VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch
VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch
VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
31<br />
45<br />
58<br />
1<br />
Legende:<br />
1 - Positie van de regelaar<br />
gebruiker temperatuur verwarming<br />
2 - Tussen haakjes temperatuurwaarde<br />
met range 25°/50°<br />
TM - Temperatuur aanvoer (°C)<br />
TE - Buitentemperatuur (°C)<br />
2<br />
1-8 1-9<br />
INSTALLATEUR<br />
1.6 EXTERNE SONDE (OPTIONAL).<br />
De ketel is voorzien voor het aanbrengen van een<br />
externe sonde (Fig. 1-8), die beschikbaar is als<br />
optional kit. Raadpleeg het betreffende instructieblad<br />
voor de plaatsing van de externe sonde.<br />
De sonde kan rechtstreeks worden aangesloten<br />
op de elektrische installatie van de ketel, ze zorgt<br />
dat de maximumtemperatuur voor aanvoer<br />
naar de installatie automatisch vermindert bij<br />
het toenemen van de buitentemperatuur, om zo<br />
de warmte die aan de installatie geleverd wordt<br />
aan te passen in functie van de buitentemperatuur.<br />
De externe sonde treedt altijd op wanneer<br />
ze aangesloten is, ongeacht de aanwezigheid<br />
of het type omgevingsklokthermostaat dat<br />
gebruikt wordt, en kan in combinatie werken<br />
met beide klokthermostaten van Immergas. De<br />
correlatie tussen temperatuur van aanvoer naar<br />
de installatie en de buitentemperatuur wordt<br />
bepaald door de stand van de keuzeschakelaar<br />
voor verwarming op het instrumentenbord van<br />
de ketel (ofwel op het bedieningspaneel van de<br />
CAR V2 indien aangesloten op de ketel) volgens de<br />
curves voorgesteld in het diagram (Fig. 1-9). De<br />
elektrische aansluiting van de externe sonde moet<br />
gebeuren op de klemmen 38 en 39 op het klemmenbord<br />
onder de hermetische kamer (Fig. 3-2).<br />
1.7 IMMERGAS ROOKGASSYSTEMEN.<br />
Immergas biedt los van de ketels verschillende<br />
oplossingen aan voor de installatie van terminals<br />
voor aanzuiging van lucht en afvoer van<br />
rookgassen, die essentieel zijn voor de werking<br />
van de ketel.<br />
Opgepast: de ketel mag enkel worden geïnstalleerd<br />
samen met een voorziening voor<br />
luchtaanzuiging en evacuatie in zicht van<br />
rookgassen in plastic materiaal, origineel Immergas<br />
“Groene reeks”, zoals voorzien door de<br />
geldende normen.<br />
Leidingen in pastic materiaal mogen niet in<br />
openlucht worden geïnstalleerd over lengtes<br />
van meer dan 40 cm zonder geschikte bescherming<br />
tegen UV-stralen en tegen weersinvloeden.<br />
• Weerstandfactoren en effectieve lengtes.<br />
Ieder component van het rookkanaal heeft<br />
een weerstandfactor die vastgesteld werd bij<br />
experimentele proeven en vermeld wordt in<br />
de volgende tabel. De weerstandfactor van het<br />
afzonderlijke component is onafhankelijk van<br />
het type ketel waarop die geïnstalleerd wordt,<br />
en is een dimensieloze grootheid. Het wordt<br />
daarentegen bepaald door de temperatuur van<br />
de vloeistoffen die binnenin de leiding passeren,<br />
en varieert dus naargelang het gebruik<br />
bij aanzuiging van lucht of afvoer van rookgassen.<br />
Ieder afzonderlijk component heeft een<br />
weerstand die overeenkomt met een zekere<br />
lengte in meters buis van dezelfde diameter; de<br />
zogezegde effectieve lengte, die afgeleid wordt<br />
uit de verhouding tussen de betreffende weerstandfactoren.<br />
Alle ketels hebben een maximale<br />
weerstandfactor, die proefondervindelijk afgeleid<br />
kan worden, gelijk aan 100. De toegelaten<br />
maximumweerstandfactor komt overeen met<br />
de weerstand die afgeleid wordt met de toegelaten<br />
maximum effectieve lengte van buizen<br />
met ieder type terminal kit. Het geheel van<br />
deze informatie laat toe om de berekeningen<br />
uit te voeren om de mogelijkheid na te gaan<br />
om meerdere verschillende configuraties voor<br />
rookafvoer te realiseren.<br />
Plaatsing van de pakkingen (zwarte kleur) voor<br />
rookkanalen “groene reeks”. Let erop de correcte<br />
pakking (voor bochten of verlengstukken)<br />
te plaatsen (Fig. 1-10):<br />
- pakking (A) met inkepingen, te gebruiken voor<br />
bochten;<br />
- pakking (B) zonder inkepingen, te gebruiken<br />
voor verlengstukken.<br />
N.B.: wanneer de smering van de componenten<br />
(reeds door de constructeur uitgevoerd) onvoldoende<br />
mocht blijken, moet men het resterende<br />
smeermiddel met een droge doek wegnemen en<br />
daarna de onderdelen bedekken met talkpoeder,<br />
meegeleverd in de kit, op de aanhechting te<br />
verbeteren.<br />
1.8 INSTALLATIE BUITEN OP EEN<br />
GEDEELTELIJK BESCHUTTE<br />
PLAATS.<br />
N.B.: met gedeeltelijk beschutte plaats bedoelt<br />
men een plaats waar het toestel niet rechtstreeks<br />
is blootgesteld aan de werking van neerslag (regen,<br />
sneeuw, hagel, enz.).<br />
• Configuratie type B met open kamer en<br />
geforceerde trek.<br />
Met behulp van de speciale kit voor afdekking<br />
kan men de rechtstreekse aanzuiging van de lucht<br />
uitvoeren (Fig. 1-11) en de afvoer van rookgassen<br />
in één enkele schoorsteen of rechtstreeks naar<br />
buiten. In deze configuratie kan men de ketel<br />
installeren op een gedeeltelijk beschutte plaats.<br />
In deze configuratie wordt de ketel geklasseerd<br />
als een type B 23<br />
.<br />
Met deze configuratie:<br />
- gebeurt de aanzuiging van de lucht rechtstreeks<br />
uit de omgeving waar het toestel is geïnstalleerd<br />
(buiten);<br />
- de afvoer van rookgassen moet worden aangesloten<br />
op een eigen afzonderlijke schoorsteen<br />
of rechtstreeks gekanaliseerd in openlucht.<br />
De technische normen die van kracht zijn moeten<br />
daarom worden nageleefd.<br />
GEBRUIKER<br />
TECHNICUS<br />
Deze rookkanalen zijn herkenbaar aan een<br />
speciaal merkteken ter identificatie en onderscheiding,<br />
met daarop de vermelding: “enkel<br />
voor condensatieketels”.<br />
(A)<br />
1-10<br />
(B) 1-11<br />
7 - NL