Beschrijving testen op het droge

1. Lichaamslengte
Doel:
Lichaamslengte
Beschrijving van de test:
De sporter staat blootsvoets met de beide voeten samen tegen de verticale meetwand van de stadiometer.
Hielen, kuiten, zitvlak en schouderbladen dienen de verticale meetwand te raken. Het hoofd wordt neutraal
rechtop gehouden. De schuiflat wordt vervolgens tot tegen het hoofd van de sporter geschoven.
Uitleg voor de sporter:
Ga op blote voeten met de rug tegen de verticale wand staan. Hou je voeten samen en zorg dat je hielen, kuiten,
zitvlak en schouderbladen de wand raken. Kijk recht voor je uit en adem rustig.
Aandachtspunten testleider:
• Blote voeten
• Voeten samen
• Hielen, kuiten, zitvlak en de schouderbladen raken de verticale meetwand
• Hoofd rechtop
• De lichaamslengte wordt afgelezen en genoteerd terwijl de sporter nog op de stadiometer staat
Scorebepaling:
De lichaamslengte wordt gescoord in centimeter tot op 0,1 cm nauwkeurig.
Notatie: ***,*
Materiaal:
• Geijkte stadiometer (Harpenden)
Opties:
• mobiele antropometer

2. Zithoogte
Doel:
Zithoogte, schatting van de leeftijd van piekgroeisnelheid
Beschrijving van de test:
De sporter gaat rechtop zitten op de meettafel met de knieholte tot tegen de rand van het tafelblad. De sporter
plaatst zijn handen op zijn knieën en maakt een rechte rug. De testleider schuift de meetwand tot tegen de rug
van de sporter. De schuiflat wordt vervolgens tot tegen het hoofd van de sporter geschoven. De zithoogte
wordt dan afgelezen t.h.v. de schuiflat.
Uitleg voor de sporter:
Ga rustig op de tafel zitten met de knieholte tot tegen de rand. Leg je handen op je knieën en maak een rechte
rug. Kijk recht voor je uit en adem rustig.
Aandachtspunten testleider:
• Knieholtes tegen de tafelrand
• Handen op de knieën
• Rechte rug
• Hoofd rechtop
• De zithoogte wordt afgelezen en genoteerd terwijl de sporter nog op de zithoogtemeter zit
Scorebepaling:
De zithoogte wordt gescoord in centimeter tot op 0,1 cm nauwkeurig.
Notatie: **,*
Materiaal:
Een geijkte Harpenden sitting height tafel.

3. Lichaamsgewicht
Doel:
Lichaamsgewicht
Beschrijving van de test:
De sporter draagt enkel lichte kledij (bij voorkeur enkel ondergoed). De sporter gaat met beide voeten op de
weegschaal staan. Hij neemt een neutrale houding, hoofd rechtop. Het lichaamsgewicht wordt dan afgelezen
van de weegschaal.
Uitleg voor de sporter:
Zorg ervoor dat je zo licht mogelijk gekleed bent, maximaal een short en T-shirt. Ga op de weegschaal staan en
neem een neutrale houding aan. Kijk recht voor je uit en adem rustig.
Aandachtspunten testleider:
• Blote voeten
• Controleer of de sporter maximaal een short en T-shirt aan heeft
• Hoofd rechtop
• Het lichaamsgewicht wordt afgelezen en genoteerd
terwijl de sporter nog op de weegschaal staat
Scorebepaling:
Het lichaamsgewicht wordt gescoord in kilogram tot op 0,1 kg nauwkeurig.
Notatie: **,*
Materiaal:
• Een geijkte weegschaal

4. Vetpercentage
Doel:
Vetpercentage
Beschrijving van de test:
De sporter draagt enkel lichte kledij (bij voorkeur enkel ondergoed). De sporter gaat met beide voeten op de
weegschaal staan. Hij neemt een neutrale houding aan, hoofd rechtop. Het lichaamsvetpercentage wordt dan
afgelezen van de weegschaal.
Uitleg voor de sporter:
Zorg ervoor dat je zo licht mogelijk gekleed bent, maximaal een short en T-shirt. Ga op de weegschaal staan en
neem een neutrale houding aan. Kijk recht voor je uit en adem rustig.
Aandachtspunten testleider:
• Blote voeten
• Controleer of de sporter maximaal een short en T-shirt aan heeft
• Hoofd rechtop
• Het lichaamsvetpercentage wordt afgelezen en genoteerd terwijl de sporter nog op de weegschaal staat
• De testleider moet alle lichamelijke gegevens correct ingeven in het toestel
Scorebepaling:
Het vetpercentage wordt gescoord in procent tot op 0,1 % nauwkeurig.
Notatie: **,*
Materiaal:
• Tanita total body composition analyzer (type BC420SMA)
Opties:
• Een ander gevalideerd type van bio-elektrische impedantie.

