21.03.2015 Views

“Eigen Rock eerst?” - Poppunt

“Eigen Rock eerst?” - Poppunt

“Eigen Rock eerst?” - Poppunt

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen<br />

Academiejaar 2010-2011<br />

<strong>“Eigen</strong> <strong>Rock</strong> <strong>eerst</strong>?<strong>”</strong><br />

Een verkennend onderzoek naar de rol van lokaliteit binnen de<br />

pop- en rockprogrammatie van muziekcentra en muziekclubs<br />

door Kathleen Vandendriessche<br />

UA-begeleider: Prof. Steven Malliet<br />

Tweede lezer: Prof. Alexander Dhoest<br />

Scriptie ingediend tot het bekomen<br />

van het diploma Master in de Communicatiewetenschappen


EXECUTIVE SUMMARY<br />

“Wat zijn de selectiecriteria die muziekprogrammatoren hanteren voor artiesten<br />

in muziekcentra en -clubs?<strong>”</strong> en “In welke mate is lokaliteit een belangrijke factor<br />

in het selectieproces van artiesten binnen de programmatie van muziekcentra en<br />

-clubs?<strong>”</strong>. Zo luiden de twee onderzoeksvragen van deze masterproef.<br />

In de literatuurstudie vinden we achtergrondinformatie om te begrijpen hoe<br />

Globalisering een effect heeft op de wereld, de cultuur en meer specifiek ook de<br />

muziek. Verder wordt er een schets gegeven van de werking van het pop -en<br />

rockcircuit binnen deze geglobaliseerde wereld. Verder is het belangrijk om na te<br />

gaan welke gatekeepers actief zijn in de muzieksector, om zo de plaats van de<br />

muziekprogrammator te bepalen. Na een eigen kwalitatief onderzoek, gevoerd<br />

door middel van diepte-interviews met zeven muziekprogrammatoren van<br />

verschillende muziekcentra en –clubs (het Depot, Muziek-O-Droom,<br />

Kunstencentrum Vooruit, 5voor12, N9, Ancienne Belgique en Cactus) bekwamen<br />

we volgende antwoorden op de onderzoeksvragen: de belangrijkste criteria waren<br />

- in volgorde van belangrijkheid - de financiële kost, het reeds afgelegde<br />

parcours, het passen binnen de werking, de kwaliteit en de actualiteit van de<br />

artiest, een goede live-show, populariteit van de artiest en het befaamde<br />

‘Buikgevoel’ van de programmator. Lokaliteit is geen criterium dat specifiek naar<br />

boven kwam in de interviews. Wel is er vanuit verschillende muziekcentra en -<br />

clubs ofwel een specifieke lokale werking, ofwel enkel extra aandacht voor lokale<br />

artiesten. Twee van de zeven muziekcentra en –clubs werken met een ‘Artist in<br />

Residence’, om zo lokaal talent snel te laten opklimmen. Drie andere<br />

muziekcentra en –clubs proberen toch te zorgen dat lokaal (of nationaal) talent<br />

zeker ook vertegenwoordigd zijn op hun podia. Het is echter niet altijd makkelijk<br />

om talent te ontdekken, omdat er een overload is aan nieuwe groepen, maar een<br />

gebrek aan tijd bij de muziekprogrammatoren. Uit de interviews werd het ook<br />

duidelijk dat waar lokale artiesten vroeger vaak in het voorprogramma<br />

terechtkwamen, hier nu vaak bevriende bands staan die de buitenlandse artiesten<br />

zelf meebrengen.<br />

Key Words: Globalisering, Lokaliteit, pop- en rock, muziek, programmatie,<br />

Vlaanderen.<br />

Word Count: 30336<br />

2


INHOUDSTAFEL<br />

VOORWOORD 5<br />

1. INLEIDING 6<br />

2. THEORETISCH KADER 7<br />

2.1 Globalisering 7<br />

2.1.1 Wat is Globalisering? 7<br />

2.1.2 Culturele Globalisering 8<br />

2.1.3 Globalisering in de Muziekindustrie 11<br />

2.2 Populaire muziek in een geglobaliseerde wereld 15<br />

2.2.1 Wat is Populaire muziek? 16<br />

2.2.2 Wat is Pop- en <strong>Rock</strong>muziek? 16<br />

2.2.3 Effecten van Globalisering op Pop -en <strong>Rock</strong>muziek 17<br />

2.2.4 Gatekeepers in Pop -en <strong>Rock</strong>muziek 19<br />

3. PROBLEEMSTELLING 24<br />

3.1 Conclusie uit de literatuur 24<br />

3.2 Onderzoeksvragen 24<br />

4. METHODOLOGIE 25<br />

4.1 Onderzoeksmethode 25<br />

4.2 Steekproeftrekking 25<br />

4.3 Bevraging en verwerking 26<br />

4.4 Situering van de respondenten 27<br />

4.4.1 Ancienne Belgique (AB), Brussel, Herman Hulsens 27<br />

4.4.2 Kunstencentrum Vooruit, Gent, Wim Wabbes 28<br />

4.4.3 5voor12, Antwerpen, Philip De Liser 28<br />

4.4.4 N9, Eeklo, Jan de Boever 28<br />

4.4.5 Muziek-O-Droom (MOD), Hasselt, Riet Coenen 29<br />

4.4.6 Het Depot, Leuven, Mike Naert 29<br />

4.4.7 Cactus, Brugge, Patrick Keersebilck 30<br />

5. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK 30<br />

5.1 De selectiecriteria 30<br />

5.1.1 Het Buikgevoel 31<br />

5.1.2 De Live-show 32<br />

3


5.1.3 Kwaliteit 32<br />

5.1.4 Afgelegd Parcours 32<br />

5.1.5 Financiële kost 33<br />

5.1.6 Passen binnen de werking 34<br />

5.1.7 Actualiteit 34<br />

5.1.8 Populariteit 34<br />

5.2 Lokaal of internationaal? 35<br />

5.3 Artist in Residence 35<br />

5.4 Problematiek van het voorprogramma 36<br />

5.5 Aanbod-overload 36<br />

5.6 ‘Afkijken’ en ‘Opstoken’ bij de anderen 37<br />

5.7 Gevolgen van locatie op de werking 37<br />

6. ANALYSE 38<br />

6.1 Onderzoeksvraag 1 38<br />

6.2 Onderzoeksvraag 2 39<br />

7. AANBEVELINGEN VOOR VERDER ONDERZOEK 40<br />

8. BIBLIOGRAFIE 42<br />

9. BIJLAGE (interviews) 47<br />

4


VOORWOORD<br />

Het onderwerp van deze masterproef werd gekozen vanuit mijn persoonlijke<br />

interesse. Reeds van jongsaf heb ik een sterke interesse in muziek: ik ging naar<br />

de muziekacademie, danste en bezocht muziekfestivals met mijn ouders.<br />

Naarmate ik ouder werd is mijn interesse blijven groeien. Dagelijks geniet ik van<br />

mijn favoriete muziek, of dat nu op de radio is of op mijn zelf samengestelde<br />

playlist op mijn iPod. Naar muziekconcerten gaan blijft voor mij een favoriet<br />

tijdverdrijf, met een voorkeur voor pop- en rockmuziek. Verder ken ik een<br />

heleboel mensen zelf muziek maken, en ik vraag me vaak af wat hun kansen zijn.<br />

Het leek me heel interessant eens de kans te krijgen om met een aantal<br />

muziekprogrammatoren van mijn (favoriete) muziekcentra en –clubs te praten.<br />

Dit onderwerp sluit heel mooi aan bij mijn twee masteropleidingen:<br />

Communicatiewetenschappen en Cultuurmanagement. Ik hoop door deze<br />

masterproef een beter inzicht te krijgen in de werking van muziekprogrammatie<br />

in muziekcentra en –clubs en daardoor mogelijks meer kansen te krijgen op<br />

gebied van werkgelegenheid in de muzieksector.<br />

Graag wil ik mijn promotor Prof. Steven Malliet bedanken om mij op weg te<br />

helpen voor het schrijven van deze masterproef en voor het geduld dat hij heeft<br />

opgebracht. Ook Tijs Vastesaeger (die in 2010 nog bij <strong>Poppunt</strong> werkte) kon me<br />

heel wat achtergrondinformatie verschaffen over de werking van de<br />

muzieksector.<br />

Alle muziekprogrammatoren die de tijd maakten voor mijn interview zijn een<br />

enorme verrijking geweest voor deze masterproef. Riet Coenen, Jan De Boever,<br />

Philip De Liser, Herman Hulsens, Patrick Keersebilck, Mike Naert en Wim Wabbes,<br />

bedankt!<br />

Tot slot nog een dikke “merci<strong>”</strong> aan Joris Jonkheer om zijn persoonlijke ervaringen<br />

als muziekprogrammator bij Studio Brussel te delen en aan Jens Bastiaensen en<br />

Agnes Pintens voor het nalezen van deze scriptie.<br />

Kathleen Vandendriessche, 21 augustus, 2011<br />

5


1. INLEIDING<br />

We kunnen steeds meer spreken van een geglobaliseerde wereld. Dit heeft<br />

gevolgen voor verschillende sectoren, zo ook de muzieksector. In muziekcentra<br />

en –clubs binnen het pop- en rockcircuit in Vlaanderen, krijgen<br />

muziekprogrammatoren steeds meer aanbiedingen van zowel binnen- als<br />

buitenlandse artiesten. Kunnen ze het bos nog zien door de bomen? Door middel<br />

van welke criteria maken ze een selectie uit dit grote aanbod? In deze<br />

masterproef wordt een onderzoek gevoerd naar deze selectiecriteria en er wordt<br />

gekeken in welke mate het lokale karakter van artiesten nog een rol speelt.<br />

Eerst wordt de situatie van de Globalisering geschetst. Dit omvat Globalisering in<br />

het algemeen, Culturele Globalisering en Globalisering in de muziekwereld. Er<br />

wordt dieper ingegaan op het pop- en rockcircuit en de rol van de<br />

muziekprogrammator als gatekeeper binnen deze geglobaliseerde wereld.<br />

Vervolgens worden de onderzoeksvragen en de manier waarop het onderzoek<br />

verliep toegelicht. Alle resultaten die voortkwamen uit de diepte-interviews<br />

worden opgesomd om zo tot een antwoord te komen op de onderzoeksvragen.<br />

Tot slot volgen enkele aanbevelingen naar verder onderzoek toe.<br />

6


2. THEORETISCH KADER<br />

2.1 Globalisering<br />

Globalisering is een tendens die voorkomt in verschillende facetten van het leven:<br />

o.a. in de economie, de politiek, het sociale en het culturele.<br />

Eerst wordt er kort een beeld geschetst van wat Globalisering juist is, om zo<br />

verder te gaan naar Culturele Globalisering en meer specifiek naar Globalisering<br />

binnen de muziekwereld.<br />

2.1.1 Wat is Globalisering?<br />

Globalisering is …<br />

“The flow of people, images, commodities, money, ideas, and information<br />

on a global scale, which some theorists argue is creating a homogeneous<br />

world culture (Lull, 2000, p. 285).<strong>”</strong><br />

Ritzer (2010, p. 28) gebruikt de metafoor van ‘solids, liquids and gases’ om<br />

globalisering uit te leggen. Vroeger, voor er sprake was van globalisering, waren<br />

de meeste elementen op de wereld ‘solid’, solide/vast(geroest). Ook informatie<br />

had de neiging om niet ver te reizen. Volgens Ritzer is de globalisering te<br />

vergelijken met het proces van ‘solidity’ naar ‘liquidity’ (vloeibaarheid).<br />

Informatie blijft niet langer op één plek hangen en vloeit verder, ondermeer door<br />

nieuwe technologische ontwikkelingen op vlak van communicatie en transport,<br />

oftewel “the bits provoked one world (Lubbers, 2000, p. 184)<strong>”</strong>. Ritzer (2010, p.<br />

28) voegt hieraan toe dat er meer en meer sprake zal kunnen zijn van ‘gases’,<br />

namelijk de informatie die zich nog sneller, lichter en makkelijker kan verspreiden<br />

zoals gassen.<br />

Niet iedereen is echter overtuigd dat er sprake is van een geglobaliseerde wereld.<br />

Terwijl globalisten menen dat de globalisering over de hele wereld verspreid is,<br />

zeggen de sceptici het tegendeel:<br />

“… there is no such thing as globalization since a significant portion of the<br />

world’s population is excluded from the processes associated with it<br />

(Ritzer, 2010, p. 59).<strong>”</strong><br />

7


Ook Lubbers (2000, p. 187-188) wijst op deze ‘exclusion’ of uitsluiting van<br />

bepaalde delen van de bevolking, hoewel hij het idee van globalisering niet<br />

ontkent. Hij verwijst hier onder andere naar de groeiende inkomensverschillen.<br />

Soros (Bishop, 2005, p. 462) merkt op dat dit onevenwicht misschien niet<br />

veroorzaakt werd door de globalisering, maar hij denkt dat de globalisering het<br />

wel versterkt heeft. Ook Lull (2000, p. 5) meent dat de kloof steeds groter wordt<br />

naargelang de technologie vooruitgaat, of zoals Bauman zou zeggen:<br />

“Globalization divides as much as it unites (Bauman, 1998, in Lull, 2000,<br />

p. 5).<strong>”</strong><br />

2.1.2 Culturele Globalisering<br />

Globalisering wordt in wetenschappelijke literatuur vaak gerelateerd aan<br />

verschillende andere concepten. Enkele voorbeelden hiervan zijn ‘Imperialisme’,<br />

‘Kolonialisme’, ‘Westernization’ en ‘Americanization’.<br />

Men spreekt van Imperialisme wanneer het ene land macht probeert uit te<br />

oefenen over een ander land (Ritzer, 2010, p.80-81). Een onderdeel hiervan is<br />

Cultureel Imperialisme :<br />

“The critical notion that the diffusion of modern cultural artifacts, images,<br />

and styles around the world is a contemporary form of cultural oppression<br />

or ‘Imperialism’. These processes favor the economic, political, and<br />

cultural interests of international superpowers such as the United States,<br />

the United Kingdom, Germany, and Japan (Lull, 2000, p. 284)<strong>”</strong>.<br />

Een achterliggende reden kan dan zijn dat de ene cultuur zichzelf als superieur<br />

aanziet en de andere, zogezegd minder beschaafde cultuur, wil beleren. De meest<br />

dominante imperialistiche cultuur is die van de Verenigde Staten. Kolonialisme<br />

is vergelijkbaar met Imperialisme, enkel formeler. Hierbij gaat de dominante<br />

cultuur de kolonie echt gaan besturen, ook via culturele kanalen (Ritzer, 2010,<br />

p.80).<br />

Westernization (of Verwestersing) wordt vaak in één adem genoemd met<br />

Globalisering. Het verschil tussen beide is de richting van de informatie. Bij<br />

Verwestersing wordt de westerse cultuur opgelegd aan andere landen. Bij<br />

Globalisering in het algemeen is er geen sprake van dit soort éénrichtingsverkeer.<br />

Alle landen/culturen op de wereld beïnvloeden mekaar, de informatie kan vrij<br />

8


ondstromen. Americanization is vergelijkbaar met Verwestersing, maar dan<br />

met de specifieke nadruk op Amerika als dominante cultuur (Ritzer, 2010, p. 81):<br />

“Americanization is defined as the export of products, images, technologies,<br />

practices, and behavior that is closely associated with America and Americans<br />

(Ritzer, 2010, p. 105)<strong>”</strong>.<br />

Ook op vlak van Culturele Globalisering zijn er uiteenlopende meningen (Ritzer,<br />

2010, p.59). Globalisten zeggen dat er meer en meer naar één populaire cultuur<br />

geëvolueerd wordt, terwijl de sceptici dit tegenspreken. Zij menen dat er juist<br />

steeds meer verschillende culturen ontstaan. Binnen de culturele globalisering<br />

onderscheidt Ritzer daarom (2010, p. 274) ook nog eens drie verschillende<br />

stromingen. ‘Cultural Differentialism’, ‘Cultural Convergence’ en ‘Cultural<br />

