VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch
VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch
VICTRIX 26 2 I - Saint-Roch
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
INSTALLATEUR<br />
GEBRUIKER<br />
TECHNICUS<br />
• Werking met afstandbediening Amico V2 (CAR V2 )<br />
(Optional). Wanneer de CAR V2 is aangesloten,<br />
verschijnt op het display het symbool ( ),<br />
de parameters voor afstelling van de ketel kunnen<br />
ingesteld worden op het bedieningspaneel van de<br />
CAR V2 , maar op het bedieningspaneel van de ketel<br />
blijft de drukknop reset (3), de drukknop voor<br />
uitschakelen (1) (enkel modus “off ”) en het display<br />
waar de werkingsstatus weergegeven wordt wel<br />
actief.<br />
Opgepast: als men de ketel in modus “off ” zet, verschijnt<br />
op de CAR V2 het symbool verbindingsfout<br />
“ERR>CM”, toch blijft de CAR V2 gevoed zonder de<br />
programma's die in het geheugen opgeslagen zijn<br />
te verliezen.<br />
• Werking solar ( ). Deze functie wordt automatisch<br />
geactiveerd wanneer de ketel een sonde<br />
detecteert op de sanitaire ingang (optional) of als<br />
de parameter “Vertraging inschakeling solar” groter<br />
is dan 0 seconden.<br />
Wanneer het water tijdens een afname bij uitgang<br />
voldoende warm is, wordt de ketel niet aangezet,<br />
op het display verschijnt het symbool sanitaire<br />
afname ( ) en het knipperende symbool van<br />
de werking solar ( ).<br />
Wanneer het water dat door het solarsysteem wordt<br />
geleverd een temperatuur heeft die lager is dan de<br />
ingestelde temperatuur, wordt de ketel aangezet,<br />
nu blijft het symbool van de solarfunctie vast aan.<br />
• Werking met externe sonde optional ( ). In<br />
geval van installatie met externe sonde optional<br />
wordt de temperatuur voor aanvoer van de ketel<br />
voor de verwarming beheerd door de externe<br />
sonde in functie van de gemeten buitentemperatuur<br />
(Parag. 1.6). Men kan de temperatuur voor<br />
aanvoer wijzigen door de werkingscurve te kiezen<br />
met behulp van de keuzeschakelaar (6) (ofwel op<br />
het bedieningspaneel van de CAR V2 indien op de<br />
ketel aangesloten) en een waarde van “0 tot 9” te<br />
selecteren.<br />
Als de externe sonde aanwezig is, verschijnt op het<br />
display het betreffende symbool (18). Wanneer de<br />
temperatuur van het water in de installatie tijdens<br />
de verwarmingsfase voldoende is om de radiatoren<br />
te verwarmen, kan de ketel werken door enkel de<br />
circulator te activeren.<br />
• Modus “stand-by”. Druk meermaals op de knop<br />
(1) tot het symbool ( ) verschijnt, vanaf dat<br />
moment blijft de ketel inactief, toch blijven de<br />
antivriesfunctie, de antiblokkering van de pomp<br />
en de drieweg en de signalering van eventuele<br />
problemen gewaarborgd.<br />
N.B.: in deze omstandigheden dient de ketel beschouwd<br />
te worden als nog onder spanning.<br />
• Modus “off”. Door de knop (1) gedurende 8 seconden<br />
ingedrukt te houden, gaat het display uit en is<br />
de ketel volledig uitgeschakeld. In deze modus zijn<br />
de veiligheidsfuncties niet gewaarborgd.<br />
N.B.: hoewel de ketel geen actieve functies heeft<br />
in deze omstandigheden, dient ze beschouwd te<br />
worden als nog onder spanning.<br />
• Modus “automatische ontluchting”. Bij iedere<br />
nieuwe voeding van de ketel wordt de automatische<br />
functie voor ontluchting van de installatie<br />
(gedurende 8 minuten) geactiveerd, deze functie<br />
wordt weergegeven via aftellen, gesignaleerd door<br />
de indicator (14). Tijdens deze tijdsspanne zijn de<br />
functies voor sanitair warm water en verwarming<br />
niet actief.<br />
Men kan ook de functie “automatische ontluchting”<br />
annuleren door de knop “reset” (4) in te drukken.<br />
• Werking van het display. Tijdens het gebruik van<br />
het bedieningspaneel licht het display op, na 15<br />
seconden inactiviteit dimt de verlichting tot enkel<br />
nog de actieve symbolen zichtbaar zijn, men kan de<br />
verlichtingsmodus variëren via de parameter t3 in<br />
het menu voor personalisering van de elektronische<br />
kaart.<br />
2.5 SIGNALERINGEN VAN DEFECTEN<br />
EN PROBLEMEN.<br />
De ketel Victrix <strong>26</strong> 2 I signaleert een eventueel<br />
probleem via een code die op het display van<br />
de ketel (14) wordt weergegeven volgens de<br />
volgende tabel:<br />
Gesignaleerd probleem<br />
Foutcode<br />
Blokkering aanvoer inschakeling 01<br />
Blokkering veiligheidsthermostaat<br />
(te hoge temperatuur), probleem<br />
vlamcontrole<br />
02<br />
Blokkering thermostaat rookgassen 03<br />
Blokkering weerstand contacten 04<br />
Probleem sonde aanvoer 05<br />
Probleem sonde sanitair 06<br />
Maximumaantal reset 08<br />
Onvoldoende druk installatie 10<br />
