Deelrapport trendanalyse domein Wonen - Nationaal Archief
Deelrapport trendanalyse domein Wonen - Nationaal Archief Deelrapport trendanalyse domein Wonen - Nationaal Archief
Concept Rapport Domein (Zorg voor) Wonen – februari 2011 �� Brandsen, Taco, 'Volkshuisvesting: tegen de vlakte', in: W.A. Trommel en R.J. van der Veen (ed.), De herverdeelde samenleving. De ontwikkeling en herziening van de Nederlandse verzorgingsstaat (Amsterdam 1999) 163A184. �� Cammen, Hans van der, Ruimelijke ordening: van grachtengordel tot Vinex'wijk (3 e druk, Houten 2008). �� Centraal Bureau voor de Statistiek, 'Kerncijfers', http://www.cbs.nl/nlA NL/menu/cijfers/kerncijfers/default.htm. �� Ekkers, Paul, Van volkshuisvesting naar woonbeleid (Den Haag 2006). �� Interview met Erik Wilke, d.d. 16 november 2010. �� Klerk, M.M.Y. de (red.), Zorg en wonen voor kwetsbare ouderen. Rapportage ouderen 2004 (Den Haag 2004). �� Kullberg, Jeanet, en Michiel Ras, Met zorg gekozen? Woonvoorkeuren en woningmarktgedrag van ouderen en mensen met lichamelijke beperkingen (Den Haag 2004). �� Laagland’advies, Contrasten in de Kamermarkt. Een Quickscan naar studentenhuisvesting in twintig studentensteden (Den Haag 2010). �� Lente, D. van en J.W. Schot, ‘Techniek als politie: ingenieurs en de vormgeving van de Nederlandse samenleving’ in J.W. Schot (red.) Techniek in Nederland in de twintigste eeuw, VI: Stad , bouw, industriële productie (Eindhoven 1998A2003), 197– 231. �� Mensen, wensen, wonen. Wonen in de 21 e eeuw (beleidsnota Ministerie van VROM, Den Haag 2000). �� Montijn, Ileen, Naar buiten! Het verlangen naar landelijkheid in de negentiende en twintigste eeuw (Amsterdam, 2002) �� Rabobank, Studentenwoningmarkt. Een verkennend onderzoek (z.p. 2006), http://lsvb.nl/upload/Analyse%20studentenhuisvestingsmarkt%20Rabobank%20200 6A10.pdf. �� Sociaal en Cultureel Planbureau, Sociaal en cultureel rapport 1998. 25 jaar sociale verandering (Den Haag 1998). �� Sociaal en Cultureel Planbureau, De sociale staat van Nederland 2003 (Den Haag 2003). �� Sociaal en Cultureel Planbureau, De sociale staat van Nederland 2005 (Den Haag 2005). �� Steenbekkers, Anja, Carola Simon en Vic Veldheer (red.), Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken (Den Haag 2006). �� Stevens, H., Hergebruik van oude gebouwen (Zutphen 1986). �� Stichting DUWO, Vijf jaar Adviesraad Studentenhuisvesting (Delft 2010). �� Vreeze, Noud de, Woningbouw, inspiratie & ambities. Kwalitatieve grondslagen van de sociale woningbouw in Nederland (Almere 1993). �� 'Wilde Wonen Net A Achtergrond', http://www.architectenwerk.nl/wiwo/index/achtergrond.htm. �� http//:www.lvcw.nl (landelijke vereniging centraal wonen; geraadpleegd 9 november 2010). �� http://www.omslag.nl/wonen/ecodorpen.html (geraadpleegd 9 november 2010). �� http://www.lwoorg.nl (landelijke woonbotenorganisatie geraadpleegd 9 november 2010). �� http://www.overheid.nl (geraadpleegd 9 november 2010). $! �� Erik Wilke 12
Concept Rapport Domein (Zorg voor) Wonen – februari 2011 " �� Individualisering �� Emancipatie en participatie Veranderingen in de woonlocatiekeuze �� Trend: Toenemende woningbehoefte als gevolg van bevolkingsgroei en huishoudensverdunning �� Trend: Toenemende differentiatie van het soort woningen en woonvormen als gevolg van veranderende woonbehoeften �� Trend: Toename van de kosten van wonen voor kopers en huurders �� Trend: Verschuiving van de overheidssubsidiëring van bouwen naar huren en kopen �� Trend: Inhoudelijke en bestuurlijke veranderingen van de inzet en sturing door rijksoverheid, provincies en gemeenten op de ruimtelijke ordening m.b.t. woningbouw �� Trend: Toenemende aandacht voor stadsvernieuwing / stedelijke vernieuwing �� Trend: Intensivering en afschaffing van het woonwagenbeleid �� Domein: Cultuur, Leefstijl en Mentaliteit