Hybridization’. Bij Cultural Differentialism ligt de nadruk op het feit dat<br />

culturen in de <strong>eerst</strong>e plaats zeer verschillend zijn en dat ze daardoor enkel<br />

“oppervlakkig beïnvloed worden door globale stromingen (Ritzer, 2010, p. 274)<strong>”</strong>.<br />

Cultural Convergence wijst op de homogeniteit die ontstaat door globalisering.<br />

Wanneer verschillende culturen mekaar beïnvloeden gaan culturen niet meer toe<br />

te schrijven zijn aan geografische locaties. Een bekend voorbeeld van deze<br />

stroming is de Amerikanisering die hierboven reeds vermeld werd. Binnen deze<br />

definitie staat Amerikaanse homogenisering vooral gelijk aan “de teloorgang van<br />

een bruisend, divers, rijk en authentiek Europees cultureel leven (De Meyer,<br />

2004, p. 1).<strong>”</strong> Begrippen die hiermee in verband gebracht kunnen worden zijn<br />

Dallasificatie, Cocacolanisering en McDonaldisering (De Meyer, 2004, p. 1). Deze<br />

McDonaldisering van de maatschappij bevat 4 belangrijke dimensies:<br />

efficiëntie, berekenbaarheid, voorspelbaarheid en controle/manipulatie. Bij de<br />

fastfoodketen McDonalds moet zo snel mogelijk de honger gestild worden<br />

(efficiëntie), kwantiteit wordt gelijkgesteld aan kwaliteit (berekenbaarheid), alles<br />

wordt volgens bepaalde regels gedaan, waardoor de service en de producten<br />

hetzelfde zijn in verschillende filialen (voorspelbaarheid) en ze doen er alles aan<br />

om de klant te manipuleren om snel te eten en terug te vertrekken<br />

(controle/manipulatie). Zelfs de keuze voor ongemakkelijke zetels is dus<br />

doordacht. De doolhofstructuur van IKEA-winkels om zo de klanten te<br />

manipuleren om alle producten te bekijken is een voorbeeld van de dimensie<br />

‘controle’ van McDonaldisering. Gezien IKEA uit Zweden afkomstig is, en dus niet<br />

uit de Verenigde Staten, is dit een mooi voorbeeld van hoe Globalisering werkt<br />

(Ritzer, 2010, in Ritzer en Atalay, p. 386-388).<br />

9


Uit onderzoek van Watson in Oost-Azië blijkt echter dat de McDonaldisering<br />

concurrentie krijgt van Lokalisering. Hoewel de McDonaldisering zorgde voor de<br />

inburgering van ‘met de handen eten’ en frieten eten, oefende de lokale cultuur<br />

ook een invloed uit op McDonalds: in Oost-Azië geldt de term ‘fastfood’ enkel<br />

voor de snelle levering van het eten, niet voor de consumptie ervan. “In Hong<br />

Kong zitten studenten vaak urenlang in McDonalds om te studeren en te<br />

roddelen. Voor hen is McDonalds het equivalent van een jeugdclub (Watson,<br />

2010, p.397).<strong>”</strong> Ook krijg je lokale variaties op de standaardhamburgers van<br />

McDonalds: in Mexico wordt bijvoorbeeld de McBurrito verkocht en in India de<br />

Maharaja Mac (Burke, 2009, p. 53).<br />

Deze combinatie van Globalisering en Lokalisering brengt ons naar de laatste<br />

stroming die Ritzer beschreef, namelijk ‘Cultural Hybridization’. Hierbij wordt<br />

ervan uitgegaan dat lokale en globale culturen mekaar beïnvloeden en dat zo<br />

nieuwe ‘entiteiten’ bestaan (Ritzer, 2010, in Ritzer en Atalay, p. 386-388). Omdat<br />

in deze stroming het globale en lokale samensmelten wordt er ook wel over<br />

‘Indigenization’ (Lull, 2000, p. 286) of ‘Glokalisering’ gesproken (Robertson,<br />

2010, p. 335). Deze term werd in de jaren ’80 in Japan reeds gebruikt in het<br />

economische jargon. Glokalisering wordt in deze context nog steeds gebruikt,<br />

waar het overeenkomt met micro-marketing:<br />

“The tailoring and advertising of goods and services on a global or near-global<br />

basis to increasingly differentiated local and particular markets (Robertson, 2010,<br />

p. 335).<strong>”</strong><br />

Kraidy (2010, p. 354) deed onderzoek naar hybriditeit in lokale en globale media<br />

bij Libanese jongeren. Uit het onderzoek bleek dat de jongeren hun identiteit<br />

opbouwden door in hun dagelijkse leven gebruik te maken van zowel media uit<br />

Westerse landen (vooral de Verenigde Staten) als uit Libanon zelf. Het was niet<br />

zo dat ze zomaar alles overnamen (Latijns-Amerikaanse tele-novellas spraken<br />

hen bijvoorbeeld niet aan), maar ze lieten zichzelf beïnvloeden door verschillende<br />

culturen, onder andere op vlak van muziek, om daaruit hun eigen identiteit te<br />

vormen. In Vlaanderen kiezen de kijkers nog steeds massaal voor het Vlaamse<br />

origineel. Vlaamse fictie scoort nog steeds bij het publiek, hoewel het aanbod aan<br />

buitenlandse programma’s (die goedkoper aan te kopen zijn voor de zenders)<br />

zeer hoog is (Van den Bulck, 2009, p. 25).<br />

10


Glokalisering kan echter ook als negatief aanzien worden: “a loss of purity,<br />

wholeness, authenticity (Nederveen Pieterse, 2010, p. 326)<strong>”</strong>.<br />

Sommige auteurs relativeren het idee van homogenisering als gevolg van de<br />

Globalisering. Ze gaan in tegen het idee van de homogenisering die lokale<br />

culturen vernielt en de lokale populatie “uitbuit<strong>”</strong>. Volgens hen wordt er te weinig<br />

rekening gehouden met de receptieve kant van Globalisering:<br />

“Even the most fundamental idea that widespread representation of<br />

cultural forms leads to undifferentiated reception of those forms simply<br />

does not hold true (Lull, 2007, p. 8).<strong>”</strong><br />

Ook Mitchell (1996, p. 264) meent dat niet alle culturen ‘globale’ popsterren als<br />

Madonna en Michael Jackson op dezelfde manier gaan ervaren. Ze worden op<br />

verschillende manieren geïnterpreteerd op verschillende plaatsen. Burke (2009,<br />

p. 107) is het eens met Lull en Mitchell en geeft ook aan dat niet alle culturen<br />

hetzelfde reageren op bepaalde situaties. Hij geeft het voorbeeld van de<br />

Amerikaanse soap ‘Dallas’. Deze soap werd in verschillende landen uitgezonden<br />

en werd bijgevolg dan ook anders geïnterpreteerd door de verschillende kijkers<br />

uit verschillende culturen. “Russische emigranten in Israel zagen ‘Dallas’<br />

bijvoorbeeld als een satire op het Kapitalisme (Burke, 2009, p. 107).<strong>”</strong><br />

Hoewel er vaak gefocust wordt op de negatieve gevolgen van Globalisering op de<br />

lokale culturen, moet er toch nog opgemerkt worden dat er ook positieve<br />

gevolgen zijn. Door de Globalisering zijn er bijvoorbeeld een aantal globale<br />

organisaties ontstaan die instaan voor het algemene welzijn van de mensen, over<br />

de hele wereld. Een voorbeeld hiervan is het internationale “Red Cross<strong>”</strong> oftwel<br />

Rode Kruis dat zijn werk zeer goed doet op lokaal niveau (Lull, 2000, p. 231).<br />

2.1.3 Globalisering in de Muziekindustrie<br />

Uit literatuur van Lull & Wallis (1992) blijkt dat er al een soort van Globalisering<br />

(onder de naam Transculturalisering) optrad in 1957, namelijk bij het begin van<br />

de bezetting in Zuid-Vietnam door de Amerikanen. De Vietnamese muzikanten<br />

probeerden aan Amerikaanse platen te geraken. Het was belangrijk voor hen om<br />

die muziek te kunnen spelen omdat ze graag (goedbetaalde) jobs wilden krijgen<br />

in muziekclubs waar de Amerikaanse soldaten kwamen. Op de radiozender van<br />

de Amerikaanse troepen werd in die tijd ook veel Britse muziek gespeeld en<br />

11


hierdoor leerden de Vietnamese muzikanten de Beatles en de Rolling Stones<br />

kennen. De jukeboxen in restaurants in Saigon staken dan weer vol met Franse<br />

ballades, nog van voor de Amerikaanse invasie. De Vietnamese muzikanten<br />

vonden ook nog inspiratie bij de Eurodisco bands (die op hun beurt reeds een<br />

versmelting waren van verschillende andere muziekstijlen). De muzikanten<br />

speelden covers van o.a. Modern Talking, waarbij ze de originele engelse teksten<br />

soms aanvulden met Vietnamese vertalingen. Al deze verschillende muziekstijlen<br />

waarmee zij in contact kwamen zorgden ervoor dat ze een eigen sound en een<br />

eigen culturele identiteit konden creëren (Lull & Wallis, 1992, p. 215-234).<br />

Figuur 1: “The Continual Process of Transculturation<strong>”</strong> (Lull & Wallis, 1992, p. 134)<br />

Ook bij andere muziekgenres, zoals Reggae (Alvarez, 2008; Bennett, 2003) en<br />

Rap (Barrer, 2009; Bennett, 2003) zien we een grote verspreiding over de hele<br />

wereld. In beide stijlen zien we een zoektocht naar gelijkenissen tussen de<br />

verschillende culturen, maar zeker ook lokale adaptaties van de algemene stijl.<br />

Bij de Rapmuziek in Slovakije gaat het bijvoorbeeld niet over de ‘blingbling-factor’<br />

en over rivaliteit tussen bendes. Wat wel sterk terugkomt in de lyrics, en dus<br />

trouw blijft aan het origineel, is het gebruik van Marihuana (Barrer, 2009, p. 68).<br />

Globalisering heeft ook recenter een grote invloed (gehad) op de muziekindustrie.<br />

Volgens Burnett (1996) is er in de muziekwereld sprake van horizontale en<br />

verticale integratie. Grote platenmaatschappijen kopen kleinere op om zo een<br />

12


groter deel van de markt op zich te nemen. Terwijl er vroeger nog een heleboel<br />

verschillende platenmaatschappijen bestonden, is er in 2004 nog een overgang<br />

geweest van de “Big Five<strong>”</strong> naar “Big Four<strong>”</strong>, omdat Sony en BMG samengegaan<br />

zijn (Bishop, 2005, p. 443). Dit proces noemen we horizontale integratie.<br />

Door deze integratie wordt de muziekindustrie gedomineerd door 4 belangrijke<br />

platenmaatschappijen, namelijk Universal, Sony BMG, EMI en Warner.<br />

Universal 31 %<br />

Sony BMG 15 %<br />

EMI 15 %<br />

Warner 8 %<br />

Totaal 69 %<br />

Tabel 1: Marktaandeel in 2008 (Van der plas & Vastesaeger, 2009, p. 234)<br />

Uit de tabel kunnen we opmaken dat een kleine 70% van de muziekmarkt in<br />

handen is van deze vier grote internationale platenmaatschappijen. De overige 30<br />

procent is verdeeld over vele kleine independent labels (van der Plas &<br />

Vastesaeger, 2009, p. 234).<br />

De verticale integratie in de muzieksector komt naar voor wanneer bedrijven<br />

gaan instaan voor het product, van in het beginstadium tot en met het<br />

eindproduct. “The phonogram company buys up the existing recording studios, cd<br />

pressing and cassette copying plants, printing works, distribution companies and<br />

retail outlets (Burnett, 1996, p. 16).<strong>”</strong> Zo kan het gebeuren dat een artiest een<br />

plaat opneemt in een muziekstudio van een bepaald bedrijf, dat zijn CD een<br />

‘review’ krijgt in een magazine dat uitgegeven wordt door het bedrijf en verkocht<br />

wordt in een winkel die eigendom is van datzelfde bedrijf (Longhurst, 2008, p.<br />

31).<br />

Een ander gevolg van de Globalisering is dat muziek kan opgenomen worden op<br />

verschillende plaatsen om toch samengebracht te worden tot één nummer (Lull,<br />

1992, p. 11). De muzikanten hoeven niet meer fysiek in dezelfde ruimte<br />

aanwezig te zijn om een gezamenlijk nummer op te nemen. De drummer kan zijn<br />

opname bijvoorbeeld vanuit de Verenigde Staten doorsturen naar België, waar<br />

ook nog de zang toekomt van de zanger in Australië om zo het nummer hier in<br />

België verder op te nemen met de andere muzikanten. Dit is misschien een<br />

extreem geval, maar het komt wel vaak voor dat in samenwerkingsverbanden<br />

13


tussen bijvoorbeeld een DJ en een zangeres, de twee mekaar pas in het echt<br />

ontmoeten nadat het nummer reeds opgenomen is.<br />

Maar ook hier kunnen weer kritieken opgeworpen worden tegen de Globalisering.<br />

Burnett (1996, p. 10) en De Meyer (2004, p.3) geven aan dat er een verschuiving<br />

aan de gang is in de muziekindustrie. In tegenstelling tot voorheen wordt de<br />

muziekindustrie gecontroleerd (en gedomineerd) door Europese en Japanse<br />

multi-media-bedrijven, in plaats van Amerikaanse. Verder is de Europese Unie<br />

sinds 1988 de grootste markt voor de verkoop van geluidsdragers. We kunnen uit<br />

deze gegevens opmaken dat zowel op vlak van productie als op vlak van<br />

consumptie de Amerikanisering toch met een korrel zout genomen moet worden.<br />

Het is inderdaad zo dat er een sterke integratie is binnen de muziekwereld. Een<br />

voorbeeld daarvan zijn de auteursverenigingen die hun activiteiten over heel<br />

Europa spreiden. Deze integratie zien we ook bij de muziekgerelateerde media,<br />

met als grote voorbeeld MTV Europa. Deze zender is niet gewoon een kopie van<br />

de Amerikaanse zender MTV, maar geeft echt een Europese identiteit mee (De<br />

Meyer, 2004, p. 3-5). In het begin van hun werking dachten ze nochtans “One<br />

world, one image, one channel (Adelt, 2005, p. 282).<strong>”</strong> Ze moesten daarop<br />

terugkomen en maakten <strong>eerst</strong> een aparte zender voor Europa (MTV Europe) en<br />

nadien zelfs nog onderverdelingen per land. Het was belangrijk dat de zender<br />

echt een lokale identiteit aannam, anders sloeg het niet aan bij het publiek. Bij<br />

MTV India spreken de VJ’s bijvoorbeeld ‘Hinglish’, een combinatie van Engels en<br />

Hindi (Adelt, 2005, p. 283-284).<br />

“De strategieën van de muziekindustrie vandaag de dag zijn samen te vatten<br />

onder de hoofding ‘denk globaal én regionaal tegelijk’ (De Meyer, 2004, p. 4)<strong>”</strong> of<br />

om het met de slogan van Sony te zeggen: “Think Globally, Act Locally (Van<br />

Poecke & Van Bulck, 1994, p. 14)<strong>”</strong>. De grote muziekbedrijven zijn zich bewust<br />

van het belang van de lokale markt. Naast de globale markt blijven ze dus ook<br />

oog hebben voor de lokale markt, “met een dubbel doel: de lokale markt te<br />

voorzien met lokale producten, maar ook talent op te sporen dat mogelijk een<br />

cross-over potentieel bezit voor de globale markt (De Meyer, 2004, p4-5).<strong>”</strong><br />

Het is ook belangrijk om op te merken dat het niet is omdat het aanbod aan<br />

Amerikaanse media aanwezig is in Europa, en meer bepaald in België, dat de<br />

consument daar automatisch de voorkeur aan zal geven. Een voorbeeld daarvan<br />

uit de televisie-sector is de top 20 van meest bekeken televisieprogramma’s. In<br />

