Master in de industriële wetenschappen: Bouwkunde Landmeten
Master in de industriële wetenschappen: Bouwkunde Landmeten
Master in de industriële wetenschappen: Bouwkunde Landmeten
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
KAHO St.-Lieven<br />
Departement Industrieel Ingenieur<br />
Opleid<strong>in</strong>g bouwkun<strong>de</strong> - landmeten<br />
Lid associatie K.U.Leuven<br />
Technologiecampus Gent<br />
Gebroe<strong>de</strong>rs De Smetstraat 1<br />
B-9000 GENT<br />
Tel.: +32-9-265 86 12<br />
Fax: +32-9-265 86 36<br />
<strong>Master</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële <strong>wetenschappen</strong>:<br />
Bouwkun<strong>de</strong><br />
<strong>Landmeten</strong><br />
Korte <strong>in</strong>houd van <strong>de</strong> masterproeven<br />
Promotie 2011
Promotoren:<br />
A. Beel<strong>de</strong>ns<br />
M. Bekaert<br />
K. Biesbroeck<br />
H. Breesch<br />
L. Christiaen<br />
I. De Cubber<br />
M. De Nul<br />
V. De Swaef<br />
B. Gezels<br />
R. Kle<strong>in</strong><br />
G. Kips<br />
J. Langmans<br />
P. M<strong>in</strong>ne<br />
S. Pillaert<br />
F. Plasschaert<br />
R. Saey<br />
M. Santana<br />
W; Ryckaert<br />
P. Van <strong>de</strong>n Broeck<br />
B. Van Genechten<br />
L. Vanhooymissen<br />
K. Van Nimmen<br />
A. Versele<br />
B. Wauman<br />
2.
<strong>Master</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële <strong>wetenschappen</strong>: Bouwkun<strong>de</strong><br />
3.
Voorwoord:<br />
Het Departement Industrieel Ingenieur organiseert b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> KAHO S<strong>in</strong>t-Lieven <strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>g tot<br />
INDUSTRIEEL INGENIEUR (<strong>Master</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële <strong>wetenschappen</strong>).<br />
In <strong>de</strong>ze brochure v<strong>in</strong>dt u <strong>de</strong> beknopte <strong>in</strong>houd van <strong>de</strong> masterproeven van <strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>gen master <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële <strong>wetenschappen</strong> bouwkun<strong>de</strong> en landmeten (<strong>in</strong>dustrieel <strong>in</strong>genieur).<br />
De begeleid<strong>in</strong>g van elk e<strong>in</strong>dwerk is toevertrouwd aan le<strong>de</strong>n van het docentenkorps van <strong>de</strong> KAHO<br />
S<strong>in</strong>t-Lieven, Departement Industrieel Ingenieur en aan promotoren uit het bedrijfsleven.<br />
We hopen dat <strong>de</strong>ze brochure kan bijdragen tot een ruimere verspreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
die KAHO S<strong>in</strong>t-Lieven, Departement Industrieel Ingenieur, biedt op het vlak van dienstverlen<strong>in</strong>g<br />
en toegepast wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek.<br />
Het <strong>de</strong>partementsbestuur van het Departement Industrieel Ingenieur bestaat uit:<br />
ir. L. Vanhooymissen<br />
Departementshoofd<br />
dr. C. Van Keer<br />
Adjunct <strong>de</strong>partementshoofd<br />
4.
AELBRECHT NIELS EN COSIJN KEVIN<br />
MODELLEREN VAN DE ENERGIEPRESTATIE VAN PASSIEVE SCHOOLGEBOUWEN: ONTWIKKELING<br />
VAN TYPEMODELLEN VOOR DE VERSCHILLENDE SCHOOLVORMEN<br />
Deze thesis verricht on<strong>de</strong>rzoek naar het ‘i<strong>de</strong>ale’ passief schoolgebouw. Doel is het creëren van een<br />
typemo<strong>de</strong>l dat voldoet aan <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> basisschool. Om een beeld te krijgen van <strong>de</strong><br />
lokalensamenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huidige scholen werd een survey on<strong>de</strong>rzoek uitgevoerd bij het agentschap<br />
voor <strong>in</strong>frastructuur <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rwijs (AGIOn). Gegevens betreffen<strong>de</strong> 75 gunn<strong>in</strong>gsdossiers wer<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n<br />
met een statistisch verwerk<strong>in</strong>gsprogramma vertaald naar gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n. Uit <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van<br />
<strong>de</strong>ze resultaten en verschillen<strong>de</strong> richtlijnen zijn ‘i<strong>de</strong>ale’ oppervlaktes en hoogtes ontstaan per type lokaal.<br />
De kwantiteit van <strong>de</strong> lokalen is enerzijds afhankelijk van het leerl<strong>in</strong>genaantal en an<strong>de</strong>rzijds van <strong>de</strong> vorm<br />
van het gebouw. Na <strong>de</strong> simulatie van twee mid<strong>de</strong>lgrote basisscholen is gebleken dat een schoolgebouw<br />
met twee verdiep<strong>in</strong>gen een lagere netto-energiebehoefte aan verwarm<strong>in</strong>g heeft dan <strong>de</strong> school met één<br />
verdiep<strong>in</strong>g. Dit is een rechtstreeks gevolg van <strong>de</strong> betere compactheid van <strong>de</strong> school met twee<br />
verdiep<strong>in</strong>gen.<br />
AERTS OLIVIER<br />
BEREKENEN VAN EEN VOORGESPANNEN BRUG<br />
In <strong>de</strong>ze masterproef wordt een voorgespannen hyperstatische brug berekend. Hiertoe wordt <strong>in</strong> eerste<br />
<strong>in</strong>stantie <strong>de</strong> faser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> brug bestu<strong>de</strong>erd. Deze faser<strong>in</strong>g is immers van cruciaal belang voor het<br />
opstellen van <strong>de</strong> momentenlijnen. Na het bestu<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong>ze faser<strong>in</strong>g, wordt overgegaan naar het<br />
bepalen van <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gen die op <strong>de</strong> brug aangrijpen. De meest na<strong>de</strong>lige positie van <strong>de</strong>ze lasten wordt<br />
bepaald met behulp van <strong>in</strong>vloedslijnen. Hieruit kunnen <strong>de</strong> momentenlijnen tengevolge van <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gen<br />
wor<strong>de</strong>n opgesteld.<br />
Vervolgens wordt het kabelverloop bestu<strong>de</strong>erd. Om <strong>de</strong> momentenlijnen tengevolge van <strong>de</strong> kabels te<br />
kunnen opstellen, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> parabolen bepaald. De momentenlijnen wor<strong>de</strong>n<br />
verkregen door <strong>de</strong> voorspann<strong>in</strong>g te beschouwen als een uitwendige actie. Nadien wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
voorspanverliezen <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g gebracht bij <strong>de</strong> momentenlijnen. Aan <strong>de</strong> hand van alle verkregen<br />
momentenlijnen wordt een spann<strong>in</strong>gscontrole uitgevoerd.<br />
Tot slot wordt <strong>de</strong> constructie nog gecontroleerd op bezwijken tengevolge van buig<strong>in</strong>g of dwarskracht.<br />
Eveneens word nog een ontwerp van een e<strong>in</strong>dblok gemaakt.<br />
ANECA BOUD EN FEYS FIEN<br />
METSELWERK VERVAARDIGD MET PU700 STEENLIJM<br />
Deze studie wordt uitgevoerd om <strong>de</strong> kwaliteit van metselwerk vervaardigd met PU700 steenlijm op<br />
constructief vlak te bewijzen.<br />
In <strong>de</strong>ze masterproef wordt een vergelijken<strong>de</strong> studie gemaakt m.b.t. het vermetselen van cellenbeton-,<br />
kalkzand- en betonmetselstenen met hun courant gebruikte voegvull<strong>in</strong>g en met PU700 steenlijm. Dit wordt<br />
verwezenlijkt door het bepalen van <strong>de</strong> druksterkte (NBN EN 1052-1), buigtreksterkte (NBN EN 1052-2) en<br />
<strong>in</strong>itiële afschuifsterkte (NBN EN 1052-3) van metselwerk vervaardigd met bei<strong>de</strong> soorten voegvull<strong>in</strong>gen.<br />
Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk wordt statistisch nagegaan of het metselwerk met PU700 steenlijm voldoen<strong>de</strong> hoge en<br />
aanvaardbare waar<strong>de</strong>n behaalt en of <strong>de</strong>ze al dan niet beter zijn dan <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n die behaald wor<strong>de</strong>n met<br />
<strong>de</strong> standaardvoegvull<strong>in</strong>g.<br />
Voor cellenbetonsteen blijkt uit <strong>de</strong> resultaten dat <strong>de</strong> PU700 steenlijm hoofdzakelijk gelijkwaardig is aan <strong>de</strong><br />
courant gebruikte voegvull<strong>in</strong>g. Metselwerk met kalkzandsteen en PU700 steenlijm behaalt op <strong>de</strong> drie<br />
soorten proeven overal betere resultaten. Betonmetselstenen verwerkt met <strong>de</strong> steenlijm behalen enkel op<br />
<strong>de</strong> drukproeven slechtere resultaten. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk kan besloten wor<strong>de</strong>n dat PU700 steenlijm het best<br />
geschikt is voor een metselwerk met kalkzandsteen.<br />
5.
ANRIJS JOHANNES<br />
BEPALEN VAN DYNAMISCHE EIGENSCHAPPEN EN EINDIGE ELEMENTEN MODELLERING<br />
VAN VOORGESPANNEN WELFSELS<br />
Vloeren wor<strong>de</strong>n uitgevoerd met steeds groter wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overspann<strong>in</strong>gen en omwille van economische<br />
re<strong>de</strong>nen sterk gereduceerd <strong>in</strong> eigengewicht. Deze ten<strong>de</strong>nsen zorgen ervoor dat vloerplaten gevoeliger<br />
wor<strong>de</strong>n aan tijdsafhankelijke (dynamische) wan<strong>de</strong>llasten. Het gebruik van e<strong>in</strong>dige elementen mo<strong>de</strong>llen is<br />
een gangbare praktijk om dit trilgedrag te analyseren. Omwille van <strong>de</strong> beperkte rekencapaciteit is<br />
mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> volledige 3D-structuur echter geen optie.<br />
Deze masterproef heeft als doel een equivalent 2D-plaatmo<strong>de</strong>l op te stellen dat kan dienen als referentie<br />
voor <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g van vloertypes met voorgespannen welfsels. Om het aantal mo<strong>de</strong>lonzekerhe<strong>de</strong>n te<br />
reduceren wordt <strong>in</strong> een eerste fase, aan <strong>de</strong> hand van trill<strong>in</strong>gssensoren en i<strong>de</strong>ntificatiemetho<strong>de</strong>s, <strong>de</strong><br />
dynamische eigenschappen van twee <strong>in</strong>dividueel voorgespannen welfsels gekarakteriseerd. De hieruit<br />
volgen<strong>de</strong> manueel geüpdate volumemo<strong>de</strong>llen, ontwikkeld <strong>in</strong> Ansys, dienen <strong>in</strong> een twee<strong>de</strong> fase als<br />
referentie voor <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g van equivalente plaateigenschappen. Na een eerste metho<strong>de</strong> op basis van<br />
elementaire vervorm<strong>in</strong>gen, wordt op zoek gegaan naar algemene eenduidige omzett<strong>in</strong>gsformules op basis<br />
van het verschil <strong>in</strong> geometrie tussen plaat en welfsel. Bei<strong>de</strong> technieken baseren zich op <strong>de</strong> l<strong>in</strong>eaire<br />
elasticiteitstheorie uit <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uümmechanica. De bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> dit e<strong>in</strong>dwerk vormen een basis voor een<br />
gebruiksvrien<strong>de</strong>lijke dynamische analyse van een gehele vloerplaat <strong>in</strong> een e<strong>in</strong>dige elementen programma.<br />
APPELMANS JEROEN EN CORNELIS REINOUT<br />
PRAKTISCHE HAALBAARHEID VAN LICHTE BOUWCONSTRUCTIES MET<br />
DE MEEST LUCHTDICHTE LAAG AAN DE BUITENZIJDE<br />
Dit on<strong>de</strong>rzoek gaat <strong>de</strong> praktische haalbaarheid na van houtskeletbouwconstructies met <strong>de</strong> meest<br />
luchtdichte laag aan <strong>de</strong> buitenzij<strong>de</strong>. De focus ligt op het bepalen van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> voor- en na<strong>de</strong>len die<br />
<strong>de</strong>ze uitvoer<strong>in</strong>gswijze met zich meebrengt. Dit e<strong>in</strong>dwerk geeft een overzicht van <strong>de</strong>tailteken<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong><br />
meest frequente bouwknopen. Hieruit mag blijken dat <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van een houtskeletwon<strong>in</strong>g met een<br />
externe luchtdichtheid naast voor<strong>de</strong>len ook wel na<strong>de</strong>len vertoont. Dat <strong>de</strong> luchtdichtheid ook reeds <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
ontwerpfase zo belangrijk is, blijkt nog maar eens uit dit on<strong>de</strong>rzoek. Er wer<strong>de</strong>n meer<strong>de</strong>re uitvoer<strong>in</strong>gswijzen<br />
van zowel fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g-, wandaansluit<strong>in</strong>g als wand-dakaansluit<strong>in</strong>g nagebouwd en getest om een beter beeld<br />
te krijgen van <strong>de</strong> prestaties <strong>in</strong>zake luchtdichtheid. De resultaten van <strong>de</strong>ze tests wor<strong>de</strong>n bepaald door<br />
verschillen<strong>de</strong> variabele factoren. Er kan dui<strong>de</strong>lijk uit <strong>de</strong> tests wor<strong>de</strong>n afgeleid dat elke factor een specifieke<br />
<strong>in</strong>vloed heeft op <strong>de</strong> luchtdichtheid. Dit wordt ook bewezen bij <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> impact van het<br />
luchtlek<strong>de</strong>biet door een fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g- wandaansluit<strong>in</strong>g op het luchtlek<strong>de</strong>biet door alle aansluit<strong>in</strong>gen bij een<br />
testwon<strong>in</strong>g. De bereidwilligheid van enkele houtskeletbouwbedrijven <strong>in</strong>zake dit on<strong>de</strong>rwerp, wordt<br />
eveneens nagegaan. Deze <strong>in</strong>formatiebun<strong>de</strong>l moet zorgen voor een goed en grondig <strong>in</strong>zicht omtrent dit<br />
on<strong>de</strong>rwerp.<br />
6.
