08.04.2015 Views

jrg34-december2006-galama-koolen-najaarskinderen-eenprobleemofeenuitdaging

jrg34-december2006-galama-koolen-najaarskinderen-eenprobleemofeenuitdaging

jrg34-december2006-galama-koolen-najaarskinderen-eenprobleemofeenuitdaging

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Verlenging of verkorting kleuterbouw<br />

Najaarskinderen,<br />

een probleem of een uitdaging?<br />

Hanneke Galama-Koolen<br />

Onder welke wetsartikelen<br />

valt het onderwerp <strong>najaarskinderen</strong><br />

waarop de indicatoren<br />

van het inspectietoezicht<br />

zijn gebaseerd? Alles overziend<br />

heeft de school ruimte<br />

een eigen afweging te maken<br />

voor wel of geen kleuterbouwverlenging.<br />

Welke overwegingen<br />

een rol kunnen spelen in<br />

die keuzes staan hier centraal.<br />

In 1985, toen de kleuterschool en de<br />

lagere school samengevoegd zijn tot<br />

basisschool, is de 1 oktober-grens afgeschaft.<br />

Hoewel het meer dan twintig jaar<br />

geleden is, blijven scholen het lastig vinden<br />

om een juiste afweging te maken:<br />

Laten we de kinderen, geboren tussen<br />

1 oktober en 31 december langer in de<br />

kleutergroepen of verkorten we het<br />

onderwijs aan deze kleuters?<br />

De discussie van de scholen met inspectie<br />

en ouders over dit onderwerp kan de<br />

zaak behoorlijk op scherp zetten.<br />

Scholen voelen zich onder druk staan en<br />

verleggen de oude 1 oktober-grens naar<br />

een 1 januari-grens. Maar het discussiepunt<br />

is niet zozeer of de school een nieuwe<br />

grens in gaat stellen. Het gaat vooral<br />

om het antwoord op de vraag of en hoe<br />

de school rekening houdt met het bevorderen<br />

van de continue ontwikkeling van<br />

(najaars)kinderen.<br />

Hanneke Verkleij<br />

Nadelig jarig<br />

Lange tijd werd de 1 oktober-grens<br />

gehanteerd. Kleuters die voor 1 oktober<br />

vijf jaar werden, mochten in het volgende<br />

schooljaar naar de eerste klas van de<br />

lagere school, de huidige groep drie. Wie<br />

na 1 oktober vijf jaar werd, moest nog<br />

een jaar wachten. In de volksmond werden<br />

deze kinderen de late leerlingen<br />

genoemd.<br />

Het is niet alleen van deze tijd dat de<br />

1 oktober-grens de gemoederen bezighoudt.<br />

Zolang de regel bestond, probeerden<br />

ouders deze regel te ontduiken.<br />

Wanneer er geen kleuteronderwijs in de<br />

omgeving was, bleef een kind thuis en<br />

was bijna zeven voor het naar school<br />

ging. De gezinnen waren groter, het huishouden<br />

niet geautomatiseerd en er was<br />

geen peuterspeelzaal waarmee ouders<br />

hun zorg voor de jonge kinderen konden<br />

delen. Moeder stond er alleen voor.<br />

Reden genoeg voor ouders om de<br />

geboortedatum van hun zoon of dochter<br />

te veranderen in een voordelige maand.<br />

Niemand werd geremd door controles<br />

van een Bureau Leerplichtzaken en lang<br />

niet elke school raadpleegde het trouwboekje<br />

van de ouders of het bevolkingsregister<br />

van de gemeente. Na de inwer-<br />

98 december 2006<br />

De wereld van


kingtreding van de Kleuteronderwijswet<br />

(1956) kon elk kind op vierjarige leeftijd<br />

naar school, maar het probleem van de<br />

<strong>najaarskinderen</strong> was hiermee niet opgelost.<br />

De geboortedatum bleef het criterium<br />

om naar de eerste klas van de lagere<br />

school te mogen. Wie na 1 oktober vier<br />

jaar werd, ging bijna drie jaar naar de<br />

kleuterschool. Ook dit viel niet altijd in<br />