Jaren zestig – na 2005 & ' De aandacht voor het kiezen van woonlocaties was beleidsmatig sterk op het westen van Nederland, de Randstad en de grote steden daarin, gericht. Dit was het gebied waar in de periode van wederopbouw en grote woningnood na de oorlog de nadruk lag bij de bouw van nieuwe woningen, met het oog op het stimuleren van de economische bedrijvigheid. De woningen, waarvan veel in de sociale sector, werden gebouwd in wijken rondom de oude centra in de vorm van flats of portiekwoningen. Door de strakke topA down sturing werd zelfs in kleine gemeenten grootschaligheid afgedwongen. [SCP, 1998: 501A502; Lubach, 2001: 11]. Dit strookte niet met de voorkeur van velen voor een kwalitatief goede, grondgebonden woningen (liefst een ‘twee onder één kap’ met voorA, zij en achtertuin) in een groene, ruime omgeving. [Interview Maas] Illustratief is dat in de jaren zeventig volgens het blad Ideaal Wonen acht van de tien jonge gezinnen wel eens plannen gemaakt hadden om in een boerderij op het platteland te gaan wonen. [Montijn, 2002: 164]. Het gevolg van de behoefte aan grondgebonden woningen was een grote mate van ongestuurde suburbanisatie. Dit werd mede mogelijk gemaakt door de verbeterde vervoersmogelijkheden sinds de jaren zestig, vooral door het toenemend autobezit, waardoor de noodzaak om dicht bij het werk te wonen was vervallen. De locatie waarheen men wilde verhuizen was daarom vooral afhankelijk van de beschikbaarheid van de geschikte woning, en of het ging om een huurwoning in de sociale sector, een commerciële huurwoning of een koopwoning. Kleine gemeenten wisten zowel in de vrije sector als in de gesubsidieerde sector de gewenste woningen te realiseren. [SCP, 1998: 503] Dat gold later, in de periode tussen 1972 en 1993, ook voor de groeikernen. Aanvankelijk was ook daar vooral sprake van bouw van flats, zodat degenen die uit de stad vertrokken hun heil alsnog in plattelandsgemeenten zochten, maar weldra werden ook daar op grote schaal de gewenste grondgebonden woningen gerealiseerd. [SCP, 1998: 526A527; Van Praag en Uitterhoeve, 1999: 98A99]. Toename van het aantal tweeverdieners in jaren tachtig en negentig leidde er toe dat de woonlocatie strategischer moest worden gekozen. Beide werklocaties moesten immers zo 13
- Page 1 and 2: DOMEIN (ZORG VOOR) WONEN NATIONAAL
- Page 3 and 4: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 5 and 6: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 7 and 8: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 9 and 10: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 11: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 15 and 16: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 17 and 18: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 19 and 20: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 21 and 22: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 23 and 24: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 25 and 26: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 27 and 28: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 29 and 30: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 31 and 32: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 33 and 34: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 35 and 36: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 37 and 38: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 39 and 40: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 41 and 42: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 43 and 44: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 45 and 46: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 47 and 48: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 49 and 50: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 51 and 52: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 53 and 54: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 55 and 56: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 57 and 58: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 59 and 60: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