ARNOUT THOMAS EN OOSTERLYNCK JEROEN<br />
DYNAMISCH GEDRAG VAN VOETGANGERSBRUGGEN ONDER INVLOED VAN<br />
WANDELENDE PERSONEN. CASE STUDIE: PASSERELLE STATION LEUVEN<br />
Er is een dui<strong>de</strong>lijke trend naar steeds slankere, lichtere en complexer wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> voetgangersbruggen en<br />
<strong>de</strong>welke alsmaar grotere overspann<strong>in</strong>gen krijgen. Deze esthetische parameters vertalen zich <strong>in</strong> lichtere<br />
structuren met lagere eigenfrequenties waardoor <strong>de</strong>ze constructies meer gevoeliger wor<strong>de</strong>n voor<br />
dynamische lasten. In het geval van voetgangersbruggen manifesteert zicht dit <strong>in</strong> een verhoog<strong>de</strong><br />
gevoeligheid voor mens-geïnduceer<strong>de</strong> trill<strong>in</strong>gen. Als <strong>de</strong> eigenfrequenties van <strong>de</strong> structuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> zone<br />
komen te liggen van <strong>de</strong> stapfrequenties van <strong>de</strong> voetgangers, bestaat <strong>de</strong> kans dat <strong>de</strong> brug gaat trillen<br />
waardoor het gebruikscomfort daalt. In <strong>de</strong>ze thesis wordt een case studie ‘ mens-geïnduceer<strong>de</strong> trill<strong>in</strong>gen<br />
op een voetgangers/passerelle <strong>in</strong> Leuven’ bestu<strong>de</strong>erd, waarbij <strong>de</strong> prognose en controle van mensgeïnduceer<strong>de</strong><br />
trill<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> voetgangersbrug wordt uitgevoerd. Van <strong>de</strong>ze constructie wordt een<br />
ge<strong>de</strong>tailleerd EE-mo<strong>de</strong>l (e<strong>in</strong>dig elementen mo<strong>de</strong>l) opgesteld. De vergelijk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong> situ<br />
geï<strong>de</strong>ntificeer<strong>de</strong> dynamische eigenschappen met <strong>de</strong> bereken<strong>de</strong> modale parameters van het EE-mo<strong>de</strong>l ligt<br />
aan <strong>de</strong> basis van een sensitiviteitsanalyse en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> betrouwbaarheid van dit mo<strong>de</strong>l voor<br />
<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re dynamische bereken<strong>in</strong>gen.<br />
Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> twee recente ontwerpgidsen Setra en HiVoSS, wordt op het EE-mo<strong>de</strong>l een<br />
dynamische controle bereken<strong>in</strong>g uitgevoerd on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van mens-geïnduceer<strong>de</strong> trill<strong>in</strong>gen. Deze<br />
toepass<strong>in</strong>g leidt tot een voorspell<strong>in</strong>g en beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van het comfortniveau en geeft een ge<strong>de</strong>tailleerd<br />
beeld van het trill<strong>in</strong>gsgedrag van <strong>de</strong> constructie bij verschillen<strong>de</strong> voetgangersdichthe<strong>de</strong>n.. De uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke<br />
beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> case studie is dat <strong>de</strong> voetgangersbrug/passerelle <strong>in</strong> Leuven voldoet aan een maximaal<br />
of hooguit gemid<strong>de</strong>ld comfortniveau voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> voetgangersdichthe<strong>de</strong>n die vooropgesteld<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontwerpgidsen. Doch dient vermeld te wor<strong>de</strong>n dat een groot verschil wordt opgemerkt<br />
tussen <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van het <strong>in</strong>itieel EE-mo<strong>de</strong>l <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met <strong>de</strong> gesuggereer<strong>de</strong> <strong>de</strong>mp<strong>in</strong>gsfactoren,<br />
ten opzichte van <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g waarbij gebruik gemaakt wordt van <strong>de</strong> gemeten frequenties<br />
en <strong>de</strong>mp<strong>in</strong>gsfactoren.<br />
BOONE ALEXANDER-NICOLAAS<br />
LITERATUURSTUDIE BETREFFENDE PLAATPROEVEN (STATISCH EN DYNAMISCH)<br />
DIE WERELDWIJD WORDEN GEBRUIKT<br />
Plaatproeven wor<strong>de</strong>n gebruikt om een algemeen beeld te geven van het draagvermogen van <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rgrond door <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g van verschillen<strong>de</strong> grondparameters. Maar <strong>de</strong>ze parameters verschillen van<br />
norm tot norm, van land tot land waar <strong>de</strong> proef wordt uitgevoerd. De veelheid aan parameters zorgt voor<br />
verwarr<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong>ze thesis wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verban<strong>de</strong>n en correlaties tussen <strong>de</strong>ze parameters <strong>in</strong><br />
kaart gebracht. Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van normen en allerhan<strong>de</strong> literatuur zoals vaktijdschriften<br />
en e<strong>in</strong>dwerken. De resultaten van <strong>de</strong>ze studie lei<strong>de</strong>n tot een verhoud<strong>in</strong>g van bijv. CBR-waar<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />
parameters bekomen door <strong>de</strong> plaatbelast<strong>in</strong>gsproef, plaatbelast<strong>in</strong>gsproefparameters met <strong>de</strong><br />
penetratieweerstand,...<br />
De resultaten die bekomen wer<strong>de</strong>n kunnen toegepast wor<strong>de</strong>n op een groot aantal grondsoorten (exclusief<br />
rotsbo<strong>de</strong>ms), ongeacht voor wat <strong>de</strong>ze grond wordt gebruikt.<br />
7.
CAENEPEEL JASPER<br />
HET KIPVERSCHIJNSEL: EEN EXPERIMENTELE STUDIE MET SCIA ENGINEER<br />
Het e<strong>in</strong>dwerk heeft als doel te controleren <strong>in</strong> welke mate <strong>de</strong> formules voor <strong>de</strong> kritische knikkracht en het<br />
kritisch kipmoment <strong>in</strong> SCIA Eng<strong>in</strong>eer kunnen bena<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n door van <strong>de</strong> kritische belast<strong>in</strong>gscoëfficiënt<br />
α CR gebruik makend van 2D-elementen. Op <strong>de</strong>ze wijze wordt ook meer <strong>in</strong>zicht verworven <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
verschillen<strong>de</strong> parameters die een <strong>in</strong>vloed hebben op het kritische kipmoment en <strong>de</strong> Eulerknikkracht.<br />
Eerst wordt knik on<strong>de</strong>rzocht met behulp van 1D-elementen, waarna <strong>de</strong> stap gezet naar bereken<strong>in</strong>gen met<br />
2D-elementen. Om tot een besluit te komen wordt telkens een reeks mo<strong>de</strong>llen getest waarbij slechts 1<br />
parameter (elementgrootte, keuze van het elementtype, mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> steunpunten, …) varieert.<br />
Er kan wor<strong>de</strong>n besloten dat er goe<strong>de</strong> overeenkomst is tussen <strong>de</strong> theoretische formules en <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n<br />
resultaten. De kritische knikkracht en kipmoment bekomen via SCIA Eng<strong>in</strong>eer ligt bijvoorbeeld ongeveer<br />
1% lager bij knik om <strong>de</strong> zwakke as en 12,5% lager bij kip. Deze afwijk<strong>in</strong>g blijkt afhankelijk van een hele<br />
reeks parameters zoals <strong>de</strong> opbouw van <strong>de</strong> doorsne<strong>de</strong>, <strong>de</strong> plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> steunpunten, <strong>de</strong> lengte van het<br />
mo<strong>de</strong>l, <strong>de</strong> dwarskrachtenvervorm<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g van het moment en <strong>de</strong> keuze van het 2Delementennet.<br />
CALCOEN SAM EN EECKHOUT TOBIAS<br />
MODELLING AND STRUCTURAL ANALYSIS OF A NATIONAL MONUMENT:<br />
A PONTE MARIA PIA<br />
Halfweg <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw was het spoorwegnet <strong>in</strong> Portugal nog ver<strong>de</strong>eld. De Douro rivier scheid<strong>de</strong><br />
het net <strong>in</strong> een Noor<strong>de</strong>lijk en een Zui<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el. Beg<strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren 1870 werd het plan gemaakt om <strong>de</strong> rivier te<br />
overbruggen met een spoorwegbrug. Op 28 oktober 1878 mochten <strong>in</strong>genieurs G. Eiffel en T. Seyrig hun<br />
werk, a Ponte Maria Pia, met trots opleveren.<br />
In <strong>de</strong>ze thesis wordt <strong>de</strong> bouwgeschie<strong>de</strong>n<strong>in</strong>s besproken en wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> sterktes en <strong>de</strong> zwaktes van <strong>de</strong> brug<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loep genomen. Om een goed <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> sterktes en <strong>de</strong> zwaktes van Ponte Maria Pia<br />
dien<strong>de</strong> er een goed 3D-mo<strong>de</strong>l getekend te wor<strong>de</strong>n. De wijze waarop dit gebeur<strong>de</strong> en <strong>de</strong> problemen die<br />
zich voor<strong>de</strong><strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n uitgebreid besproken en grondig geëvalueerd. Daarnaast zullen er enkele<br />
bereken<strong>in</strong>gen behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n. Gebruik makend van <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dige elementen-metho<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n er<br />
simulaties uitgevoerd voor statische en dynamische lasten op <strong>de</strong> spoorwegbrug, conform <strong>de</strong> huidige<br />
euroco<strong>de</strong> 1: EN 1991–2:2003 . Tot slot wordt er een evaluatie gemaakt over <strong>de</strong> besliss<strong>in</strong>g die genomen<br />
werd om <strong>de</strong> brug af te sluiten voor het he<strong>de</strong>ndaags spoorverkeer.<br />
CAMBIER JELLE EN GILLIAERT PIETER<br />
EN 1993-1-5: EEN BEGELEIDENDE TEKST EN TOEGEPASTE REKENVOORBEELDEN<br />
Deze masterproef han<strong>de</strong>lt over <strong>de</strong> Europese norm EN 1993-1-5 en <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van dwars- en<br />
langsverstijvers bij stalen I-liggers. Deze norm moet vooral wor<strong>de</strong>n toegepast bij hoge slanke profielen die<br />
een groot buigmoment moeten kunnen weerstaan en bij bereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eventueel te plaatsen<br />
verstijv<strong>in</strong>gen. De doelstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze masterproef bestaat uit twee grote <strong>de</strong>len. Enerzijds het uitwerken<br />
van een leidraad om toekomstige <strong>in</strong>genieurs bij te staan bij <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> controles <strong>in</strong> <strong>de</strong> norm en<br />
<strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> langs- en/of dwarsverstijvers. An<strong>de</strong>rzijds het opstellen van concrete<br />
rekenvoorbeel<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> praktische werkwijze van het voorgaan<strong>de</strong> verdui<strong>de</strong>lijken. Er werd per hoofdstuk<br />
van <strong>de</strong> norm een verklaren<strong>de</strong> tekst en bijhoren<strong>de</strong> stroomschema’s opgesteld die samen als leidraad<br />
kunnen dienen bij het maken van <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>gen. Ook wer<strong>de</strong>n praktische rekenvoorbeel<strong>de</strong>n gemaakt.<br />
Deze rekenvoorbeel<strong>de</strong>n zijn zo gekozen dat zo veel mogelijk aspecten van <strong>de</strong> norm aan bod komen. Deze<br />
rekenvoorbeel<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n ook vergeleken met calculatiesoftware. Er kon wor<strong>de</strong>n vastgesteld dat<br />
calculatiesoftware zoals ‘Scia Eng<strong>in</strong>eer’ en ‘Buildsoft’ niet met alle aspecten van <strong>de</strong> norm reken<strong>in</strong>g houdt.<br />
8.
CHRISTIAENS TOM EN VROMMAN HANNES<br />
GEBRUIK VAN ETERNIT-BOUWPLATEN IN DE HOUTSKELET- EN PASSIEFBOUW<br />
In <strong>de</strong>ze masterproef wordt <strong>de</strong> geschiktheid van Duripanel, een houtvezelcementplaat, en Hydropanel, een<br />
vezelcementplaat, on<strong>de</strong>rzocht <strong>in</strong> functie van toepass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> houtskelet- en passiefbouw. Dit<br />
on<strong>de</strong>rzoek werd aangebracht en gestuurd door Eternit NV, <strong>de</strong> fabrikant van <strong>de</strong>ze bouwplaten.<br />
Het on<strong>de</strong>rzoek richt zich enerzijds naar <strong>de</strong> stabiliteit (schrank<strong>in</strong>gsweerstand, buigsterkte, enz.) en<br />
an<strong>de</strong>rzijds naar <strong>de</strong> bouwfysische aspecten (brandweerstand, luchtdichtheid en dampdichtheid) van <strong>de</strong><br />
bouwplaten. Enerzijds wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eigenschappen van <strong>de</strong> platen aan <strong>de</strong> hand van hun testrapporten<br />
bestu<strong>de</strong>erd, an<strong>de</strong>rzijds wer<strong>de</strong>n op bei<strong>de</strong> platen buig- en trekproeven uitgevoerd om extra gegevens te<br />
bekomen.<br />
De platen blijken zeker geschikt om toegepast te wor<strong>de</strong>n, ook <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie Duripanel (buitenzij<strong>de</strong>) –<br />
Hydropanel (b<strong>in</strong>nenzij<strong>de</strong>) is zeer geschikt. De platen bl<strong>in</strong>ken uit op gebied van stijfheid en luchtdichtheid.<br />
COMMEENE JOLIEN EN D'HAENE NICK<br />
PREFABFUNDERINGEN BIJ HOUTSKELETBOUW<br />
Houtskeletbouw leent zich bijzon<strong>de</strong>r goed voor <strong>in</strong>dustrialisatie van het bouwproces en <strong>de</strong> bouwtechnieken.<br />
Supplementair biedt <strong>de</strong>ze bouwwijze nog extra voor<strong>de</strong>len, zoals <strong>de</strong> lichtheid van <strong>de</strong> constructie en het<br />
snelle bouwtempo. De troeven die <strong>in</strong>herent zijn aan <strong>de</strong>ze bouwwijze wor<strong>de</strong>n vandaag echter nog te we<strong>in</strong>ig<br />
benut, zeker wat <strong>de</strong> fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen betreft. Meestal wor<strong>de</strong>n immers <strong>in</strong> situ gegoten fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen toegepast.<br />
Nochtans kan heel wat tijd –en dus ook geld- bespaard wor<strong>de</strong>n door het toepassen van geprefabriceer<strong>de</strong><br />
fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen bij houtskeletbouw. De opzet van <strong>de</strong>ze masterproef is dan ook het gebruik van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong><br />
geprefabriceer<strong>de</strong> fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> haalbaarheid van praktische toepass<strong>in</strong>gen grondig te bestu<strong>de</strong>ren, te<br />
analyseren en <strong>de</strong> nodige aanbevel<strong>in</strong>gen te formuleren om <strong>de</strong> implementatie ervan te bespoedigen. Deze<br />
studie wordt gebaseerd op eer<strong>de</strong>r uitgevoer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken naar nieuwe technieken voor<br />
geprefabriceer<strong>de</strong> fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. De <strong>in</strong>breng en adviezen van mensen uit <strong>de</strong> bedrijfswereld zijn hierbij<br />
cruciaal en uitermate waar<strong>de</strong>vol, daarom wor<strong>de</strong>n zij uitvoerig gecontacteerd tene<strong>in</strong><strong>de</strong> het praktische<br />
aspect van <strong>de</strong> bouwmetho<strong>de</strong> te begrijpen en te kunnen toelichten. Van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />
fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gssystemen blijken <strong>de</strong> Smartfoot fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsbalken van <strong>de</strong> firma Ijsselmeerbeton het meest<br />
geschikt voor het uitwerken van een case studie. Hierbij wordt geopteerd voor een passiefwon<strong>in</strong>g van<br />
Sibomat om mo<strong>de</strong>l te staan voor <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g van een lastendal<strong>in</strong>g en, aan <strong>de</strong> hand van het<br />
softwarepakket Diamonds, <strong>de</strong> eigenschappen van <strong>de</strong> IJB Smartfoot te bestu<strong>de</strong>ren. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze case<br />
studie wordt een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen verschillen<strong>de</strong> grondprofielen. Uit <strong>de</strong> complete studie wordt<br />
geconclu<strong>de</strong>erd dat <strong>de</strong> IJB Smartfoot een uitsteken<strong>de</strong> fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> is die bij alleenstaan<strong>de</strong> won<strong>in</strong>gen<br />
aangewend kan wor<strong>de</strong>n. De facto dient wel opgemerkt te wor<strong>de</strong>n dat geprefabriceer<strong>de</strong> fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong><br />
casu <strong>de</strong> IJB Smartfoot, pas economisch rendabel wor<strong>de</strong>n bij seriematig gebruik.<br />
9.
