VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch
VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch
VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
INSTALLATEUR<br />
1-4<br />
1-5<br />
Unità bollitore<br />
Solo Plus e X<br />
1<br />
Sonda<br />
esterna<br />
Sonda ingresso<br />
sanitario<br />
(NO Plus e X)<br />
2 3<br />
4<br />
Segnale di stato<br />
scheda a zone<br />
Termostato<br />
ambiente 5<br />
CAR V2<br />
6<br />
Legende:<br />
1 - Boilereenheid Solo Plus<br />
en X<br />
2 - Externe sonde<br />
3 - Sonde ingang sanitair<br />
(NO Plus en X)<br />
4 - Statussignaal kaart met<br />
zones<br />
5 - Omgevingsthermostaat<br />
6 - Afstandsbediening<br />
Amico V2 (CAR V2 )<br />
VOEDINGSKABEL<br />
CAVO ALIMENTAZIONE<br />
Il ponte X40 deve essere eliminato qualora si colleghi il termostato ambiente o il CAR V2<br />
La resistenza R8 (presente solo su versioni Plus e X) deve essere eliminata qualora si<br />
colleghi l’unità bollitore<br />
De brug X40 moet uitgeschakeld worden wanneer men de omgevingsthermostaat of de VARV2 aansluit. De weerstand<br />
R8 (enkel aanwezig bij versies Plus en X) moet uitgeschakeld worden wanneer men de boilereenheid aansluit<br />
GEBRUIKER<br />
TECHNICUS<br />
Elektrische aansluiting. De ketel “Victrix <strong>26</strong> 2<br />
I” heeft een beschermingsgraad IPX4D voor het<br />
hele toestel. De elektrische veiligheid van het<br />
toestel wordt enkel bereikt als het toestel perfect<br />
aangesloten is op een efficiënte aardingsinstallatie<br />
uitgevoerd zoals voorzien door de geldende<br />
veiligheidsnormen.<br />
Opgepast: Immergas S.p.A. wijst iedere verantwoordelijkheid<br />
af voor schade aan personen of<br />
voorwerpen te wijten aan het niet aansluiten van<br />
de aarding van de ketel en door het niet naleven<br />
van de referentienormen.<br />
Controleer bovendien of de elektrische installatie<br />
geschikt is voor het maximumvermogen dat door<br />
het toestel wordt opgenomen, zoals vermeld op<br />
het label met gegevens op de ketel. De ketels zijn<br />
uitgerust met een speciale voedingskabel van het<br />
type “X” zonder stekker. De aansluitingskabel<br />
moet aangesloten worden op een net van 230V<br />
±10% / 50Hz, volgens de juiste polariteit L-N en<br />
met aardingsaansluiting , op dit net moet<br />
een omnipolaire afsluiting met overspanningcategorie<br />
klasse III voorzien zijn. Wanneer de<br />
voedingskabel vervangen moet worden, dient<br />
men zich te wenden tot een bevoegde technicus<br />
(bijvoorbeeld de erkende technische dienst van<br />
Immergas). De voedingskabel moet het voorgeschreven<br />
parcours respecteren (Fig. 1-4).<br />
Wanneer de netzekering op de kaart voor afstelling<br />
vervangen moet worden, dien men een snelzekering<br />
van 3,15A gebruiken. Voor de algemene<br />
voeding van het toestel door het elektrische net<br />
mogen geen adapters, multiple stopcontacten of<br />
verlengkabels worden gebruikt.<br />
1.5 AFSTANDBEDIENINGEN EN<br />
OMGEVINGSKLOKTHERMOSTATEN<br />
(OPTIONAL).<br />
De ketel is voorzien voor toepassing van omgevingsklokthermostaten<br />
of voor afstandsbedieningen<br />
die als optional kit beschikbaar zijn.<br />
Alle klokthermostaten van Immergas kunnen<br />
enkel met 2 kabels worden aangesloten. Lees<br />
aandachtig de instructies voor de montage en het<br />
gebruik die bij de accessoirekit zitten.<br />
• Digitale klokthermostaat On/Off (Fig. 1-6).<br />
Met de klokthermostaat kan men het volgende<br />
uitvoeren:<br />
- twee waarden voor omgevingstemperatuur<br />
instellen: één voor overdag (comforttemperatuur)<br />
en één voor 's nachts (verlaagde<br />
temperatuur);<br />
- tot vier gedifferentieerde weekprogramma's<br />
voor aanzetten en uitschakelen instellen;<br />
- selecteer de gewenste werkingsstatus uit de<br />
verschillende mogelijke alternatieven;<br />
• permanente werking op comforttemperatuur;<br />
• permanente werking op verlaagde temperatuur;<br />