goede aarde en er bleven ouders druk<br />

uitoefenen op de school omdat zij hun<br />

najaarskind liever versneld naar de eerste<br />

klas lieten gaan, zodat het echte<br />

leren kon beginnen.<br />

Wet Basisonderwijs<br />

De Wet Basisonderwijs die op 1 augustus<br />

1985 in werking trad, kon dit probleem<br />

oplossen. Vanaf dat moment was bij de<br />

overgang naar groep 3 niet meer de<br />

geboortemaand het criterium, maar het<br />

ononderbroken ontwikkelingsproces dat<br />

kinderen in acht schooljaren moeten<br />

doormaken. Toch bleef de oude traditie<br />

van de 1 oktober-grens bestaan en werd<br />

het overgangscriterium kalenderleeftijd<br />

bestendigd. Door het verkorten van de<br />

kleutertijd zou het verschil in ontwikkeling<br />

tussen de kinderen in groep 3 steeds<br />

groter worden en op dat probleem hadden<br />

lang niet alle scholen een antwoord.<br />

Het onderwerp kwam slechts ter sprake<br />

als ouders er vragen over stelden. Na 20<br />

jaar en een wet verder (WPO) werd door<br />

individuele scholen van de oude traditie<br />

afgestapt, al dan niet onder druk van<br />

ouders of inspectie.<br />

De grens verschuift naar 1 januari. Zo voldoen<br />

de scholen in ieder geval aan de<br />

verblijfsduur van acht jaar, maar blijft<br />

kalenderleeftijd het criterium om over te<br />

gaan van groep 2 naar 3. En dat is nu<br />

juist de kern van het vraagstuk. Een langer<br />

of korter verblijf in een kleutergroep<br />

moet gebaseerd zijn op de voortgang in<br />

de ontwikkeling van individuele kinderen,<br />

niet op de kalenderleeftijd. De<br />

inspectie van het onderwijs houdt hier<br />

toezicht op en beoordeelt dit aan de<br />

hand van indicator 13.3.<br />

Wet Primair Onderwijs<br />

De Wet Primair Onderwijs gaat, net zoals<br />

de Wet Basisonderwijs, uit van bovenstaande<br />

benadering. De kalenderleeftijd<br />

is niet langer bepalend voor de overgang<br />

van de ene groep naar de volgende<br />

groep, maar de doorgaande lijn in de<br />

ontwikkeling van de kinderen. Artikel 8,<br />

lid 1, (WPO) stelt dat het onderwijs zodanig<br />

wordt ingericht dat de leerlingen een<br />

ononderbroken ontwikkelingsproces<br />

kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd<br />

op de voortgang in de ontwikkeling van<br />

de leerlingen. Artikel 8, lid 7-a, stelt dat<br />

het onderwijs zodanig wordt ingericht<br />

dat: de leerlingen in beginsel binnen een<br />

tijdvak van acht aaneensluitende schooljaren<br />

de school kunnen doorlopen. De<br />

einddoelen moeten dan zijn behaald.<br />

Voor de praktijk betekent het dat het ontwikkelingsproces<br />

van jonge kinderen niet<br />

verstoord mag worden door overgangen<br />

gebaseerd op de kalenderleeftijd. Het<br />

besluit om kinderen langer of korter in<br />

een kleutergroep te houden, moet gebaseerd<br />

zijn op de voortgang in de ontwikkeling<br />

van een kind. Verlenging van kleuterbouw<br />

mag geen zittenblijven<br />

inhouden, maar moet een voortgang zijn<br />

van wat een kind al kan. Daar horen<br />

andere activiteiten bij en ook de kans dat<br />

het leert lezen in de kleuterbouw. Een<br />

najaarskind dat korter in de kleuterbouw<br />

zit omdat het na nog geen twee jaar kleuteronderwijs<br />

naar groep 3 gaat, moet<br />

geen stappen overslaan. Ook voor dat<br />

kind is een onderwijsaanbod nodig waarin<br />

de eigen individuele mogelijkheden<br />

mee mogen spreken. Daar hoort<br />