CORNILLE EMMANUEL EN DEVLIES JEROEN<br />
DYNAMISCH GEDRAG VAN VLOEREN ONDER INVLOED VAN WANDELENDE PERSONEN.<br />
CASE STUDIE: VOORGESPANNEN WELFSELS IN DATACENT KUL<br />
Vandaag <strong>de</strong> dag wor<strong>de</strong>n bouwkundige constructies steeds complexer. Vloeren wor<strong>de</strong>n steeds slanker en<br />
lichter uitgevoerd <strong>in</strong> groter wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overspann<strong>in</strong>gen. Bijkomend stelt men alsmaar strengere<br />
comforteisen. Dit heeft als gevolg dat <strong>de</strong> studie van trill<strong>in</strong>gen van vloeren een belangrijke rol gaat spelen <strong>in</strong><br />
het ontwerp van <strong>de</strong> vloer.<br />
Deze verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g omvat <strong>de</strong> mens-geïnduceer<strong>de</strong> trill<strong>in</strong>gscontrole op <strong>de</strong> vloerplaat van het recent<br />
gebouw<strong>de</strong> Datacenter KUL. Van <strong>de</strong>ze vloerplaat wor<strong>de</strong>n meer<strong>de</strong>re EE mo<strong>de</strong>llen opgesteld om <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed<br />
van verschillen<strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> eigenfrequenties en eigenmo<strong>de</strong>s te bepalen. Via vergelijk<strong>in</strong>g<br />
met <strong>de</strong> resultaten van een meetcampagne kan <strong>de</strong> betrouwbaarheid van het mo<strong>de</strong>l geverifieerd wor<strong>de</strong>n en<br />
d.m.v. <strong>de</strong> updat<strong>in</strong>gprocedure kan het mo<strong>de</strong>l <strong>de</strong> werkelijkheid bena<strong>de</strong>ren. Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> recente<br />
ontwerpgids Young (2008) wordt <strong>de</strong> dynamische trill<strong>in</strong>gscontrole uitgevoerd om <strong>de</strong> respons ten gevolge<br />
van wan<strong>de</strong>llasten te beoor<strong>de</strong>len.<br />
De uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vloerplaat <strong>in</strong> het Datacenter KUL is dat <strong>de</strong> vloerplaat voldoet aan het<br />
gestel<strong>de</strong> comfortniveau <strong>in</strong> kantoorgebouwen. Ook kan vermeld wor<strong>de</strong>n dat een eenvoudig geüpdate<br />
mo<strong>de</strong>l een zeer goe<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g geeft van het werkelijk dynamisch gedrag van <strong>de</strong> vloerplaat.<br />
DE CRAENE DAVY EN ROEGIERS LENARD<br />
ONTWERP WERKPLAN VZW: VAN VOCHTIG ONGEÏSOLEERD GEMEENTESCHOOLTJE TOT DUURZAAM<br />
SOCIOCULTUREEL CENTRUM<br />
Ons e<strong>in</strong>dwerk heeft als hoofddoel ‘het opstellen van een renovatiedossier voor een duurzaam<br />
sociocultureel centrum, namelijk <strong>de</strong> vzw Cross Mundos (1893)’. Het bestaan<strong>de</strong> gebouw vertoont<br />
problemen <strong>in</strong> verband met energieprestatie, comfort, veiligheid en stabiliteit.<br />
Het analyseren van <strong>de</strong> problemen gebeurt adhv met<strong>in</strong>gen ter plaatse, bereken<strong>in</strong>gen met energieprestatie<br />
software en bevrag<strong>in</strong>gen bij <strong>de</strong> eigenaar en gebruikers.<br />
Verschillen<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> verband met <strong>de</strong> gebouwschil en <strong>de</strong> <strong>in</strong>stallaties wor<strong>de</strong>n met mekaar<br />
vergeleken en geëvalueerd aan <strong>de</strong> hand van softwaretoepass<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong>formatie van fabrikanten,<br />
gesprekken met <strong>de</strong> eigenaar,…. Aan <strong>de</strong> hand van een kosten-batenanalyse wor<strong>de</strong>n bepaal<strong>de</strong><br />
aanbevel<strong>in</strong>gen geformuleerd waaruit een stappenplan resulteert. In dit stappenplan wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
verschillen<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen kort geformuleerd. Hierdoor krijgt <strong>de</strong> eigenaar een beter bouwkundig <strong>in</strong>zicht<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> nodige renovatiemaatregelen.<br />
We besluiten dat het gebouw veel mogelijkhe<strong>de</strong>n biedt. Adhv kle<strong>in</strong>e maatregelen maar ook grote<br />
<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen kunnen we het gebouw <strong>in</strong> ere herstellen.<br />
10.
DEHUYSSER WOUTER EN MERVIELDE KEVIN<br />
OPRICHTEN VAN EEN LAAG ENERGIE GEBOUW VOOR DE ONDERZOEKSGROEP BOUWFYSICA<br />
Als wetenschappelijke on<strong>de</strong>rwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g kon KAHO S<strong>in</strong>t-Lieven het niet nalaten <strong>in</strong> tij<strong>de</strong>n van cont<strong>in</strong>u<br />
stijgen<strong>de</strong> energieprijzen speciale aandacht te hebben voor energiebesparen<strong>de</strong> maatregelen.<br />
Deze maatregelen wer<strong>de</strong>n zoveel mogelijk geïmplementeerd <strong>in</strong> het ontwerp van <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g van een<br />
bestaand gebouw op <strong>de</strong> campus. Het concept bestond er<strong>in</strong> twee volwaardige verdiep<strong>in</strong>gen en een<br />
technische ruimte toe te voegen aan een bestaan<strong>de</strong> opslagplaats.<br />
Deze studie bestaat er <strong>in</strong> het gebouw van boven tot on<strong>de</strong>r te controleren op het vlak van <strong>de</strong> stabiliteit .<br />
Daar<strong>in</strong> verweven zit dan een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed die <strong>de</strong>ze energiebesparen<strong>de</strong> maatregelen nu net<br />
hebben op <strong>de</strong> stabiliteit van scholen. Hiervoor werd er zelf een stapje ver<strong>de</strong>r gegaan. Er werd immers<br />
gezocht en vergeleken met passiefscholen <strong>in</strong> b<strong>in</strong>nen –en buitenland.<br />
Welke zijn <strong>de</strong> technieken die vandaag <strong>de</strong> dag mogelijk zijn , welke zijn er f<strong>in</strong>ancieel of technisch<br />
verantwoord en wat noopt <strong>de</strong> architecten en besturen ertoe een keuze te maken voor een welbepaald<br />
bouwkundig ontwerp of bouwtechnische maatregel?<br />
Kort gezegd kan er geconstateerd wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze stabiliteitsstudie zeer vergelijkbare resultaten geeft<br />
met die van het stabiliteitsbureau. Op het vlak van <strong>de</strong> literatuurstudie kon reeds vrij vlug vastgesteld<br />
wor<strong>de</strong>n dat het gaat om een dome<strong>in</strong> <strong>in</strong> volle exploratie waarbij <strong>de</strong> pioniers van nu , vrij protectionistisch<br />
<strong>in</strong>gesteld staan tegenover het <strong>de</strong>len van hun opgedane expertise.<br />
DE MOL THOMAS EN JANSSENS PETER<br />
BEREKENING VAN EEN BETONSTRUCTUUR<br />
Dit e<strong>in</strong>dwerk omvat het berekenen van een betonstructuur waarbij wordt gestreefd naar het dimensioneren<br />
van verschei<strong>de</strong>ne type-elementen zon<strong>de</strong>r daarbij het economische en praktische aspect van <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g<br />
uit het oog te verliezen. Eerst wordt <strong>de</strong> opbouw van <strong>de</strong> betonstructuur grondig bestu<strong>de</strong>erd om daarna via<br />
een consistente lastendal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gehele structuur <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> lasten op alle elementen te<br />
bepalen. Vervolgens wor<strong>de</strong>n er een aantal <strong>in</strong>teressante elementen geselecteerd voor na<strong>de</strong>re studie<br />
waarbij, waar mogelijk, <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gsstrategieën wor<strong>de</strong>n vergeleken. Deze bereken<strong>in</strong>gen<br />
wor<strong>de</strong>n omka<strong>de</strong>rd door hun respectievelijke theoretische achtergrond. Naast <strong>de</strong>ze theoretische<br />
bereken<strong>in</strong>gen wordt er ook aandacht gegeven aan een aantal praktische uitvoer<strong>in</strong>gmetho<strong>de</strong>s zoals<br />
bijvoorbeeld brandwerendheid van stalen constructie-elementen of <strong>de</strong> thermische aansluit<strong>in</strong>g van<br />
geprefabriceer<strong>de</strong> balkons.<br />
DE NORRE THOMAS<br />
EVALUATIE VAN EEN STROBALENWONING AAN DE HAND VAN HET “REFERENTIEKADER VOOR<br />
DUURZAME WONINGEN”<br />
De klassieke bouwwijze heeft een zware impact op het milieu. In dit on<strong>de</strong>rzoek wordt een alternatieve<br />
bouwmetho<strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>erd waarbij gebruik gemaakt wordt van strobalen. Testen uit het buitenland<br />
bewijzen dat strobalen over goe<strong>de</strong> akoestische en warmte-isoleren<strong>de</strong> eigenschappen beschikken. Ook <strong>de</strong><br />
brandweerstand van bepleister<strong>de</strong> strobalen is uitstekend.<br />
Aan <strong>de</strong> hand van het “Referentieka<strong>de</strong>r voor Duurzame Won<strong>in</strong>gen” wordt <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van strobalen op <strong>de</strong><br />
totale duurzaamheid van een won<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rzocht. Daaruit blijkt dat <strong>de</strong> grootste w<strong>in</strong>st gemaakt wordt bij het<br />
thema energie. Strobalen zijn milieuvrien<strong>de</strong>lijke materialen maar dat resulteert niet <strong>in</strong> een hoge score bij<br />
het thema materiaalgebruik. Om het Referentieka<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst te gebruiken als tool om won<strong>in</strong>gen te<br />
certificeren op vlak van duurzaamheid is een vereenvoudig<strong>in</strong>g wenselijk.<br />
11.
DE RUYCK HARMEN<br />
REGRESSIEANALYSE<br />
Deze e<strong>in</strong>dverhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g omvat een literatuurstudie over ‘regressieanalyse’. De twee hoofdpijlers wor<strong>de</strong>n<br />
hier<strong>in</strong> besproken, namelijk l<strong>in</strong>eaire en niet-l<strong>in</strong>eaire regressie. Op l<strong>in</strong>eaire regressie gaan we dieper <strong>in</strong> door<br />
zijn on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> univariate en multivariate regressie na<strong>de</strong>r te bespreken. Bij niet-l<strong>in</strong>eaire regressie<br />
wor<strong>de</strong>n enkel <strong>de</strong> basispr<strong>in</strong>cipes toegelicht. Het algemene doel van regressieanalyse is om wiskundige<br />
mo<strong>de</strong>llen op te stellen door gebruik te maken van steekproeven en statistische metho<strong>de</strong>n. Door<br />
aannames kan men <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llen dan gaan beoor<strong>de</strong>len. Regressieanalyse laat toe om na<br />
te gaan welke variabelen verklarend zijn voor <strong>de</strong> responsvariabelen, maar eveneens kan men op basis<br />
van het mo<strong>de</strong>l voorspell<strong>in</strong>gen en schatt<strong>in</strong>gen gaan maken.<br />
DE SCHOENMACKER STEFF EN DE WILDE SVEN<br />
VERANKERING VAN LICHTE VOORHANGGEVELS MET AFSTANDSSCHROEVEN<br />
In <strong>de</strong>ze masterproef wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mechanische aspecten van enkele afstandschroeven voor <strong>de</strong> bevestig<strong>in</strong>g<br />
van lichte gevelpanelen bestu<strong>de</strong>erd.<br />
Vooreerst wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gstabellen, opgesteld door <strong>de</strong> producenten, geëvalueerd en<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>gen en theorieën bestu<strong>de</strong>erd. Deze wor<strong>de</strong>n nadien toegepast op een<br />
fictief gebouw. Nadat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> parameters bekend zijn, werd een proefopstell<strong>in</strong>g ontworpen en<br />
werd hieromtrent een beperkt experimenteel on<strong>de</strong>rzoek uitgevoerd. De bekomen proefresultaten wor<strong>de</strong>n<br />
vergeleken met <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> theoretische bereken<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>gsprogramma’s.<br />
Door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong>ze bereken<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>s zijn tabellen opgesteld voor een won<strong>in</strong>g die voldoet aan <strong>de</strong><br />
huidige EPB-regelgev<strong>in</strong>g en voor een passiefwon<strong>in</strong>g.<br />
Als besluit van <strong>de</strong> masterproef wordt afgeleid welke van <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> afstandschroeven, zowel<br />
economisch als mechanisch, <strong>de</strong> beste resultaten opleveren.<br />
DE VLIEGHERE EVY<br />
HET VERKLEVEN VAN ISOLATIEPANELEN MET PU-SCHUIM<br />
In <strong>de</strong>ze masterproef wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> factoren on<strong>de</strong>rzocht die <strong>de</strong> verklev<strong>in</strong>g van isolatiepanelen met<br />
PU-schuim beïnvloe<strong>de</strong>n. Verschillen<strong>de</strong> 1k-PU-schuimformulaties en isolatiematerialen zoals EPS, XPS,<br />
PUR en sandwichpanelen PUR/gipskarton wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht.<br />
Via experimenteel on<strong>de</strong>rzoek werd <strong>de</strong> horizontale verplaats<strong>in</strong>g na verklev<strong>in</strong>g gemeten en wer<strong>de</strong>n<br />
trekproeven uitgevoerd om <strong>de</strong> hecht<strong>in</strong>g van het schuim op verschillen<strong>de</strong> substraten te testen.<br />
Hierna kan besloten wor<strong>de</strong>n dat er een dui<strong>de</strong>lijk verschil is <strong>in</strong> verplaats<strong>in</strong>g bovenaan en on<strong>de</strong>raan het<br />
isolatiepaneel. De sterkte van <strong>de</strong> hecht<strong>in</strong>g hangt af van het gebruikte schuim, <strong>de</strong> hecht<strong>in</strong>g op het PURpaneel<br />
bleek met alle formulaties het sterkst. Adapterschuim lijkt niet geschikt voor <strong>de</strong>ze toepass<strong>in</strong>g. Ook<br />
werd opgemerkt dat het schuim niet <strong>in</strong>tact blijft bij hard aandrukken.<br />
12.