5. Armspan
Doel:
Armspanlengte
Beschrijving van de test:
De sporter gaat op een bank zitten met de rug tegen de muur. Hij strekt zijn armen en heft ze tot op
schouderhoogte (kruishouding). De handpalmen wijzen naar voor en de handrug moet steeds contact maken
met de muur. Het uiteinde van de rechter middelvinger wordt tegen het referentiepunt geplaatst. De
armspanlengte wordt dan afgelezen aan het uiteinde van de linker middelvinger terwijl de sporter nog in de
correcte houding zit.
Uitleg voor de sporter:
Ga op de bank zitten en plaats je met de rug tegen de muur. Strek de armen op schouderhoogte (kruishouding).
Zorg dat je handpalmen naar voor wijzen en de handrug de muur raakt. Plaats het topje van de rechter
middelvinger tegen het referentiepunt.
Aandachtspunten testleider:
• Zorg dat ze rechtop zitten
• Armen gestrekt op schouderhoogte
• Handpalmen naar voor
• Uiteinde rechter middelvinger maakt contact met het referentiepunt
• Spanlengte aflezen aan het uiteinde van de linker middelvinger terwijl de sporter nog in de correcte
houding staat
Scorebepaling:
De armspanlengte wordt gescoord in centimeter tot op 0,1 cm nauwkeurig.
Notatie: ***,*
Materiaal:
• Vlakke muur
• Zitbank
• Meter
• Blok of muur die in een rechte hoek met het meetvlak staat om het referentiepunt van de meter te plaatsen.

6. Rugwaarts balanceren op balkjes
Doel:
Dynamisch evenwicht
Beschrijving van de test:
De sporter gaat blootsvoets op de breedste evenwichtsbalk klaar staan met beide voeten achter elkaar. De
sporter probeert dan 8 pasjes rugwaarts te doen. Telkens de grond geraakt wordt, start een nieuwe poging. Na
drie pogingen op de balk met een breedte van 6 cm wordt dit ook drie keer uitgevoerd op een balk met 4,5 cm
breedte en ten slotte nog drie keer op een balk met een breedte van 3 cm.
Uitleg voor de sporter:
Ga op de balk staan met de ene voet voor de andere en probeer 8 pasjes achteruit te plaatsen zonder te
vallen. Ik begin te tellen van zodra je je eerste voet verzet. Neem kleine pasjes (voetje na voetje) en
concentreer je op je taak, er is geen tijdsdruk. Je mag vooraf 2 korte proefpogingen doen: 1x voorwaarts
stappen gevolgd door 1x achterwaarts, enkel op de balk van 6 cm.
Aandachtspunten testleider:
• Blote voeten
• Oefenpoging op breedste balk mag
• Begin te tellen wanneer de sporter zijn voorste voet naar achter plaatst
• Maximale score van 8 passen
• Tel luidop mee
• 3 pogingen op elke balk
• GEEN TIJDSDRUK!
Scorebepaling:
De score is de som van het aantal passen dat tijdens de drie pogingen uitgevoerd wordt op elke balk. Bijv.: 8 + 8
+ 8 = 24 op de balk van 6cm; 6 + 8 + 5 = 19 op de balk van 4,5cm en 3 + 3 + 5 = 11 op de balk van 3cm. In totaal
scoort de sporter 54 (= 24 + 19 + 11) punten voor deze test (maximum 72). Indien de sporter de balk in 7 passen
overschrijdt, krijgt hij of zij 8 punten toegekend.
Notatie: * * * * * * * * *
Materiaal:
• Evenwichtsbalkjes

