Deelrapport trendanalyse domein Wonen - Nationaal Archief
Deelrapport trendanalyse domein Wonen - Nationaal Archief
Deelrapport trendanalyse domein Wonen - Nationaal Archief
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Concept Rapport Domein (Zorg voor) <strong>Wonen</strong> – februari 2011<br />
"<br />
�� Verzakelijking<br />
Toename van de kosten van wonen voor kopers en huurders<br />
�� Trend: Toenemende differentiatie van het soort woningen en woonvormen als gevolg<br />
van veranderende woonbehoeften<br />
�� Trend: Veranderingen in de woonlocatiekeuze<br />
�� Trend: Verschuiving van de overheidssubsidiëring van bouwen naar huren en kopen<br />
�� Trend: Toenemende aandacht voor stadsvernieuwing / stedelijke vernieuwing<br />
�� Trend: Veranderingen in het aansturen en bewaken van de kwaliteit van woningen<br />
en woningbouw: van centrale sturing naar marktsturing<br />
�� Hotspot: Parlementaire Enquête Bouwsubsidies (1986A1988)<br />
1976 – na 2005<br />
& '<br />
De kosten van het wonen zijn sinds in de beschreven periode sterk gestegen. Er zijn<br />
geen coherente cijferreeksen beschikbaar voor de hele periode, maar een indicatie is wel<br />
te geven. Het aandeel woonuitgaven in de consumptie van gezinshuishoudens steeg van<br />
15,1% in 1979 tot 19,9% in 1986, waarna het afnam tot 18,6% in 1989. De totale<br />
woonquote (de totale woonuitgaven inclusief lokale lasten en uitgaven aan<br />
nutsbedrijven) als percentage van het netto huishoudinkomen, steeg voor huurders en<br />
kopers van respectievelijk 28,3% en 20,5% in 1990 tot 33,7% en 25,5% in 2000. [CBS]<br />
In 2007 bedroeg de woonlastenquote (het aandeel van de woonlasten in relatie tot het<br />
besteedbaar inkomen) voor kopers 30,9% en voor huurders 38,7%. De woonlasten in<br />
Nederland waren daarmee het hoogste van de hele Europese Unie. [Cüsters, 2010: 236]<br />
Voor huurders is de kostenstijging mede te danken aan de jaarlijkse huurverhoging, die<br />
tot 2001 elk jaar enkele tienden van procenten tot enkele procenten boven de inflatie<br />
lag. Daarnaast kreeg een deel van de woningen te maken met een extra huurverhoging.<br />
Deze was een gevolg van huurharmonisatie, waarmee de overheid beoogde een betere<br />
verhouding aan te brengen tussen de kwaliteit en de huur van een woning. [CBS; SCP,<br />
1998: 535]<br />
Met uitzondering van de eerste helft van de jaren tachtig, toen de huizenprijzen daalden,<br />
stegen de prijzen van koopwoningen. Vooral in tweede helft van de jaren zeventig en in<br />
de jaren negentig was er sprake van een hausse op de huizenmarkt. Een koopwoning<br />
kwam binnen het bereik van steeds meer huishoudens doordat het beschikbare budget<br />
steeg. Hieraan lag niet alleen een stijgende welvaart ten grondslag, maar vooral een<br />
daling van de hypotheekrente en (vanaf de jaren negentig) nieuwe hypotheekvormen en<br />
het feit dat ook een tweede inkomen volwaardig ging meetellen bij het berekenen van de<br />
maximale hypotheek. Als gevolg hiervan stegen de huizenprijzen explosief. Tussen 1985<br />
en 2004 nam het gemiddelde prijsniveau van koopwoningen met maar liefst 254% toe.<br />
Tussen 1996 en 2000 bedroeg deze stijging jaarlijks zelfs 12%. [Rabobank, 2005].<br />
De sterk gestegen energiekosten vormden een steeds groter aandeel van de woonlasten.<br />
Daarnaast werden zowel huurders als kopers geconfronteerd met hogere lokaleA en<br />
waterschapsbelastingen, die niet alleen gebaseerd waren op de (veelal sterk gestegen)<br />
WOZAwaarde van de woning, maar waarvan bovendien de tarieven flink werden<br />
verhoogd. [Interviews Maas en Wilke]<br />
18