DE VOS JONAS EN GELDOF BART<br />
WATERKWALITEITSMODELLERING<br />
Water is van primordiaal belang voor alle leven op Aar<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> mens en zijn activiteiten. Wanneer<br />
echter ondoordacht wordt omgesprongen met waterverbruik en het afvalwater zomaar wordt geloosd,<br />
ontstaat er vervuil<strong>in</strong>g van het milieu. Dit is zo bij <strong>de</strong> afwezigheid van zuiver<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties zoals dit <strong>in</strong><br />
ontwikkel<strong>in</strong>gslan<strong>de</strong>n het geval is. Het doel van <strong>de</strong>ze thesis is het uittesten van een hydrodynamisch mo<strong>de</strong>l<br />
waar<strong>in</strong> ook het mo<strong>de</strong>lleren van <strong>de</strong> waterkwaliteit mogelijk is. GEMSS zal hier als mo<strong>de</strong>l gebruikt wor<strong>de</strong>n.<br />
Er wor<strong>de</strong>n drie stappen on<strong>de</strong>rnomen. Eerst wordt een basisgeval met behulp van <strong>de</strong> software<br />
hydrodynamisch gemo<strong>de</strong>lleerd. Vervolgens wordt <strong>de</strong> waterkwaliteit gekoppeld aan <strong>de</strong> hydrodynamica en<br />
tenslotte wor<strong>de</strong>n als laatste stap <strong>de</strong> vorige twee stappen toegepast op <strong>de</strong> reële situatie, namelijk <strong>de</strong><br />
samenvloei<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Niger en <strong>de</strong> Bani ter hoogte van Mopti (Mali). De bedoel<strong>in</strong>g van dit werk is het<br />
kwalitatief uittesten van het programma, met als hoofdvraag of er aan <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen voldaan wordt.<br />
De hoofddoelstell<strong>in</strong>g is het bekomen van figuren en simulaties waar<strong>in</strong> het verloop van <strong>de</strong><br />
hydrodynamische groothe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> waterkwaliteitscomponenten zichtbaar is <strong>in</strong> functie van <strong>de</strong> ruimte. Er<br />
kan besloten wor<strong>de</strong>n dat het mo<strong>de</strong>l voldoet aan <strong>de</strong> basisverwacht<strong>in</strong>gen maar dat ver<strong>de</strong>re afijk<strong>in</strong>g nog<br />
noodzakelijk is.<br />
DUPUIS DIETER<br />
THE INFLUENCE OF THERMAL INERTIA ON THE ENERGY USE AND<br />
THERMAL COMFORT OF DWELLINGS<br />
One of the possibilities to obta<strong>in</strong> highly energy efficient build<strong>in</strong>gs is by focus<strong>in</strong>g on its thermal mass. This<br />
mass can provi<strong>de</strong> <strong>in</strong>ertia to the external environment, by dampen<strong>in</strong>g its temperature fluctuations and<br />
provid<strong>in</strong>g a time lag for the energy enter<strong>in</strong>g or leav<strong>in</strong>g the build<strong>in</strong>g. In this thesis some hand calculations <strong>in</strong><br />
the form of dynamic properties of the build<strong>in</strong>g envelope, accord<strong>in</strong>g to the standard EN ISO 13786, are<br />
be<strong>in</strong>g compared with the data from <strong>in</strong>-situ measurements <strong>in</strong> two test houses. Also the <strong>in</strong>fluence of add<strong>in</strong>g<br />
a layer of a material with known good dynamic properties to the <strong>in</strong>terior of a wall was <strong>in</strong>vestigated. It was<br />
seen that both methods (theoretical calculations and analyz<strong>in</strong>g real data) provi<strong>de</strong> similar results, but the<br />
comparison between them is hard due to some factors: the way some variables are <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ed <strong>in</strong> the<br />
standard, vary<strong>in</strong>g external conditions, but ma<strong>in</strong>ly the fact that the real data is the result of the <strong>in</strong>teraction of<br />
the whole build<strong>in</strong>g. Thermal mass will always lead to a reduction of the energy use for heat<strong>in</strong>g and cool<strong>in</strong>g<br />
when every other factor as orientation, glaz<strong>in</strong>g, occupancy behaviour, … is studied with the same<br />
attention.<br />
DUYCK SIMON<br />
ONDERZOEK NAAR DE RELATIE TUSSEN LUCHT- EN WATERDICHTHEID<br />
VAN RAAMAANSLUITINGEN IN GEVELS<br />
Hoewel het algemeen geweten is dat er een verband bestaat tussen <strong>de</strong> luchtdichtheid van een<br />
raamaansluit<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> waterdichtheid ervan, is er nog nooit specifiek on<strong>de</strong>rzoek gebeurd naar <strong>de</strong> relatie<br />
tussen <strong>de</strong>ze twee fenomenen. In <strong>de</strong>ze scriptie wordt on<strong>de</strong>rzocht <strong>in</strong> welke mate <strong>de</strong> luchtdichtheid van een<br />
raamaansluit<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>vloed is op <strong>de</strong> water<strong>in</strong>filtratie doorheen een voeg tussen raam en muur. Hierbij is<br />
reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> weersomstandighe<strong>de</strong>n zoals die gel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> België. Om dit doel te bereiken, is<br />
een eerste testopstell<strong>in</strong>g gebouwd waarbij verschillen<strong>de</strong> voegban<strong>de</strong>n op waterdichtheid kunnen wor<strong>de</strong>n<br />
beproefd. In een twee<strong>de</strong> opstell<strong>in</strong>g werd een volledige raamaansluit<strong>in</strong>g nagebootst met behulp van een<br />
standaardraam van 1,23m breed en 1,48m hoog, en werd geëvalueerd hoe regen zich manifesteert<br />
doorheen een spouwmuur rond een raam bij variatie van <strong>de</strong> luchtdichtheid. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk blijkt dat er<br />
dui<strong>de</strong>lijke verschillen zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> slagregendichtheid van <strong>de</strong> voegban<strong>de</strong>n en dat <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van veel<br />
regen bij gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> druk <strong>de</strong> zwaarste faalmechanismen teweegbrengt. Als besluit wor<strong>de</strong>n enkele<br />
oploss<strong>in</strong>gen aangereikt om veel voorkomen<strong>de</strong> problemen te verhelpen.<br />
13.
ELLEBOOG DORIEN VAN DE WALLE DAVY<br />
IMPLEMENTATIE VAN RIOLERINGSBEREKENINGEN ONDER VRIJ VERVAL IN REVIT MEP 2011<br />
De opdracht wordt het best omschreven als <strong>de</strong> implementatie van rioler<strong>in</strong>gsbereken<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het 3Dprogramma<br />
Revit MEP 2011. Hierbij moet men 4 luiken <strong>in</strong> acht nemen:<br />
- wat is Revit MEP en BIM,<br />
- keuze van <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>,<br />
- implementatie van <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> <strong>in</strong> Revit MEP,<br />
- kritische kijk op het bekomen resultaat.<br />
De bereken<strong>in</strong>gen verlopen volgens <strong>de</strong> EN 12056: B<strong>in</strong>nenrioler<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r vrij verval - Deel 2 : Ontwerp en<br />
bereken<strong>in</strong>g van huishou<strong>de</strong>lijk-afvalwatersystemen. Hierbij gaat het om een geschei<strong>de</strong>n systeem, waarbij<br />
enkel <strong>de</strong> systemen met huishou<strong>de</strong>lijk afvalwater wor<strong>de</strong>n gedimensioneerd.<br />
Het resultaat is een dimensioner<strong>in</strong>gsmodule die geïmplementeerd kan wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Revit MEP 2011. De<br />
module berekent <strong>de</strong> meeste rioler<strong>in</strong>gsnetwerken, maar heeft nog enkele beperk<strong>in</strong>gen.<br />
EYKENS JONAS<br />
COMPACTE HOUTEN PLATTE DAKEN MET VOCHTGESTUURDE DAMPREM: HYGRISCHE<br />
OPTIMALISATIE VAN DE DAKSTRUCTUUR AAN DE HAND VAN COMPUTERSIMULATIES<br />
Compacte lichte platte daken zijn daken met een sterk dampremmen<strong>de</strong> dakdicht<strong>in</strong>g en een houten<br />
draagstructuur. De ruimte tussen <strong>de</strong> draagbalken wordt volledig opgevuld met isolatie. De basisi<strong>de</strong>e<br />
achter <strong>de</strong>ze daken is dat, hoewel er tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kou<strong>de</strong> jaarperio<strong>de</strong> bevochtig<strong>in</strong>g van het dak zal<br />
plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n, het dak tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> warme jaarperio<strong>de</strong> naar b<strong>in</strong>nen toe kan uitdrogen. Daarom wordt bij<br />
<strong>de</strong>rgelijke daken dikwijls gebruik gemaakt van vochtgestuur<strong>de</strong> dampremmen: folies waarvan <strong>de</strong><br />
vochtpermeantie toeneemt bij hogere omgev<strong>in</strong>gsvochtigheid en <strong>de</strong> uitdrog<strong>in</strong>g van het dak tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />
zomer stimuleren. In dit werk wor<strong>de</strong>n metho<strong>de</strong>s opgesteld om <strong>de</strong> vochtpermeantiecurve van <strong>de</strong>ze folies<br />
nauwkeuriger te bena<strong>de</strong>ren uit een beperkt aantal cuptesten en om het rekenwerk te beperken bij gebruik<br />
van <strong>de</strong>ze folies bij dynamische computersimulaties. Ook wordt on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar <strong>de</strong><br />
temperatuurs<strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> vochtpermeantie van <strong>de</strong> vochtgestuur<strong>de</strong> INTELLO-damprem.<br />
De hygrische veiligheid van compacte platte daken wordt negatief beïnvloed door <strong>de</strong> isolatiedikte,<br />
beschaduw<strong>in</strong>g, vochtigheid van het b<strong>in</strong>nenklimaat en luchtexfiltratie. Hierdoor is er <strong>in</strong> heel wat<br />
omstandighe<strong>de</strong>n onzekerheid over <strong>de</strong> hygrische veiligheid van dit type dakopbouw. Aan <strong>de</strong> hand van<br />
computersimulaties wordt aangetoond dat <strong>de</strong> hygrische veiligheid van het dak kan verbeterd wor<strong>de</strong>n door<br />
een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> isolatie on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> damprem aan te brengen, <strong>de</strong> houtsectie van <strong>de</strong> balken <strong>in</strong> het dak te<br />
beperken, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> dakvloer een dunne hygrische buffer aan te brengen en een we<strong>in</strong>ig hygroscopisch<br />
isolatiemateriaal te gebruiken. Deze laatste maatregel lijkt strijdig te zijn met eer<strong>de</strong>re bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen en<br />
vraagt ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek.<br />
GHYSELINCK JONAS EN VAN DER BIEST THOMAS<br />
TOEPASSING VAN HOUT - BETONVLOEREN BIJ RENOVATIES EN NIEUWBOUWCONSTRUCTIES<br />
Dit e<strong>in</strong>dwerk han<strong>de</strong>lt over hout – betonvloeren. Het werk<strong>in</strong>gspr<strong>in</strong>cipe van een <strong>de</strong>rgelijke verdiep<strong>in</strong>gsvloer<br />
berust erop dat men via verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gselementen een betonlaag constructief laat meewerken met houten<br />
balken. Zo zou het mogelijk moeten zijn om voor eenzelf<strong>de</strong> last grotere overspann<strong>in</strong>gen te kunnen maken<br />
of <strong>de</strong> doorbuig<strong>in</strong>g te verkle<strong>in</strong>en. De toepass<strong>in</strong>gsmogelijkhe<strong>de</strong>n van hout – betonvloeren situeren zich <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> renovatiesector en houtskeletbouw. Tot nu toe is het systeem nog maar zel<strong>de</strong>n toegepast <strong>in</strong> België<br />
gezien het nog onvoldoen<strong>de</strong> gekend is bij aannemers, architecten, studiebureaus, … Daarom wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong><br />
dit e<strong>in</strong>dwerk <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> aspecten van dit type verdiep<strong>in</strong>gsvloer toegelicht. In <strong>de</strong> eerste hoofdstukken<br />
werd aandacht geschonken aan het algemeen werk<strong>in</strong>gspr<strong>in</strong>cipe. Vervolgens staat uitgelegd op welke<br />
manier er mechanische proeven kunnen gebeuren naar het constructieve gedrag. Voorts bevat <strong>de</strong>ze<br />
thesis ook een dui<strong>de</strong>lijke beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> dimensioner<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>, aangevuld met een praktisch<br />
ontwerp b<strong>in</strong>nen een renovatietoepass<strong>in</strong>g. Daarnaast werd ook het thermisch, akoestisch en trill<strong>in</strong>gsgedrag<br />
van hout - betonvloeren toegelicht. Tot slot zijn ook <strong>de</strong> aspecten bouwkost en milieukost bena<strong>de</strong>rd.<br />
14.
KERKHOFS BRECHT EN MAERVOET JORIS<br />
SCIA: GRAPHICAL USER INTERFACE RESEARCH<br />
Softwareprogramma’s on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zich voornamelijk van elkaar door hun lay-out,<br />
gebruiksvrien<strong>de</strong>lijkheid en efficiëntie <strong>in</strong> het gebruik. Het doel van dit e<strong>in</strong>dwerk bestaat er<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze aspecten<br />
b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> CAE-software Scia Eng<strong>in</strong>eer te bestu<strong>de</strong>ren en te vergelijken met <strong>de</strong> wensen van <strong>de</strong> gebruikers.<br />
Daarvoor werd allereerst een literatuurstudie uitgevoerd om <strong>de</strong> aspecten van een goe<strong>de</strong> GUI vast te<br />
leggen. Tevens werd een enquête samen met persoonlijke gesprekken gebruikt om <strong>de</strong> work-flow van<br />
<strong>in</strong>genieurs en gebruikers van <strong>de</strong> software te bestu<strong>de</strong>ren. Al <strong>de</strong>ze kle<strong>in</strong>e <strong>in</strong>formatie<strong>de</strong>eltjes wer<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen<br />
een prototype, voor een nieuwe basisversie van Scia Eng<strong>in</strong>eer, uitgewerkt. Daarnaast wer<strong>de</strong>n ook enkele<br />
kle<strong>in</strong>ere applicaties ontwikkeld die aan <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> criteria voldoen en een uitbreid<strong>in</strong>g op het huidige gamma<br />
van Scia Eng<strong>in</strong>eer voorstellen. Ze spitsen zich toe op nieuwe technologieën zoals touchscreen<br />
toepass<strong>in</strong>gen op bijvoorbeeld iPads en iPhones. Op die manier wordt een verlengstuk buiten het bureel<br />
aangebo<strong>de</strong>n om, weliswaar geschatte, bereken<strong>in</strong>gen uit te voeren. Ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek naar zowel <strong>de</strong><br />
volledigheid van <strong>de</strong> basisversie voor Scia Eng<strong>in</strong>eer als <strong>de</strong> mogelijkheid tot het gebruik van kle<strong>in</strong>e externe<br />
applicaties is vereist.<br />
LAUREYS JEROEN EN MEERSMAN SVEN<br />
ANALYSE VAN HET THERMISCH COMFORT EN DE PRESTATIES VAN BETONKERNACTIVERING<br />
IN EEN LAAG ENERGIE KANTOORGEBOUW<br />
Deze masterproef analyseert het thermisch comfort en <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g en regel<strong>in</strong>g van betonkernactiver<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
het Hatric laag energie kantoorgebouw <strong>in</strong> Hasselt. Het huidige thermische comfort wordt geanalyseerd en<br />
beoor<strong>de</strong>eld aan <strong>de</strong> hand van temperatuursmet<strong>in</strong>gen van beg<strong>in</strong> augustus tot e<strong>in</strong>d november <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
verschillen<strong>de</strong> zones. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van <strong>de</strong> ATG-metho<strong>de</strong>. Aan <strong>de</strong> hand van dynamische<br />
gebouwsimulaties wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> prestaties van <strong>de</strong> betonkernactiver<strong>in</strong>g beoor<strong>de</strong>eld en wor<strong>de</strong>n<br />
verbeter<strong>in</strong>gsvoorstelen bestu<strong>de</strong>erd. Na <strong>de</strong> analyse blijken <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nentemperaturen <strong>in</strong> <strong>de</strong> oostelijke zones<br />
geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter te warm te wor<strong>de</strong>n en <strong>in</strong> <strong>de</strong> zuid-westelijke te koud. Uit <strong>de</strong> met<strong>in</strong>gen en simulaties<br />
volgt dat dit veroorzaakt wordt door het <strong>in</strong>correct functioneren van <strong>de</strong> regel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> betonkernactiver<strong>in</strong>g<br />
en ventilatie. Er wordt besloten dat <strong>de</strong> aanwezigheid van een computervloer een na<strong>de</strong>lige <strong>in</strong>vloed heeft op<br />
<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vloerverwarm<strong>in</strong>g en betonkernactiver<strong>in</strong>g. Samen met het verplaatsen van een<br />
temperatuurssensor, die zorgt voor <strong>de</strong> regel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> betonkernactiver<strong>in</strong>g, wor<strong>de</strong>n zonnenwer<strong>in</strong>g en een<br />
an<strong>de</strong>r werk<strong>in</strong>gsschema voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>stallaties geadviseerd om een beter thermisch comfort te kunnen<br />
garan<strong>de</strong>ren.<br />
MACHARIS TIM<br />
ANALYSE VAN COMPUTER-RESULTATEN BIJ HET ONTWERP VAN EEN STALEN<br />
VOETGANGERS-/FIETSBRUG<br />
In <strong>de</strong>ze masterproef wordt een stalen voetgangers-/fietsbrug op twee manieren berekend. Een eerste keer<br />
met behulp van een softwareprogramma, een twee<strong>de</strong> keer manueel. De bereken<strong>in</strong>g beperkt zich tot het<br />
statische ge<strong>de</strong>elte. Het is <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> gelijkenisssen en <strong>de</strong> verschillen van <strong>de</strong> resultaten te<br />
kunnen plaatsen en begrijpen. Hiertoe wordt een 3D-platenmo<strong>de</strong>l en een 3D-stavenmo<strong>de</strong>l gemo<strong>de</strong>lleerd.<br />
Uit <strong>de</strong>ze mo<strong>de</strong>llen vloeien respectievelijk ‘software’- en ‘manueel bereken<strong>de</strong>’ - resultaten voort, die ons<br />
toelaten volgen<strong>de</strong> vaststell<strong>in</strong>gen te doen: 1) De resultaten i.v.m. knik en kip van <strong>de</strong> pijler vertonen grote<br />
afwijk<strong>in</strong>gen, waarschijnlijk een gevolg van het <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong> platenmo<strong>de</strong>l; 2) De verwacht<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>zake<br />
spann<strong>in</strong>gsverschillen uiten zich slechts ge<strong>de</strong>eltellijk: vermits <strong>de</strong> software geen reken<strong>in</strong>g houdt met<br />
gereduceer<strong>de</strong> oppervlaktes (EN 1993-1-5) en eventuele dambordpatronen van belast<strong>in</strong>gen, zijn <strong>de</strong><br />
manueel bereken<strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gen niet altijd, maar wel meestal groter dan <strong>de</strong>ze uit het programma. Er kan<br />
dus wor<strong>de</strong>n besloten dat een manuele controle zeker aan te ra<strong>de</strong>n is voor knik en kip. Voor wat betreft <strong>de</strong><br />
spann<strong>in</strong>gsverschillen valt een manuele controle te overwegen, dit ondanks <strong>de</strong> behoefte van vele<br />
aannames en <strong>de</strong> energie die kruipt <strong>in</strong> <strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>g van twee mo<strong>de</strong>llen. Dit is immers dé manier om tot<br />
een optimaal resultaat te komen.<br />
15.