7. Zijwaarts springen over balkje
Doel:
Snelheid van de onderste ledematen
Beschrijving van de test:
De sporter gaat blootsvoets op de mat staan. De voeten parallel met het balkje. De sporter springt vanaf het
startsignaal zo vlug mogelijk heen en weer over het balkje gedurende 15 seconden. Beide voeten moeten de
grond raken bij ieder contact. Er worden in totaal 2 pogingen ondernomen met voldoende rust ertussen.
Uitleg voor de sporter:
Ga op het matje staan met beide voeten parallel t.o.v. het balkje. Op het startsignaal spring je zo vlug mogelijk
heen en weer over het balkje gedurende 15 seconden. Zorg ervoor dat bij ieder contact je beide voeten de grond
raken.
Aandachtspunten testleider:
• Blote voeten
• Geef het startsignaal wanneer je de tijd start
• Bij ieder contact moeten beide voeten de grond raken
• 2 pogingen
• 15 seconden per poging
• Steeds zijwaarts springen
• Bij meerdere foutieve sprongen kan er beslist worden om te stoppen en de poging opnieuw te doen na de
nodige rust
Scorebepaling:
Telkens de sporter over het balkje springt wordt 1 punt toegekend. De 2 pogingen worden genoteerd.
Notatie: ** **
Materiaal:
• Matje waarop een balkje is bevestigd.

8. Zijwaarts verplaatsen plankjes
Doel:
Grootmotorische coördinatie
Beschrijving van de test:
De sporter gaat blootsvoets op een plankje staan en houdt het andere plankje in beide handen ter hoogte van het
bekken. Op het startsignaal van de testleider plaatst de sporter het plankje van in zijn handen naast het plankje
waarop hij staat en stapt vervolgens op dit plankje. Het plankje dat nu vrij is, neemt hij vast met beide handen en
plaatst het terug naast zich. Zo gaat de sporter zich zo vlug mogelijk zijwaarts verplaatsen in een rechte lijn
gedurende 20 seconden. Er worden in totaal 2 pogingen ondernomen met voldoende rust ertussen.
Uitleg voor de sporter:
Ga op het ene plankje staan en neem het andere plankje vast met de beide handen ter hoogte van het bekken.
Op mijn startsignaal plaats je zo snel mogelijk het plankje van in je handen naast het plankje waarop je
momenteel staat en stapt vervolgens op dit plankje. Probeer je in een rechte lijn te verplaatsen. Je mag zelf
kiezen of je de oefening liefst naar links of naar rechts uitvoert. Je krijgt 2 pogingen van 20 seconden. Je mag
ook een korte proefpoging doen van 5 zijwaartse verplaatsingen met het plankje.
Aandachtspunten testleider:
• Blote voeten
• Geef het startsignaal wanneer je de tijd start
• Bij de start is het plankje in beide handen ter hoogte van het bekken
• 2 pogingen
• 20 seconden per poging
• Zijwaarts verplaatsen in een rechte lijn
• Bij meerdere foutieve of mislukte verplaatsingen kan er beslist worden om te stoppen en de poging opnieuw
te doen na de nodige rust
Scorebepaling:
Telkens de sporter op het andere plankje staat worden 2 punten toegekend. M.a.w. 1 punt wanneer de sporter
het plankje vastgrijpt en 1 punt wanneer de sporter op het plankje gaat staan (dus twee punten per cyclus). De 2
pogingen worden genoteerd.
Notatie: ** **
Materiaal:
• Twee plankjes Afmetingen: 25 cm op 25 cm en 4 cm hoogte.
• Chronometer

9. Plate Tapping
Doel:
Specifieke bovenhandse coördinatie, snelheid bovenste ledematen
Beschrijving van de test:
De sporter plaatst de niet dominante hand op de rechthoek, terwijl de dominante hand de cirkel
raakt (armen gekruist bij start). Op het startsignaal van de testleider probeert de sporter zo snel
mogelijk 25 keer heen en weer een cirkel aan te tikken (50 taps). De tijd die de sporter hierover doet
is de score. Er wordt 1 pogingen ondernomen. Wanneer de sporter de cirkel niet aantikt wordt de
cyclus niet meegeteld.
Uitleg voor de sporter:
Plaatst de niet dominante hand op de rechthoek en de dominante hand op de cirkel (armen
gekruist). Op het startsignaal probeer je zo snel mogelijk 25 keer heen en weer een cirkel aan te
tikken (50 taps). De tijd die die je hierover doet is de score. Er wordt 1 poging ondernomen. Wanneer
je de cirkel niet aantikt wordt de cyclus niet meegeteld.
Aandachtspunten testleider:
• Tafelhoogte aanpassen
• Niet dominante hand blijft op de rechthoek op de tafel
• Armen gekruist bij de start
• 25 cycli (50 taps)
• Wanneer er geen contact is met de cirkel moet de cyclus opnieuw
• 1 poging
Scorebepaling:
De tijd waarin de sporter 25 cycli (50 taps) kan uitvoeren wordt gescoord in seconden tot op 0,01 s
nauwkeurig.
Notatie: **,**
Materiaal:
• Chronometer
• Plate Tapping tafel