- Page 61 and 62: Concept Rapport Domein (Zorg voor)
Concept Rapport Domein (Zorg voor) <strong>Wonen</strong> – februari 2011<br />
"<br />
�� Individualisering<br />
�� Emancipatie en participatie<br />
Veranderingen in de woonlocatiekeuze<br />
�� Trend: Toenemende woningbehoefte als gevolg van bevolkingsgroei en<br />
huishoudensverdunning<br />
�� Trend: Toenemende differentiatie van het soort woningen en woonvormen als gevolg<br />
van veranderende woonbehoeften<br />
�� Trend: Toename van de kosten van wonen voor kopers en huurders<br />
�� Trend: Verschuiving van de overheidssubsidiëring van bouwen naar huren en kopen<br />
�� Trend: Inhoudelijke en bestuurlijke veranderingen van de inzet en sturing door<br />
rijksoverheid, provincies en gemeenten op de ruimtelijke ordening m.b.t.<br />
woningbouw<br />
�� Trend: Toenemende aandacht voor stadsvernieuwing / stedelijke vernieuwing<br />
�� Trend: Intensivering en afschaffing van het woonwagenbeleid<br />
�� Domein: Cultuur, Leefstijl en Mentaliteit<br />
Jaren zestig – na 2005<br />
& '<br />
De aandacht voor het kiezen van woonlocaties was beleidsmatig sterk op het westen van<br />
Nederland, de Randstad en de grote steden daarin, gericht. Dit was het gebied waar in<br />
de periode van wederopbouw en grote woningnood na de oorlog de nadruk lag bij de<br />
bouw van nieuwe woningen, met het oog op het stimuleren van de economische<br />
bedrijvigheid. De woningen, waarvan veel in de sociale sector, werden gebouwd in wijken<br />
rondom de oude centra in de vorm van flats of portiekwoningen. Door de strakke topA<br />
down sturing werd zelfs in kleine gemeenten grootschaligheid afgedwongen. [SCP, 1998:<br />
501A502; Lubach, 2001: 11].<br />
Dit strookte niet met de voorkeur van velen voor een kwalitatief goede, grondgebonden<br />
woningen (liefst een ‘twee onder één kap’ met voorA, zij en achtertuin) in een groene,<br />
ruime omgeving. [Interview Maas] Illustratief is dat in de jaren zeventig volgens het blad<br />
Ideaal <strong>Wonen</strong> acht van de tien jonge gezinnen wel eens plannen gemaakt hadden om in<br />
een boerderij op het platteland te gaan wonen. [Montijn, 2002: 164].<br />
Het gevolg van de behoefte aan grondgebonden woningen was een grote mate van<br />
ongestuurde suburbanisatie. Dit werd mede mogelijk gemaakt door de verbeterde<br />
vervoersmogelijkheden sinds de jaren zestig, vooral door het toenemend autobezit,<br />
waardoor de noodzaak om dicht bij het werk te wonen was vervallen. De locatie<br />
waarheen men wilde verhuizen was daarom vooral afhankelijk van de beschikbaarheid<br />
van de geschikte woning, en of het ging om een huurwoning in de sociale sector, een<br />
commerciële huurwoning of een koopwoning.<br />
Kleine gemeenten wisten zowel in de vrije sector als in de gesubsidieerde sector de<br />
gewenste woningen te realiseren. [SCP, 1998: 503] Dat gold later, in de periode tussen<br />
1972 en 1993, ook voor de groeikernen. Aanvankelijk was ook daar vooral sprake van<br />
bouw van flats, zodat degenen die uit de stad vertrokken hun heil alsnog in<br />
plattelandsgemeenten zochten, maar weldra werden ook daar op grote schaal de<br />
gewenste grondgebonden woningen gerealiseerd. [SCP, 1998: 526A527; Van Praag en<br />
Uitterhoeve, 1999: 98A99].<br />
Toename van het aantal tweeverdieners in jaren tachtig en negentig leidde er toe dat de<br />
woonlocatie strategischer moest worden gekozen. Beide werklocaties moesten immers zo<br />
13