MAES JORIS<br />
INVLOEDSZONE VAN EEN EROSIEKOP<br />
Het werken met een erosiekop is een baggertechniek waarbij <strong>de</strong> kop het bed niet raakt. De doelstell<strong>in</strong>g<br />
van dit werk is om <strong>de</strong> productie aan korrels te bepalen, door een erosiekop, via <strong>de</strong> erosie die optreedt<br />
tussen het fluïdum en het bed en dit <strong>in</strong> functie van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> parameters. Hierbij is een<br />
literatuurstudie gebeurd van <strong>de</strong> empirische formules rond het erosiefenomeen en wor<strong>de</strong>n ze gebruikt voor<br />
<strong>de</strong> techniek met <strong>de</strong> erosiekop. Er is een formule uitgewerkt die na enige met<strong>in</strong>gen en bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek<br />
toepasbaar is. Dit werk is een basis voor een ver<strong>de</strong>re studie.<br />
NAESSENS TOM<br />
BEREKENEN VAN EEN VOORGESPANNEN BETONNEN BRUG<br />
Dit werk behan<strong>de</strong>lt <strong>de</strong> nacalculatie van <strong>de</strong> voorgespannen betonnen brug, ‘De Mosten’, die te Hoogstraten<br />
een verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g maakt over <strong>de</strong> E 19 en <strong>de</strong> hogesnelheidslijn Brussel – Amsterdam.<br />
Na het bepalen van <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gen die aangrijpen op het brug<strong>de</strong>k, kon aan <strong>de</strong> hand van<br />
belast<strong>in</strong>gscomb<strong>in</strong>aties <strong>de</strong> omhullen<strong>de</strong> momentenlijn opgesteld wor<strong>de</strong>n.<br />
Daarnaast werd <strong>de</strong> momentenlijn bepaald, veroorzaakt door <strong>de</strong> voorspann<strong>in</strong>g, die werd beschouwd als<br />
een stelsel van uitwendige acties.<br />
De <strong>in</strong>terne spann<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> gebruiksgrenstoestand wer<strong>de</strong>n gecontroleerd, zodat er geen scha<strong>de</strong> kon<br />
optre<strong>de</strong>n.<br />
In bezwijkgrenstoestand werd een nazicht uitgevoerd van <strong>de</strong> buig<strong>in</strong>g en van <strong>de</strong> dwarskrachten.<br />
In <strong>de</strong> veranker<strong>in</strong>gszone werd nagegaan of er voldoen<strong>de</strong> weerstand was tegen het opensplijten of<br />
openbarsten van het e<strong>in</strong>dblok.<br />
OCKIER KLAAS<br />
INVERSE KRACHT IDENTIFICATIE<br />
STUDIE EN TOEPASSING VAN EEN 'EXTENDED DYNAMIC PROGRAMMING'-ALGORITME<br />
Inverse kracht-i<strong>de</strong>ntificatie heeft tot doel (het verloop van) <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>g op een structuur te reconstrueren<br />
op basis van <strong>de</strong> gemeten respons met beperkt aantal sensoren en een mo<strong>de</strong>l van het systeem, waarbij<br />
<strong>de</strong>ze laatste a priori kan bepaald wor<strong>de</strong>n door toepass<strong>in</strong>g van systeem-i<strong>de</strong>nfiticatie. De noodzaak voor<br />
<strong>de</strong>ze <strong>in</strong>verse i<strong>de</strong>ntificatie ontstaat wanneer <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>g als kritisch kan beschouwd wor<strong>de</strong>n voor het<br />
ontwerp van een structuur maar wanneer een rechtstreekse met<strong>in</strong>g niet mogelijk of zeer moeilijk is.<br />
Voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re mens-geïnduceer<strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gen op voetgangersbruggen en<br />
w<strong>in</strong>dlasten op hoge slanke structuren. Het reconstrueren van <strong>de</strong>ze belast<strong>in</strong>gen op basis van<br />
trill<strong>in</strong>gsmet<strong>in</strong>gen vormt een <strong>in</strong>teressant alternatief wat kan toegepast wor<strong>de</strong>n bij realistische belast<strong>in</strong>gsscenario’s.<br />
In <strong>de</strong>ze thesis wordt gebruik gemaakt van een “exten<strong>de</strong>d dynamic programm<strong>in</strong>g” algoritme. Dit algoritme<br />
vertrekt van een state-space mo<strong>de</strong>l van het dynamisch systeem en lost het <strong>in</strong>vers probleem recursief op <strong>in</strong><br />
het tijdsdome<strong>in</strong>.<br />
Door toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Peak-Pick metho<strong>de</strong> op <strong>de</strong> gemeten transferfuncties van <strong>de</strong> proefopstell<strong>in</strong>g,<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> modale parameters van <strong>de</strong> structuur bepaald. Vervolgens wordt het algoritme toegepast om <strong>de</strong><br />
hamerimpact op een proefopstell<strong>in</strong>g te reconstrueren op basis van gemeten versnell<strong>in</strong>gen. De resultaten<br />
zijn bevredigend bie<strong>de</strong>n perspectief voor ver<strong>de</strong>re toepass<strong>in</strong>gen.<br />
16.
REYNAERT AUDRIE<br />
SHILSTONE<br />
THEORETISCHE EN PRAKTISCHE STUDIE VAN RICHTKROMMEN<br />
VERGELIJKENDE STUDIE TUSSEN DE THEORIE VAN SHILSTONE EN RICHTKROMMEN<br />
De Amerikaan James Shilstone heeft tij<strong>de</strong>ns zijn hele leven gezocht om betonsamenstell<strong>in</strong>gen te<br />
verbeteren <strong>in</strong> verwerkbaarheid en sterkte. Dit enkel op basis van een goe<strong>de</strong> skelet opbouw, namelijk een<br />
cont<strong>in</strong>ue korrelgra<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van fijne, grove en tussenliggen<strong>de</strong> granulaten. Hij stel<strong>de</strong> daarbij drie grafieken<br />
op. De eerste (IPR)controleert of ie<strong>de</strong>re fractie niet te veel of te we<strong>in</strong>ig zeefrestpercentage bezit, dit op<br />
basis van <strong>de</strong> “8-18”band. De twee<strong>de</strong> grafiek geeft aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> grofheid en verwerkbaarheid van<br />
het korrelskelet <strong>de</strong> mogelijke functies en eigenschappen van het beton weer. De laatste grafiek, <strong>de</strong> 0.45 ste<br />
macht grafiek, bekijkt nog eens <strong>de</strong> discont<strong>in</strong>uïteit van <strong>de</strong> korrelver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Om <strong>de</strong>ze stell<strong>in</strong>gen te testen<br />
wor<strong>de</strong>n mengsels, op basis van i<strong>de</strong>ale krommen opgesteld en wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten geplot <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
grafieken. De granulaten <strong>in</strong> <strong>de</strong> mengsels zijn statistisch geanalyseerd, waaruit hun specifieke<br />
eigenschappen bepaald kunnen wor<strong>de</strong>n. Wanneer grove granulaten voldoen<strong>de</strong> percentage op <strong>de</strong><br />
tussenfracties bezitten is <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> van een extra tussengranulaat m<strong>in</strong>imaal. We krijgen goe<strong>de</strong><br />
resultaten wanneer het mengsel zich goed houdt aan <strong>de</strong> “8-18”band. De mengsels opgesteld via een<br />
richtkromme geven <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> resultaten weer <strong>in</strong> <strong>de</strong> Shilstone grafieken zoals <strong>de</strong> richtkromme voorspelt. De<br />
theorie van Shilstone wordt nog niet vaak <strong>in</strong> praktijk toegepast, maar door het voor<strong>de</strong>el dat een mengsel<br />
op basis van <strong>de</strong> theorie van Shilstone m<strong>in</strong><strong>de</strong>r kwaaltjes vertoont zal <strong>de</strong> theorie <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst niet<br />
onopgemerkt kunnen blijven <strong>in</strong> <strong>de</strong> betonwereld.<br />
ROELANDTS INGE EN VAN GILS MIEKE<br />
ENERGIE-EFFICIËNTE VERLICHTING IN GEMEENTELIJKE GEBOUWEN LOVENDEGEM<br />
Verlicht<strong>in</strong>g is een grote energieverbruiker <strong>in</strong> niet-resi<strong>de</strong>ntiële gebouwen die kan oplopen tot 70% <strong>in</strong><br />
bijvoorbeeld scholen. Energie-efficiënte verlicht<strong>in</strong>g kan dan ook grote bespar<strong>in</strong>gen realiseren. In dit<br />
e<strong>in</strong>dwerk zijn drie on<strong>de</strong>rwerpen rond energie-efficiënte verlicht<strong>in</strong>g behan<strong>de</strong>ld.<br />
In het eerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> thesis is <strong>de</strong> relight<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sporthal en <strong>de</strong> polyvalente zaal van <strong>de</strong> gemeente<br />
Loven<strong>de</strong>gem besproken. Het doel van dit <strong>de</strong>el is een dossier opstellen die als basis kan dienen voor een<br />
mogelijke openbare aanbested<strong>in</strong>g<br />
In het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el is een on<strong>de</strong>rzoek naar led-buizen verricht. De led-buis is opgebouwd uit een<br />
rechtlijnige serie leds die <strong>in</strong> een buisvormige behuiz<strong>in</strong>g gemonteerd zijn. Het is een vervang<strong>in</strong>gslamp die<br />
verkocht wordt om een klassieke fluorescentielamp (T8) te vervangen. De kwaliteit van led-producten is<br />
echter nog vaak on<strong>de</strong>rmaats en er is ook een schrijnend gebrek aan kennis over <strong>de</strong>ze verlicht<strong>in</strong>gsbron.<br />
Om <strong>de</strong> performantie van led-buizen te kennen, zijn een tiental led-buizen on<strong>de</strong>rworpen aan een<br />
langdurige test. De optische en elektrische parameters van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> lampen zijn vergeleken en <strong>de</strong><br />
evolutie <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd is geëvalueerd.<br />
Tot slot is gekeken hoeveel energie bespaard kan wor<strong>de</strong>n door <strong>in</strong> een klaslokaal een daglicht- en een<br />
afwezigheidsensor te <strong>in</strong>stalleren. Ver<strong>de</strong>r zijn <strong>de</strong> resultaten uit <strong>de</strong> proefopstell<strong>in</strong>g vergeleken met <strong>de</strong>ze uit<br />
DIALux: Is het mogelijk om aan <strong>de</strong> hand van DIALux theoretisch te voorspellen wat <strong>de</strong> energiebespar<strong>in</strong>g<br />
is?<br />
17.
ROGIERS BENJAMIN<br />
ANALYSE VAN DAGLICHT IN EPB: VERGELIJKING BEREKENINGSMETHODES EN IMPACT OP<br />
ENERGIEVERBRUIK VOOR VERLICHTING<br />
Bij <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g van het E-peil voor kantoren en scholen kan <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van daglicht <strong>in</strong>gerekend wor<strong>de</strong>n.<br />
Hiervoor zal een daglichtoppervlakte bepaald moeten wor<strong>de</strong>n, dit is <strong>de</strong> oppervlakte waar <strong>de</strong> daglichtfactor<br />
meer dan 3 % bedraagt. In <strong>de</strong> EPB-regelgev<strong>in</strong>g zijn er twee metho<strong>de</strong>s beschreven voor <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g van<br />
<strong>de</strong>ze oppervlakte; <strong>de</strong> rekenmetho<strong>de</strong>s wor<strong>de</strong>n toegepast op een aantal standaard kantoorruimtes om het<br />
on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verschil te testen. Bij <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g van het energieverbruik voor verlicht<strong>in</strong>g wordt er gebruik<br />
gemaakt van een hulpvariabele die ook op verschillen<strong>de</strong> manieren kan berekend wor<strong>de</strong>n. DIALux is<br />
een rekenprogramma specifiek voor lichtbereken<strong>in</strong>gen dat daarvoor kan gebruikt wor<strong>de</strong>n.<br />
De verschillen<strong>de</strong> rekenmetho<strong>de</strong>s kunnen gecomb<strong>in</strong>eerd wor<strong>de</strong>n tot twaalf verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elsituaties. Om<br />
<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong>ze comb<strong>in</strong>aties op het energieverbruik en het E-peil te on<strong>de</strong>rzoeken, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> situaties<br />
toegepast op vijf verschillen<strong>de</strong> typeruimtes uit een testgebouw.<br />
SOENEN ELIEN<br />
SIMULATIE VAN WANDELENDE PERSONEN OP VOETGANGERSBRUGGEN<br />
De slanke uitvoer<strong>in</strong>g van mo<strong>de</strong>rne voetgangersbruggen leidt tot een verhoog<strong>de</strong> trill<strong>in</strong>gsgevoeligheid voor<br />
<strong>de</strong> belast<strong>in</strong>g veroorzaakt door het wan<strong>de</strong>len van (groepen van) personen. Het is dan ook van belang om<br />
bij het ontwerp van <strong>de</strong>ze constructies een evaluatie te maken van het trill<strong>in</strong>gsgedrag on<strong>de</strong>r mensgeïnduceer<strong>de</strong><br />
belast<strong>in</strong>gen. Naar aanleid<strong>in</strong>g van het trill<strong>in</strong>gsprobleem met <strong>de</strong> Millennium Bridge zijn<br />
verschillen<strong>de</strong> ontwerpgidsen verschenen waar<strong>in</strong> <strong>de</strong>rgelijke beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsprocedures beschreven wor<strong>de</strong>n.<br />
In <strong>de</strong>ze gidsen wordt een vereenvoudig<strong>de</strong> equivalente belast<strong>in</strong>g per eigenmo<strong>de</strong> gespecifieerd als<br />
bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> complexe belast<strong>in</strong>g, teweeggebracht door voetgangersstromen, op basis waarvan <strong>de</strong><br />
maximale versnell<strong>in</strong>g kan berekend wor<strong>de</strong>n. Deze voorspel<strong>de</strong> trill<strong>in</strong>gsniveaus kunnen dan getoetst wor<strong>de</strong>n<br />
om <strong>de</strong> comfortklasse te bepalen. Het doel van dit e<strong>in</strong>dwerk is dan ook <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re ontwikkel<strong>in</strong>g van een<br />
complex mo<strong>de</strong>l voor <strong>de</strong> simulatie van wan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> personen op voetgangersbruggen. Het is noodzakelijk<br />
om te beschikken over een volledig complex mo<strong>de</strong>l dat dient ter controle voor <strong>de</strong> vereenvoudig<strong>de</strong><br />
bereken<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontwerpgidsen. Hierbij kan nagegaan wor<strong>de</strong>n of <strong>de</strong> equivalente belast<strong>in</strong>g realistische<br />
resultaten geeft. In <strong>de</strong> huidige versie van het simulatiemo<strong>de</strong>l wordt <strong>de</strong> verticale belast<strong>in</strong>g van een<br />
wan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> persoon gemo<strong>de</strong>lleerd als een reeks van stappen. Dit simulatiemo<strong>de</strong>l is <strong>in</strong> staat om een<br />
groep wan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> personen op een voetgangersbrug te simuleren met verschillend<br />
voetgangersdichthe<strong>de</strong>n.<br />
STEYAERT JARNO<br />
ONTWERP VAN EEN SOFTWAREMODULE VOOR HET BEREKENEN VAN DE VOORSPANWAPENING VAN<br />
LIGGERS IN BETON<br />
Deze thesis is een ver<strong>de</strong>rzett<strong>in</strong>g van het ontwikkelen van een softwaremodule voor het berekenen van<br />
een ligger <strong>in</strong> voorgespannen beton. De doelstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze thesis is het softwarematig controleren van<br />
<strong>de</strong> dwarskracht <strong>in</strong> uiterste grenstoestand. In het eerste <strong>de</strong>el wordt een uiteenzett<strong>in</strong>g<br />
gegeven van <strong>de</strong> theoretische achtergrond. Het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el geeft een oplijst<strong>in</strong>g weer van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
aannames en veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen die gemaakt zijn bij het ontwikkelen van <strong>de</strong> software. In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el<br />
staat <strong>de</strong> opbouw en uitwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> software centraal. Het vier<strong>de</strong> en laatste <strong>de</strong>el geeft een uitgewerkte<br />
oefen<strong>in</strong>g, die zowel manueel als met <strong>de</strong> software uitgewerkt is. Uit dit laatste hoofdstuk kan besloten<br />
wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> opzet van <strong>de</strong>ze thesis zeker geslaagd is. Terwijl men <strong>de</strong>ze thesistekst doorneemt is het<br />
aan te ra<strong>de</strong>n <strong>de</strong> thesis over het elastisch ontwerp (Malfait & Staelens, 2010) bij <strong>de</strong> hand te nemen, dit<br />
omdat er tal van verwijzen wor<strong>de</strong>n gemaakt naar dat document.<br />
18.