10. Counter movement jump
Doel:
Explosieve kracht in de onderste ledematen
Beschrijving van de test:
De sporter springt 3 keer met de handen in de heupen zo hoog mogelijk tussen de sensoren van de optojump.
De benen moeten gestrekt blijven na afstoot. De test wordt 3x uitgevoerd, met minimum 3 seconden rust tussen
de verschillende pogingen.
Uitleg voor de sporter:
Sta rechtop tussen de sensoren met de handen in de heupen. Spring 3 keer zo hoog mogelijk na een korte
buiging van de knieën. Tussen de pogingen heb je telkens een korte pauze van 3 à 5 sec. Tijdens de test
blijven de handen in de heup. Na afstoot moeten je benen gestrekt blijven.
Aandachtspunten testleider:
• Handen in de heupen
• Gestrekte benen na afstoot
• Rust tussen ≠ sprongen
Scorebepaling:
De spronghoogte wordt gescoord in centimeter tot op 0,1 cm nauwkeurig. Alle 3 de resultaten worden genoteerd.
Notatie: **,*
Materiaal:
• Optojump
• Computer met Optojump programma

11. Squat jump op 2 benen
Doel:
Explosieve kracht in de onderste ledematen
Beschrijving van de test:
De sporter springt 3 keer met de handen in de heupen zo hoog mogelijk tussen de sensoren van de optojump.
De sprong start vanuit een squathouding op 2 benen. De benen moeten gestrekt blijven na afstoot. De test wordt
3x uitgevoerd, met minimum 3 seconden rust tussen de verschillende pogingen.
Uitleg voor de sporter:
Sta rechtop tussen de sensoren met de handen in de heupen. Neem een squathouding op 2 benen aan. Spring 3
keer zo hoog mogelijk vanuit deze positie. Tussen de pogingen heb je telkens een korte pauze van 3 à 5 sec.
Tijdens de test blijven je handen in de heup.
Aandachtspunten testleider:
• Handen in de heupen
• Vertrek vanuit squathouding op 2 benen
• Gestrekte benen na afstoot
• Rust tussen ≠ sprongen
Scorebepaling:
De spronghoogte wordt gescoord in centimeter tot op 0,1 cm nauwkeurig. Alle 3 de resultaten worden genoteerd.
Notatie: **,*
Materiaal:
• Optojump
• Computer met Optojump programma

12. Staande vertesprong
Doel:
Functionele kracht
Beschrijving van de test:
De sporter plaatst zich blootsvoets achter de lijn met de voeten lichtjes uit elkaar. De sporter gaat zo ver mogelijk
springen. Hij krijgt 2 pogingen waarbij de beste telt. Bij rugwaarts vallen telt de poging niet mee en krijgt de
sporter een nieuwe poging.
Uitleg voor de sporter:
Plaats je met de tenen juist achter de nullijn. Tracht zo ver mogelijk voorwaarts te springen en te landen in
evenwicht. Bij de afstoot buig je door de knieën en gebruik je een goede armzwaai. Je krijgt twee pogingen en de
beste poging telt.
Aandachtspunten testleider:
• Tenen achter de nullijn
• Landen in evenwicht
• Poging met evenwichtsverlies naar achter toe moet opnieuw gedaan worden
• 2 pogingen
• Beste van 2 pogingen wordt score
Scorebepaling:
De vertesprong wordt gescoord in centimeter tot op 1 cm nauwkeurig. Het beste resultaat van 2 pogingen wordt
hier genoteerd.
Notatie: ***
Materiaal:
• Oprolbare landingsmat met geijkte meetschaal
Opties:
• Slipvrij hard oppervlak met meetlint en krijt (bvb. judomat)