2004 schreef De Meyer daarover dat in die top 20 slechts “een enkele keer<strong>”</strong> een<br />

programma voorkwam van Amerikaanse oorsprong (De Meyer, 2004, p.2). Ook<br />

14


doen niet alle Amerikaanse muziekgenres het goed op de Vlaamse markt.<br />

Country- of gospel-muziek doen het in Europa bijvoorbeeld niet goed, in<br />

tegenstelling tot de Amerikaanse popmuziek (De Meyer, 2004, p.20). De<br />

Amerikaanse hip hop muziek doet het dan weer wel goed in België, hoewel dit<br />

volgens Hesmondhalgh niet de mainstream muziekstijl is in Amerika.<br />

Amerikaanse muziek representeert als exportproduct dus niet steeds de typische<br />

Amerikaanse waarden (Kuppens, 2008, p. 38-39).<br />

Er zijn dus toch een aantal zaken die in de richting wijzen van een afzwakkende<br />

Amerikanisering. Wat we binnen de muziekindustrie echter niet over het hoofd<br />

mogen zien is de Angelsaksische eenrichtingsstroom (De Meyer, 2004, p. 3-5).<br />

Lull (2000) meent dat voor mensen buiten de Verenigde Staten en het Verenigd<br />

Koninkrijk het Engels staat voor o.a. het imperialisme, <strong>Rock</strong>’n Roll, het Internet,<br />

Disney, McDonalds,… Wanneer Engels niet je moedertaal is, betekent het dat<br />

“globaal genomen, je cultuur niet on top is (Lull, 2000, p. 143)<strong>”</strong>. Ook Rupke en<br />

Blank (2009, p. 131) beamen dat het beheersen van de Engelse taal in China een<br />

teken is van status. In Europa is het natuurlijk moeilijker om producten van de<br />

ene naar de andere markt te verspreiden, omwille van de grote<br />

taalverscheidenheid. De tekst is nu eenmaal een essentieel onderdeel van een<br />

nummer (Lull, 2000, p. 143). Ook Mitchell (1996, p. 264) en Negus (2001, p. 19)<br />

beamen dat de Angelsaksische landen zeer dominant zijn. De Meyer (2004, p. 8)<br />

haalt aan dat het Belgische nummer “Pump up the jam<strong>”</strong> of Technotronic de<br />

eenrichtingsstroom binnen de dance-muziek deed omdraaien, maar deze dancemuziek<br />

is dan ook overheersend engelstalig.<br />

Over de taal-component bij muziek in tijden van Globalisering zou er een heel<br />

onderzoek gevoerd kunnen worden. Er werd voor gekozen om in deze<br />

masterproef deze tendens wel aan te halen, omdat dit zeker relevant is voor het<br />

onderzoek, maar hierop niet dieper in te gaan.<br />

2.2 Populaire muziek in een geglobaliseerde wereld<br />

In het onderzoek dat volgt op deze literatuurstudie werd ervoor gekozen om<br />

enkel toe te spitsen op de genres popmuziek en rockmuziek. In de volgende<br />

hoofdstukken wordt er dan ook nagegaan in welke mate de Globalisering ook op<br />

dit genre een effect heeft.<br />

15


2.2.1 Wat is Populaire muziek?<br />

Net als de term ‘Populaire Cultuur’ is de term ‘Populaire Muziek’ niet makkelijk te<br />

definiëren. Als we de definitie volgen van populaire cultuur, zoals ze komt uit het<br />

Latijn, “cultuur van de mensen (Lull, 2000, p.265)<strong>”</strong>, kunnen we ook voor<br />

populaire muziek zeggen dat deze van de mensen komt. Volgens De Meyer<br />

(2004) kunnen we echter niet spreken over een populaire cultuur als homogeen<br />

gegeven. Wanneer we dit doortrekken naar de muziekwereld wil dit zeggen dat er<br />

ook geen homogene populaire muziek is. Een andere definitie die vaak aan<br />

popmuziek wordt gegeven is die van de zeer gecommercialiseerde muziek. Dit<br />

hangt dan samen met een zo groot mogelijk publiek bereiken en zoveel mogelijk<br />

CD’s verkopen. Welke muziek is dan populair? Dat kan heel makkelijk nagegaan<br />

worden wanneer men de lijsten van bestverkopende CD’s gaat bekijken (Burnett,<br />

1996, p.36-37). Hier zou nu een hele lange discussie kunnen volgen tussen<br />

verschillende academici die elk hun eigen definities toekennen aan populaire<br />

muziek, maar dat is niet de focus in deze masterproef. In het volgende hoofdstuk<br />

wordt aangegeven op welke manier in deze masterproef wordt omgegaan met de<br />

term popmuziek.<br />

2.2.2 Wat is Pop- en <strong>Rock</strong>muziek?<br />

Bij de afbakening van het muziekgenre voor deze masterproef werd er gebruik<br />

gemaakt van de opdeling in de Muzikantengids (van der Plas en Vastesaeger,<br />

2009). In Vlaanderen kunnen we spreken van drie verschillende muziekcircuits:<br />

pop/rock, het cultuurcircuit en het commerciële circuit. In het cultuurcircuit<br />

vinden we vooral jazz, folk, wereldmuziek en kleinkunst. In het commerciële<br />

circuit draait alles om hits en marktwaarde. Optredens worden meestal geregeld<br />

door het management van de artiesten zelf. Het gaat hier dan vooral om namen<br />

als Laura Lynn, Dana Winner en Clouseau.<br />

Het derde circuit, hetgene aan bod komt in deze masterproef, is het<br />

pop/rockcircuit. “Het pop/rockcircuit is bij uitstek het werkterrein van de pop-,<br />

rock- en alternatieve rockbands (van der Plas & Vastesaeger, 2009, p. 148).<strong>”</strong><br />

Deze bands hebben een typisch carrièreverloop. Eerst spelen ze covers en nadien<br />

eigen nummers voor vrienden en kennissen, in plaatselijke jeugdhuizen of<br />

muziekcafé’s. Ze doen mee aan demowedstrijden en vrije podia. Een volgende<br />

stap is meedoen aan rockwedstrijden van de provincie (zoals <strong>Rock</strong>vonk en<br />

Frappant). Ze maken hun <strong>eerst</strong>e opnames en maken een online-profiel aan.<br />

Hierdoor krijgen ze meer fans en boeken ze meer optredens. De artiesten treden<br />

16


steeds vaker op in verschillende jeugdhuizen, kleine zalen en festivals. Met wat<br />

geluk mogen ze eens in het voorprogramma spelen van een bekendere groep.<br />

Door mee te doen aan Humo’s rockrally kunnen ze ontdekt worden door bookers<br />

of managers en kunnen ze mogelijk tekenen bij een platenfirma. De volgende<br />

stap die ze maken is vooral in muziekclubs spelen. Voorbeelden uit het Clubcircuit<br />

zijn N9 in Eeklo, 5 voor 12 (Petrol) in Antwerpen en Cactus in Brugge. Ook<br />

andere middelgrote concertzalen zoals AB in Brussel, Vooruit in Gent en het<br />

Depot in Leuven geven op dat moment gewenste podiumkansen. Als kers op de<br />

taart volgen er nog festivals als Werchter of Pukkelpop of een uitverkocht<br />

Sportpaleis. Ook de grens oversteken behoort nu tot de mogelijkheden (Van der<br />

Plas & Vastesaeger, 2009, p. 148-150).<br />

Lull had in 1992 een zeer concrete visie op wat <strong>Rock</strong>muziek juist was: “<strong>Rock</strong><br />

really means ‘white’ music, hard edged, guitar based, trebly, aggressive (Lull,<br />

1992, p. 20).<strong>”</strong> Volgens hem is het belangrijkste publiek voor de rockmuzikanten<br />

de leeftijdsgroep ‘jongeren’ en daardoor beperken de ‘lyrics’ zich vooral tot<br />

onderwerpen als ouders, bazen en leerkrachten. Als het gaat over problemen zijn<br />

deze meestal gerelateerd aan seks en relaties (Lull, 1992, p. 3-4). Hij haalt hier<br />

zeker elementen aan die we inderdaad vaak terughoren in rockmuziek, maar zijn<br />

visie is toch wel zeer beperkend. De Meyer (2004, p. 20) verwijst namelijk naar<br />

Amerikaanse rock (en pop)muziek als muziek met ‘zwarte roots’. Over populaire<br />

muziek zei Lull (1992, p. 4) dat de nummers populair worden wanneer bepaalde<br />

delen ervan de aandacht van het publiek kunnen vasthouden. Deze delen worden<br />

‘hooks’ genoemd, “referring to their ability to capture and hold the interest of<br />

listeners (Lull, 1992, p. 4).<strong>”</strong> Populaire muziek staat volgens hem dan ook bekend<br />

als de typische radiomuziek. Nummers die langer dan 2 à 3 minuten duren (en<br />

daardoor dus minder radio-vriendelijk zijn), worden door hem als alternatieve<br />

muziek gedefinieerd (Lull, 1992, p.8).<br />

2.2.3 Effecten van Globalisering op Pop- en <strong>Rock</strong>muziek<br />

Een <strong>eerst</strong>e belangrijk effect van de Globalisering vinden we bij de<br />

muziekproductie en –verkoop. De globale CD- (en cassette) verkoop werd in<br />

1990 overduidelijk gedomineerd door de Angelsaksische landen.<br />

17


Verenigde Staten 31%<br />

Japan 12%<br />

Duitsland 9%<br />

Verenigd Koninkrijk 9%<br />

Frankrijk 7%<br />

Australië 2%<br />

Italië 2%<br />

Tsjechië 1%<br />

Nieuw-Zeeland 1%<br />

Tabel 2: Percentage globale CD-en cassetteverkoop in 1990 (Mitchell, 1996, p.<br />

264).<br />

Uit de tabel kunnen we afleiden dat een goede 40% van de verkoop Engelstalige<br />

muziek was. Dit wil zeggen dat de Angelsaksische cultuur op deze manier veel<br />

lokale culturen kon bereiken en bijgevolg ook beïnvloeden. Uit onderzoek van<br />

Adelt (2005, p. 280) bleek dat in 2002 ‘slechts’ 42,7 % van de muziek die<br />

uitgebracht werd in Duitsland van nationale afkomst was. Dit cijfer lijkt inderdaad<br />

vrij laag, zeker wanneer het vergeleken wordt met 70% in Brazilië en 90% in de<br />

Verenigde Staten. De eigenlijke verkoop van muziek van Duitse artiesten is zelfs<br />

nog lager: slechts 26,5% van de CD-verkoop is uitgesproken Duits van afkomst.<br />

In België ligt dat percentage hoger: “…in 2008 was zowat 40% van de best<br />

verkochte albums van lokale bands (van der Plas & Vastesaeger, 2009, p. 235)<strong>”</strong>.<br />

Van deze 40% die verkocht worden, scoren popmuziek (52%) en<br />

rock/metal/alternative (23%) het hoogst (van der Plas & Vastesaeger, 2009, p.<br />

235).<br />

Zoals in deze masterproef reeds aangehaald werd, is het niet zo dat mensen de<br />

populaire muziek die overwaait uit o.a. de Verenigde Staten allemaal op dezelfde<br />

manier gaan interpreteren en ervaren. Een voorbeeld dat Adelt (2005, p. 287-<br />

288) aanhaalt van hoe receptie heel anders is binnen verschillende culturen is de<br />

Duitse rockband ‘Rammstein’. Ze zijn populair in het buitenland omwille van het<br />

Duitse stereotiep waar ze voor staan: “being technically versatile, cold-blooded,<br />

and aggressive (Adelt, 2005, p. 288)<strong>”</strong>. Voor het duitstalige publiek is Rammstein<br />

dan weer vooral interessant omwille van de ironie in de muziekteksten die gaan<br />

over de Nazi’s. Mensen gaan niet enkel muziek anders interpreteren binnen<br />

verschillende culturen, ze gaan ook gewoon voorkeuren creëren voor bepaalde<br />

18


genres. Een voorbeeld hiervan vinden we in China. Daar is Amerikaanse<br />

popmuziek zeer in trek, maar dan wel een zeer specifiek genre: “easy listening,<br />

country, and softer covers of ‘oldies’ (Rupke & Blank, 2009, p. 127)<strong>”</strong>. Enkele<br />

voorbeelden van Amerikaanse artiesten die in de smaak vallen bij Chinese<br />

studenten, zijn Céline Dion (hoewel ze eigenlijk Canadese is) met ‘My heart will<br />

go on’ en ‘Country Roads’ van John Denver. Het is opvallend dat deze muziek niet<br />

meteen de muziek is uit de recente top 40. Hoe komt het dat deze muziek zo<br />

geliefd is? De teksten bevatten vaak bepaalde waarden die zeer belangrijk zijn<br />

voor het Chinese publiek. Het gaat over het belang van het vaderland en over<br />

langdurige, langzame romances, waarden die in China nog steeds belangrijk zijn.<br />

Verder is het belangrijk om aan te geven dat er in China ook strenge controles<br />

zijn op rockmuziek. Veel rockmuziek wordt niet getolereerd en wordt<br />

gecensureerd omdat het niet past binnen de Chinese cultuur. In muziekwinkels<br />

wordt er Amerikaanse popmuziek verkocht, maar dan wel eerder Whitney<br />

Houston dan Britney Spears. De klassiekers van o.a. Céline Dion en Whitney<br />

Houston worden verder in leven gehouden in de vele karaokebars die te vinden<br />

zijn in China (Rupke & Blank, 2009, p. 127-143).<br />

Naast een andere interpretatie van pop- en rockmuziek worden er ook vaak<br />

adaptaties gedaan van bestaande muziekgenres, onder de noemer ‘Glokalisering’.<br />

In Brazilië was in de jaren ’80 een mix ontstaan in de rockmuziek. Deze<br />

rockmuziek was geïnsprireerd door de originele ‘white rock’, maar naast een<br />

toevoeging van Braziliaanse ritmes, was er ook een aanpassing in de<br />

muziekteksten. In de lyrics kwamen namelijk zowel nationale als internationale<br />

politieke kwesties aan bod (Béhague, 2006, p. 87). In Hawaï werd Jamaicaanse<br />

reggae overgenomen in de vroege jaren ’90. De Hawaïanen maakten adaptaties<br />

van bestaande nummers, met meer lokale betekenis door de tekst aan te passen.<br />

Deze muziekstijl wordt door Weintraub (1998, p. 76) ‘Jawaiian Music’ genoemd.<br />

De teksten zijn zeer lokaal gebonden en gaan dus vooral over liefde, de alohaspirit<br />

en “a symbolic connection to the past (Weintraub, 1998, p. 80)<strong>”</strong>. Maar het<br />

is niet zo dat er een eenrichtingsstroom is van Amerikaanse invloeden op andere<br />

culturen. De Amerikaanse popster Madonna maakt bijvoorbeeld zelf gebruik van<br />

Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse invloeden in haar muziek (Lull, 1992, p. 18).<br />

2.2.4 Gatekeepers in Pop- en <strong>Rock</strong>muziek<br />

“Gatekeepers are the people who make key decisions about whether or not to<br />

select certain materials for production and distribution (Burnett, 1996, p. 81).<strong>”</strong><br />

19


Traditioneel gezien vallen hieronder vooral A&R-managers van platenfirma’s en<br />

muziekprogrammatoren bij radiozenders (Burnett, 1996, p.81).<br />

De A&R-manager (Artist & Repertoire), werknemer bij een platenmaatschappij,<br />

zoekt nieuw talent en onderhoudt contacten met artiesten (van der Plas &<br />

Vastesaeger, 2009, p. 236). Om verder te geraken in je carrière is het als<br />

muzikant belangrijk om deze gatekeeper te overtuigen. Het spreekt voor zich dat<br />

A&R-managers van de “Big Four<strong>”</strong> dan een enorme controle uitoefenen op de<br />

muziekwereld (Bishop, 2005, p. 445). Negus (2001, p. 48-51) polste bij A&Rmanagers<br />

naar de criteria die ze hanteerden om artiesten te selecteren. Daaruit<br />

kwam zeer duidelijk het belangrijkste criterium naar boven: het buikgevoel.<br />