THEUNYNCK NELE EN VAN DEN BRUAENE JEFFREY<br />
EVALUATIE VAN HET THERMISCH ZOMERCOMFORT EN PARAMETERANALYSE VAN<br />
BETONKERNACTIVERING IN LAAG ENERGIE KANTOORGEBOUW<br />
Het doel van <strong>de</strong>ze masterproef bestaat enerzijds uit <strong>de</strong> analyse van het b<strong>in</strong>nenklimaat <strong>in</strong> het<br />
kantoorgebouw van Infrax <strong>in</strong> Torhout en an<strong>de</strong>rzijds uit een parameteranalyse van het<br />
betonkernactiver<strong>in</strong>gssysteem. Hiervoor wor<strong>de</strong>n gegevens uit het gebouwbeheersysteem geanalyseerd.<br />
Het b<strong>in</strong>nenklimaat wordt door mid<strong>de</strong>l van 3 criteria on<strong>de</strong>rzocht: <strong>de</strong> relatieve luchtvochtigheid, <strong>de</strong><br />
b<strong>in</strong>nenluchtkwaliteit en het thermisch comfort.<br />
De prestaties van <strong>de</strong> betonkernactiver<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n bestu<strong>de</strong>erd door mid<strong>de</strong>l van dynamische<br />
gebouwsimulaties van een vereenvoudigd mo<strong>de</strong>l van één van <strong>de</strong> landschapskantoren. Het thermisch<br />
comfort en het energieverbruik voor koel<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n vergeleken. De volgen<strong>de</strong> systeemparameters wor<strong>de</strong>n<br />
hierbij gevarieerd: ophanghoogte, betondikte, pasafstand, buisdiameter, plafondafwerk<strong>in</strong>g, luchtholtes en<br />
isolatielaag. Deze analyse gebeurt bij gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> bezett<strong>in</strong>g en een warm klimaat.<br />
Het b<strong>in</strong>nenklimaat scoort goed op het vlak van relatieve luchtvochtigheid (96.25%) en b<strong>in</strong>nenluchtkwaliteit<br />
(92.6%). De 4 landschapskantoren halen een thermische comfortklasse A voor 65%, 73%, 83% en 90%<br />
van <strong>de</strong> tijd.<br />
Uit <strong>de</strong> parameteranalyse volgt dat een variatie van <strong>de</strong> ophanghoogte, <strong>de</strong> plafondafwerk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong><br />
luchtholtes zowel <strong>in</strong>vloed heeft op het thermisch comfort als op het verbruik. De variatie <strong>in</strong> pasafstand<br />
heeft enkel <strong>in</strong>vloed op het verbruik.<br />
VAN AVERMAET JEROEN EN VAN WEYENBERGE BART<br />
HET SCHEURGEDRAG VAN DOORGAAND GEWAPENDE BETONVERHARDINGEN MET TOEPASSING<br />
VAN STAALVEZELS<br />
Deze thesis is een ver<strong>de</strong>rzett<strong>in</strong>g van een vorig e<strong>in</strong>dwerk door ir. Feys, “Het scheurgedrag van doorgaand<br />
gewapen<strong>de</strong> betonverhard<strong>in</strong>gen”, waar<strong>in</strong> on<strong>de</strong>rzoek werd verricht naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloedsparameters op het<br />
scheurgedrag van wegen <strong>in</strong> doorgaand gewapend beton (DGB). De doelstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze thesis is<br />
twee<strong>de</strong>lig. Enerzijds zullen een aantal parameters voor het ontwerp van DGB ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzocht wor<strong>de</strong>n<br />
op hun mate van significantie op het scheurgedrag, an<strong>de</strong>rzijds zal <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van het toevoegen van<br />
staalvezels aan DGB theoretisch wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht. In het eerste <strong>de</strong>el wordt <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van DGB<br />
uitgelegd met <strong>de</strong> mogelijke scha<strong>de</strong>fenomenen en een case studie van <strong>de</strong> werken <strong>in</strong> Kruishoutem<br />
bestu<strong>de</strong>erd met specifiek on<strong>de</strong>rzoek naar het scheurgedrag bij verschillen<strong>de</strong> wapen<strong>in</strong>gspercentages. Het<br />
twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el omvat een simulatie <strong>in</strong> een Amerikaans programma M-E PDG (Mechanistic Empirical<br />
Pavement Design Gui<strong>de</strong>). Hier<strong>in</strong> wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> belangrijkste <strong>in</strong>vloedsparameters, eer<strong>de</strong>r bepaald <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
voorgaan<strong>de</strong> thesis, getest op hun significantie op het scheurgedrag van DGB. In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el staat <strong>de</strong><br />
toepass<strong>in</strong>g van staalvezels <strong>in</strong> DGB centraal. Hier<strong>in</strong> wordt theoretisch on<strong>de</strong>rzocht wat het effect zal zijn<br />
wanneer staalvezels aan DGB wor<strong>de</strong>n toegevoegd. Uit <strong>de</strong> resultaten van het eerste <strong>de</strong>el kan<br />
geconclu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n dat het wapen<strong>in</strong>gspercentage op korte termijn niet significant is tussen 0,75% en<br />
0,70%, dit is wel het geval tussen 0,70% en 0,65%. Uit het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el kan besloten wor<strong>de</strong>n dat het<br />
wapen<strong>in</strong>gspercentage, <strong>de</strong> maand van aanleg, <strong>de</strong> diameter van <strong>de</strong> wapen<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> diepte van het staal<br />
t.o.v. het oppervlak <strong>de</strong> belangrijkste <strong>in</strong>vloedsfactoren op het scheurgedrag van DGB zijn. Uit het laatste<br />
<strong>de</strong>el kan afgeleid wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> staalvezels <strong>de</strong> wegen <strong>in</strong> DGB zullen verduurzamen maar ook veel<br />
duur<strong>de</strong>r maken.<br />
19.
VAN CAUWENBERGHE ROLF<br />
ONTWERP EN BEREKENING STRUCTUUR VOOR GEVELSCHORING MET GROTE OVERSPANNING<br />
Deze thesis on<strong>de</strong>rzoekt een nieuwe schoorstructuur met een overspann<strong>in</strong>g van 15,00m. Het ontwerp en<br />
<strong>de</strong> veranker<strong>in</strong>g aan een gevel <strong>in</strong> metselwerk komen aan bod. De w<strong>in</strong>dbelast<strong>in</strong>g heeft <strong>de</strong> grootste <strong>in</strong>vloed<br />
op <strong>de</strong> dimensioner<strong>in</strong>g. Deze w<strong>in</strong>dbelast<strong>in</strong>g wordt berekend volgens <strong>de</strong> nieuwe euroco<strong>de</strong> en wordt<br />
vervolgens vergeleken met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Belgische w<strong>in</strong>dnorm. De ontworpen schoorstructuur is een 3-<br />
dimensionaal vakwerk. In een eerste fase wor<strong>de</strong>n manuele bereken<strong>in</strong>gen uitgevoerd op een i<strong>de</strong>aal<br />
vakwerk. In een twee<strong>de</strong> fase wordt een niet-i<strong>de</strong>aal vakwerk gesimuleerd <strong>in</strong> software. Hieruit blijkt dat <strong>de</strong><br />
ontstane momenten niet te verwaarlozen zijn en <strong>de</strong> structuur bezwijkt door een comb<strong>in</strong>atie van knik en<br />
kip. Het eigengewicht van <strong>de</strong> structuur is weliswaar te groot om hem praktisch uit te voeren. De<br />
veranker<strong>in</strong>g wordt door experimentele afschuifproeven getest. Hieruit volgt dat een trekker met 3<br />
draadstangen M16 en veranker<strong>in</strong>gsdiepte van slechts 150mm een vervorm<strong>in</strong>g kle<strong>in</strong>er dan 0,5mm<br />
oplevert.<br />
VANDAELE JONATHAN EN VAN DE WALLE KEVIN<br />
STUDIE VAN DE ROLBRUG AAN DE KATTENDIJKSLUIS TE ANTWERPEN<br />
Het doel van <strong>de</strong> masterproef is <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g van een rolbrug te bekijken. Er wordt gerekend volgens <strong>de</strong><br />
voorschriften van verschillen<strong>de</strong> euroco<strong>de</strong>s (EN1993-2: bruggen, EN1993-1-1: staal, EN1991-1-1:<br />
belast<strong>in</strong>gen,…). Specifiek is er dieper <strong>in</strong>gegaan op het bepalen van <strong>de</strong> kniklengte van <strong>de</strong> niet geschoor<strong>de</strong><br />
bovenregel van <strong>de</strong> hoofdligger. De metho<strong>de</strong>s uit <strong>de</strong> euroco<strong>de</strong>s wor<strong>de</strong>n ook vergeleken met<br />
ervar<strong>in</strong>gspr<strong>in</strong>cipes toegepast op een studiebureau en met vakliteratuur (“Berekenen van constructies”, D.<br />
Van<strong>de</strong>pitte). Deze bereken<strong>in</strong>gen gebeuren aan <strong>de</strong> hand van zowel een 2D als een 3D-computermo<strong>de</strong>l<br />
(Scia Eng<strong>in</strong>eer) en wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>dien nodig vergeleken met een manuele bereken<strong>in</strong>g.<br />
VANDEKERCKHOVE BORIS<br />
MULTI-STOREY WOODEN BUILDINGS IN EUROPE, A TECHNICAL SURVEY<br />
Deze thesis geeft een technisch overzicht van <strong>de</strong> huidige (markt) situatie van mid<strong>de</strong>lhoge houtskeletbouw<br />
gebouwen <strong>in</strong> Europa. Ook geeft het een overzicht van <strong>de</strong> belangrijkste elementen die <strong>de</strong>ze situatie<br />
beïnvloe<strong>de</strong>n. Deze zijn brandveiligheid, akoestiek, trill<strong>in</strong>gen en stabilisatie en ze zijn reeds het on<strong>de</strong>rwerp<br />
geweest van talloze studies. De thesis probeert een dui<strong>de</strong>lijk beeld te schetsen van <strong>de</strong> problemen die zich<br />
voordoen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze dome<strong>in</strong>en i.v.m. mid<strong>de</strong>lhoge skeletbouw alsook enkele oploss<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong>ze<br />
problemen aan <strong>de</strong> hand van enkele studies. De conclusie focust zich op enkele persoonlijke visies om het<br />
marktaan<strong>de</strong>el van mid<strong>de</strong>lhoge houtskeletbouw te vergroten, <strong>in</strong> heel Europa.<br />
20.
VANDENBERGHE MARIJN<br />
OPLOSSINGEN VOOR PROBLEMEN VAN ENERGIEARMOEDE BIJ KWETSBARE GROEPEN<br />
Mensen <strong>in</strong> kansarmoe<strong>de</strong> hebben vaak problemen met het betalen van <strong>de</strong> energiefacturen. Doordat een<br />
groot <strong>de</strong>el van het budget hieraan opgaat, blijven we<strong>in</strong>ig mid<strong>de</strong>len over om energiebesparen<strong>de</strong><br />
maatregelen aan <strong>de</strong> vaak energie-<strong>in</strong>efficiënte won<strong>in</strong>g uit te voeren, waardoor <strong>de</strong> bewoner <strong>in</strong> kwestie <strong>in</strong><br />
een vicieuze cirkel terecht komt. Deze masterproef probeert vanuit een bouwkundige <strong>in</strong>valshoek,<br />
doorspekt met sociaaleconomische aspecten een oploss<strong>in</strong>g voor dit probleem aan te reiken.<br />
De aangereikte metho<strong>de</strong> bestaat er<strong>in</strong> om bij acht casuswon<strong>in</strong>gen te Le<strong>de</strong>berg <strong>de</strong> bewoners op drie<br />
verschillen<strong>de</strong> vlakken van <strong>de</strong>ze problematiek af te helpen. Vooreerst wordt getracht om een wijzig<strong>in</strong>g op<br />
energetisch vlak van het gedrag van <strong>de</strong> bewoners te bekomen. Er wor<strong>de</strong>n vervolgens simulaties verricht<br />
om <strong>de</strong> impact van energiebesparen<strong>de</strong> maatregelen op <strong>de</strong>ze acht won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> kaart te brengen. Tenslotte<br />
wordt ook reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met het b<strong>in</strong>nenklimaat van <strong>de</strong>ze won<strong>in</strong>gen.<br />
Door een wijzig<strong>in</strong>g van het energiegedrag is het mogelijk om een jaarlijkse bespar<strong>in</strong>g tot 40% ten<br />
opzichte van een referentieperio<strong>de</strong> mogelijk te maken. Uit met<strong>in</strong>gen naar <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenlucht<br />
blijkt dat het al dan niet aanwezig zijn van enige vorm van ventilatie niet noodzakelijk <strong>de</strong> doorslaggeven<strong>de</strong><br />
factor is. Uit simulaties van energiebesparen<strong>de</strong> maatregelen bij <strong>de</strong> acht casus-won<strong>in</strong>gen wordt een<br />
flowchart afgeleid, die <strong>de</strong> aangewezen volgor<strong>de</strong> van <strong>de</strong> energiebesparen<strong>de</strong> maatregelen weergeeft.<br />
Deze bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen, ook al zijn er onnauwkeurighe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het resultaat, geven een beter beeld over <strong>de</strong><br />
problematiek van <strong>de</strong> energiearmoe<strong>de</strong> en kunnen een leidraad vormen bij <strong>de</strong> begeleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
doelgroep.<br />
VAN DEN MOOTER OLIVIER<br />
VERGELIJKENDE STUDIE VAN DE AANSPRAKELIJKHEID IN DE BOUW<br />
In <strong>de</strong>ze masterproef staat <strong>de</strong> aansprakelijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> bouw centraal. Er wordt een vergelijken<strong>de</strong> studie<br />
gemaakt tussen <strong>de</strong> aansprakelijkheid van <strong>de</strong> bouwactoren <strong>in</strong> België en Ne<strong>de</strong>rland.<br />
Het hoofddoel van <strong>de</strong>ze thesis is een leidraad te zijn voor België en Ne<strong>de</strong>rland, over aansprakelijkheid <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> bouw.<br />
Vooreerst wordt een overzicht gegeven van <strong>de</strong> bouworganisatievormen <strong>in</strong> België en Ne<strong>de</strong>rland, welke<br />
actoren betrokken wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> bouw, uit welke fases het bouwproces is opgebouwd en hoe het<br />
aansprakelijkheidsverloop naar gelang <strong>de</strong> gemaakte keuzes <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieffase wordt beïnvloed.<br />
Vervolgens wordt het verb<strong>in</strong>tenissenrecht voor bei<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld en geef ik een <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong><br />
contractuele aansprakelijkheid. Nadien bespreek ik ook het aansprakelijkheidsrecht en meer bepaald <strong>de</strong><br />
aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad.<br />
Tot slot bevat het voorlaatste <strong>de</strong>el een specifieke en ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> risico- en taakver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bouw<br />
spilfiguren. Ik beë<strong>in</strong>dig mijn masterproef met een besluit over enkele cultuurs-en<br />
aansprakelijkheidsverschillen tussen bei<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n.<br />
21.
