VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch

More documents

Recommendations

Info

$F:\Bureau d'Etudes\Notice\Notices techniques\Saint Roch\Fioul\Junio$

$F:\Bureau d'Etudes\Notice\Notices techniques\Saint Roch\GAZ\Ultra\G$

INSTALLATEUR GEBRUIKER TECHNICUS 2.7 DE KETEL UITSCHAKELEN. Om de ketel volledig uit te schakelen, schakelt men naar modus “off ”, de externe omnipolaire schakelaar van de ketel uitzetten en de voorgeschakelde gaskraan sluiten. De ketel niet nodeloos ingeschakeld laten wanneer deze gedurende langere periodes niet gebruikt wordt. 2.8 DRUK HERSTELLEN OP DE VERWARMINGSINSTALLATIE. Controleer regelmatig de druk van het water van de installatie. Het wijzertje van de manometer van de ketel moet een waarde aanwijzen, begrepen tussen 1 en 1,2 bar. Als de druk lager is dan 1 bar (wanneer de installatie afgekoeld is), moet men de druk herstellen met behulp van de kraan op het onderste gedeelte van de ketel (Fig. 2-2). N.B.: de kraan na de interventie sluiten. Als de druk bij waarden komt in de buurt van 3 bar, bestaat het risico dat de veiligheidsklep optreedt. In dit geval moet men de interventie van professioneel gekwalificeerd personeel aanvragen. Wanneer de druk regelmatig wegvalt, moet men de interventie van professioneel gekwalificeerd personeel aanvragen, zodat het eventuele lek op de installatie kan weggenomen worden. 2.9 DE INSTALLATIE LEEGMAKEN. Om de ketel te kunnen leegmaken, dient men de speciale kraan te bedienen voor het leegmaken van de installatie (Fig. 2-2). Vooraleer deze interventie uit te voeren, moet men ze zich van verzekeren dat de kraan voor het vullen van de installatie gesloten is. 2.10 ANTIVRIESBESCHERMING. De ketel is standaard uitgerust met een antivriesfunctie die de brander automatisch inschakelt wanneer de temperatuur onder 4°C daalt (standaardbescherming tot aan een min. temperatuur van -5°C). Alle informatie betreffende de antivriesbescherming staat vermeld in parag. 1.3. Om de integriteit van het toestel en van de thermosanitaire installatie te verzekeren in zones waar de temperatuur onder nul daalt, raden wij aan om de verwarmingsinstallatie te beschermen met antivriesvloeistof en de installatie van de ketel met de Kit Antivries van Immergas. In geval van langdurige activiteit (tweede woning), raden wij bovendien het volgende aan: - de elektrische voeding uitschakelen; - het verwarmingscircuit en het sanitaire circuit van de ketel volledig leegmaken. Bij een installatie die frequent wordt leeggemaakt, is het onontbeerlijk dat het vullen gebeurt met water dat op de juiste manier behandeld is om waterhardheid uit te sluiten, wat aanleiding kan geven tot kalkaanslag. 2.11 DE BEKLEDING SCHOONMAKEN. Gebruik vochtige doeken en neutrale zeep om de mantel van de ketel schoon te maken. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen of in poedervorm. 2.12 DEFINITIEVE DEACTIVERING. Wanneer men beslist om de ketel definitief te deactiveren, moet men de betreffende interventies door professioneel gekwalificeerd personeel laten uitvoeren; zorg er onder andere voor dat de elektrische voeding, de watervoorziening en de brandstoftoevoer worden uitgeschakeld. Zicht onderaan. Legende: 1 - Kraan voor het vullen 2 - Kraan voor het leegmaken 2-2 18 - NL