13. Lenigheid test: plantair flexie voeten
Doel:
Meten van de maximale plantair flexie bewegingsuitslag in het enkelgewricht
Beschrijving van de test:
De sporter gaat zitten in profiel op de mat. Benen gestrekt naast elkaar & enkels tegen elkaar. Handen worden
achter het lichaam geplaatst op de mat. Rug is gestrekt & het hoofd wordt rechtop gehouden.
Uitleg voor de sporter:
Beweeg de voeten maximaal richting de grond. Strek de voeten & de tenen maximaal.
Aandachtspunten testleider:
• Enkels blijven tegen elkaar (voeten worden niet naar binnen gedraaid)
• Knieën blijven tegen elkaar & blijven gestrekt
• De romp wordt rechtop gehouden alsook het hoofd
• 2 pogingen
• Beste resultaat van de 2 pogingen telt
Scorebepaling:
De atleet zal een score krijgen van 1-4. (1: duidelijk werkpunt/4: zeer goed). Zie onderstaande foto’s, volgorde
van links naar rechts (1à4)
Materiaal:
• Matje

14. Lenigheid test: Hyper-­‐extensie knieën
Doel:
Meten van de maximale extensie bewegingsuitslag in het kniegewricht
Beschrijving van de test:
De sporter gaat zitten in profiel op de mat. Benen gestrekt naast elkaar & enkels tegen elkaar. Handen worden
achter het lichaam geplaatst op de mat. Rug is gestrekt & het hoofd wordt rechtop gehouden.
Uitleg voor de sporter:
Breng de hielen maximaal van de grond, knieën blijven gestrekt.
Aandachtspunten testleider:
• Enkels blijven tegen elkaar (voeten worden niet naar binnen gedraaid)
• Knieën blijven tegen elkaar & blijven gestrekt
• De tenen worden ook opgetrokken
• De romp wordt rechtop gehouden alsook het hoofd
• 2 pogingen
• Beste resultaat van de 2 pogingen telt
Scorebepaling:
De atleet zal een score krijgen van 1-4. (1: duidelijk werkpunt/4: zeer goed). Zie onderstaande foto’s, volgorde
van links naar rechts (1à4)
Materiaal:
• Matje

15. Lenigheid test: Achterste keten
Doel:
Meten van de maximale bewegingsuitslag van de achterste keten.
Beschrijving van de test:
De sporter gaat zitten in profiel op de mat. Benen gestrekt naast elkaar & enkels tegen elkaar. Stok vasthouden
op schouderbreedte & starten met de armen in verlengde van de romp. Rug is gestrekt & het hoofd wordt
rechtop gehouden.
Uitleg voor de sporter:
Breng de romp maximaal naar voor & probeer de stok over de voeten te plaatsen op de grond. Breng je hoofd zo
ver mogelijk tussen de knieën.
Aandachtspunten testleider:
• Enkels blijven tegen elkaar (voeten worden niet naar binnen gedraaid)
• Knieën blijven tegen elkaar & blijven gestrekt
• De tenen worden ook opgetrokken
• Het hoofd blijft tussen de armen
• 2 pogingen
• Beste resultaat van de 2 pogingen telt
Scorebepaling:
De atleet zal een score krijgen van 1-4. (1: duidelijk werkpunt/4: zeer goed). Zie onderstaande foto’s, volgorde
van links naar rechts (1à4)
Materiaal:
• Matje
• Stok

16. Lenigheid test: Hyper-­‐extensie rug
Doel:
Meten van de maximale extensie bewegingsuitslag van de romp
Beschrijving van de test:
De sporter gaat liggen in buiklig in profiel op een matje. De stok vasthouden op schouderbreedte en het hoofd
bevindt zich tussen de armen. De benen zijn gestrekt & liggen tegen elkaar. Een partner zit op de onderbenen als
tegengewicht.
Uitleg voor de sporter:
Breng de romp & armen maximaal naar boven & achter.
Aandachtspunten testleider:
• Enkels blijven tegen elkaar
• Knieën blijven tegen elkaar & blijven gestrekt
• Het hoofd blijft tussen de armen
• Ellebogen blijven gestrekt
• 2 pogingen
• Beste resultaat van de 2 pogingen telt
Scorebepaling:
De atleet zal een score krijgen van 1-4. (1: duidelijk werkpunt/4: zeer goed). Zie onderstaande foto’s, volgorde
van links naar rechts (1à4)
Materiaal:
• Matje
• Stok