VAN DOORNE NIELS EN VANHULLE NICK<br />
LUCHTDICHTHEID VAN ÉÉNCOMPONENT POLYURETHAANSCHUIM<br />
IN RAAM- EN DEURAANSLUITINGEN<br />
In dit on<strong>de</strong>rzoek wordt <strong>de</strong> luchtdichtheid van polyurethaanschuimen getest (Flexifoam, Soudafoam 1K,<br />
Soudafoam Low Expansion, Soudafoam SMX). Bijkomend on<strong>de</strong>rzoek han<strong>de</strong>lt over het schuimverbruik,<br />
percentage gasverlies, schuimanalyse en <strong>de</strong> aanhecht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze schuimen op alum<strong>in</strong>ium profielen,<br />
baksteen en mortel.<br />
De luchtdichtheid wordt bepaald door het meten <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rdruk. Hiervoor wordt een frame opgespannen<br />
tegen een luchtdichte opstell<strong>in</strong>g waarbij telkens verschillen<strong>de</strong> voegdimensies getest wor<strong>de</strong>n. Het<br />
schuimverbruik en percentage gasverlies wor<strong>de</strong>n bepaald door weg<strong>in</strong>gen en het schuim wordt visueel<br />
geanalyseerd. Tenslotte wordt <strong>de</strong> aanhecht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> schuimen bepaald met trekproeven.<br />
Uit <strong>de</strong> resultaten blijkt dat voorbevochtigen <strong>de</strong> luchtdichtheid, flexibiliteit en structuur positief beïnvloedt.<br />
Daarnaast presteren pistoolschuimen dui<strong>de</strong>lijk beter dan adaptorschuimen op vlak van luchtdichtheid en<br />
hoeveelheid schuimverbruik. Het Soudafoam SMX presteert slechtst maar is nog <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g. Bij <strong>de</strong><br />
aanhecht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> schuimen bezweken <strong>de</strong> meeste proefstukken cohesief, wat zeer positief is. Enkel <strong>de</strong><br />
aanhecht<strong>in</strong>g bij geanodiseerd alum<strong>in</strong>ium blijkt volledig adhesief te zijn.<br />
VAN ISEGHEM ANNABEL<br />
IMPLEMENTATIE VAN ETHERNET GEBASEERDE MONITORING VOOR GEBOUWEN<br />
Monitor<strong>in</strong>g houdt <strong>in</strong> dat <strong>de</strong> werkelijke prestaties van een gebouw en <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> gebouw – en<br />
<strong>in</strong>stallatietechnische componenten opgevolgd en geëvalueerd wor<strong>de</strong>n. Resultaten bekomen uit monitor<strong>in</strong>g<br />
kunnen <strong>de</strong> gebouwbeheer<strong>de</strong>r er toe aanzetten, <strong>in</strong>dien nodig, aanpass<strong>in</strong>gen uit te voeren.<br />
De klemtoon van het e<strong>in</strong>dwerk ligt op het beantwoor<strong>de</strong>n van enkele cruciale vragen over het<br />
monitor<strong>in</strong>gproces, door het uitvoeren van een literatuurstudie. Hoe en waarom meten we welke<br />
parameters? Wat zijn <strong>de</strong> mogelijke niveaus van monitor<strong>in</strong>g? Met welke doelstell<strong>in</strong>g wordt monitor<strong>in</strong>g<br />
toegepast? Hoe wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten geëvalueerd?<br />
Een twee<strong>de</strong> aspect van het e<strong>in</strong>dwerk is <strong>de</strong> implementatie van een Ethernet gebaseerd monitor<strong>in</strong>gsysteem.<br />
Hierbij wer<strong>de</strong>n een aantal parameters opgemeten, verwerkt en gevisualiseerd.<br />
Uit het e<strong>in</strong>dwerk kan besloten wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vormen van monitor<strong>in</strong>g, en <strong>de</strong> daarvoor<br />
gebruikte meetsystemen, <strong>in</strong>teressante en uitgebrei<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n bie<strong>de</strong>n voor uiteenlopen<strong>de</strong> situaties,<br />
doelstell<strong>in</strong>gen en gebruikers.<br />
22.
VAN LOOVEREN DRIES EN VERBEKE PIETER<br />
DYNAMISCH GEDRAG VAN VOETGANGERSBRUGGEN ONDER INVLOED VAN WANDELENDE<br />
PERSONEN: CASE STUDIE: DE LAMOTBRUG<br />
De trend om mo<strong>de</strong>rne voetgangersbruggen steeds slanker te ontwerpen, mogelijk gemaakt door <strong>de</strong><br />
toenemen<strong>de</strong> materiaalsterktes, maakt <strong>de</strong> constructies vatbaar<strong>de</strong>r voor mens-geïnduceer<strong>de</strong> trill<strong>in</strong>gen. Het<br />
doel van dit e<strong>in</strong>dwerk is een voorspell<strong>in</strong>g te doen van het trill<strong>in</strong>gsgedrag on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van mensgeïnduceer<strong>de</strong><br />
belast<strong>in</strong>gen, van <strong>de</strong> nieuwe voetgangersbrug, <strong>de</strong> ‘Van Beethovenbrug’, te Mechelen. Om <strong>de</strong><br />
dynamische eigenschappen van <strong>de</strong> brug <strong>in</strong> ontwerp-fase te bepalen wordt een e<strong>in</strong>dige elementen mo<strong>de</strong>l<br />
(EE-mo<strong>de</strong>l) opgesteld.<br />
Op basis van trill<strong>in</strong>gsmet<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> modale parameters van <strong>de</strong> structuur <strong>in</strong> situ bepaald. Deze<br />
resultaten dienen als baisis bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van het EE-mo<strong>de</strong>l. Eens sensitiviteitsanalyse duidt (on<strong>de</strong>r<br />
meer) op het belang van een goe<strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> stijfheid van een neopreen oplegg<strong>in</strong>gen.<br />
Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> bereken<strong>de</strong> modale parameters uit het EE-mo<strong>de</strong>l en door toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
ontwerpgidsen Setra en HiVoSS wordt een beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g gemaakt van het dynamisch gedrag van <strong>de</strong> brug<br />
on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> voetgangersbelast<strong>in</strong>g.<br />
Uit <strong>de</strong> resulaten blijkt dat reeds bij kle<strong>in</strong>e voetgangersdichthe<strong>de</strong>n een m<strong>in</strong>imaal comfortniveau wordt<br />
verwacht. Bij hogere dichthe<strong>de</strong>n ( >1 persoon/m²) vertaalt dit zich <strong>in</strong> onaanvaardbare trill<strong>in</strong>gsniveaus. Als<br />
oploss<strong>in</strong>g voor dit verwachte trill<strong>in</strong>gsprobleem wordt een ontwerp van een Tuned Mass Damper (TMD)<br />
voorgesteld, <strong>de</strong>welke het comfort van <strong>de</strong> voetganger tot op een aanvaardbaar peil moet brengen.<br />
VAN VLIERBERGHE KEVIN EN VERTROOST JULIE<br />
EVALUATIE VAN DE ENERGIEPRESTATIE EN COMFORT IN PASSIEVE SCHOOLGEBOUWEN<br />
De laatste jaren v<strong>in</strong>dt het passiefhuisconcept toegepast <strong>in</strong> schoolgebouwen meer en meer aanhang. In<br />
het ‘Decreet betreffen<strong>de</strong> Energieprestatie <strong>in</strong> Scholen’ d.d. 07/12/2007 wor<strong>de</strong>n bouwfysische criteria<br />
opgelegd waaraan een passiefschool moet voldoen. Deze criteria lijken sterk op <strong>de</strong>ze voor passieve<br />
resi<strong>de</strong>ntiële gebouwen. Er wordt on<strong>de</strong>rzocht of <strong>de</strong>ze criteria a<strong>de</strong>quaat zijn voor schoolgebouwen. In een<br />
school is het uiterst belangrijk dat er een gezon<strong>de</strong> en comfortabele leef- en werkomgev<strong>in</strong>g heerst voor <strong>de</strong><br />
gezondheid, concentratie en comfort van leerl<strong>in</strong>gen en leerkrachten. Door het passiefhuisconcept op<br />
schoolgebouwen toe te passen, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze factoren positief beïnvloed. In <strong>de</strong>ze masterproef wordt<br />
on<strong>de</strong>rzoek verricht naar <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g en werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> balansventilatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> passiefschool IPFC te<br />
Nijvel. Deze school on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong>dt comfort problemen die aan bod komen <strong>in</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek. Hiervoor wor<strong>de</strong>n<br />
met<strong>in</strong>gen uitgevoerd van <strong>de</strong> (operatieve) b<strong>in</strong>nentemperatuur, <strong>de</strong> relatieve vochtigheid en het CO2-gehalte.<br />
Zowel w<strong>in</strong>ter- als lentecomfort wor<strong>de</strong>n geëvalueerd. Aan <strong>de</strong> hand van een simulatiemo<strong>de</strong>l, <strong>in</strong> het<br />
dynamisch simulatieprogramma TRNSYS, wor<strong>de</strong>n oploss<strong>in</strong>gen voorgesteld. Uit <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong><br />
met<strong>in</strong>gen kan geconclu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n dat tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter het ventilatiesysteem ontoereikend is bij<br />
buitentemperaturen on<strong>de</strong>r het vriespunt. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lente wor<strong>de</strong>n goe<strong>de</strong> resultaten behaald. Met behulp<br />
van TRNSYS werd ter verbeter<strong>in</strong>g van het w<strong>in</strong>tercomfort een verhog<strong>in</strong>g van het vermogen en een betere<br />
regel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> naverwarm<strong>in</strong>gsbatterij voorgesteld.<br />
23.
VOET JEROEN<br />
DUURZAAM ONTWERP VAN EEN SCHOOL IN INDIA (SULURPET - ANDRA PRADESH)<br />
Deze thesis heeft als doel om na te gaan hoe een optimaal b<strong>in</strong>nenklimaat kan wor<strong>de</strong>n bereikt <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
klaslokalen van een nieuw te bouwen mid<strong>de</strong>lbare school <strong>in</strong> Sullurpet, gelegen <strong>in</strong> zuidoost India. De bouw<br />
van <strong>de</strong> school is een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het hulp- en ontwikkel<strong>in</strong>gsproject ‘Baladharshan’. Hierbij staat <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>tegratie van duurzame aspecten centraal en wordt ernaar gestreefd om zo veel mogelijk gebruik te<br />
maken van passieve koel<strong>in</strong>g.<br />
De thesis bestaat uit twee grote <strong>de</strong>len: een literatuurstudie en een praktische uitwerk<strong>in</strong>g met behulp van<br />
<strong>de</strong> simulatiesoftware DesignBuil<strong>de</strong>r & EnergyPlus. De literaire studie han<strong>de</strong>lt eerst en vooral over<br />
comfortbepal<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> natuurlijk geventileer<strong>de</strong> gebouwen <strong>in</strong> warme vochtige klimaten. Vervolgens wordt<br />
bekeken hoe gebouwen <strong>in</strong> dit specifieke klimaat vandaag wor<strong>de</strong>n ontworpen. Als laatste wordt een<br />
besprek<strong>in</strong>g gemaakt van <strong>de</strong> meest gebruikte passieve koel<strong>in</strong>gstechnieken. Na een vergelijk<strong>in</strong>g wordt<br />
bekeken welke technieken bruikbaar zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> simulaties.<br />
Er wordt vervolgens gesimuleerd volgens het bestaan<strong>de</strong> ontwerp en <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> alternatieve<br />
ontwerpen. Zo wordt bijvoorbeeld <strong>de</strong> opbouw van <strong>de</strong> buitenwan<strong>de</strong>n en het dak gewijzigd, wor<strong>de</strong>n er<br />
ventilatieroosters voorzien, wordt het effect van gevelbegroei<strong>in</strong>g bekeken, enz. Met <strong>de</strong> alternatieven die<br />
het beste resultaat opleveren wordt een e<strong>in</strong>dsimulatie gemaakt waarbij het comfortpeil vergeleken wordt<br />
met <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>toestand. Dat comfortpeil wordt enerzijds uitgezet <strong>in</strong> temperatuursgrafieken met daarop <strong>de</strong><br />
grenzen van het adaptieve mo<strong>de</strong>l uit <strong>de</strong> ASHRAE Standard 55-2004 bepaald volgens on<strong>de</strong>rzoek van De<br />
Dear & Brager (2002) en an<strong>de</strong>rzijds geëvalueerd via psychometrische diagrammen gebaseerd op het<br />
studiewerk van Givoni B. (1992). Uit <strong>de</strong> simulaties is gebleken dat <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van gevelbegroei<strong>in</strong>g met<br />
een beschaduw<strong>in</strong>g van het dakoppervlak het beste resultaat oplevert. Over een volledig jaar kan, als<br />
gevolg van <strong>de</strong>ze comb<strong>in</strong>atie, een temperatuursdal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> klaslokalen wor<strong>de</strong>n verwacht van gemid<strong>de</strong>ld<br />
1,7 °C, met een maximale dal<strong>in</strong>g van 2,5 °C. De perio<strong>de</strong> waarbij er een groot discomfort zal te verwachten<br />
zijn, zal hiermee dalen van zeven maan<strong>de</strong>n naar twee maan<strong>de</strong>n, namelijk juni en juli. Toch zal slechts <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> w<strong>in</strong>termaan<strong>de</strong>n een neutraal comfort wor<strong>de</strong>n bereikt en vormt <strong>de</strong> hoge relatieve vochtigheid, samen<br />
met hoge temperaturen <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer nog altijd voor een groot discomfort.<br />
De resultaten zijn on<strong>de</strong>r voorbehoud omdat er, wegens te we<strong>in</strong>ig diepgaan<strong>de</strong> kennis van het<br />
softwarepakket, een aantal vereenvoudig<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n gedaan. Deze thesis geeft een eerste bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />
over <strong>de</strong> wijze waarop het b<strong>in</strong>nencomfort <strong>in</strong> warme vochtige klimaten kan wor<strong>de</strong>n verbeterd zon<strong>de</strong>r het<br />
gebruik van actieve koel<strong>in</strong>g.<br />
WYNANTS JONAS<br />
IN HET PROJECT AMORAS: BEREKENING VAN EEN STALEN BRUG OVER EEN SPOORWEG<br />
TER PLAATSE VAN DE LILLOBRUG, TER ONDERSTEUNING VAN<br />
BAGGERLEIDINGEN (INCL. PAALFUNDERING)<br />
De doelstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze masterproef is het nacalculeren en vergelijken van 2 stalen brugtypes ter<br />
on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van baggerleid<strong>in</strong>gen. Deze vergelijk<strong>in</strong>g slaat op kostprijs en efficiëntie van het staalgebruik.<br />
De bereken<strong>in</strong>g gebeurt volgens <strong>de</strong> Euroco<strong>de</strong> en met behulp van SCIA, waarbij <strong>de</strong> keuze wordt gemaakt<br />
om <strong>de</strong> structuren <strong>in</strong> 2D uit te rekenen.<br />
Uit <strong>de</strong> resultaten kunnen we aflei<strong>de</strong>n dat afhankelijk van <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>g het ene type <strong>de</strong> voorkeur geniet<br />
boven het an<strong>de</strong>re naar efficiënt gebruik van het staal. Hierbij is geen reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> knopen<br />
waarvan <strong>de</strong> prijs ook hoog kan oplopen.<br />
24.
