Deelrapport trendanalyse domein Wonen - Nationaal Archief
Deelrapport trendanalyse domein Wonen - Nationaal Archief
Deelrapport trendanalyse domein Wonen - Nationaal Archief
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Concept Rapport Domein (Zorg voor) <strong>Wonen</strong> – februari 2011<br />
door de Huisvestingswet, waarin in artikel 88 woonschepen benoemd worden. [website<br />
overheid]<br />
De situatie rond woonschepen veranderde sterk. Was het in de jaren zestig nog een soort<br />
'vrij wonen', in de periode daarna is de regelgeving en sturing rond wonen op het water<br />
sterk verdicht, door de betreffende gemeenten. Naast strenge regels voor de<br />
vergunningen voor de (in totaal in Nederland circa 10.000) ligplaatsen, gingen de eisen<br />
aan woonschepen zelf steeds meer in de richting van die van gewone woningen, inclusief<br />
het toepassen van delen van het bouwbesluit en de welstandseisen, en het opleggen van<br />
WOZAvergelijkbare belastingen. Gemeenten hebben ook de mogelijkheid om bijzondere<br />
eisen te stellen, bijvoorbeeld door de voorkeur te geven aan historische werkschepen,<br />
omdat die het stadsbeeld ten goede komen. <strong>Wonen</strong> op het water is daarmee voor velen<br />
een nog steeds aantrekkelijke, maar veelal wel luxe woonvorm geworden. [website<br />
lwoorg]<br />
Een bijzonder alternatief, naast het ‘gewone’ wonen, was het benutten van een tweede<br />
verblijf in een aantrekkelijke omgeving: een recreatiewoning, een volkstuinhuisje of een<br />
stacaravan. Gemeenten zagen recreatiewoningen uit economisch oogpunt graag<br />
verschijnen, behalve wanneer het ging om recreatief gebruik van bestaande panden in de<br />
bebouwde kom: daar vreesde men verlies van leefbaarheid.<br />
Tellingen lopen uiteen, maar in 1999 ging het om circa 83.000 recreatiewoningen in<br />
Nederland, voornamelijk op de Wadden, langs de Zeeuwse kusten, in Drenthe en op de<br />
Veluwe. Verder waren er 90.000 tot 100.000 stacaravans, en daarnaast nog<br />
volkstuinhuisjes en tenthuisjes. In het buitenland waren circa 50.000 recreatiewoningen<br />
in het bezit van Nederlanders, met name in Frankrijk, nog afgezien van de woonruimte<br />
die werd benut voor overwinteren, wat het meest in Spanje gebeurde. In de tweede helft<br />
van de jaren negentig was het aantal recreatiewoningen sterk gestegen, met 20 tot 25%.<br />
Naar schatting had toen 5% van de huishoudens de beschikking over een<br />
recreatiewoning. [SCP, 2003: 232; SCP, 2004: 518] Daarboven waren nog een kleine<br />
20.000 recreatiewoningen in Nederland in het bezit van buitenlanders, meest Duitsers.<br />
[Steenbekkers e.a., 2006: 192] De uitbreiding ging zo snel, dat er op dat moment<br />
prognoses de ronde deden dat er in 2030 sprake zou zijn van één miljoen tweede huizen.<br />
[Montijn, 2002: 169, 170]<br />
Hoewel daarvoor niet bedoeld, werd een toenemend deel van de recreatiewoningen<br />
permanent bewoond. Het ging in 2000 om circa 12.000 woningen. Dat werd ook steeds<br />
beter mogelijk, door de toenemende kwaliteit (sinds 1992 dienen recreatie woningen te<br />
voldoen aan dezelfde eisen als gewone woningen). In de jaren nul bestond circa 40% van<br />
de 'vaste' bewoners uit vutters en gepensioneerden, circa 40% waren inwoners van de<br />
eigen gemeente die om de een of andere reden geen reguliere woning konden vinden en<br />
circa 15% waren personen die elders werkten maar graag in 'het groen' wilden wonen. In<br />
2005 werd het wettelijk mogelijk om permanente bewoning te legaliseren. De beslissing<br />
daarover werd door VROM bij de gemeenten gelegd, die daar elk op hun eigen manier<br />
mee omgingen. [Steenbekkers e.a., 2006: 194]<br />
&<br />
�� Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en<br />
taakvoorgangers<br />
�� Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en taakvoorgangers<br />
�� Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en taakvoorgangers<br />
�� Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)<br />
�� universiteiten<br />
�� woningcorporaties<br />
�� stichtingen voor studentenhuisvesting<br />
�� thuiszorgorganisaties<br />
11