17. Lenigheid test: Anteflexie schouders
Doel:
Meten van de maximale anteflexie bewegingsuitslag van de schouders.
Beschrijving van de test:
De sporter gaat liggen in buiklig in profiel op een matje. De stok vasthouden op schouderbreedte en het hoofd
bevindt zich tussen de armen. De benen zijn gestrekt & liggen tegen elkaar. Het voorhoofd blijft op de grond
liggen.
Uitleg voor de sporter:
Breng de armen maximaal naar omhoog. Het voorhoofd blijft op de grond gedurende de beweging.
Aandachtspunten testleider:
• Enkels blijven tegen elkaar
• Knieën blijven tegen elkaar & blijven gestrekt
• Het hoofd blijft tussen de armen
• Ellebogen blijven gestrekt
• 2 pogingen
• Beste resultaat van de 2 pogingen telt
Scorebepaling:
De atleet zal een score krijgen van 1-4. (1: duidelijk werkpunt/4: zeer goed). Zie onderstaande foto’s, volgorde
van links naar rechts (1à4)
Materiaal:
• Matje
• Stok

18. Lenigheid test: Rotatie mobiliteit schouders
Doel:
Meten van de maximale rotatie bewegingsuitslag van de schouders.
Beschrijving van de test:
De sporter gaat rechtop zitten op een stoel (zonder leuningen) met een hoofdsteun. De sporter heeft een stok
breed vast met de armen in supinatie achter de stoel.
Uitleg voor de sporter:
Roteer de armen maximaal naar voor & achter zonder compensaties van het hoofd. Het achterhoofd blijft in
contact met het hoofdsteun.
Aandachtspunten testleider:
• Knieën & voeten blijven tegen elkaar
• Het hoofd blijft in contact met het hoofdsteun
• De romp blijft tegen de rugleuning gedurende de beweging
• Ellebogen blijven gestrekt
• 3 pogingen
• Beste resultaat van de 3 pogingen telt
Scorebepaling:
De atleet zal een score krijgen van 1-4. (1: duidelijk werkpunt/4: zeer goed). Zie onderstaande foto’s, volgorde
van links naar rechts (1à4)
Materiaal:
• Stoel (zonder leuning) met hoofdsteun
• Stok

19. Lenigheid test: Rotatie mobiliteit romp
Doel:
Meten van de maximale rotatie bewegingsuitslag van de bovenrug.
Beschrijving van de test:
De sporter gaat liggen in zijlig met de benen gebogen. De voeten, heup & schouders bevinden zich op 1 lijn. De
rug wordt recht gehouden & het hoofd ligt neutraal t.o.v de romp. De handen worden gekruist achter het hoofd &
de ellebogen worden dicht bij elkaar gehouden.
Uitleg voor de sporter:
Draai de romp (bovenrug) maximaal open. De schouder draait mee open & het hoofd blijft liggen in de handen.
Het bekken blijft stabiel liggen.
Aandachtspunten testleider:
• Knieën & voeten blijven tegen elkaar
• Het bekken blijft stabiel liggen
• Draaien moet vooral in de bovenrug gebeuren
• Beide richtingen uitvoeren (links-rechts)
• 2 pogingen
• Beste resultaat van de 2 pogingen telt
Scorebepaling:
De atleet zal een score krijgen van 1-4. (1: duidelijk werkpunt/4: zeer goed). Zie onderstaande foto’s, volgorde
van links naar rechts (1à4)
Materiaal:
• Matje

20. Lenigheid test: Hamstrings bovenbenen
Doel:
Meten van de maximale extensie bewegingsuitslag van het kniegewricht met de heup in 90° flexie.
Beschrijving van de test:
De sporter gaat liggen in ruglig in profiel op het matje. De heup wordt 90° gebogen & blijft tijdens de beweging in
deze positie. De knie wordt 90° gebogen & de voet bevindt zich in maximale dorsiflexie (kapstok voet). Het
andere been bevindt zich gestrekt op de grond. De handen liggen onder het hoofd.
Uitleg voor de sporter:
De gebogen knie wordt zo ver mogelijk gestrekt in de lucht. De heup blijft 90° gebogen. Het gestrekte been blijft
gestrekt op de grond liggen. De handen blijven onder het hoofd liggen.
Aandachtspunten testleider:
• Knie blijft boven de heup tijdens de beweging
• Het gestrekte been (niet test been) blijft gestrekt
• De voet van het geteste been blijft in dorsiflexie (kapstok voet)
• Beide benen uitvoeren (links-rechts)
• 2 pogingen
• Beste resultaat van de 2 pogingen telt
Scorebepaling:
De atleet zal een score krijgen van 1-4. (1: duidelijk werkpunt/4: zeer goed). Zie onderstaande foto’s, volgorde
van links naar rechts (1à4)
Materiaal:
• Matje