<strong>Master</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële <strong>wetenschappen</strong>: <strong>Landmeten</strong><br />
25.
KENNES SEBASTIAAN EN VANDECASTEELE GERTJAN<br />
VERGELIJKENDE STUDIE VAN HET KADASTER IN BELGIË, NEDERLAND EN FRANKRIJK<br />
Het kadaster bestaat <strong>in</strong> alle lan<strong>de</strong>n maar kan sterk van vorm verschillen. Dit e<strong>in</strong>dwerk gaat op zoek naar<br />
<strong>de</strong> gelijkenissen en verschillen <strong>in</strong> evolutie van kadasters met eenzelf<strong>de</strong> ontstaansgeschie<strong>de</strong>nis: België,<br />
Ne<strong>de</strong>rland en Frankrijk. Deze evolutie wordt besproken vanaf het ontstaan tot het kadaster <strong>in</strong> zijn<br />
he<strong>de</strong>ndaagse vorm. Vertrekken<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke kadasters wordt <strong>de</strong> huidige<br />
werk<strong>in</strong>g besproken en on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vergeleken.<br />
De huidige werk<strong>in</strong>g wordt groten<strong>de</strong>els gekenmerkt door <strong>de</strong> digitaliser<strong>in</strong>g. De voltooi<strong>de</strong> digitaliser<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
Frankrijk wordt besproken, en dient als streefbeeld voor <strong>de</strong> op til zijn<strong>de</strong> digitaliser<strong>in</strong>g <strong>in</strong> België en<br />
Ne<strong>de</strong>rland. De grote metamorfose <strong>in</strong> het laatste <strong>de</strong>cennium kan op termijn resulteren <strong>in</strong> een volledig<br />
an<strong>de</strong>re werk<strong>in</strong>g of <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van het kadaster.<br />
LANOOTE RENAAT<br />
VERKENNEND ONDERZOEK NAAR PROEFOPSTELLINGEN OM GPS-ONTVANGERS TE VERGELIJKEN<br />
Deze masterproef vertrekt van <strong>de</strong> vaststell<strong>in</strong>g dat het uitvoeren van GPS-met<strong>in</strong>gen met toestellen van<br />
verschillen<strong>de</strong> fabrikanten niet altijd even vlot en betrouwbaar verloopt.<br />
Doelstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> masterproef is te komen tot een beter begrip van <strong>de</strong> oorzaken waarom verschillen<strong>de</strong><br />
merken van GPS-toestellen zich an<strong>de</strong>rs gedragen <strong>in</strong> i<strong>de</strong>ntieke omstandighe<strong>de</strong>n.<br />
Om dit fenomeen te kunnen begrijpen wordt <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van een GPS-toestel en vooral <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne<br />
processen voor signaalverwerk<strong>in</strong>g en dataverwerk<strong>in</strong>g en filter<strong>in</strong>g bestu<strong>de</strong>erd vanuit een literatuurstudie.<br />
Vanuit een beter begrip van <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>terne processen wor<strong>de</strong>n dan een aantal proeven bedacht om het<br />
verschil <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g tussen GPS-toestellen te kunnen opsporen. Om dit te realiseren wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
foutenbronnen overlopen die bij verschillen<strong>de</strong> GPS-toestellen, verschillend kunnen wor<strong>de</strong>n aangepakt.<br />
Het doel is om <strong>de</strong> belangrijkste parameters van <strong>de</strong>ze aanpak <strong>in</strong> <strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> proeven te<br />
verwerken.<br />
Een aantal proeven wor<strong>de</strong>n uitgevoerd en <strong>de</strong> resultaten wor<strong>de</strong>n geïnterpreteerd.<br />
Een voorlopig besluit is <strong>de</strong> vaststell<strong>in</strong>g dat niet alle <strong>in</strong>terne processen een even belangrijke <strong>in</strong>vloed hebben<br />
op <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke meetwaar<strong>de</strong> en op het meetproces. Vooral het omgaan met signaalverstor<strong>in</strong>g en<br />
multipath zorgt bij ontvangers van verschillen<strong>de</strong> merken voor verschillen.<br />
LOBELLE ROBIN<br />
RENOVATIE DOORTOCHT WESTKERKE<br />
Een van <strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>Master</strong> landmeten is wegontwerp. Stu<strong>de</strong>nten dienen <strong>in</strong> groep<br />
een collectieve studie, ontwerp en evaluatie te maken. Als projectgebied wordt al jaren <strong>de</strong><br />
Hun<strong>de</strong>lgemsesteenweg gebruikt. Daar een veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wenselijk is werd b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze e<strong>in</strong>dverhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />
on<strong>de</strong>rzocht of het project betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> renovatie van <strong>de</strong> doortocht te Westkerke (Ou<strong>de</strong>nburg – West-<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren) een goed alternatief vormt. Hiervoor werd <strong>de</strong> doortocht opnieuw ontworpen en twee<br />
<strong>in</strong>teressante trajecten wer<strong>de</strong>n geselecteerd. Het eerste omwille van een smalle breedte en een dui<strong>de</strong>lijke<br />
centrumfunctie, het an<strong>de</strong>r omwille van <strong>de</strong> overgang van buiten <strong>de</strong> bebouw<strong>de</strong> kom naar b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong><br />
bebouw<strong>de</strong> kom. Ook <strong>de</strong> achtergrond van het project werd bestu<strong>de</strong>erd en voorbereid met het oog op<br />
educatieve doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n.<br />
26.
MILANTS BERT<br />
ONDERZOEK NAAR HET VERBETEREN VAN REGISTRATIE BIJ TERRESTRIËLE 3D-LASERSCANNERS<br />
DOOR MIDDEL VAN GEWICHTSFORMULES<br />
Terrestriële laserscanners zijn meettoestellen die door het uitzen<strong>de</strong>n van lichtstralen met<strong>in</strong>gen uitvoeren.<br />
Het resultaat van een <strong>de</strong>rgelijke met<strong>in</strong>gen is een 3D puntenwolken die al snel uit enkele miljoenen punten<br />
bestaat. Omdat laserscanners ‘l<strong>in</strong>e of sight’ meettoestellen zijn kunnen ze enkel meten wat ze ‘zien’. Dit<br />
betekent dat <strong>de</strong> scanner op verschillen<strong>de</strong> punten moet opgesteld wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>dien men een volledig object<br />
wilt opmeten. Hier zit men dan met verschillen<strong>de</strong> puntenwolken die los van elkaar staan. Om <strong>de</strong>ze samen<br />
te brengen moet men <strong>de</strong> puntenwolken registreren. Het is belangrijk dat dit nauwkeurig gedaan wordt daar<br />
<strong>de</strong>ze stap het volledige project beïnvloedt. Cyclone – <strong>de</strong> verwerk<strong>in</strong>gssoftware van Leica – geeft <strong>de</strong><br />
mogelijkheid om bij registratie gewichten toe te kennen aan constra<strong>in</strong>ts. Deze studie bestu<strong>de</strong>ert of dit<br />
toekennen van gewichten ook wel <strong>de</strong>gelijk <strong>de</strong> nauwkeurigheid van <strong>de</strong> registratie verbetert. Hiervoor<br />
wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een eerste fase gewichtsformules opgesteld voor enkele <strong>in</strong>vloedshebben<strong>de</strong> factoren zoals <strong>de</strong><br />
afstand tussen target en scanner en <strong>de</strong> geometrische spreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> targets. De theorie werd <strong>in</strong> een<br />
twee<strong>de</strong> fase getest door <strong>de</strong> bekomen formules toe te passen op een reële case. Uit een eerste analyse<br />
blijkt dat <strong>de</strong> totale nauwkeurigheid wel <strong>de</strong>gelijk te verbeteren is.<br />
SCHOLLIER PIETER EN VAN LANDSCHOOT WANNES<br />
ANALYSE VAN DEFORMATIEMETINGEN MET NIVEL-HELLINGSSENSOREN<br />
In <strong>de</strong>ze masterproef werd <strong>de</strong> problematiek van <strong>de</strong>formatieanalyse verkend op basis van een concrete<br />
case-study.<br />
Deformatiemet<strong>in</strong>gen kunnen op velerlei manieren uitgevoerd wor<strong>de</strong>n. In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze masterproef<br />
werd on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar <strong>de</strong> gebruiksmogelijkhe<strong>de</strong>n en verwerk<strong>in</strong>g van met<strong>in</strong>gen via “nivels”.<br />
Doorheen <strong>de</strong> masterproef wer<strong>de</strong>n meetdata van het Josaphat tunnelproject geanalyseerd. Uit <strong>de</strong> massa<br />
onoverzichtelijke gegevens die <strong>de</strong> 15 aanwezige nivels lever<strong>de</strong>n geduren<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n, werd<br />
getracht trends, ruis en externe <strong>in</strong>vloedsfactoren te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eigenlijke <strong>de</strong>formaties.<br />
Doelstell<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> verwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hell<strong>in</strong>gsmet<strong>in</strong>gen was het omzetten naar zett<strong>in</strong>gen en uitwijk<strong>in</strong>gen<br />
met als controle <strong>de</strong> gemeten uitwijk<strong>in</strong>gen van een reeks prisma’s opgemeten met behulp van een<br />
totaalstation. Hiertoe werd een mo<strong>de</strong>l opgesteld om een verband te leggen tussen hell<strong>in</strong>gen en<br />
uitwijk<strong>in</strong>gen. De verwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze met<strong>in</strong>gen aan <strong>de</strong> hand van dit mo<strong>de</strong>l levert leesbare zett<strong>in</strong>gen op.<br />
Het mo<strong>de</strong>l werd uitgetest <strong>in</strong> het labo op een proefopstell<strong>in</strong>g.<br />
Tenslotte werd op basis van stabiliteitsbereken<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> verwachte vervorm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> tunnelwan<strong>de</strong>n<br />
berekend en wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bereken<strong>de</strong> uitwijk<strong>in</strong>gen hieraan getoetst.<br />
Door <strong>de</strong>ze masterproef werd meer <strong>in</strong>zicht verkregen <strong>in</strong> <strong>de</strong> opzet van een <strong>de</strong>formatiemet<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> nodige<br />
randvoorwaar<strong>de</strong>n en <strong>in</strong> <strong>de</strong> problematiek van <strong>in</strong>terpretatie en analyse.<br />
De toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een bouwkundige achtergrond bij het opzetten van een <strong>de</strong>formatiemet<strong>in</strong>g<br />
staat voor ons buiten kijf.<br />
27.
VANEECKHOUT BRAM<br />
GPS-NETWERKEN EN PRECIEZE AFSTANDSMETING<br />
Afstandsmet<strong>in</strong>gen vormen een belangrijk aspect van <strong>de</strong> huidige landmeetkundige toepass<strong>in</strong>gen.<br />
Elektromagnetische afstandsmeters (EDM) wor<strong>de</strong>n hiervoor traditioneel het meest gebruikt. Door <strong>de</strong> grote<br />
evolutie <strong>in</strong> <strong>de</strong> haalbare nauwkeurigheid van <strong>de</strong> satellietplaatsbepal<strong>in</strong>g beschikken landmeters over een<br />
twee<strong>de</strong> gebruiksvrien<strong>de</strong>lijke metho<strong>de</strong> om betrouwbare en precieze afstandsmet<strong>in</strong>gen uit te voeren.<br />
Statische GPS-basislijnen wor<strong>de</strong>n geacht tot 2 à 3mm nauwkeurig te zijn. In dit e<strong>in</strong>dwerk wordt <strong>de</strong>ze<br />
nauwkeurigheid on<strong>de</strong>rzocht door <strong>de</strong> mogelijkheid na te gaan om met behulp van GPS-met<strong>in</strong>gen<br />
elektromagnetische afstandsmet<strong>in</strong>gen te controleren. In pr<strong>in</strong>cipe is dit compleet z<strong>in</strong>loos aangezien <strong>de</strong><br />
traceerbaarheid van EDM-kalibratie veel beter realiseerbaar is dan dit voor GPS-systemen het geval is.<br />
Toch wordt bij wijze van wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek, enerzijds via een literatuurstudie en an<strong>de</strong>rzijds door<br />
met<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong>, een pog<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rnomen om een nauwkeurige ijkbasis op te zetten via vereffen<strong>in</strong>g<br />
van voldoen<strong>de</strong> overtallige GPS-basislijnen. De meetbasis moet toelaten om elektronische afstandsmeters<br />
te controleren op schaalfouten en nulpuntfouten. Op basis van het on<strong>de</strong>rzoek wordt een meetprotocol<br />
voorgesteld dat het best mogelijke resultaat moet garan<strong>de</strong>ren. Het meetprotocol wordt tenslotte<br />
geanalyseerd aan <strong>de</strong> hand van een testmet<strong>in</strong>g.<br />
VERSCHUERE HANNES<br />
FOTOGRAMMETRIE: 3D MODEL BIJ ANDERE LICHTOMSTANDIGHEDEN EN VERGELIJKENDE STUDIE<br />
VAN CAMERA KALIBRATIE<br />
De camera kalibraties van <strong>de</strong> softwarepakketten PhotoMo<strong>de</strong>ler, iWitness en Image<strong>Master</strong> wor<strong>de</strong>n<br />
uitgevoerd en vergeleken met elkaar. Alsme<strong>de</strong> wordt <strong>de</strong> nauwkeurigheid van een 3D mo<strong>de</strong>l met an<strong>de</strong>re<br />
lichtomstandighe<strong>de</strong>n vergeleken met elkaar en met een referentiemet<strong>in</strong>g. In een labo wordt het licht<br />
stelselmatig gedimd. De nauwkeurigheid van <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>aten van <strong>de</strong> targets wordt bepaald. De camera<br />
kalibraties van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> pakketten wor<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> camera’s en met an<strong>de</strong>re<br />
brandpuntsafstan<strong>de</strong>n uitgevoerd. Het gebruiksgemak, <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> bekomen<br />
parameters wor<strong>de</strong>n vergeleken met elkaar. Qua totaalpakket komt PhotoMo<strong>de</strong>ler het best voor <strong>de</strong> dag.<br />
iWitness heeft meer mogelijkhe<strong>de</strong>n dan Image<strong>Master</strong>. Terwijl <strong>de</strong> kalibratie van die laatste makkelijker<br />
uitvoerbaar is dan iWitness. De coörd<strong>in</strong>aten van het 3D mo<strong>de</strong>l bij <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n met het meeste licht<br />
en met het m<strong>in</strong>ste licht hebben <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> nauwkeurigheid. Dit is te danken aan <strong>de</strong> lange sluitertijd van het<br />
fototoestel, dat op die manier veel licht kan b<strong>in</strong>nenlaten.<br />
28.