misschien een ander tempo bij, meer<br />

gevarieerde activiteiten, speelmomenten<br />

en een ander beoordelingssysteem.<br />

Het woord beginsel in artikel 8, lid 7-a,<br />

betekent dat de stelregel wordt gehanteerd<br />

dat kinderen in acht jaar de basisschool<br />

kunnen doorlopen. Het woord<br />

kunnen houdt in dat het ook anders kan.<br />

De school kan immers argumenten hebben<br />

om kinderen een verlengde schoolperiode<br />

te geven en dat de acht jaar worden<br />

overschreden. Overigens is de<br />

inspectie zich dat bewust en formuleert<br />

als volgt: De leerlingen doorlopen in<br />

beginsel de school binnen de verwachte<br />

periode van acht jaar. Deze regel hoeft<br />

voor geen enkele school consequenties<br />

te hebben. Acht jaar is een normaal tijdsbestek.<br />

Als het voor enkele kinderen<br />

wenselijk is, kunnen zij een verlengde<br />

schoolperiode krijgen, maar de school<br />

moet wel uitleggen aan ouders en<br />

inspectie waarom dat nodig is.<br />

Standpunt van de inspectie<br />

Of de school artikel 8, lid 1 en lid 7 a<br />

naleeft, wordt door de inspectie aan de<br />

hand van indicator 13.3 beoordeelt: De<br />

leerlingen doorlopen in beginsel de<br />

school binnen de verwachte periode van<br />

acht jaar. De inspectie licht de indicator<br />

in haar werkinstructie versie 29 september<br />

2005 als volgt toe. De WPO gaat<br />

ervan uit dat kinderen in beginsel binnen<br />

een tijdvak van acht aaneensluitende<br />

jaren het primair onderwijs doorlopen.<br />

Daarom mag worden verwacht dat het<br />

percentage zittenblijvers in de leerjaren 3<br />

tot en met 8 in de laatste twee schooljaren<br />

binnen een bepaalde bandbreedte<br />

rondom het landelijk gemiddelde blijft.<br />

Aanvullend hierop wordt rekening gehouden<br />

met het aantal kinderen, dat in de<br />

leerjaren 1 en 2 een verlengde kleuterperiode<br />

krijgt. Twee zaken zijn hierbij van<br />

belang:<br />

• Het beleid van de school bij de overgang<br />

van leerjaar 1 naar leerjaar 2 en van<br />

leerjaar 2 naar leerjaar 3.<br />

• Het beleid van de school omtrent de<br />

doorstroming van kinderen in de leerjaren<br />

3 tot en met 8.<br />

De inspectie verwacht dat scholen argumenten<br />

hebben wanneer zij kinderen in<br />

de leerjaren 1 en 2 een verlengde kleuterperiode<br />

geven.<br />

In haar toelichting op indicator 13.3<br />

gaat de inspectie ook in op de volgende<br />

punten:<br />

1 De wettelijke basis van de door- en<br />

uitstroom van kinderen.<br />

2 De kleuterbouwverlenging in de<br />

groepen 1 en 2.<br />

3 Het beoordelen van indicator 13.3.<br />

4 De wijze van rapporteren over zittenblijven<br />

en kleuterbouwverlenging.<br />

1 Door- en uitstroom kinderen<br />

De wettelijke basis voor de door- en uitstroom<br />

van kinderen ligt in de verblijfsduur<br />

in het primair onderwijs van – in<br />

beginsel – acht jaar en het bevorderen<br />

van de continue ontwikkeling (WPO).<br />

Deze wettelijke basis is zo ruim gesteld<br />

dat het voor de inspectie niet mogelijk is<br />

De wereld van december 2006 99


Hanneke Verkleij<br />

- en vanuit het beleid tot vermindering<br />

van regelgeving zelfs ongewenst - hierover<br />

naar de letter van de wet te oordelen<br />

op basis van kengetallen. Scholen hebben<br />

immers een grote mate van vrijheid<br />

bij de inrichting van het onderwijs.<br />

Omdat de inspectie een signaalfunctie<br />

heeft, gaat zij wel met scholen de discussie<br />

aan of de door de school gemaakte<br />

