jrg34-december2006-galama-koolen-najaarskinderen-eenprobleemofeenuitdaging
jrg34-december2006-galama-koolen-najaarskinderen-eenprobleemofeenuitdaging
jrg34-december2006-galama-koolen-najaarskinderen-eenprobleemofeenuitdaging
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
kingtreding van de Kleuteronderwijswet<br />
(1956) kon elk kind op vierjarige leeftijd<br />
naar school, maar het probleem van de<br />
<strong>najaarskinderen</strong> was hiermee niet opgelost.<br />
De geboortedatum bleef het criterium<br />
om naar de eerste klas van de lagere<br />
school te mogen. Wie na 1 oktober vier<br />
jaar werd, ging bijna drie jaar naar de<br />
kleuterschool. Ook dit viel niet altijd in<br />
goede aarde en er bleven ouders druk<br />
uitoefenen op de school omdat zij hun<br />
najaarskind liever versneld naar de eerste<br />
klas lieten gaan, zodat het echte<br />
leren kon beginnen.<br />
Wet Basisonderwijs<br />
De Wet Basisonderwijs die op 1 augustus<br />
1985 in werking trad, kon dit probleem<br />
oplossen. Vanaf dat moment was bij de<br />
overgang naar groep 3 niet meer de<br />
geboortemaand het criterium, maar het<br />
ononderbroken ontwikkelingsproces dat<br />
kinderen in acht schooljaren moeten<br />
doormaken. Toch bleef de oude traditie<br />
van de 1 oktober-grens bestaan en werd<br />
het overgangscriterium kalenderleeftijd<br />
bestendigd. Door het verkorten van de<br />
kleutertijd zou het verschil in ontwikkeling<br />
tussen de kinderen in groep 3 steeds<br />
groter worden en op dat probleem hadden<br />
lang niet alle scholen een antwoord.<br />
Het onderwerp kwam slechts ter sprake<br />
als ouders er vragen over stelden. Na 20<br />
jaar en een wet verder (WPO) werd door<br />
individuele scholen van de oude traditie<br />
afgestapt, al dan niet onder druk van<br />
ouders of inspectie.<br />
De grens verschuift naar 1 januari. Zo voldoen<br />
de scholen in ieder geval aan de<br />
verblijfsduur van acht jaar, maar blijft<br />
kalenderleeftijd het criterium om over te<br />
gaan van groep 2 naar 3. En dat is nu<br />
juist de kern van het vraagstuk. Een langer<br />
of korter verblijf in een kleutergroep<br />
moet gebaseerd zijn op de voortgang in<br />
de ontwikkeling van individuele kinderen,<br />
niet op de kalenderleeftijd. De<br />
inspectie van het onderwijs houdt hier<br />
toezicht op en beoordeelt dit aan de<br />
hand van indicator 13.3.<br />
Wet Primair Onderwijs<br />
De Wet Primair Onderwijs gaat, net zoals<br />
de Wet Basisonderwijs, uit van bovenstaande<br />
benadering. De kalenderleeftijd<br />
is niet langer bepalend voor de overgang<br />
van de ene groep naar de volgende<br />
groep, maar de doorgaande lijn in de<br />
ontwikkeling van de kinderen. Artikel 8,<br />
lid 1, (WPO) stelt dat het onderwijs zodanig<br />
wordt ingericht dat de leerlingen een<br />
ononderbroken ontwikkelingsproces<br />
kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd<br />
op de voortgang in de ontwikkeling van<br />
de leerlingen. Artikel 8, lid 7-a, stelt dat<br />
het onderwijs zodanig wordt ingericht<br />
dat: de leerlingen in beginsel binnen een<br />
tijdvak van acht aaneensluitende schooljaren<br />
de school kunnen doorlopen. De<br />
einddoelen moeten dan zijn behaald.<br />
Voor de praktijk betekent het dat het ontwikkelingsproces<br />
van jonge kinderen niet<br />
verstoord mag worden door overgangen<br />
gebaseerd op de kalenderleeftijd. Het<br />
besluit om kinderen langer of korter in<br />
een kleutergroep te houden, moet gebaseerd<br />
zijn op de voortgang in de ontwikkeling<br />
van een kind. Verlenging van kleuterbouw<br />