Verschillende A&R-managers gaven aan dat ze bij het beluisteren van nieuwe<br />

muziek vooral met hun buikgevoel reageren. De ene noemt dit een ‘buzz’ die hij<br />

moet voelen, de andere heeft het over een gevoel van enthousiasme dat hij moet<br />

krijgen bij het beluisteren van een nummer. De belangrijkste criteria die<br />

aangehaald worden voor een pop- en rockact zijn: “de kwaliteit van het liveoptreden,<br />

de originaliteit en kwaliteit van de nummers, de kwaliteit van de<br />

opnames van zang en muzikanten, de uitstraling en het voorkomen van de<br />

muzikanten, de motivatie, het enthousiasme van de artiesten en er wordt ook<br />

gekeken naar wat de artiest reeds bereikt heeft (Negus, 2001, p. 53)<strong>”</strong>.<br />

Rothenbuhler en McCourt (1992) kwamen tot de bemerking dat<br />

radiomuziekprogrammatoren ook zeer cruciaal zijn in de muziekwereld, omdat zij<br />

bepalen welke nummers gedraaid worden op de radio. Niet het publiek maar wel<br />

de programmatoren bepalen welke nummers op de radio komen: “airplay actually<br />

precedes, rather than follows, popularity for specific songs (Rothenbuhler en<br />

McCourt, 1992, p. 102).<strong>”</strong> Er werd in 1982 bijvoorbeeld amper rekening gehouden<br />

met verzoekjes die ze kregen van de luisteraars. De weinige luisteraars die echt<br />

bellen naar een radiostation waren voor de muziekprogrammatoren niet<br />

representatief voor hun typische radiopubliek. Van den Bulck (2009, p. 20) geeft<br />

aan dat cultuurpessimisten in zulke gevallen spreken over een schijndemocratie.<br />

Het publiek heeft volgens hen slechts het idee van democratie, maar het is er in<br />

werkelijkheid niet volgens de cultuurpessimisten. In plaats van zich door het<br />

publiek te laten inspireren gingen muziekprogrammatoren bij de radio vooral<br />

gaan kijken naar wat andere radiozenders draaiden. Ook MTV werd een<br />

belangrijke zender om te volgen in 1982. Dit was vooral zo na een incident bij het<br />

radiostation ‘AOR’: daar werd de band ‘Stray Cats’ niet gedraaid op de radio,<br />

vanwege te ‘risky’ voor het publiek. Ze werden wel gedraaid op MTV en<br />

20


verkochten zo een concert uit, zonder ook maar 1 minuut airplay op de radio.<br />

Vanaf dat werd MTV door het radiostation beter in de gaten gehouden.<br />

(Rothenbuhler en McCourt, 1992, p. 102-112). Omdat er veel veranderd kan zijn<br />

tussen 1982 en nu, werden voor deze masterproef nog enkele vragen gesteld aan<br />

Joris Jonckheer, muziekprogrammator voor het programma “Sound of Sam<strong>”</strong> op<br />

Studio Brussel. Hij beaamt dat de muziekprogrammator toch wel vrij autonoom<br />

kan handelen: “De samensteller kiest de muziek, maar probeert waar mogelijk<br />

wel een klein beetje rekening te houden met de smaak van de presentator<br />

(Jonckheer, 2011)<strong>”</strong>. Bij de meeste programma’s wordt er niet gereageerd op<br />

verzoekjes van de luisteraars, omdat er daar specifiek verzoekprogramma’s voor<br />

bestaan. Wel wordt er soms de mening gevraagd van de luisteraars over een<br />

nieuwe single en dan wordt daar soms wel wat rekening mee gehouden.<br />

Jonckheer kan ook beamen dat hij zich laat inspireren door anderen: blogs, BBC<br />

Radio 1 en de verkoopcharts van iTunes en Ultratop. Zijn rol als gatekeeper is<br />

volgens hem vooral van toepassing op jonge groepen uit eigen land:<br />

“Als wij besluiten om de nieuwe Snoop Dogg niet te draaien, zal die daar niet van<br />

wakker liggen, omdat heel veel andere zenders dat wel gaan doen. Maar voor<br />

jonge groepen uit eigen land kan het wel een grote boost betekenen als wij ze<br />

beginnen draaien. Vaak gebeurt het dat andere zenders of<br />

concert/festivalprogrammatoren die bands dan via ons leren kennen en ze zelf<br />

ook oppikken. Bij bijvoorbeeld SX, Sherman, Sound of Stereo en Netsky is de<br />

populariteit fel gestegen nadat wij ze zijn beginnen draaien (Jonckheer, 2011).<strong>”</strong><br />

Om het als artiest te maken is radio airplay dus toch wel zeer belangrijk, vooral in<br />

het beginstadium: “Songs that receive sufficient inititial attention will eventually<br />

gain maximum popularity through accelerated exposure (Rotherbuhler en<br />

McCourt, 1992, p. 102).<strong>”</strong> Het tegengestelde geldt voor nummers die niet meteen<br />

gedraaid worden.<br />

Wie zeker niet mag ontbreken binnen de wereld van de gatekeepers is Clear<br />

Channel. Clear Channel was in 2004 het negende grootste mediabedrijf in de<br />

Verenigde Staten. Het blijft echter niet bij de Verenigde Staten: “In totaal bezit<br />

Clear Channel 135 grote podia over heel de wereld, waarvan 30 in Europa<br />

(Frederix, 2004 (april), online).<strong>”</strong> Clear Channel is aanwezig in België sinds 2001,<br />

toen het “zowat alle rockbedrijfjes van belang opkocht (Frederix, 2004 (mei),<br />

online)<strong>”</strong>. Door middel van verticale integratie organiseert het bedrijf niet enkel<br />

concerten (van zowel binnen- als buitenlandse artiesten), het boekt en managet<br />

21


artiesten, doet ticketverkoop voor die concerten, is een belangrijke speler op de<br />

grote festivals en bepaalt voor een groot deel de agenda van grotere concertzalen<br />

en muziekclubs. Verder doen ze ook veel promotie: ongeveer 40% van de<br />

reclamepanelen zijn in handen van Clear Channel. Wanneer we enkel naar de<br />

pop- en rockevenementen gaan kijken in Vlaanderen, wordt door Frederix (2004,<br />

mei) geschat dat daarvan 80-90% in handen is van Clear Channel. De grote<br />

festivals zijn bijvoorbeeld opgeslokt door Clear Channel, <strong>Rock</strong> Werchter volledig,<br />

Pukkelpop slechts voor de helft. Maar ook andere podia zoals Ancienne Belgique<br />

(AB) en Cactus zijn afnemers van de artiesten van Clear Channel. Clear Channel<br />

krijgt als grote speler veel kritiek. Zo zouden ze bijvoorbeeld door middel van<br />

exclusiviteitscontracten (“Als je op dit festival wil spelen, mag je niet op andere<br />

podia in Vlaanderen staan gedurende een bepaalde periode<strong>”</strong>) de agenda van<br />

andere muziekprogrammatoren, van o.a. muziekclubs, mee bepalen. Hier speelt<br />

dan zeker mee dat Clear Channel concertpodia kan aanbieden in Brussel en<br />

Antwerpen aan buitenlandse artiesten, wat het zo goed als onmogelijk maakt<br />

voor de kleinere clubs om de artiesten naar kleinere steden te lokken. Een reactie<br />

van Piet De Coster van Krakrock geeft wel aan dat dit vooral voor buitenlandse<br />

artiesten geldt: “Clear Channel boekt niets onder de 1000 euro. Veel Belgische<br />

groepen zitten daar onder en zijn dus financieel gezien niet interessant voor Clear<br />

Channel (Frederix, 2004 (mei), online).<strong>”</strong> De communication director van Clear<br />

Channel, James Craven, is van mening dat zij hun taak als gatekeeper op een<br />

goede manier uitvoeren. Ze doen dit op lokaal niveau en dus niet vanuit de<br />

Verenigde Staten. Ze hebben volgens hem voeling met wat het lokale publiek<br />

graag wil horen (Frederix, 2004 (mei), online).<br />

Zijn deze gatekeepers nog steeds de belangrijkste in de muziekwereld? Door de<br />

Globalisering, en dan vooral door de internettechnologie, komen artiesten vaak<br />

zelf meer in contact met de fans. Websites als Myspace, Youtube en Facebook<br />

worden gebruikt door muzikanten om hun muziek rechtstreeks met hun publiek<br />

te delen. Door het proces van illegaal downloaden worden er minder CD’s<br />

verkocht dan vroeger. Voor de inkomsten van artiesten is het dan ook zeer<br />

belangrijk om te kunnen optreden. Ze verdienen geld door de ticketverkoop maar<br />

ook door het verkopen van merchandise op optredens. Door deze ontwikkeling<br />

lijken de A&R-managers in verhouding minder inspraak te hebben en<br />

muziekprogrammatoren van concertzalen een belangrijkere functie als<br />

gatekeeper te krijgen. Burkart (2005, p. 489-490) geeft toe dat de A&Rmanagers<br />

misschien niet meer dezelfde macht kunnen uitoefenen als voordien,<br />

maar is van mening dat ze toch nog steeds een belangrijke rol vervullen, ondanks<br />

22


de recente technologische ontwikkelingen. Laing (2008, p. 339) wijst ook nog op<br />

de rol van de ‘<strong>Rock</strong> ‘n Roll’ journalist die door de nieuwe technologieën steeds<br />

minder belangrijk wordt als gatekeeper. Het belang van de muziekjournalist<br />

neemt af omdat het niet noodzakelijk meer zo is dat, wanneer hij in deze tijd<br />

besluit om geen review te schrijven over een bepaalde CD, dit negatieve<br />

gevolgen heeft voor de CD-verkoop. Verder zegt Negus (2001, p. 46) nog dat er<br />

in de muziekwereld steeds minder sprake kan zijn van ‘gatekeepers’ zoals ze<br />

hierboven beschreven zijn. Volgens hem zijn het eerder “Cultural Intermediaries<strong>”</strong>.<br />

“The boundary between the recording industry and potential artists is not so<br />

much a gate where aspiring stars must wait to be selected and admitted, but a<br />

web of relationships stretched across a shifting soundtrack of musical, verbal and<br />

visual information (Negus, 2001, p. 46).<strong>”</strong><br />

23


3. PROBLEEMSTELLING<br />

3.1 Conclusie uit de literatuur<br />

Uit de literatuurstudie kunnen we opmaken dat de Globalisering de<br />

muziekindustrie beïnvloedt op verschillende manieren. Het gaat hier zowel over<br />

grote globale platenmaatschappijen die monopolies gaan creëren als over nieuwe<br />

genres die ontstaan door kruisbestuivingen tussen een globaal genre en de lokale<br />

uniekheid. Mensen uit verschillende culturen gaan pop- en rockmuziek op<br />

verschillende manieren interpreteren en zelf een selectie maken van wat van<br />

toepassing is op hun eigen cultuur. Er zijn zowel voor- als tegenstanders van<br />

deze Globalisering, maar we kunnen er niet meer om heen. Maar wat zijn nu de<br />

verdere gevolgen voor de pop- en rockmuziek in Vlaanderen?<br />

3.2 Onderzoeksvragen<br />

In dit onderzoek rond Globalisering ligt de nadruk bij de muziekprogrammatie van<br />

middelgrote concertzalen. Muziek wordt op verschillende manieren<br />

geconsumeerd, concerten zijn slechts een onderdeel ervan. Met de nieuwe<br />

technologiëen en de dalende CD-verkoop worden concerten echter wel steeds<br />

belangrijker voor de inkomsten van artiesten. Op welke manier gaan<br />

muziekprogrammatoren om met deze globalisering binnen de muziekwereld? Zij<br />

lijken een belangrijkere rol te krijgen als gatekeepers binnen deze<br />

geglobaliseerde wereld. Hoe gaan zij hiermee om? Op welke manier nemen zij<br />

beslissingen? Een <strong>eerst</strong>e onderzoeksvraag is daarom de volgende:<br />

Wat zijn de selectiecriteria die muziekprogrammatoren hanteren voor<br />

artiesten in muziekcentra en -clubs?<br />

Wanneer we een overzicht krijgen van de verschillende selectiecriteria, is het<br />

voor dit onderzoek zeer belangrijk om te gaan kijken op welke manier het lokale<br />

nog een rol speelt daarin. Bijgevolg is de tweede onderzoeksvraag:<br />

In welke mate is lokaliteit een belangrijke factor in het selectieproces<br />

van artiesten binnen de programmatie van muziekcentra en –clubs?<br />

24


4. METHODOLOGIE<br />

4.1 Onderzoeksmethode<br />

Voor dit onderzoek werd er gekozen voor een literatuurstudie, gevolgd door een<br />

kwalitatieve analyse van interviews om deze case-study te onderzoeken (Bryman,<br />

2004, p. 48). In <strong>eerst</strong>e instantie was het nodig om een algemeen beeld te<br />

vormen over globalisering. Er werd steeds dieper toegespitst, <strong>eerst</strong> op cultuur en<br />

steeds verder op muziek om uiteindelijk bij het onderzochte genre pop- en<br />

rockmuziek toe te komen. We lazen hoe de rol van gatekeepers lijkt te<br />

veranderen en te verschuiven. Het is belangrijk om in te zien dat de<br />

muziekprogrammatoren een belangrijke rol vervullen, of dat nu is als gatekeeper<br />

of eerder als ‘Cultural Intermediary’.<br />

Om een zicht te krijgen op de werking van de muziekprogrammatie bij<br />

middelgrote muziekclubs werden een aantal diepte-interviews afgenomen van<br />

muziekprogrammatoren van 7 verschillende muziekcentra en muziekclubs met<br />

minstens een middelgrote concertzaal.<br />

4.2 Steekproeftrekking<br />

Voor dit onderzoek werden dus 7 verschillende muziekprogrammatoren<br />

geïnterviewd. Er werd een steekproef of ‘sample’ getrokken op basis van een<br />

aantal zaken (Bryman, 2004, p.87):<br />

• soort muziekclub/muziekcentrum<br />

• ligging<br />

• bereikbaarheid<br />

Ten <strong>eerst</strong>e was het belangrijk om af te bakenen over welk muziekgenre deze<br />

masterproef zou handelen. De keuze voor pop- en rockmuziek als genre kwam<br />

vooral voort uit eigen interesse. De afbakening van het genre gebeurde vooral<br />

door de informatie over de verschillende circuits in de Muzikantengids (Van der<br />

Plas en Vastesaeger, 2009). Zoals reeds besproken in een vorig hoofdstuk is het<br />

pop- en rockcircuit een zeer specifiek circuit, dat een typisch verloop heeft.<br />

Muziekclubs en muziekcentra staan bijna bovenaan de ladder bij het verloop van<br />

de carrière van een Vlaamse pop- en rockartiest. Een volgende afbakening die<br />

gemaakt moest worden was over welke muziekclubs en –centra deze masterproef<br />

zou handelen. Er werd gekozen voor een combinatie van verschillende zalen, om<br />

25


zo een variatie te krijgen tussen zalen uit de vzw Clubcircuit, enkele op zich<br />

staande muziekcentra en ook een Kunstencentrum met een pop- en<br />

rockprogrammatie. Verder was het ook belangrijk om alle Vlaamse provincies<br />

weerspiegeld te zien in dit onderzoek. Dit is gelukt. De muziekclubs die<br />

geïnterviewd werden kwamen uit Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en<br />

Antwerpen en de muziekcentra uit Vlaams-Brabant, Limburg en Brussel. Het<br />

Kunstencentrum dat geselecteerd werd kwam uit Oost-Vlaanderen. Er zijn<br />

natuurlijk nog veel andere muziekcentra- en clubs. Bij de selectie werd er dan<br />

ook gebruik gemaakt van een ‘convenience sample’ (Bryman, 2004, p.100). De<br />

convenience sample is een steekproef die getrokken wordt op basis van<br />

bereikbaarheid. In dit geval had het te maken met snelle reactie op e-mail en<br />

telefoon. De <strong>eerst</strong>e geïnterviewden waren Ancienne Belgique in Brussel en het<br />

Depot in Leuven, simpelweg omdat zij het <strong>eerst</strong> toestemden tot een interview.<br />