keuzes overeenkomen met het principe<br />

van de continue ontwikkeling. Dit geldt<br />

des te sterker op die scholen waar de,<br />

inmiddels irrelevante, datum van 1 oktober<br />

als een soort automatisme wordt<br />

aangehouden bij de overgang naar<br />

groep 3.<br />

2 Kleuterbouwverlenging<br />

Het percentage kleuterbouwverlenging is<br />

te hoog wanneer het boven de 12 procent<br />

ligt. In het rapport wordt dan vermeld dat<br />

de school afwijkt van het landelijke<br />

beeld. Het percentage wordt berekend<br />

door de groep late leerlingen te delen<br />

door het totaal aantal leerlingen in groep<br />

3, exclusief de zittenblijvers. In een voetnoot<br />

geeft de inspectie aan dat zij onder<br />

late leerlingen verstaat: de kinderen die<br />

op de teldatum van 1 oktober in groep 3<br />

al zeven jaar zijn en deze groep voor de<br />

eerste keer doen. De zittenblijvers in<br />

groep 3 worden buiten beschouwing<br />

gelaten. Een te hoog percentage kleuterbouwverlenging<br />

is des te relevanter als<br />

de school geen beleid voert om kinderen<br />

te bekijken op een mogelijk verblijf van<br />

minder dan twee jaar in de kleuterbouw.<br />

In dat geval spreekt de inspecteur de<br />

school erop aan dat beleid ontbreekt. In<br />

het rapport kunnen de bevindingen van<br />

het gesprek worden opgenomen.<br />

3 Indicator 13.3<br />

Het oordeel over indicator 13.3 is uitsluitend<br />

gebaseerd op de doorstroming in de<br />

groepen 3 tot en met 8. De kinderen die<br />

langer in de kleuterbouw verblijven, worden<br />

dus vooralsnog niet bij dit oordeel<br />

betrokken. Het oordeel is onvoldoende<br />

als gemiddeld over de laatste twee<br />

schooljaren in de groepen 3 tot en met 8<br />

gemiddeld meer dan 3 procent van de<br />

kinderen doubleert.<br />

4 Wijze van rapporteren<br />

Het hanteren van percentages over zittenblijven<br />

en kleuterbouwverlenging in<br />

de rapportages van de inspectie leidde<br />

tot verwarring bij de scholen. De inspectie<br />

heeft daarom besloten voortaan geen<br />

percentages meer als referentiegetallen<br />

in de rapporten op te nemen. Er worden<br />

nu formuleringen gebruikt als: De doorstroming<br />

gedurende de schoolperiode<br />

wijkt ongunstig af van het landelijke<br />

beeld. Dit is voor de school een<br />

aandachtspunt.<br />

Het kader en de vrijheid bij<br />

inrichting<br />

Scholen hebben binnen het wettelijk<br />

kader een grote mate van vrijheid bij de<br />

inrichting van het onderwijs; ook de<br />

inspectie houdt daarmee rekening. Wel<br />

verwacht de inspectie dat de keuzes<br />

overeenkomen met het principe van het<br />

ononderbroken ontwikkelingsproces,<br />

afgestemd op de ontwikkeling van de<br />

kinderen. Kinderen mogen niet langer op<br />

grond van hun geboortedatum in de kleuterbouw<br />

blijven. Het besluit over een<br />

doorstroming van groep 2 naar groep 3<br />

of verlenging van de kleuterbouw, moet<br />

worden gemaakt op basis van de individuele<br />

ontwikkeling van kinderen. Ook<br />

verwacht de inspectie dat kinderen in<br />

beginsel de school kunnen doorlopen<br />

binnen de verwachte acht schooljaren en<br />

dat leerkrachten hun keuzes kunnen<br />

beargumenteren.<br />

Om verantwoord keuzes te maken, is<br />

gezamenlijk beleid noodzakelijk.<br />

Maak eigen schoolbeleid<br />

Om goed met de belangen van kinderen<br />

rekening te kunnen houden, moeten we<br />

100 december 2006<br />

De wereld van


