VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch

More documents

Recommendations

Info

$F:\Bureau d'Etudes\Notice\Notices techniques\Saint Roch\Fioul\Junio$

$F:\Bureau d'Etudes\Notice\Notices techniques\Saint Roch\GAZ\Ultra\G$

INSTALLATEUR GEBRUIKER TECHNICUS 3.9 FUNCTIE KOPPELING ZONNEPANELEN. De ketel is voorzien om voorverwarmd water te ontvangen uit een systeem met zonnepanelen, tot een maximumtemperatuur van 65°C. In ieder geval is het altijd nodig om een mengklep te installeren op het hydraulische circuit, voorgeschakeld op de ketel op de ingang voor koud water. Opmerking: voor een goede werking van de ketel moet de temperatuur geselecteerd op de zonneklep 5°C hoger zijn ten opzichte van de temperatuur die op het bedieningspaneel van de ketel geselecteerd is. In deze omstandigheden is het aanbevolen om de parameter P0 (thermostaat sanitair) op “1” in te stellen en de parameter P1 (timer vertraging solar) op een tijd die volstaat om water te ontvangen van een boiler die zich voorgeschakeld op de ketel bevindt, hoe groter de afstand tot de boiler hoe groter de in te stellen wachttijd; na deze afstellingen zal de ketel niet aangaan wanneer het water bij ingang op de ketel op een temperatuur is die gelijk is of hoger ten opzichte van de temperatuur ingesteld op de keuzeschakelaar sanitair warm water. 3.10 FUNCTIE “SCHOORSTEENVEGER”. Als deze functie geactiveerd is, forceert die de ketel gedurende 15 minuten op een variabel vermogen. In deze status zijn alle afstellingen uitgesloten en blijven enkel de veiligheidsthermostaat en de begrensthermostaat actief. Om de functie schoorsteenveger te bedienen moet men de knop “Reset” (3) indrukken tot de functie geactiveerd wordt zonder sanitaire aanvragen. De activering wordt aangegeven door het gelijktijdig knipperen van de indicatoren (11 en 12 Fig. 2-1). Deze functie laat de technicus toe om de verbrandingsparameters te controleren. Als de functie eenmaal geactiveerd is, kan men kiezen of men de controle in status verwarming ofwel in status sanitair wil uitvoeren, door een willekeurige waterkraan voor sanitair warm water te openen en het vermogen te regelen door te draaien aan de keuzeschakelaar “afstelling verwarming” (6). De werking in verwarming of sanitair wordt weergegeven door de betreffende symbolen of . Na de controles moet men de functie deactiveren door de ketel uit en weer in te schakelen. 3.11 FUNCTIE ANTIBLOKKERING POMP. De ketel is voorzien van een functie die de pomp minstens 1 keer iedere 24 uur gedurende 30 seconden laat draaien, om het risico te verminderen dat de pomp blokkeert wegens langdurige inactiviteit. 3.12 FUNCTIE ANTIBLOKKERING DRIEWEG. Zowel in fase “sanitair” als “sanitair-verwarming” is de ketel voorzien van een functie die ervoor zorgt dat 24 uur na de laatste werking de geautomatiseerde drieweggroep geactiveerd wordt door een volledige cyclus uit te voeren, om het risico te verminderen dat de drieweg blokkeert wegens langdurige activiteit. 3.13 FUNCTIE ANTIVRIES RADIATOREN. Als het water van de terugkeer naar installatie op een temperatuur is lager dan 4°C, treedt de ketel in werking tot 42°C wordt bereikt. 3.14 PERIODIEKE ZELFCONTROLE ELEKTRONISCHE KAART. Tijdens de werking in modus verwarming of met de ketel in stand-by, wordt de functie iedere 18 uur na de laatste controle / voeding van de ketel geactiveerd. Bij werking in modus sanitair start de zelfcontrole binnen 10 minuten na het einde van de afname die bezig is voor een duur van ongeveer 10 seconden. N.B.: tijdens de zelfcontrole blijft de ketel inactief. 3.15 FUNCTIE AUTOMATISCHE ONTLUCHTING. Bij nieuwe verwarmingsinstallaties en in het bijzonder voor vloerverwarmingen is het zeer belangrijk dat de ontluchting correct wordt uitgevoerd. De functie bestaat in het cyclisch activeren van de circulator (100 s ON, 20 s OFF) en van de 3-wegklep (120 s sanitair, 120 s verwarming). De functie wordt op twee verschillende wijzen geactiveerd: - telkens wanneer de ketel wordt gevoed; - door tegelijk de knoppen (2 en 4 Fig. 2-1) gedurende 5 seconden in te drukken met de ketel in stand-by. N.B.: wanneer de ketel op de CAR V2 is aangesloten, bekomt men de functie “stand-by” enkel via het paneel van de afstandsbediening. In het eerste geval heeft de functie een duur van 8 minuten en kan men die onderbreken met een druk op de knop “reset” (4); in het tweede geval heeft de functie een duur van 18 uur en kan men onderbreken door gewoon de ketel in te schakelen. De activering van de functie wordt aangegeven door het aftellen dat op de indicator (14) wordt weergegeven. 