Een belangrijke bemerking is dat dit slechts een verkennend onderzoek is. Het is<br />

vanzelfsprekend dat dit niet beschouwd wordt als een representatieve steekproef,<br />

gezien er slechts een kleine groep uit de populatie ondervraagd werd en dit niet<br />

proportioneel overeenkomt met de werkelijkheid (Bryman, 2004, p.87). Verder is<br />

vergelijken tussen de verschillende provincies niet aangeraden, omdat er zo’n<br />

grote variatie in werking is bij de verschillende muziekcentra en –clubs. Een<br />

muziekcentrum in Brussel kan niet gelijkgesteld worden aan een muziekclub in<br />

een kleine stad als Eeklo. Eeklo kan op haar beurt niet representatief zijn voor<br />

heel Oost-Vlaanderen. De resultaten die voortkomen uit het interview met de<br />

muziekprogrammator van N9 in Eeklo, kunnen bijgevolg niet veralgemeend<br />

worden naar de hele populatie ‘muziekprogrammatoren’ in Oost-Vlaanderen<br />

(Bryman, 2004, p.101).<br />

4.3 Bevraging en verwerking<br />

Het verkennend kwalitatief onderzoek gebeurde door middel van diepteinterviews<br />

die afgenomen werden tussen 08/04/2010 en 14/12/2010. Er werd<br />

gewerkt met open vragen en op deze manier werd er zeer veel informatie<br />

bekomen (Bryman, 2004, p.113). Tijdens de interviews werd steeds gevraagd om<br />

<strong>eerst</strong> de werking van de organisatie te schetsen. Vervolgens werd er gepolst naar<br />

de belangrijke waarden binnen de organisatie. Met deze achtergrondinformatie in<br />

het hoofd werd er verdergegaan op de selectiecriteria die de programmatoren<br />

hanteren om artiesten te programmeren. Er werd ook telkens verder<br />

doorgevraagd naar het belang van het lokale binnen de werking van de<br />

organisatie.<br />

26


Voor de analyse van de interviews werden de opnames van de interviews <strong>eerst</strong><br />

uitgetypt. Vervolgens werden ze open gecodeerd op papier. Elementen in<br />

verband met de onderzoeksvragen werden aangeduid en gelinkt aan een code.<br />

Wanneer een programmator bijvoorbeeld sprak over hun ‘Artist in Residence’<br />

dan kreeg dit de code “Steun lokaal talent<strong>”</strong>. De codes werden samengevat in een<br />

soort codeboek en dit werd als leidraad gebruikt voor de verdere analyse van de<br />

interviews. Voor de analyse van de verschillende criteria die aan bod kwamen<br />

werd er gewerkt met een kleurcode, om het iets overzichtelijker te maken. Zo<br />

was roze bijvoorbeeld ‘Buikgevoel’ en blauw ‘Reeds afgelegd parcours’ (wanneer<br />

programmatoren gaan kijken naar wat artiesten reeds bereikt hebben. Hierbij<br />

hoort bijvoorbeeld een plaat uitbrengen, op de radio gedraaid worden en in een<br />

andere club gespeeld hebben). Bij de analyse werd ook rekening gehouden met<br />

de toon waarop bepaalde uitspraken gedaan werden (bijvoorbeeld sarcasme). Er<br />

wordt ook de voorkeur gegeven aan persoonlijke ervaringen en meningen, eerder<br />

dan aan “Men zegt dat…<strong>”</strong>.<br />

Uit de interviews kwamen ook nog een aantal zaken naar boven die initieel niet<br />

onderzocht werden. Ze werden ook opgenomen in de resutaten.<br />

4.4 Situering van de respondenten<br />

4.4.1 Ancienne Belgique (AB), Brussel, Herman Hulsens<br />

Het gebouw van de AB is ontstaan uit een oude cabaretzaal en is eigendom van<br />

de Vlaamse Gemeenschap. De werking, zoals we ze nu kennen, ging officieel van<br />

start in ’79. Het is een onafhankelijke vzw die voor 20% gesubsidieerd wordt door<br />

de Vlaamse Overheid. Het gebouw beschikt over 2 zalen: ‘AB club’ (kleine zaal)<br />

en de gewone zaal die verkleind kan worden tot ‘AB box’. AB wil een soort van<br />

kruispunt blijven tussen de muzikant en zijn fans. “Af en toe wordt dat wel eens<br />

vergeten dat wij hier enkel zitten dankzij die muzikanten en alle fans die<br />

ernaartoe komen. Als één van die twee partijen afhaakt dan valt heel het verhaal<br />

van AB in duigen (Herman Hulsens, 2010).<strong>”</strong> AB zal al het mogelijke doen om aan<br />

de vraag van het publiek te voldoen, zonder de kwaliteit uit het oog te verliezen.<br />

Herman Hulsens is 1 van de 4 programmatoren bij AB. Hij houdt zich vooral bezig<br />

met de programmatie van o.a. metal en emo-bands.<br />

27


4.4.2 Kunstencentrum Vooruit, Gent, Wim Wabbes<br />

Vooruit is een Kunstencentrum (valt onder het Kunstendecreet) met een breed<br />

platform van verschillende kunstendisciplines. Daaronder valt o.a. muziek,<br />

performance, theater en dans. Het is een groot huis met vijf zalen. Voor de<br />

muziekprogrammatie, en dan zeker de pop- en rockprogrammatie, wordt er nauw<br />

samengewerkt met de Gentse muziekclub Democrazy (behoort tot vzw<br />

Clubcircuit) die niet beschikt over een eigen concertzaal. De muzikale werking<br />

van Vooruit kan opgesplitst worden in twee luiken: ‘Jazz and beyond’ en ‘pop- en<br />

rock’. De belangrijkste waarden bij Vooruit zijn ‘Vernieuwing’, ‘Duurzaamheid’ en<br />

bovenal ‘Ondersteuning van artiesten’. Vooruit wil (lokaal) muzikaal talent<br />

ondersteunen, o.a. door middel van producties op te zetten. “Zeker op vlak van<br />

muziek hebben we een lange traditie in het maken van producties, samen met<br />

lokale muzikanten. We hebben ook een grote expertise en traditie in het<br />

samenbrengen van lokale en internationale muzikanten (Wim Wabbes, 2010).<strong>”</strong><br />

Wim Wabbes is één van de twee muziekprogrammatoren van Vooruit. Hij doet<br />

vooral programmatie van ‘Jazz and beyond’, maar werkt nauw samen met popen<br />

rockprogrammator Koen Gisen.<br />

4.4.3 5voor12, Antwerpen, Philip De Liser<br />

5voor12 is de vzw die ontstaan is naar aanleiding van een feest van Studio<br />

Brussel. In het <strong>eerst</strong>e jaar dat ze bestonden werden er naast dat feest ook nog de<br />

<strong>eerst</strong>e edities van “10 Days Off (Techno)<strong>”</strong> en “De Nachten<strong>”</strong> georganiseerd. Sinds<br />

6 jaar is de vzw gezeteld in de gebouwen van het Antwerpse ‘Petrol’. De vzw<br />

wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, Antwerpen en Gent en<br />

maakt deel uit van vzw Clubcircuit. Kernwaarden zijn ‘Eigentijds’, ‘Hip’,<br />

‘Laagdrempelig/Democratisch’. Verder proberen ze altijd kwaliteit na te streven<br />

binnen hun ‘left-of-center’ muziekwerking. “Met een alternatief imago willen we<br />

toch een breed publiek bereiken (Philip De Liser, 2010).<strong>”</strong><br />

Philip de Liser is coördinator van de vzw 5voor12. Hij heeft een brede kennis over<br />

verschillende genres ‘left-of-center’, van Dubstep en Techno tot Alternatieve<br />

<strong>Rock</strong>, Hiphop en Reggae.<br />

4.4.4 N9, Eeklo, Jan de Boever<br />

N9 bestaat sinds ’79 en is daarmee één van de oudste clubs van België. N9<br />

beschikt over 2 zalen: N9 Villa, waar vooral de concerten doorgaan en N9<br />

28


Fabriek, het cursuscentrum. Waar ze voorheen ook theater en alternatieve film<br />

aanboden, richten ze zich sinds de komst van het Cultureel Centrum in Eeklo<br />

specifiek op muziek. Terwijl het CC in de muziekprogrammatie vooral bekende<br />

(Nederlandse en Vlaamse) namen heeft staan, probeert N9 in te pikken op<br />

tournees van buitenlandse groepen, om zo aanvullend te werken. <strong>”</strong>Ons<br />

uitgangspunt is altijd al geweest van DAT te doen, wat anderen niet doen (Jan<br />

de Boever, 2010).<strong>”</strong> N9 wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en<br />

maakt deel uit van vzw Clubcircuit.<br />

Jan de Boever is de enige muziekprogrammator bij N9. De muziekstijlen die aan<br />

bod komen zijn vooral singer-songwriters, bluesconcerten, reggae-en<br />

rockconcerten.<br />

4.4.5 Muziek-O-Droom (MOD), Hasselt, Riet Coenen<br />

MOD is 12 jaar geleden ontstaan als een repetitiekot voor drummers in het<br />

tuinhuis van Koen Vanduffel (directie). Ze zijn uitgegroeid tot een gesubsidieerde<br />

organisatie die bestaat uit drie belangrijke pijlers: educatie (muzieklessen),<br />

facilitatie (repetitieruimtes) en de concertwerking. MOD vindt het zeer belangrijk<br />

om samenwerkingsverbanden aan te gaan met o.a. Heartbreaktunes en<br />

nabijgelegen bedrijven. Verder hebben ze een enorme focus op lokale<br />

muzikanten: “Voor onze werking in alle drie de pijlers is het heel belangrijk dat<br />

we jong Limburgs talent proberen te motiveren en promoten (Riet Coenen,<br />

2010)<strong>”</strong>.<br />

Riet Coenen is programmator bij MOD.<br />

4.4.6 Het Depot, Leuven, Mike Naert<br />

Het Depot is een vzw, gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, die bestaat<br />

sinds 2003 en haar intrek nam in het huidige gebouw in 2005. Momenteel is er<br />

één zaal, met een capaciteit van 640 personen. Dit jaar (2011) zijn er echter<br />

verbouwingswerken waardoor de capaciteit opgetrokken wordt en waardoor er<br />

ook in het café kleine concerten kunnen doorgaan. Het Depot heeft een vierledige<br />

werking: concertwerking, educatie (muzieklessen), ondersteuning van<br />

muzikanten (info en repetitieruimten) en speciale projecten (<strong>Rock</strong>vonk). Het<br />

Depot wil een warme plek zijn, een club waar mensen bij willen horen. Een huis<br />

waar zowel publiek als artiesten zich thuis voelen. Er komen verschillende genres<br />

aan bod, van Yevgueni tot Motorpsycho, maar ook in de niche Funk en Soul zijn<br />

ze gespecialiseerd. “Wij gaan hier geen Natalia of Milk Inc programmeren. Maar<br />

29


als iemand de zaal daarvoor wil huren dan zijn we daar niet tegen. Dat zorgt<br />

namelijk voor inkomsten waarmee wij andere dingen kunnen doen (Mike Naert,<br />

2010).<strong>”</strong><br />

Mike Naert is leider van het Depot en verzorgt de programmatie en de algemene<br />

coördinatie.<br />

4.4.7 Cactus, Brugge, Patrick Keersebilck<br />

Cactus is een muziekcentrum dat gesubsidieerd wordt door de Vlaamse Overheid<br />

en mee ondergebracht is in vzw Clubcircuit. Binnen de werking hebben ze<br />

verschillende onderdelen: concertwerking, Cactusfestival en educatie (staat<br />

momenteel op een laag pitje door geschrapte subsidies). Cactus wil in de<br />

concertwerking oog hebben voor verschillende uiteenlopende genres, liefst met<br />

uiteenlopende culturele achtergronden. “Het publiek kan er in contact komen met<br />

een grote diversiteit aan mondiale muziekcultuur, van Algerijnse Raï tot Ijslandse<br />

Elektronica (Patrick Keersebilck, 2010).<strong>”</strong> Naast deze internationale werking gaat<br />

er ook veel aandacht uit naar nieuwe ontwikkelingen. Ook wordt er gewerkt met<br />

concerten op verschillende niveau’s: grote sterren die enkel bij hen optreden,<br />

artiesten die op een paar plaatsen optreden en Belgische artiesten die op<br />

verschillende Belgische podia staan.<br />

Patrick Keersebilck is algemeen coördinator bij Cactus.<br />

5. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK<br />

In dit hoofdstuk worden de resultaten van de diepte-interviews gegeven. In het<br />

interview werden vragen gesteld, met het oog op de beantwoording van de<br />

onderzoeksvragen. Er kwamen echter ook bepaalde zaken steevast opnieuw naar<br />

boven in verschillende interviews. Deze onderwerpen worden daarom ook<br />

aangehaald.<br />

5.1 De selectiecriteria<br />

In de vraagstelling over de selectiecriteria werden zo goed als geen suggesties<br />

gedaan. Enkel het financiële element werd specifiek bevraagd. Er werden in de<br />

literatuur een aantal criteria aangehaald die gehanteerd werden door de A&Rmanagers.<br />

Sommige criteria (buikgevoel, live-shows, kwaliteit en afgelegd<br />

parcours) kwamen ook bij de muziekprogrammatoren naar voren. Andere criteria<br />

(uitstraling en motivatie) kwamen dan weer niet ter sprake. Het is waarschijnlijk<br />

30


ook meer de taak van een A&R-manager om te kijken naar uitstraling en<br />

motivatie, omdat hij artiesten boekt die het vaak “nog moeten maken<strong>”</strong>. Wanneer<br />

programmatoren artiesten gaan selecteren, zijn die zo goed als altijd reeds in een<br />

verder stadium. Ze hebben daartegen al wat populariteit verworven en dat<br />

impliceert misschien al wel dat ze een goede uitstraling hebben en<br />

doorzettingsvermogen en enthousiasme.<br />

Ook kwamen er uit het interview enkele selectiecriteria naar boven die niet uit de<br />

literatuur voortkwamen. Voor muziekprogrammatoren is er natuurlijk het<br />

financiële aspect dat bij de A&R-manager wegvalt. Verder kwam er ook het<br />

criterium bij dat de artiest moest passen binnen de werking van het<br />

muziekcentrum of de muziekclub. Verder is actualiteit belangrijk en in mindere<br />

mate ook populariteit. In onderstaand schema worden alle criteria op een rijtje<br />

gezet. Een verdere bespreking per (aanwezig) criterium volgt.<br />

Cactus Het Depot MOD N9 5voor12 Vooruit AB<br />

Buikgevoel (x) x<br />

Live-show x x (x) (x)<br />

Kwaliteit x x x<br />

Uitstraling<br />

Motivatie<br />

Afgelegd parcours (x) x x x x<br />

Financiële kost x x x x x x (x)<br />

Passen binnen x x x x<br />

werking<br />

Actualiteit x x x<br />

Populariteit (x) x<br />

Tabel 3: Overzicht van de verschillende criteria bij de muziekcentra en –clubs<br />

5.1.1 Het Buikgevoel<br />

Dit was een criterium dat uit de literatuur naar voren kwam. Bij A&R-managers<br />

was het dus belangrijk om een bepaald gevoel te krijgen bij een artiest, een<br />

“buzz<strong>”</strong>, een buikgevoel. Tegen de verwachtingen in werd dat specifieke<br />

buikgevoel slechts bij één muziekprogrammator aangehaald, namelijk bij de<br />

muziekclub 5voor12. “Het is natuurlijk een zeker buikgevoel dat daarin<br />

meespeelt. Ik doe dat al 20 jaar en dat is toch ook altijd vertrekken vanuit een<br />

eigen smaak (Philip De Liser, 2010)<strong>”</strong>. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de<br />

31


muziekprogrammatoren het gevoel hadden dat ze echt concrete criteria moesten<br />

geven, en het buikgevoel misschien niet zagen als specifiek criterium. Patrick<br />

Keersebilck gaf bijvoorbeeld ook aan dat hij iets zal programmeren als hij het<br />

‘Interessant’ vindt. Dit kan ook onder dat buikgevoel vallen. Als we de quote van<br />