mag geen zittenblijven<br />
inhouden, maar moet een voortgang zijn<br />
van wat een kind al kan. Daar horen<br />
andere activiteiten bij en ook de kans dat<br />
het leert lezen in de kleuterbouw. Een<br />
najaarskind dat korter in de kleuterbouw<br />
zit omdat het na nog geen twee jaar kleuteronderwijs<br />
naar groep 3 gaat, moet<br />
geen stappen overslaan. Ook voor dat<br />
kind is een onderwijsaanbod nodig waarin<br />
de eigen individuele mogelijkheden<br />
mee mogen spreken. Daar hoort<br />
misschien een ander tempo bij, meer<br />
gevarieerde activiteiten, speelmomenten<br />
en een ander beoordelingssysteem.<br />
Het woord beginsel in artikel 8, lid 7-a,<br />
betekent dat de stelregel wordt gehanteerd<br />
dat kinderen in acht jaar de basisschool<br />
kunnen doorlopen. Het woord<br />
kunnen houdt in dat het ook anders kan.<br />
De school kan immers argumenten hebben<br />
om kinderen een verlengde schoolperiode<br />
te geven en dat de acht jaar worden<br />
overschreden. Overigens is de<br />
inspectie zich dat bewust en formuleert<br />
als volgt: De leerlingen doorlopen in<br />
beginsel de school binnen de verwachte<br />
periode van acht jaar. Deze regel hoeft<br />
voor geen enkele school consequenties<br />
te hebben. Acht jaar is een normaal tijdsbestek.<br />
Als het voor enkele kinderen<br />
wenselijk is, kunnen zij een verlengde<br />
schoolperiode krijgen, maar de school<br />
moet wel uitleggen aan ouders en<br />
inspectie waarom dat nodig is.<br />
Standpunt van de inspectie<br />
Of de school artikel 8, lid 1 en lid 7 a<br />
naleeft, wordt door de inspectie aan de<br />
hand van indicator 13.3 beoordeelt: De<br />
leerlingen doorlopen in beginsel de<br />
school binnen de verwachte periode van<br />
acht jaar. De inspectie licht de indicator<br />
in haar werkinstructie versie 29 september<br />
2005 als volgt toe. De WPO gaat<br />
ervan uit dat kinderen in beginsel binnen<br />
een tijdvak van acht aaneensluitende<br />
jaren het primair onderwijs doorlopen.<br />
Daarom mag worden verwacht dat het<br />
percentage zittenblijvers in de leerjaren 3<br />
tot en met 8 in de laatste twee schooljaren<br />
binnen een bepaalde bandbreedte<br />
rondom het landelijk gemiddelde blijft.<br />
Aanvullend hierop wordt rekening gehouden<br />
met het aantal kinderen, dat in de<br />
leerjaren 1 en 2 een verlengde kleuterperiode<br />
krijgt. Twee zaken zijn hierbij van<br />
belang:<br />
• Het beleid van de school bij de overgang<br />
van leerjaar 1 naar leerjaar 2 en van<br />
leerjaar 2 naar leerjaar 3.<br />
• Het beleid van de school omtrent de<br />
doorstroming van kinderen in de leerjaren<br />
3 tot en met 8.<br />
De inspectie verwacht dat scholen argumenten<br />
hebben wanneer zij kinderen in<br />
de leerjaren 1 en 2 een verlengde kleuterperiode<br />
geven.<br />
In haar toelichting op indicator 13.3<br />
gaat de inspectie ook in op de volgende<br />
punten:<br />
1 De wettelijke basis van de door- en<br />
uitstroom van kinderen.<br />
2 De kleuterbouwverlenging in de<br />
groepen 1 en 2.<br />
3 Het beoordelen van indicator 13.3.<br />
4 De wijze van rapporteren over zittenblijven<br />
en kleuterbouwverlenging.<br />
1 Door- en uitstroom kinderen<br />
De wettelijke basis voor de door- en uitstroom<br />
van kinderen ligt in de verblijfsduur<br />
in het primair onderwijs van – in<br />
beginsel – acht jaar en het bevorderen<br />
van de continue ontwikkeling (WPO).<br />
Deze wettelijke basis is zo ruim gesteld<br />
dat het voor de inspectie niet mogelijk is<br />
De wereld van december 2006 99