3 INWERKINGSTELLING VAN DE KETEL (INITIËLE CONTROLE) Om de ketel in werking te stellen dient het volgende te gebeuren: - controleren of er een conformiteitverklaring van de installatie bestaat; - controleren of het gebruikte gas overeenkomt met het gas waarvoor de ketel voorzien is; - de aansluiting op een net van 230V-50Hz, de juiste polariteit L-N en de aardingsaansluiting controleren; - controleren of de verwarmingsinstallatie met water is gevuld, door na te gaan of het wijzertje van de manometer op de ketel een druk aangeeft van 1÷1,2 bar; 3.1 HYDRAULISCH SCHEMA. - de ketel aanzetten en de nagaan of de ontsteking correct gebeurt; - de waarden ∆p gas bij sanitair en bij verwarming controleren; - het CO 2 -gehalte van de rookgassen bij maximum- en minimumdebiet controleren; - controleren of de veiligheidsvoorziening optreedt wanneer er geen gas is en de betreffende interventietijd; - de interventie controleren van de hoofdschakelaar die op de ketel zit en voorgeschakeld is; - controleren of de eindstukken voor aanzuigen en/of afvoer niet verstopt zijn; - de interventie van de regelelementen controleren; - de voorzieningen voor regeling van het gasdebiet verzegelen (wanneer de afstellingen GAS veranderd worden); - de productie van sanitair warm water controleren; - de dichtheid van de hydraulische circuits controleren; - de ventilatie en/of de verluchting van het installatielokaal nagaan waar voorzien. Als één van deze controles die noodzakelijk zijn voor de veiligheid negatief is, mag de installatie niet in werking worden gesteld. INSTALLATEUR GEBRUIKER Legende: 1 - Sifon voor condensafvoer 2 - Sanitaire debietregelaar 3 - Stroombegrenzer 4 - Kraan voor het vullen van de installatie 5 - Sanitaire sonde 6 - Gasklep 7 - Aansluiting druk uitgang gasklep (P3) 8 - Positief signaal venturi (P1) 9 - Negatief signaal venturi (P2) 10 - Collector venturi lucht/gas 11 - Ventilator 12 - Gasstraalpijp 13 - Bougie voor detectie 14 - Sonde rookgassen 15 - Luchtaanzuigbuis 16 - Condensatiemodule 17 - Manuele ontluchtingsklep 18 - Thermozekering beveiliging warmtewisselaar 19 - Schacht luchtanalysator 20 - Aansluiting druk ∆p gas 21 - Schacht rookgasanalysator 22 - Kap rookgassen 23 - Veiligheidsthermostaat 24 - Sonde aanvoer 25 - Bougie voor ontsteking <strong>26</strong> - Brander 27 - Afdekking condensatiemodule 28 - Expansievat installatie 29 - Ontluchtingsklep 30 - Circulator ketel 31 - Kraan voor leegmaken van de installatie 32 - Drukregelaar installatie 33 - Driewegklep (geautomatiseerd) 34 - Sanitaire warmtewisselaar 35 - By-pass 36 - Beveiligingsklep 3 bar TECHNICUS G - Gasaansluiting SC - Afvoer van condens AC - Uitgang sanitair warm water AF - Ingang sanitair water R - Terugkeer installatie M - Aanvoer installatie 3-1 19 - NL
Page 1: Handleiding met instructies en waar
Page 4 and 5: INSTALLATEUR GEBRUIKER TECHNICUS 1
Page 6 and 7: INSTALLATEUR 1-4 1-5 Unità bollito
Page 8 and 9: 1-12 1-13 INSTALLATEUR GEBRUIKER De
Page 10 and 11: INSTALLATEUR GEBRUIKER TECHNICUS 1.
Page 14 and 15: 1.19 COMPONENTEN VAN DE KETEL. TECH
Page 16 and 17: INSTALLATEUR GEBRUIKER TECHNICUS
Page 20 and 21: 3.2 ELEKTRISCH SCHEMA. 14 INSTALLAT
Page 22 and 23: INSTALLATEUR 3.8 PROGRAMMERING ELEK
Page 26 and 27: INSTALLATEUR THERMISCH THERMISCH VE
Page 28: This instruction booklet is made of

VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?