niet opnieuw een harde grens instellen.<br />

Bijvoorbeeld alle kinderen die voor<br />

1 januari vijf jaar worden, gaan in het<br />

daaropvolgend schooljaar naar groep 3.<br />

Door dit te doen, blijft kalenderleeftijd<br />

het criterium voor de overgang en daarmee<br />

doen we kinderen te kort.<br />

De continue ontwikkeling van het kind<br />

moet het uitgangspunt zijn. Door hiervan<br />

uit te gaan, kan per leerling worden afgewogen<br />

waar het kind het beste zal functioneren<br />

en waar de ontwikkeling op<br />

lange termijn het meeste bij gebaat is.<br />

Bedenk dat een harde grens van 1 januari<br />

misschien makkelijk te verantwoorden is<br />

naar derden en discussie voorkomt, maar<br />

niet te verantwoorden is wat betreft het<br />

welbevinden van kinderen.<br />

Er zullen dan ongetwijfeld meer kinderen<br />

uitvallen in groep 3 en 4, onzeker of<br />

faalangstig worden en hun plezier in<br />

leren verliezen.<br />

Wanneer naar groep 3?<br />

Om te bepalen of een kind kan doorstromen<br />

naar groep 3 wordt veel gebruikgemaakt<br />

van scores van toetsen. Voor een<br />

goed oordeel over het kind is dit niet voldoende.<br />

Er zijn meerdere factoren die het<br />

functioneren van kinderen in groep 3<br />

positief of negatief kunnen beïnvloeden.<br />

Deze factoren moeten worden meegenomen<br />

in de bespreking. Het gaat om: welbevinden<br />

van kinderen, motivatie, zelfstandigheid,<br />

taakgerichtheid,<br />

zelfvertrouwen, concentratie, sociale<br />

vaardigheden en motoriek. Leg aan<br />

ouders uit wat nodig is voor een kind om<br />

zich competent te voelen in groep 3. Dat<br />

is méér dan een voldoende scoren op de<br />

toets!<br />

Het tempo waarin kinderen ontwikkelen<br />

is verschillend en valt lang niet altijd<br />

samen met onze overgangen gebaseerd<br />

op kalenderleeftijd. Daarom mogen we<br />

het langer kleuteren van de <strong>najaarskinderen</strong><br />

niet beschouwen als zitten blijven<br />

of als een achterstand. Het is een ontwikkelingspsychologisch<br />

gegeven dat kinderen<br />

verschillen in de tijd die ze nodig<br />

hebben om te ontwikkelen naar het<br />

gerichte leren en het uitvoeren van complexe<br />

taken. Als leerkrachten moeten we<br />

ons afvragen waarom een kind meer tijd<br />

nodig heeft. Valt het onder de normale<br />

ontwikkeling of heeft het kind specifieke<br />

behoefte en dreigt werkelijk stagnatie?<br />

Het betekent dat leerkrachten zich moeten<br />

verdiepen in de ontwikkelingspsychologie.<br />

Bij de meeste <strong>najaarskinderen</strong><br />

is er sprake van een normale ontwikkeling,<br />

dreigt er geen stagnatie, heeft de<br />

school geen hulpvraag maar is het kind<br />

nog niet zover. De school moet met deze<br />

verschillen in ontwikkelingstempo rekening<br />

houden omdat het overvragen van<br />

jonge kinderen leidt tot onzekerheid,<br />

faalangst en uitval. Deze kinderen vragen<br />

tijd en rust om te kunnen ontwikkelen en<br />

activiteiten die hen sterker maken. Door<br />

hen dit te bieden, kunnen veel latere problemen<br />

voorkomen worden. Deze kinderen<br />

moeten dus op een andere manier<br />

begeleid worden dan kinderen met speciale<br />

onderwijsbehoeften.<br />

Ouders betrekken<br />

We kunnen in het overleg met elkaar en<br />

ouders de vraag stellen: ‘Wat hebben de<br />

verschillende groepen het kind te bieden?’<br />

Voor de een zal een langer verblijf<br />

in de kleuterbouw beter zijn, omdat een<br />

