voor of aan een instelling die deel uitmaakt van het netwerk van de sociale zekerheid immers via deze dienstenintegrator. Verschillende Vlaamse instanties, waaronder de aanvrager, maken momenteel deel uit van het uitgebreid netwerk van de sociale zekerheid en dit op grond van 3 “Art. 5. Persoonsgegevens mogen slechts verwerkt worden in één van de volgende gevallen: (…) c) wanneer de verwerking noodzakelijk is om een verplichting na te komen waaraan de verantwoordelijke voor de verwerking is onderworpen door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie; (…) e) wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van openbaar belang of die deel uitmaakt van de uitoefening van het openbaar gezag, die is opgedragen aan de verantwoordelijke voor de verwerking of aan de derde aan wie de gegevens worden verstrekt; (…)” 4 Besluit van de Vlaamse regering van 26 maart 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap inspectie welzijn, Volksgezondheid en gezin. 5 Art. 4, § 3, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 stipuleert het volgende: “Per homogeen beleidsdomein wordt tussen de minister, het departement en de verzelfstandigde agentschappen een structurele samenspraak en samenwerking uitgebouwd, met het oog op de optimale realisatie van de beleidsdoelstellingen, en met respect voor ieders taakstelling en verantwoordelijkheid. Vanuit hun taakstelling inzake beleidsuitvoering leveren de agentschappen beleidsgerichte input.”
- Page 1 and 2: 1/9 Sectoraal comité voor de Feder
- Page 3: Beraadslaging FO 05 /2012 - 3/9 ber
- Page 7 and 8: Beraadslaging FO 05 /2012 - 7/9 2.2
- Page 9: Beraadslaging FO 05 /2012 - 9/9 OM
Beraadslaging FO 05 /2012 - 4/9<br />
de aanvrager zoud<strong>en</strong> weliswaar reeds kunn<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over bepaalde persoonsgegev<strong>en</strong>s uit de<br />
persoonsgegev<strong>en</strong>sbank Vesta maar hebb<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> toegang tot de respectieve<br />
id<strong>en</strong>tificati<strong>en</strong>ummers <strong>van</strong> de sociale zekerheid <strong>van</strong> de gebruikers <strong>van</strong> de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> voor gezinszorg of<br />
thuiszorg. De aanvrager heeft daartoe met zijn verwerker de nodige afsprak<strong>en</strong> gemaakt inzake<br />
informatieveiligheid.<br />
II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG<br />
A. ONTVANKELIJKHEID<br />
12. Kracht<strong>en</strong>s artikel 36bis WVP, "vereist elke elektronische mededeling <strong>van</strong> persoonsgegev<strong>en</strong>s<br />
door e<strong>en</strong> federale overheidsdi<strong>en</strong>st of door e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare instelling met rechtspersoonlijkheid die<br />
onder de federale overheid ressorteert e<strong>en</strong> principiële machtiging (<strong>van</strong> <strong>het</strong> bevoegd sectoraal<br />
comité)".<br />
13. Het is de taak <strong>van</strong> dit Comité om na te gaan “of deze mededeling <strong>en</strong>erzijds nodig is voor de<br />
implem<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> de opdracht<strong>en</strong> die toevertrouwd word<strong>en</strong> door of kracht<strong>en</strong>s de wet aan de<br />
vrag<strong>en</strong>de federale overheid <strong>en</strong> anderzijds of deze mededeling in zijn diverse aspect<strong>en</strong> compatibel is<br />
met al de geldige norm<strong>en</strong> inzake de bescherming <strong>van</strong> de persoonlijke lev<strong>en</strong>ssfeer wat de verwerking<br />
<strong>van</strong> de persoonsgegev<strong>en</strong>s betreft.” (Parl.Doc 50, 2001-2002, nr. 1940/004).<br />
14. Onderhavige machtigingsaanvraag heeft betrekking op e<strong>en</strong> elektronische gegev<strong>en</strong>sstroom<br />
<strong>van</strong>uit de FOD Financiën naar de aanvrager. Het Comité is derhalve bevoegd.<br />
15. Het merkt op dat er ev<strong>en</strong>wel ook e<strong>en</strong> uitwisseling <strong>van</strong>uit andere bronn<strong>en</strong> zal plaatsvind<strong>en</strong>.<br />
Deze verwerking<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemachtigd door <strong>het</strong> Sectoraal Comité <strong>van</strong> de Sociale<br />
Zekerheid <strong>en</strong> <strong>van</strong> de Gezondheid 2 . In onderhavige beraadslaging wordt hier dan ook niet dieper op<br />
ingegaan.<br />
2<br />
Beraadslaging nr. 10/072 <strong>van</strong> 5 oktober 2010.
Change language