De Liser bekijken zien we dat hij eigen smaak aanhaalt. Dat werd ook bij enkele<br />

andere muziekcentra aangehaald, waarbij de werking vooral mainstream is, met<br />

aanvullend een bepaalde niche (in de muziekstijl van de programmator).<br />

5.1.2 De Live-show<br />

Met dit criterium wordt bedoeld dat de kwaliteit van een live-performance goed<br />

moet zijn. Dit was vooral belangrijk bij het Depot en MOD. Wat vaak naar voren<br />

kwam, en dan specifiek bij AB en 5voor12 was het gebrek aan tijd om naar<br />

artiesten te gaan kijken (buiten hun eigen huis). “Wij doen zelf ruim 100<br />

activiteiten per jaar, dus dat is al 1 op 3 dagen waarvan ik 99% van de tijd<br />

aanwezig ben (Philip De Liser, 2010).<strong>”</strong> Muziekprogrammatoren proberen het<br />

gebrek aan tijd om live-performances te zien te compenseren door de<br />

verschillende <strong>Rock</strong>rally’s op de voet te volgen. Dat zijn plaatsen waarop je plots<br />

veel nieuw talent kan ontdekken. Mike Naert van het Depot zetelt bijvoorbeeld in<br />

de jury van <strong>Rock</strong>vonk, de tweejaarlijkse Leuvense <strong>Rock</strong>rally. “Om de twee jaar zit<br />

ik in de jury van <strong>Rock</strong>vonk en dan moet ik 150 demo’s beluisteren en dat is ‘more<br />

than enough’ (Mike Naert, 2010)<strong>”</strong>. Ook Herman Hulsens van AB jureert in<br />

<strong>Rock</strong>rally’s.<br />

5.1.3 Kwaliteit<br />

Met dit criterium wordt zowel de kwaliteit van de muziek als de kwaliteit van de<br />

opnames van de plaat bedoeld. Slechts drie van de zeven muziekcentra haalden<br />

kwaliteit aan als een criterium. Dit lijkt echter vrij weinig. Een reden hiervoor kan<br />

zijn dat kwaliteit als vanzelfsprekend aanzien wordt. Wanneer als criterium geldt<br />

dat ze op de radio gedraaid worden, kan kwaliteit in vele gevallen geïmpliceerd<br />

worden. Bij N9 en AB is het criterium kwaliteit het allerbelangrijkste, want “daar<br />

gaat het over (Jan de Boever, 2010)<strong>”</strong>.<br />

5.1.4 Afgelegd Parcours<br />

Dit criterium komt in de literatuurstudie naar voren. Wat heeft de groep of artiest<br />

reeds bereikt tot hiertoe? Wanneer we de beschrijving van een typisch pop- en<br />

32


ockparcours gaan bekijken in de Muzikantengids, zien we dat de muziekclubs en<br />

–centra hoog op de ladder staan. Er moeten <strong>eerst</strong> enkele andere fases<br />

doorsparteld worden. Dit criterium kwam dan ook naar voren bij vier van de<br />

zeven respondenten en de literatuur werd daardoor bevestigd. Het gaat dan om<br />

subcriteria als: ze moeten reeds (minstens) een CD opgenomen hebben, ze<br />

moeten op de radio gedraaid worden, ze moeten meegedaan hebben aan<br />

<strong>Rock</strong>rally’s. “We gaan geen beginnende bands programmeren. Vooruit blijft een<br />

prestigieus podium. Totaal beginnende bands zullen doorverwezen worden naar<br />

de kleinere clubs (Wim Wabbes, 2010).<strong>”</strong> Bij het Depot kwam dit criterium niet<br />

specifiek naar voren, maar er werd wel belang gehecht aan <strong>Rock</strong>rally’s om daar<br />

artiesten te kunnen beoordelen. In die zin is meedoen aan een <strong>Rock</strong>rally dus ook<br />

een criterium. Wel werd bij het Depot aangehaald dat beginnende groepjes na de<br />

verbouwingen aan het Depot meer speelkansen zullen krijgen omdat er dan<br />

(gratis) concertjes kunnen doorgaan in het café.<br />

5.1.5 Financiële kost<br />

Dit criterium kwam bij elke respondent naar voren. Wanneer het niet specifiek<br />

gezegd werd, werd er wel naar gevraagd. Hoewel het criterium voor iedereen van<br />

belang was (om het financiële plaatje kan je nu eenmaal niet heen) zagen we wel<br />

verschillen in prioriteit. Voor N9 was naast kwaliteit het financiële bijvoorbeeld<br />

het belangrijkste. Voor AB was het financiële slechts belangrijk in een laatste<br />

stadium. Het belang van het financiële hangt ook duidelijk samen met de grootte<br />

van de zaal of zalen. Wanneer een muziekcentrum, zoals AB, meerdere zalen<br />

heeft, kunnen er concerten van verschillende niveau’s terecht: een duurdere<br />

artiest wordt in de grote zaal gezet, een artiest waarvoor ze een kleiner publiek<br />

hebben wordt in AB Club gezet. Op deze manier worden de kosten gedrukt. Het is<br />

voor de meesten dan ook belangrijk om te mikken op ‘break-even’. “We moeten<br />

daar geen geld aan verdienen, maar indien wel, zoveel te beter want dan kunnen<br />

we dat weer in andere projecten investeren. Maar we willen er ook geen geld aan<br />

toesteken. Dat houden we voor speciale projecten (Wim Wabbes, 2010)<strong>”</strong>. Het is<br />

hier ook belangrijk om aan te geven dat alle ondervraagde organisaties subsidies<br />

ontvangen voor hun werking. Er liggen echter wel grote verschillen in de<br />

budgetten. Dat is logisch omdat er ook grote verschillen zijn tussen AB (900.000<br />

euro), een muziekcentrum in de hoofdstad en N9 (250.000 euro), een muziekclub<br />

in een kleinere stad. Maar ook binnen het Clubcircuit zien we verschillen in de<br />

subsidiebudgetten. N9 krijgt dus 250.000 euro, maar 5voor12, ook in het<br />

Clubcircuit krijgt 500.000 euro. We zien dan ook tussen deze clubs onderling nog<br />

33


een groot verschil in werking: bij 5voor12 in Antwerpen worden vaker concerten<br />

georganiseerd dan in Eeklo bij N9.<br />

5.1.6 Passen binnen de werking<br />

Bij dit criterium gaat het om twee zaken: enerzijds moet het genre passen binnen<br />

de werking van de muziekclub of het muziekcentrum (dit is vaak eerder ‘left-ofcenter’<br />

in combinatie met enkele mainstream artiesten), anderzijds moet een<br />

artiest aanvullend zijn op de werking. “Ik moet geen vier weken na mekaar een<br />

Reggae-act zetten, dat moet goed verdeeld zijn over het jaar (Jan de Boever,<br />

2010).<strong>”</strong> Bij Vooruit is er bijvoorbeeld de samenwerking met de muziekclub<br />

Democrazy, en die doen ook voor een groot stuk de pop- en rockprogrammatie<br />

bij Vooruit (ze hebben zelf geen eigen concertzaal). De pop- en<br />

rockprogrammatie die vanuit Vooruit zelf gebeurt, moet dan aanvullend werken<br />

op die van Democrazy. Dit criterium kwam naar voren bij vier van de zeven<br />

repondenten.<br />

5.1.7 Actualiteit<br />

Dit criterium is belangrijk in drie van de zeven organisaties. Bij Cactus hangt het<br />

zeer nauw samen met hun belangrijke waarde ‘Vernieuwing’. “We hebben oog<br />

voor nieuwe ontwikkelingen, nieuwe groepen (Patrick Keersebilck, 2010).<strong>”</strong> Ook bij<br />

5voor12 en AB proberen ze de meest actuele artiesten in de kijker te zetten.<br />

5.1.8 Populariteit<br />

Dit criterium kwam enkel specifiek naar voren bij AB. Eén van hun belangrijke<br />

waarden is dat ze het kruispunt willen zijn tussen artiesten en hun publiek. Ze<br />

willen dan ook in de mate van het mogelijke rekening houden met de wensen van<br />

het publiek. Dit is dan wel vooral op nationaal niveau bekeken. Bij het Depot in<br />

Leuven, waar ze ook een warme uitstraling willen hebben naar het publiek toe en<br />

zeer aanspreekbaar willen zijn, is voldoen aan de vraag van het publiek<br />

momenteel iets moeilijker. Zij krijgen veel aanvragen vanuit het lokale niveau<br />

(Leuven) en daarvoor is het financieel niet altijd mogelijk om concerten te<br />

organiseren. Na de verbouwingen in 2011 zou het echter wel mogelijk moeten<br />

worden om meer aan die wensen van het publiek te voldoen, omdat er vanaf dat<br />

moment ook kleinere concerten kunnen doorgaan in het café.<br />

34


5.2 Lokaal of internationaal?<br />

Waarvoor kiezen de muziekprogrammatoren wanneer ze moeten kiezen tussen<br />

een lokale of een internationale band?<br />

Het Depot wil extra steun geven aan de ‘Leuvense scene’. Artiesten als Milow en<br />

Selah Sue zijn kind aan huis. “Voor de rest of het nu Belgisch is of internationaal,<br />

die criteria blijven hetzelfde (Mike Naert, 2010).<strong>”</strong> Ook Vooruit wil zeker lokaal<br />

talent promoten. Ze brengen lokale artiesten in contact met internationale<br />

artiesten. Voor hen is het belangrijk om een goede mix van beide te hebben. Als<br />

ze echt moeten kiezen, en de kwaliteit is dezelfde, dan kiezen ze voor een Gentse<br />

band. “Die internationale band, gezien die al op tour is, heeft waarschijnlijk al een<br />

pak andere mogelijkheden. Voor die Gentse band is Vooruit dan misschien wel<br />

het beste podium om dit te doen (Wim Wabbes)<strong>”</strong>. MOD ziet lokaal talent niet<br />

enkel als talent uit Hasselt, maar uit de hele provincie. Ze proberen zo vaak<br />

mogelijk jong lokaal talent aan bod te laten komen. Bij AB is ongeveer 40-50%<br />

van de programmatie Belgisch. Ze hebben vanuit de overheid ook echt de<br />

opdracht om o.a. voldoende aandacht te schenken aan Nederlandstalige muziek.<br />

In Brussel is er niet echt een lokale scene, maar AB wil wel graag nationale bands<br />

mee helpen opbouwen. Ook bij Cactus draait het meer rond het steunen van<br />

nationale bands dan puur de lokale bands. Bij N9 en 5voor12 hebben ze niet echt<br />

een lokale affiniteit. Vroeger heeft 5voor12 wel geholpen om o.a. DEUS en Zita<br />

Swoon groot te krijgen. Als er al een voorkeur wordt gegeven gaat het bij hen<br />

over het nationale niveau en niet het lokale. “5voor12 en Petrol hebben een<br />

bovenlokale uitstraling (Philip De Liser, 2010)<strong>”</strong>.<br />

5.3 Artist in Residence<br />

Een methode die gebruikt wordt in sommige muziekcentra en –clubs om lokaal<br />

talent te boosten is het systeem van een ‘Artist-in-Residence’ (AIR). Deze artiest<br />

of groep krijgt een jaar lang meer mogelijkheden, zowel financieel, informationeel<br />

als productioneel, om zich zo op korte tijd beter te ontwikkelen.<br />

5voor12, N9 en MOD werken niet met dit systeem. Cactus doet het recent ook<br />

niet meer, maar voordien hebben groepen als Waxdolls wel hun <strong>eerst</strong>e stappen<br />

gezet bij hen. AB werkt normaalgezien wel met een AIR, maar dit moest in 2010<br />

geschrapt worden omwille van een vermindering van de subsidies. Vooruit en het<br />

Depot werken wel met een AIR. Bij Vooruit was dat in 2010 de band ‘Drums are<br />

for Parades’. Deze AIR zullen ze financieel ondersteunen met geld dat ze uit<br />

goedverkochte concerten halen. Verder zijn er niet zoveel pop-rock artiesten die<br />

35


terugkomen naar Vooruit omdat ze er vaak uitgroeien. Vooruit ziet dit ook als<br />

taak van een Kunstencentrum om lokaal talent zo te steunen dat ze nadien<br />

grotere podia kunnen gaan doen. In 2009 had het Depot Customs als AIR en in<br />

2010 Addicted Kru Sound/Body Spasms. De taak van het Depot is ervoor zorgen<br />

dat ze een goede release hebben en een goede agent vinden.<br />

5.4 Problematiek van het voorprogramma<br />

Vele muziekprogrammatoren halen aan dat het steeds moeilijker wordt om nog<br />

zelf een voorprogramma te bepalen. Veel artiesten nemen namelijk zelf hun<br />

voorprogramma mee. Dit neemt voor programmatoren de kans weg om lokale<br />

artiesten aan bod te laten komen.<br />

Zowel het Depot als MOD halen dit aan in het interview. Ook AB zit soms verveeld<br />

met de situatie, maar ziet echter ook een positief resultaat: “ze nemen<br />

tegenwoordig allemaal zelf een voorprogramma mee, hoe onbekender hoe liever<br />

en liefst nog vrienden van de hoofdact. Maar dat kan soms ook goed uitdraaien:<br />

soms past de band ook echt goed bij de hoofdact en ontdekken we daarmee iets<br />

nieuws (Herman Hulsens)<strong>”</strong>.<br />

5.5 Aanbod-overload<br />

Door de globalisering en de nieuwe technologische ontwikkelingen, wordt het<br />

voor beginnende artiesten steeds makkelijker om zelf muziek op te nemen.<br />

Vroeger moest je als artiest <strong>eerst</strong> geld verzamelen om een nummer op te nemen<br />

in een professionele studio. Vandaag de dag kan je een plaat opnemen vanuit je<br />

slaapkamer via muziekprogramma’s voor je computer. Dit zorgt voor een enorm<br />

groot aanbod aan nieuwe muziek van al dan niet getalenteerde jonge<br />

muzikanten. Als muziekprogrammator blijkt het steeds moeilijker om door de<br />

bomen het bos te zien.<br />

N9 spreekt over 20 voorstellen per dag, AB over 200 mails per week: “In een<br />

schitterende wereld zou ik een bureau hebben met een CD-speler en dan zou ik 8<br />

uur per dag naar muziek luisteren en dan zeggen “dat vind ik leuk, dat gaan we<br />

boeken<strong>”</strong> (Herman Hulsens, 2010)<strong>”</strong>. Spijtig genoeg hebben de<br />

muziekprogrammatoren ook andere dingen te doen, bijvoorbeeld persartikels<br />

schrijven en eigen concerten bijwonen, waardoor ze niet voldoende tijd hebben<br />

om alles wat ze in hun mailbox krijgen na te kijken. “Demo’s insturen heeft echt<br />

geen zin. Ik luister daar niet naar, ik heb al zoveel andere goede muziek waar ik<br />

naar moet luisteren… (Mike Naert, 2010)<strong>”</strong>. “We slagen er zelfs niet meer in om<br />

36


alle Belgische acts met een CD-release een plaats te geven, laat staan alle<br />

artiesten die nog in repetitiekotfase zitten (Philip De Liser, 2010).<strong>”</strong><br />

5.6 ‘Afkijken’ en ‘opstoken’ bij de anderen<br />

In de interviews zagen we dat de muziekprogrammatoren onderling soms contact<br />

hebben. Dit is voor hen een goede manier om nieuwe muziek te leren kennen en<br />

om in te schatten of een artiest ook bij hen goed zou kunnen scoren. N9 zegt<br />

bijvoorbeeld voor of na vergaderingen van vzw Clubcircuit soms met andere<br />

programmatoren te overleggen. Wanneer een bepaalde artiest het heel goed<br />

deed in een andere club, kan dit voor N9 een indicatie zijn. Het Depot komt soms<br />

samen met Trix in Antwerpen en MOD. Ze hebben een beetje dezelfde werking en<br />

kunnen dan over dezelfde problematieken praten. Ze gaan niet enkel vragen bij<br />

andere programmatoren welke bands goed zijn, maar zeker ook zelf bands<br />

promoten: “Het feit dat Mike van het Depot Customs steunt maakt het soms<br />

gemakkelijker om bij de VRT binnen te geraken (Mike Naert, 2010).<strong>”</strong> Bij AB zien<br />

we ook dat Herman Hulsens bijvoorbeeld muziek probeert te promoten bij Mike<br />