kind sociaal-emotioneel nog moet groeien,<br />

meer zelfvertrouwen moet krijgen of<br />

omdat het nog veel behoefte heeft aan<br />

beweging of spel. We kunnen het kind in<br />

de kleuterbouw de kans geven om daar<br />

te leren lezen en het vaardigheden en<br />

technieken leren die passen bij zijn of<br />

haar ontwikkeling. Voor een ander is het<br />

beter om naar groep 3 te gaan, omdat bij<br />

die groep de sociale contacten liggen van<br />

het kind of omdat het al taakgericht is en<br />

een goede concentratie heeft. We kunnen<br />

deze kleuter in groep 3 meer tijd geven<br />

als het gemiddelde tempo van de groep<br />

te hoog ligt.<br />

Adviezen voor de school<br />

Tot besluit nog enkele adviezen voor de<br />

schoolpraktijk.<br />

• Zie het korter of langer kleuteren op<br />

verzoek van ouders niet als toegeven aan<br />

wensen van ouders. Net zo goed als de<br />

school motieven heeft, hebben de<br />

ouders die ook. Beide partijen mogen<br />

hun mening geven. Kinderen zijn het<br />

meeste gebaat bij een beslissing die in<br />

onderling overleg tot stand komt. Spreek<br />

je twijfels uit en wanneer een kind toch<br />

doorgaat tegen het advies van de leerkracht<br />

in, spreek dan af dat je met elkaar<br />

contact houdt over het welbevinden van<br />

het kind. In de meeste gevallen staan<br />

ouders open voor de argumenten van de<br />

school en beseffen ze heel goed dat een<br />

leerkracht hun kind in een andere situatie<br />

meemaakt dan zijzelf.<br />

• Het initiatief tot overleg over de<br />

<strong>najaarskinderen</strong> hoeft niet van ouders uit<br />

te gaan. Het is sterk als de school het<br />

initiatief neemt en alle ouders van<br />

<strong>najaarskinderen</strong> uitlegt wat er speelt met<br />

betrekking tot de wetgeving, wat dit<br />

betekent voor kinderen en hoe de school<br />

handelt.<br />

• Maak een kort verslag over de motieven<br />

om een kind langer of korter te laten<br />

kleuteren. Voeg het in het dossier van het<br />

kind. Dit soort gegevens zijn belangrijk in<br />

de overdracht naar een volgende groep.<br />

Het welbevinden van kinderen die korter<br />

of langer kleuteren, moet bewaakt worden<br />

want ze blijven of veel jonger of veel<br />

ouder dan de andere kinderen van de<br />

groep. Daarnaast kan de inspectie zien<br />

wat de overwegingen van de school zijn<br />

om een kind een schoolverlenging te<br />

geven.<br />

• Schrijf in de schoolgids wat het beleid<br />

is met betrekking tot de <strong>najaarskinderen</strong><br />

en hun overgang naar groep 3. De<br />

inspectie neemt dit mee in het gesprek<br />

met de schoolleiding.<br />

Individuele leerkrachten mogen niet<br />

alleen staan voor het beargumenteren<br />

van de keuzes die gemaakt zijn om<br />

<strong>najaarskinderen</strong> een verlengde of verkorte<br />

schoolperiode te geven. Het rekening<br />

houden met verschillen en het zorgdragen<br />

voor het ononderbroken ontwikkelingsproces<br />

van deze kinderen gaat de<br />

hele school aan en is een zaak van alle<br />

leerkrachten.<br />

Hanneke Galama-Koolen is directeur van<br />

Jenaplanschool de Zilvermeeuw te<br />

Wieringerwerf.<br />

Verwijzing: Wet op het Primair<br />

Onderwijs, artikel 8 op www.overheid.nl<br />

Verwijzing: De toelichting op de indicatoren<br />

zijn te vinden in een uitgebreide versie<br />

van het toezichtkader op www.onderwijsinspectie.nl<br />

De wereld van december 2006 101

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!