• permanente werking op regelbare antivriestemperatuur.<br />
De klokthermostaat wordt gevoed met 2 batterijen<br />
van 1,5V type LR 6 alkaline.<br />
• Afstandsbediening Amico V2 CAR V2 (Fig. 1-7)<br />
met geklimatiseerde werking van de klokthermostaat.<br />
Met het paneel voor afstandbediening<br />
Amico V2 heeft de gebruiker, naast de functies<br />
die onder het vorige punt werden toegelicht,<br />
ook alle informatie onder controle en vooral<br />
binnen handbereik betreffende de werking van<br />
het toestel en van de verwarmingsinstallatie,<br />
met de mogelijkheid om gemakkelijk in te<br />
grijpen op de parameters die voordien ingesteld<br />
waren, zonder zich te moeten verplaatsen naar<br />
de plaats waar het toestel is geïnstalleerd. Het<br />
paneel van de afstandbediening Amico V2 is<br />
uitgerust met zelfdiagnose, om op het display<br />
eventuele werkingsproblemen van de ketel weer<br />
te geven. Dankzij de klimaatklokthermostaat<br />
die in het afstandbedieningspaneel is ingebouwd<br />
kan men de temperatuur voor aanvoer<br />
naar de installatie aanpassen aan de werkelijke<br />
behoeften van de omgeving die verwarmd moet<br />
worden, zodat men met uiterste precisie de gewenste<br />
waarde voor de omgevingstemperatuur<br />
kan bekomen, wat uiteraard een besparing op<br />
de beheerskost betekent. Bovendien wordt de<br />
omgevingstemperatuur en de effectieve buitentemperatuur<br />
(indien de externe sonde aanwezig<br />
is) weergegeven. De klokthermostaat wordt<br />
rechtstreeks gevoed door de ketel via dezelfde<br />
2 kabeltjes die dienen voor overdracht van<br />
gegevens tussen de ketel en de klokthermostaat.<br />
Belangrijk: wanneer de installatie in zones is onderverdeeld<br />
met de speciale CAR V2 -kit, moet die<br />
gebruikt worden met uitsluiting van de functie<br />
voor geklimatiseerde warmteregeling, ofwel door<br />
die in te stellen in modus On/Off.<br />
1-6<br />
Elektrische aansluiting CAR V2 of klokthermostaat<br />
On/Off (Optional). De interventies die<br />
hierna worden beschreven, dienen uitgevoerd toe<br />
worden nadat het toestel zonder spanning werd gezet.<br />
De eventuele omgevingsklokthermostaat On/<br />
Off wordt op de klemmen 40 en 41 aangesloten,<br />
met uitsluiting van de brug X40 (Fig. 3-2). Verzeker<br />
u ervan dat het contact van de thermostaat<br />
On/Off van het “potentiaalvrije” type is, dit betekent<br />
onafhankelijk van de netspanning; indien dit<br />
niet het geval is, kan de elektronische kaart voor<br />
afstelling beschadigd raken. De eventuele CAR V2<br />
moet via de klemmen + en - op de klemmen 41<br />
en 44 van de elektronische kaart (in de ketel)<br />
aangesloten worden, met uitsluiting van de brug<br />
X40 en volgens de juiste polariteit (Fig. 3-2). Een<br />
aansluiting met foutieve polariteit zal de CAR V2<br />
wel niet beschadigen, maar belet de werking<br />
ervan. Er kan slechts één afstandsbediening op<br />
de ketel worden aangesloten.<br />
Belangrijk: het is verplicht om in geval van gebruik<br />
van de CAR V2 twee afzonderlijke lijnen te<br />
voorzien volgens de normen die van kracht zijn<br />
wat betreft elektrische installaties. De leidingen<br />
van de ketel mogen nooit worden gebruikt als<br />
aansluiting voor de aarding van de elektrische<br />
installatie of de telefooninstallatie. Verzeker u<br />
ervan dat dit niet gebeurt vooraleer de ketel<br />
elektrisch aan te sluiten.<br />
Installatie met systeem rechtstreeks werkend<br />
op lage temperatuur. De ketel kan rechtstreeks<br />
een systeem op lage temperatuur voeden door de<br />
parameters “S5” en S6” te wijzigen (parag. 3.8).<br />
In dergelijke omstandigheden doet men er goed<br />
aan om een speciale veiligheidskit (optional)<br />
te installeren, die bestaat uit een thermostaat<br />
(met regelbare temperatuur). De thermostaat<br />
moet op de buis voor aanvoer naar de installatie<br />
worden geplaatst.<br />
1-7<br />
6 - NL