Naert van het Depot. AB heeft verder ook een goed contact met de Melkweg in<br />

Amsterdam. Vaak spelen hetzelfde soort bands in beide concertzalen en kan<br />

ticketverkoop bij de Melkweg een goede indicatie zijn voor AB.<br />

5.7 Gevolgen van lokatie op de werking<br />

Tijdens de interviews zagen we een groot verschil in werking tussen de<br />

verschillende respondenten. Dit lijkt ook voor een groot stuk samen te hangen<br />

met de locatie van de muziekcentra- en clubs. N9 ligt in Eeklo, een kleine stad. ‘s<br />

Avonds is het niet meer mogelijk om met de trein naar huis te gaan. Hierdoor<br />

trekken zij een ouder publiek aan dan bijvoorbeeld het Depot in Leuven en<br />

Vooruit in Gent, waar het barst van de studenten. Vooruit verliest dan weer veel<br />

bands aan Brussel: “het gebeurt vaak dat een band geïnteresseerd is om in Gent<br />

te spelen, als er bijvoorbeeld geen plaats is in Brussel ofzo. Maar als er dan toch<br />

plaats vrijkomt in Brussel, dan zijn ze weg (Wim Wabbes, 2010).<strong>”</strong> Ook MOD heeft<br />

dat probleem: “het is niet altijd makkelijk om grote internationale namen tot bij<br />

ons te krijgen, omdat Hasselt geen bekende stad is voor het buitenland (Riet<br />

Coenen, 2010)<strong>”</strong>. 5voor12, gehuisvest in Petrol, ligt in Antwerpen, maar toch wel<br />

op tien minuten fietsen van het centrum. Ze hebben een zeer goede, ruime zaal,<br />

geen probleem met geluidsoverlast en voldoende parkeerplaats. Langs de andere<br />

kant moet je gemotiveerd zijn om naar daar te komen en moet je de<br />

37


programmatie goed opvolgen. Om meer op studenten in te spelen hadden ze wat<br />

meer in het centrum moeten liggen. Het Depot heeft naast de vele studenten die<br />

in de stad wonen nog een groot voordeel: ze liggen vlak over het station van<br />

Leuven, waar er nog tot middernacht treinen rijden naar alle uithoeken van<br />

België. AB heeft het voordeel in het centrum van Brussel, de Belgische hoofdstad,<br />

te liggen: “wij werken eigenlijk niet meer met weken en weekends (Herman<br />

Hulsens, 2010)<strong>”</strong>. Ze kunnen op eender welke avond programmeren omdat er zo’n<br />

groot aanbod is en het publiek blijkt ook in de week te komen. Een dance-act<br />

proberen ze wel nog steeds meer in het weekend te plaatsen, maar verder<br />

houden ze er geen rekening meer mee. Blijkbaar zijn Brusselaars soms wel een<br />

moeilijk publiek: “Zornik was in Vlaanderen heel populair, ze stonden in de<br />

Afrekening, ze speelden in zalen van 3000 man. Ik verkocht daar hier geen 600<br />

tickets voor… Zo zijn er een aantal zaken die niet werken in Brussel (Herman<br />

Hulsens)<strong>”</strong>.<br />

6. ANALYSE<br />

6.1 Onderzoeksvraag 1<br />

Wat zijn de selectiecriteria die muziekprogrammatoren hanteren voor<br />

artiesten in muziekcentra en –clubs?<br />

Om deze vraag te beantwoorden werden uit de theorie een aantal criteria gehaald<br />

die door A&R-managers gebruikt worden bij de selectie van artiesten: het<br />

buikgevoel, live-shows, kwaliteit, uitstraling, motivatie en het reeds afgelegde<br />

parcours. Wat meteen opviel tijdens de interviews was dat deze criteria niet<br />

allemaal naar boven kwamen bij de muziekprogrammatoren. Uitstraling en<br />

motivatie kwamen totaal niet ter sprake. De financiële kost, het passen binnen de<br />

werking, actualiteit en populariteit werden toegevoegd aan de lijst. We zagen dat<br />

deze criteria verschillen tussen de muziekcentra en -clubs. Wanneer we proberen<br />

op te lijsten in welke volgorde de criteria van belang waren, bekomen we deze<br />

lijst:<br />

1. Financiële kost<br />

2. Afgelegd Parcours<br />

3. Passen binnen de werking<br />

4. Kwaliteit/Actualiteit<br />

5. Live-show<br />

6. Populariteit/Buikgevoel<br />

38


Zoals hierboven reeds besproken is dit slechts een schets van hoe het werkelijke<br />

proces eraan toegaat. Dit gaat over de criteria die meteen bij de respondenten<br />

opkwamen, maar dat wil daarom niet zeggen dat andere criteria geen rol spelen.<br />

Antwoord onderzoeksvraag 1: Het <strong>eerst</strong>e criterium dat voor alle<br />

respondenten belangrijk is, is het financiële plaatje. Alles heeft nu<br />

eenmaal zijn prijs en het is belangrijk voor de algemene werking van de<br />

organisatie dat er gemikt wordt op ‘break-even’. Verder is een<br />

muziekcentrum of –club niet het <strong>eerst</strong>e stadium van een pop- of<br />

rockartiest. Er moeten reeds enkele stadia afgelegd zijn. Voorbeelden<br />

daarvan zijn een finaleplaats bij een <strong>Rock</strong>rally, een CD-release en het<br />

parcours van jeugdhuizen en kleinere muziekclubs reeds afgelegd<br />

hebben. Verder heeft elk muziekcentrum of -club zo zijn eigen identiteit.<br />

Het is belangrijk dat de artiest binnen dat plaatje past. Sommige genres<br />

komen nu eenmaal niet aan bod in de ene club, maar wel in de andere.<br />

Verder zijn de kwaliteit en actualiteit van de artiesten belangrijk. Die<br />

kwaliteit hangt samen met het parcours dat ze reeds afgelegd moeten<br />

hebben voor ze bij de muziekcentra en –clubs kunnen spelen. In mindere<br />

mate is het belangrijk om een artiest <strong>eerst</strong> live aan het werk te zien.<br />

Door tijdsgebrek is het voor programmatoren zelden mogelijk om naar<br />

optredens buiten het eigen huis te gaan kijken. Populariteit van een<br />

groep hangt ook wat samen met actualiteit en is dus ook een criterium<br />

waar rekening mee gehouden wordt. Het buikgevoel werd als criterium<br />

slechts eenmaal uitgesproken. Toch mag dit criterium niet verwaarloosd<br />

worden. Elke programmator kiest toch enigszins vanuit een bepaalde<br />

expertise en smaak en dat kan dan ook in verband gebracht worden met<br />

het buikgevoel.<br />

6.2 Onderzoeksvraag 2<br />

In welke mate is lokaliteit een belangrijke factor in het selectieproces<br />

van artiesten binnen de programmatie van muziekcentra en –clubs?<br />

Drie van de zeven respondenten zeiden expliciet veel te willen doen voor lokaal<br />

talent. Dit waren MOD in Hasselt, het Depot in Leuven en Vooruit in Gent. Dit<br />

hangt vaak samen met het idee van een ‘Artist in Residence’. Ze proberen lokaal<br />

talent klaar te stomen om de rest van België en misschien zelfs het buitenland te<br />

veroveren. AB, 5voor12 en Cactus hebben een geschiedenis in het vooruithelpen<br />

39


van lokaal talent, maar doen op dit moment geen extra inspanningen daarvoor.<br />

Bij N9 in Eeklo is er geen speciale werking voor lokaal talent. Er wordt<br />

aangegeven dat lokaal talent, door middel van nieuwe technologieën makkelijker<br />

een eigen plaat kan opnemen. Hierdoor is er een ‘Boom’ ontstaan van lokaal<br />

talent, dat spijtig genoeg niet meer overal plaats kan vinden om op te treden.<br />

Een plek waar lokaal talent vaak terecht kon, namelijk het voorprogramma van<br />

andere (buitenlandse) artiesten, valt blijkbaar steeds vaker weg. Buitenlandse<br />

artiesten nemen steeds frequenter een (voor hen) lokale band mee naar België.<br />

Wanneer lokale artiesten toch aan een podiumkans geraken bij één van de<br />

muziekcentra of -clubs, kan dit wel een start zijn van een mooie carrière. De<br />

muziekprogrammatoren hebben namelijk onderling contact en zullen zo bands<br />

aan mekaar aanraden (of ook afraden). Het is als artiest dus belangrijk om een<br />

goede indruk na te laten wanneer je het netwerk betreedt.<br />

Antwoord onderzoeksvraag 2: Lokaliteit is geen criterium dat specifiek<br />

naar boven kwam in de interviews. Wel is er vanuit verschillende<br />

muziekcentra en -clubs ofwel een specifieke lokale werking, ofwel enkel<br />

extra aandacht voor lokale artiesten. Twee van de zeven muziekcentra<br />

en -clubs werken met een ‘Artist in Residence’, om zo lokaal talent snel<br />

te laten opklimmen. Drie andere muziekcentra en -clubs proberen toch te<br />

zorgen dat lokaal (of nationaal) talent zeker ook vertegenwoordigd zijn<br />

op hun podia. Het is echter niet altijd makkelijk om talent te ontdekken,<br />

omdat er een overload is aan nieuwe groepen en verder ook een<br />

tijdsgebrek is vanwege de muziekprogrammatoren. Uit de interviews<br />

werd het ook duidelijk dat, waar lokale artiesten vroeger vaak in het<br />

voorprogramma terechtkwamen, hier nu vaak bevriende bands staan die<br />

de buitenlandse artiesten zelf meenemen.<br />

7. AANBEVELINGEN VOOR VERDER ONDERZOEK<br />

Deze masterproef was louter een verkennende studie. Om een beter zicht te<br />

krijgen op alle criteria die gebruikt worden, moeten er meer dan zeven<br />

muziekprogrammatoren bevraagd worden. Het is vanuit dit onderzoek zeker niet<br />

mogelijk om te gaan veralgemenen op het niveau van de provincies. Uit het<br />

interview met 5voor12 uit Antwerpen zou kunnen geconcludeerd worden dat er in<br />

Antwerpen niet veel oog is voor lokaal talent. Om hier echt een zicht op te krijgen<br />

zou o.a. Muziekcentrum Trix ook ondervraagd moeten worden. Dit zou een ander<br />

beeld schetsen, gezien zij, volgens het interview met Mike Naert van het Depot,<br />

40


wél heel lokaal werken. Uit dat interview zou dan misschien geconcludeerd<br />

kunnen worden dat er juist wél een belangrijke ‘Antwerpse scene’ is.<br />

Een belangrijk onderwerp binnen Globalisering en muziek blijft de dominantie van<br />

Angelsaksische muziek. Hierover zouden ook nog enkele vragen kunnen gesteld<br />

worden in verband met de lokaliteit. Wanneer we het in deze masterproef hadden<br />

over lokale bands, ging het zeker niet specifiek over Nederlandstalige groepen.<br />

Bij de criteria kwam het visuele aspect nergens naar voren tijdens de interviews.<br />

Hierover zou ook verder onderzoek kunnen gedaan worden. In welke mate is het<br />

visuele aspect, het uiterlijk, de lichtshow,… belangrijk bij de selectie van<br />

artiesten. En is er hier een verschil te merken tussen lokale en internationale<br />

bands?<br />

Een aanvullend onderzoek zou uit een andere invalshoek kunnen komen: hoe ziet<br />

het publiek de spanning tussen Globalisering en Lokalisering? Waar gaat de<br />

voorkeur van het publiek naar uit?<br />

41


8. BIBLIOGRAFIE<br />

Wetenschappelijke boeken:<br />

BENNETT, A. (2003), Cultures of Popular Music, Philadelphia: Open University<br />

Press, 194 p.<br />

BRYMAN, A. (2004), Social Research Methods, New York: Oxford University Press.<br />

607 p.<br />

BURKE, P. (2009), Cultural Hybridity, Cambridge: Polity Press, 142 p.<br />

BURNETT, R. (1996), The Global Jukebox. The international music industry,<br />

Londen: Routledge, 171 p.<br />

KRAIDY, M. M. (2010), ‘The Global, the Local, and the Hybrid: A Native<br />

Ethnography of Glocalization’, pp. 351-356 in RITZER, G. & ATALAY, Z. (eds.),<br />

Readings in Globalization: key concepts and major debates, West Sussex: Wiley-<br />

Blackwell, 477 p.<br />

KUPPENS, A. (2008), ‘De globalisering van hip hop. Vlaamse hip hop artiesten<br />

over authenticiteit’, pp. 37-50 in VAN DEN BULCK, H. & DHOEST, A. (eds.),<br />

Media, Cultuur, Identiteit. Actueel onderzoek naar media en maatschappij, Gent:<br />

Academia Press, 152 p.<br />

LIANG, D. (2008), ‘Anglo-American Music Journalism. Texts and contexts’, pp.<br />

333-339 in BENNETT, A. , SHANK, B. & TOYNBEE, J. (eds.), The Popular Music<br />

Studies Reader, London: Routledge, 408 p.<br />

LONGHURST, B. (2008), Popular music & society, Cambridge: Polity Press, 304 p.<br />

LUBBERS, R. F. M. (2000), ‘Sociale cohesie in een tijdperk van globalisering’, pp.<br />

183-192 in NAERT, P. & COPPIETERS, B. (eds.), Globalisering, Tielt: Lannoo, 233<br />

p.<br />

LULL, J. (1992), ‘Popular Music and Communication: An Introduction’, pp. 1-32 in<br />

LULL, J. (ed.), Popular Music and Communication, London: Sage Publications, 247<br />

p.<br />

42


LULL, J. (2000), Media, Communication, Culture. A Global Approach, Cambridge:<br />

Polity Press, 308 p.<br />

LULL, J. (2007), Culture-On-Demand. Communication in a Crisis World, Oxford:<br />

Blackwell Publishing, 222 p.<br />

LULL, J. & WALLIS, R. (1992), ‘The Beat of West Vietnam’, pp. 207-236 in LULL,<br />

J. (ed.), Popular Music and Communication, London: Sage Publications, 247 p.<br />

MITCHELL, T. (1996), Popular Music and Local Identity. <strong>Rock</strong>, Pop and Rap in<br />

Europe and Oceania, London: Leicester University Press, 276 p.<br />

NEGUS, K. (2001), Producing Pop. Culture and conflict in the popular music<br />

industry, London: Arnold, 175 p.<br />

NEDERVEEN PIETERSE, J. (2010), ‘Globalization as Hybridization’, pp. 236-333 in<br />

RITZER, G. & ATALAY, Z. (eds.), Readings in Globalization: key concepts and<br />

major debates, West Sussex: Wiley-Blackwell, 477 p.<br />

RITZER, G. (2010), Globalization: a basic text, West Sussex: Wiley-Blackwell,<br />

592 p.<br />

RITZER, G. (2010), ‘An Introduction to McDonaldization’, pp. 383-388 in RITZER,<br />

G. & ATALAY, Z. (eds.), Readings in Globalization: key concepts and major<br />

debates, West Sussex: Wiley-Blackwell, 477 p.<br />

ROBERTSON, R. (2010), ‘Glocalization: Time-Space and Homogeneity-<br />

Heterogeneity’, pp. 334-343 in RITZER, G. & ATALAY, Z. (eds.), Readings in<br />

Globalization: key concepts and major debates, West Sussex: Wiley-Blackwell,<br />

477 p.<br />

ROTHENBUHLER, E.W. & McCOURT, T. (1992), ‘Commercial Radio and Popular<br />

Music. Processes of Selection and Factors of Influence’, pp. 101-115 in LULL, J.<br />

(ed.), Popular Music and Communication, London: Sage Publications, 247 p.<br />

43


VAN DEN BULCK, H. (2009), ‘Media tussen cultuur en commercie: trends in de<br />

Vlaamse media anno 2009’, pp. 13-27 in VAN DEN BULCK, H., DELTOUR, P.,<br />

VANDERMEERSCH, P., e.a., Crisis in de Media, Brussel: indymedia.be, 79 p.<br />

VAN POECKE, L. & VAN DEN BULCK, H. (1994), ‘Inleiding: Het Globale en het<br />

Lokale’, pp. 9-38 in VAN POECKE, L. & VAN DEN BULCK, H. (eds.), Culturele<br />

Globalisering en lokale identiteit. Amerikanisering van de Europese media,<br />

Leuven-Kesselo: Garant, 117 p.<br />

WATSON, J. L. (2010), ‘Transnationalism, Localization, and Fast Foods in East<br />