Fout configuratie 15<br />
Probleem ventilator 16<br />
Blokkering waakvlam 20<br />
Probleem toetsenbord 24<br />
Blokkering wegens interventie gradiënt<br />
temperatuur rookgassen<br />
25<br />
Onvoldoende circulatie 27<br />
Probleem sonde rookgassen 29<br />
Verlies communicatie afstandsbediening<br />
Communicatie IMG Bus weggevallen<br />
31<br />
36<br />
Lage voedingsspanning 37<br />
Verlies signaal van de vlam 38<br />
Blokkering wegens verlies van<br />
continu signaal van de vlam<br />
Blokkering wegens maximumtijd<br />
gedeeltelijk openen gasklep<br />
Interventie thermostaat lage temperatuur<br />
(optional)<br />
Beperking vermogen van de<br />
brander<br />
N.B.: op de afstandsbediening Amico V2 (Optional)<br />
komt de foutcode overeen met de vorige lijst<br />
met daarvoor de aanduiding “ERR>” (Vb. code<br />
01 CAR V2 code ERR>01).<br />
Blokkering aanvoer inschakeling. Bij iedere<br />
aanvraag voor verwarming van de omgeving of<br />
productie van sanitair warm water gaat de ketel<br />
automatisch aan. Als de brander niet aanslaat<br />
binnen de vooraf vastgelegde tijdsspanne, gaat<br />
43<br />
44<br />
46<br />
47<br />
de ketel in “blokkering wegens geen ontsteking”.<br />
Om de “blokkering wegens geen ontsteking” uit te<br />
schakelen, moet men op de knop Reset (3) drukken.<br />
Bij de eerste inschakeling of na langdurige<br />
inactiviteit van het toestel kan het nodig zijn om<br />
tussen te komen om de “blokkering wegens geen<br />
ontsteking” uit te schakelen. Als het fenomeen<br />
vaak optreedt, moet men een bevoegde technicus<br />
opbellen (bijvoorbeeld de technische dienst van<br />
Immergas).<br />
Blokkering veiligheidsthermostaat (te hoge<br />
temperatuur), probleem vlamcontrole. Indien<br />
er tijdens de normale werking wegens een probleem<br />
een overmatige interne oververhitting of<br />
rook optreedt, ofwel wegens een probleem bij de<br />
controlesectie van de vlam, gaat de ketel in blokkering<br />
wegens een te hoge temperatuur. Om de<br />
“blokkering wegens te hoge temperatuur” uit te<br />
schakelen, moet men op de knop Reset (3) drukken.<br />
Als het fenomeen vaak optreedt, moet men<br />
een bevoegde technicus opbellen (bijvoorbeeld de<br />
technische dienst van Immergas).<br />
Blokkering thermostaat rookgassen. Treedt op<br />
in geval van gedeeltelijke obstructie intern (te<br />
wijten aan de aanwezigheid van kalk of modder)<br />
of extern (verbrandingsresten) bij de condensatiemodule.<br />
Om de “blokkering thermostaat rookgassen”<br />
uit te schakelen, moet men op de knop Reset<br />
(3) drukken; bel een bevoegde technicus op om<br />
de obstructies te verwijderen (bijvoorbeeld de<br />
technische dienst van Immergas).<br />
Blokkering weerstand contacten. Treedt op in<br />
geval van defect van de veiligheidsthermostaat (te<br />
hoge temperatuur) of een probleem bij controle<br />
van de vlam. De ketel start niet, moet men een<br />
bevoegde technicus opbellen (bijvoorbeeld de<br />
technische dienst van Immergas).<br />
Probleem sonde aanvoer installatie. Als de<br />
kaart een probleem detecteert op de sonde NTC<br />
aanvoer installatie, start de ketel niet; men dient<br />
een bevoegde technicus op te bellen (bijvoorbeeld<br />
de technische dienst van Immergas).<br />
Probleem sonde sanitair. Als de kaart een<br />
probleem detecteert op de sonde NTC sanitair,<br />
signaleert de ketel het probleem. In dat geval blijft<br />
de ketel verder sanitair warm water produceren<br />
maar niet met optimale prestaties. Bovendien is<br />
de antivriesfunctie in dit geval verhinderd en moet<br />
men daarom een bevoegde technicus opbellen<br />
(bijvoorbeeld de technische dienst van Immergas).<br />
Maximumaantal reset.Om een eventueel probleem<br />
uit te schakelen, moet men op de knop<br />
Reset (3) drukken. Men kan het probleem tot<br />
5 keer na elkaar resetten, daarna is de functie<br />
minstens een uur niet beschikbaar en krijgt men<br />
opnieuw de kans om maximaal 5 pogingen per<br />
uur te proberen.<br />
Onvoldoende druk installatie. Er wordt geen<br />
waterdruk gedetecteerd in het verwarmingscircuit<br />
die voldoende is om de correcte werking van de<br />
ketel te garanderen. Controleer op de manometer<br />
van de ketel (7) of de druk van de installatie<br />
begrepen is tussen 1÷1,2 bar, herstel eventueel<br />
de correcte druk.<br />
Fout configuratie. Als de kaart een probleem of<br />
een incongruentie detecteert op de elektrische<br />
bekabeling, start de ketel niet. Wanneer de normale<br />
omstandigheden terugkeren, start de ketel<br />
opnieuw zonder dat men hoeft te resetten. Als<br />
het probleem aanhoudt, moet men een bevoegde<br />
technicus opbellen (bijvoorbeeld de technische<br />
dienst van Immergas).<br />
16 - NL