3.16 FUNCTIE KOPPELING INSTALLATIESUPERVISOR. De ketel is voorzien om gekoppeld te worden aan een installatie die met een warmtepomp werkt. Om de koppeling uit te voeren is een kit “Installatiesupervisor” nodig en moet men de volgende interventies uitvoeren: - “S7” op “CE” instellen; - de weerstand “R2” uitschakelen op de elektronische kaart van de ketel; - de installatiesupervisor aansluiten op de klemmen 38 (-) en 39 (+) van het klemmenbord van de ketel volgens de juiste polariteit. Raadpleeg de instructiehandleiding van de installatiesupervisor voor meer inlichtingen. 3.17 JAARLIJKSE CONTROLE EN ONDERHOUD VAN HET TOESTEL. De volgende interventies voor controle en onderhoud moeten minstens één keer per jaar worden uitgevoerd. - De warmtewisselaar kant rookgassen schoonmaken. - De hoofdbrander schoonmaken. - Controleren of de onsteking en de werking normaal verlopen. - Controleren of de brander in fase sanitair en verwarming correct is afgesteld. - Controleren of de voorzieningen voor besturing en afstelling van het toestel normaal werken, meer bepaald: - de interventie van de elektrische hoofdschakelaar op de ketel; - de interventie van de thermostaat voor regeling van de installatie; - de interventie van de thermostaat voor regeling van het sanitair. - Controleer de dichting van het gascircuit van het toestel en van de hele installatie. - Controleer de interventie van de voorziening voor voorkoming gastekort controle vlam met ionisatie: - controleer of de betreffende interventietijd minder dan 10 seconden bedraagt. - Controleer visueel of er geen waterlekken en oxidaties zijn op de koppelingen en sporen van condensresten vanbinnen in de hermetische kamer. - Controleer via de aflaatdop voor condens of er geen materiaalresten zijn die de doorgang van de condens belemmeren. - Controleer de inhoud van de sifon voor condensafvoer. - Controleer visueel of de afvoer van de veiligheidsklep van het water niet verstopt is. - Controleer of de afvoer van het expansievat na het aflaten van de druk van de installatie door die op nul te brengen (af te lezen op de manometer van de ketel) 1,0 bar is. - Controleer of de statische druk van de installatie (wanneer de installatie afgekoeld is en nadat de installatie weer via de vulkraan werd geladen) begrepen is tussen 1 en 1,2 bar. - Controleer visueel of de voorzieningen voor veiligheid en controle niet geforceerd en/of in kortsluiting zijn, meer bepaald: - veiligheidsthermostaat voor de temperatuur; - Controleer de staat en de integriteit van de elektrische installatie, meer bepaald: - de kabels van de elektrische voeding moeten in de kabelgoten zitten; - er mogen geen sporen zijn van zwart worden of van verbranden. N.B.: tijdens het periodieke onderhoud van het toestel voert men best ook de controle en het onderhoud uit van de warmte-installatie, conform met de bepalingen van de normen die van kracht zijn. 24 - NL
3.18 DEMONTAGE VAN DE MANTEL. Voor een gemakkelijk onderhoud van de ketel is het mogelijk de mantel volledig te demonteren volgens deze eenvoudige instructies: - het plastic beschermingsrooster onderaan (1) demonteren door de twee schroeven onderaan (2) los te draaien; - de twee schroeven (4) losdraaien die op het gedeelte onderaan op de voorkant van de mantel (3) zitten; - De centrale bevestigingen (6) loshaken door een lichte druk uit te oefenen op de middenzone van de zijkant (5); - trek lichtjes de voorkant van het onderste gedeelte naar u toe en duw tezelfdertijd naar boven (zie figuur); - de 2 frontale schroeven van het dashboard (7) losdraaien; - de schroeven (8) op het frontale deel van de twee zijkanten (5) losdraaien; - trek de zijkanten lichtjes naar buiten en met een schroevendraaier met een lange punt de twee schroeven achteraan (9) losdraaien. INSTALLATEUR GEBRUIKER 8 9 B A TECHNICUS 5 6 7 8 5 B 6 A 7 8 Part. B Part. A 4 3 2 1 2 9 4 3-4 25 - NL
Page 1: Handleiding met instructies en waar
Page 4 and 5: INSTALLATEUR GEBRUIKER TECHNICUS 1
Page 6 and 7: INSTALLATEUR 1-4 1-5 Unità bollito
Page 8 and 9: 1-12 1-13 INSTALLATEUR GEBRUIKER De
Page 10 and 11: INSTALLATEUR GEBRUIKER TECHNICUS 1.
Page 14 and 15: 1.19 COMPONENTEN VAN DE KETEL. TECH
Page 16 and 17: INSTALLATEUR GEBRUIKER TECHNICUS
Page 20 and 21: 3.2 ELEKTRISCH SCHEMA. 14 INSTALLAT
Page 22 and 23: INSTALLATEUR 3.8 PROGRAMMERING ELEK
Page 26 and 27: INSTALLATEUR THERMISCH THERMISCH VE
Page 28: This instruction booklet is made of

VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?