Asia’, pp. 396-399 in RITZER, G. & ATALAY, Z. (eds.), Readings in Globalization:<br />

key concepts and major debates, West Sussex: Wiley-Blackwell, 477 p.<br />

WEINTRAUB, A. N. (1998), ‘Jawaiian Music and Local Cultural Identity in Hawaii’,<br />

pp. 78-88 in HAYWARD, P. (ed.), Sound Alliances. Indigenous peoples, cultural<br />

politics and popular music in the pacific, London: Cassell, 220 p.<br />

Artikels:<br />

ADELT, U. (2005), ‘<strong>”</strong>Ich bin der <strong>Rock</strong>’n Roll-Ubermensch<strong>”</strong>: Globalization and<br />

Localization in German Music Television’ in Popular Music and Society, 28 (3):<br />

279-295<br />

ALVAREZ, L. (2008), ‘Reggae Rhythms in Dignity’s Diaspora: Globalization,<br />

Indigenous Identity, and the Circulation of Cultural Struggle’ in Popular Music and<br />

Society, 31 (5): 575-597<br />

BARRER, P. (2009), ‘<strong>”</strong>My White, Blue, and Red Heart<strong>”</strong>: Constructing a Slovak<br />

Identity in Rap Music’ in Popular Music and Society, 32 (1): 59-75<br />

BEHAGUE, G. (2006), ‘Rap, Reggae, <strong>Rock</strong>, or Samba: The Local and the Global in<br />

Brazilian Popular Music (1985-95)’ in Latin American Music Review, 27 (1): 79-90<br />

BISHOP, J. (2005), ‘Building International Empires of Sound: Concentrations of<br />

Power and Property in the “Global<strong>”</strong> Music Market’ in Popular Music and Society, 28<br />

(4): 443-471<br />

44


BURKART, P. (2005), ‘Loose Integration in the Popular Music Industry’ in Popular<br />

Music and Society, 28, (4): 489-500<br />

RUPKE, H. N. & BLANK, G. (2009), ‘<strong>”</strong>Country Roads<strong>”</strong> to Globalization: Sociological<br />

Models for Understanding American Popular Music in China’ in The Journal of<br />

Popular Culture, 42 (1): 126-146<br />

Online bronnen:<br />

DE MEYER, G. (2004), Culturele globalisering en lokale identiteit: het geval van<br />

de (Belgische) populaire muziek, (online),<br />

http://soc.kuleuven.be/onderwijs/pop/documents/globalisering.pdf, gelezen op<br />

15.02.2010<br />

FREDERIX, S. (2004, april), De Amerikaanse Nachtmerrie, (online),<br />

http://www.mo.be/artikel/de-amerikaanse-nachtmerrie, gelezen op 03.05.2011<br />

FREDERIX, S. (2004, mei), Wat we zelf doen, verkoopt beter, (online),<br />

http://www.mo.be/artikel/wat-we-zelf-doen-verkoopt-beter, gelezen op<br />

03.05.2011<br />

Andere:<br />

VAN DER PLAS, J. & VASTESAEGER, T. (2009), De Muzikantengids. Handboek<br />

voor muzikant en DJ, Katwijk: Django Music & Publishing, 354 p.<br />

Interviews:<br />

COENEN, R. (2010), interview op 08/12/2010<br />

DE BOEVER, J. (2010), interview op 27/04/2010<br />

DE LISER, P. (2010), interview op 13/04/2010<br />

JONCKHEER, J. (2011), interview op 15/08/2011<br />

HULSENS, H. (2010), interview op 15/04/2010<br />

45


KEERSEBILCK, P. (2010), interview op 05/12/2010<br />

NAERT, M. (2010), interview op 08/04/2010<br />

WABBES, W. (2010), interview op 14/12/2010<br />

46


9. BIJLAGE (interviews)<br />

Interview met Patrick Keersebilck van Cactus in Brugge op 05/12/2010<br />

Mijn <strong>eerst</strong>e vraag is: zou u even de werking kunnen schetsen van Cactus,<br />

heeft u wat meer achtergrondinformatie?<br />

Wel wij hebben ons indertijd een muziekcentrum genoemd, waarmee we meteen<br />

wilden aanduiden dat het een werking is met verschillende onderdelen. De nadruk<br />

ligt natuurlijk wel op concerten. We hebben een clubwerking, waar we dus door<br />

het jaar minimaal een 70 à 80 concerten organiseren. We hebben daarnaast een<br />

festivalwerking, waar het meest centrale het Cactusfestival is, maar waar we<br />

daarnaast ook nog een paar andere initiatieven hebben. Zo organiseren en<br />

programmeren wij ook het stadsfestival ‘Klinker’, we zijn betrokken bij<br />

‘Benenwerk’ wat eigenlijk een soort ééndagsfestival is, waar we op 12<br />

verschillende podia de meest uiteenlopende dansmuziek presenteren. Dat is heel<br />

uiteenlopend, van heel traditionele dingen tot electro, drum ’n bass, dubstep, …<br />

en we hebben dan ook nog een tweejaarlijks festival in het concertgebouw hier in<br />

Brugge, een indoor-festival ‘Music in mind’. Zwaardere en misschien iets meer<br />

experimentele acts aan de ene kant, en aan de andere kant meer singersongwriters<br />

presenteren, en waar we in de toekomst de bedoeling hebben om<br />

wat te focussen op muziek-beeld met visuals en dergelijke. En dan een laatste<br />

poot van onze werking, maar die draait momenteel op een heel laag pitje, dat is<br />

eigenlijk onze muziek-educatieve werking. Wij hadden vanouds daar wel een<br />

sterke traditie van, ik bedoel daarmee dat we daar ondertussen 15 jaar geleden<br />

mee begonnen zijn waarmee we op jaarbasis toch wel een 40 à 50 workshops<br />

aanboden, waarbij dan mensen in een doe-cursus bvb. een instrument konden<br />

leren bespelen, en aan de andere kant dus meer achtergrondcursussen, waarbij<br />

mensen dan over bepaalde genres meer achtergrondinformatie konden krijgen.<br />

Een beetje meer theoretisch dan?<br />

Ja, of we hebben ook een soort documentaire-filmreeks opgezet, rond muziek<br />

dan, dat soort dingen.<br />

Is dat niet vrij uniek voor een muziekcentrum om…<br />

Nee, ondertussen zijn er al redelijk veel centra, ik denk bijvoorbeeld aan Trix, die<br />

dat ook doet, Muziek-o-droom, …<br />

Muziek-o-droom heb ik juist geïnterviewd, woensdag, hebben die ook die<br />

theoretische achtergrond, dat soort workshops?<br />

Ik moet eerlijk zijn, dat volg ik niet meer op de voet, ik dacht van wel. Maar het<br />

is wel zo, dat de laatste 3-4 jaar dat dat bij ons op een laag pitje draait.<br />

Waarom? Omdat we eigenlijk niet voldoende geld hebben daarvoor, concreet, we<br />

hebben ook een erkenning als muziekcentrum door de Vlaamse Gemeenschap,<br />

wat betekent dat je in principe om de 4 jaar een beleidsplan moet indienen, en op<br />

basis daarvan krijg je een subsidiëring toegewezen. Die muziek-educatieve<br />

werking stond ook in ons beleidsplan, het bedrag dat we uiteindelijk gekregen<br />

hebben voor deze periode, was een heel stuk minder dan wat we eigenlijk nodig<br />

hadden voor heel die werking.<br />

Het waren toen ook juist besparingen zeker?<br />

Toen nog niet, ze hebben wel serieus in de projectsubsidies gesneden, maar wij<br />

moesten dus ook in ons plan snijden, en we hebben toen beslist, de nadruk ligt<br />

op de concertwerking, dus we gaan die muziek-educatieve werking voorlopig onhold<br />

zetten eigenlijk. Maar dus nu moeten we tegen september 2011 een nieuw<br />

dossier indienen, en we gaan proberen, maar het laat zich voorspellen dat er nu<br />

echt besparingen gaan zijn. Dat zijn zo een beetje de grote stukken van onze<br />

werking.<br />

47


OK, dat is al goed, dan heb ik al een beetje een beeld. Een volgende<br />

vraag is: Wat zijn voor jullie de belangrijke waarden in jullie<br />

muziekcentrum? Wat is echt heel eigen aan jullie identiteit?<br />

Er zijn wel een aantal dingen die een belangrijke plaats innemen. Ik zal even ons<br />

beleidsplan erbij nemen, om zeker euh… (stapt even buiten om het plan erbij te<br />

halen). Ik weet niet of het zozeer ‘waarden’ zijn, het zijn eerder<br />

aandachtspunten. Misschien toch een beetje uit onze mission-statement, daar<br />

staat in dat we fungeren als een interculturele ontmoetingsplaats met een<br />

uitgesproken aandacht voor vaak erg uiteenlopende genres en thema’s die<br />

wortelen in vaak erg uiteenlopende culturele achtergronden. Het publiek kan er<br />

via concert- en muziek-educatieve activiteiten in contact komen met een grote<br />

diversiteit aan mondiale muziekcultuur, van Algerijnse Raï tot Ijslandse<br />

elektronica.<br />

Ik denk dat dat toch iets is wat jullie onderscheidt van een heel aantal<br />

andere organisaties, waar de nadruk vooral op jong talent ligt, of…<br />

Ja, maar pas op, dan komen we eigenlijk bij concrete aandachtspunten, en je zal<br />

zien, daar komen die dingen ook wel in voor hoor. (zoekt op, ‘het is lang<br />

geleden..’) Kijk, als het over concertwerking gaat, clubconcertwerking, dus over<br />

de interculturele uitwisseling, waar mensen de kans krijgen om in contact te<br />

komen met heel uiteenlopende muziekgenres vanuit verschillende continenten.<br />

Een grote diversiteit aan genres is belangrijk, we kiezen voor een internationale<br />

programmering, waarin veel aandacht uitgaat naar nieuwe ontwikkelingen, zowel<br />

qua genres als groepen in het muzieklandschap. We willen hierbij soms een<br />

introductiefunctie opnemen, waarbij Cactus fungeert als een soort muzieklabo,<br />

waar het publiek voor het <strong>eerst</strong> kennis kan maken met nieuw werk van dergelijke<br />

cultuurmakers. Deze worden gepresenteerd in een jaarprogramma, waar verder<br />

ook plaats is voor meer gevestigde waarden.<br />

Is dat dan vooral binnen de wereldmuziek, of van eender welke genres?<br />

Wereldmuziek is muziek van over heel de wereld, dus ja, automatisch ook van<br />

verschillende genres. Projecten waar ontmoeting en uitwisseling tussen diverse<br />

genres en culturen centraal staat, en waar met andere woorden sprake is van een<br />

soort kruisbestuiving en/of interactie blijven een bijzonder aandachtspunt. Ook de<br />

aandacht voor recente ontwikkelingen in de muziekscene in Vlaanderen zijn een<br />

aandachtspunt. De concertprogrammering moet ook blijvend oog hebben voor<br />

nieuwe technologische ontwikkelingen en hun implicaties op het muziekgebeuren.<br />

Ik denk dat jullie jezelf dan heel hard profileren als: zo veel mogelijk<br />

verschillende dingen proberen aanbieden?<br />

Dat is duidelijk bij ons ja. En dan het laatste puntje dat er in staat is dat we<br />

concerten op verschillende niveaus willen aanbieden. Wat bedoelen we daarmee?<br />

Wel, dat we dus een aantal concerten in een soort exclusiviteit voor Vlaanderen<br />

willen aanbieden, en dan op een tussenniveau, optredens waarvan er maar een<br />

beperkt aantal in Vlaanderen zijn, en dan finaal, concerten die meer gericht zijn<br />

op een directe regio, wat zich dan gaat vertalen in programmering van meer<br />

Belgische groepen, die op verschillende plaatsen gaan spelen.<br />

Daarbij aansluitend: Als jullie artiesten gaan selecteren, welke criteria<br />

hanteren jullie daarvoor?<br />

Dat staat allemaal niet zo uitgesproken op papier, behalve dat we ons wel<br />

oriënteren op die uitgangspunten die ik zonet gezegd heb. En wat daarnaast<br />

natuurlijk belangrijke criteria zijn, dat is toch wel zeker de actualiteit van een<br />

groep, dat speelt heel zeker mee. Oog voor nieuwe ontwikkelingen, nieuwe<br />

groepen, en dan een derde iets, dat is natuurlijk ook wel de financiële implicaties.<br />

Dat is soms een heel moeilijke afweging. Je kan soms een heel interessante<br />

groep hebben, maar waarvan je weet dat die momenteel misschien nog geen<br />

echt publiek heeft in Vlaanderen. Op dat moment moet je heel hard opletten.<br />

Misschien belangrijk om te vermelden: wij zijn gesubsidieerd door de Vlaamse<br />

Gemeenschap, provincie West-Vlaanderen en stad Brugge, stad Brugge dan<br />

alleen voor ons Cactus festival, maar wij werken wel op jaarbasis op een basis<br />

48


van 75% eigen middelen tegen 25% subsidiëring. Dus om onze begroting rond te<br />

krijgen betekent dat dat we heel sterk moeten opletten. Veel folietjes kunnen we<br />

ons hier niet permitteren.<br />

Nu even in een perfecte wereld, want mijn thesis spitst zich niet toe op<br />

het economische aspect, stel dat u niet op het financiële zou moeten<br />

letten, als u kunt kiezen tussen een internationale en een (West-<br />

)Vlaamse band van gelijke kwaliteit, waar zou u dan voor kiezen?<br />

Ik zou eigenlijk zeggen, afkomst is niet direct een criterium, het gaat hem vooral<br />

over de inhouden. Vinden we het interessant, … De ene keer is dat dan inderdaad<br />

een Belgische groep, de andere keer een internationale band. Dat is niet echt op<br />

voorhand te beslissen. Het programmeren van Belgische groepen is wel zeker een<br />

criterium.<br />

Is dat ook een vereiste voor uw subsidies, Belgische bands<br />

programmeren? Bij de AB is dat bijvoorbeeld wel zo.<br />

Nee niet echt nee. Dat is vooral omdat zij een grote instelling zijn. Zij hebben<br />

eigenlijk een overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschap die buiten het decreet<br />

valt. Daar kunnen dan heel specifieke criteria in ingeschreven zijn. Voor ons is<br />

dat niet zo, maar je gaat wel zien, zowel in al die initiatieven die ik opgenoemd<br />

heb, clubconcerten, festivals, ga je overal die Belgische factor in terugvinden, het<br />

ene jaar al meer dan het andere. Maar het zit er wel altijd in.<br />

Nu we het even over de AB hebben gehad, stel dat jullie dezelfde<br />

middelen hebben die de AB heeft, is dat iets waar jullie in geïnteresseerd<br />

zouden zijn of willen jullie liever ‘kleiner’ blijven en op deze manier<br />

blijven werken?<br />

Ik denk niet dat wij de ambitie hebben om een tweede AB te starten bij manier<br />

van spreken, maar we zouden natuurlijk wel beter gesubsidieerd willen zijn.<br />

Waarom? Omdat net zoals ik daarstraks al zei, nu is het heel vaak, en soms iets<br />

te vaak, iedere euro twee keer omdraaien voor je hem uitgeeft.<br />

Zo kan je misschien niet altijd de kwaliteit bieden die je graag zou willen<br />

bieden? Gewoon omdat het financieel niet haalbaar is?<br />

Dat ook, en er is te weinig ruimte voor experimenten.<br />

Dat is meteen ook niet iets dat alle clubs zouden doen, zo<br />

experimenteren denk ik?<br />

Ja inderdaad, zo programmeer je vaak voor een echt klein publiek, mensen die<br />

heel sterk met muziek bezig zijn, dan ga je wel naderhand gaan zien dat een<br />

aantal van die groepen misschien doorgroeien naar een breder publiek, maar ze<br />

komen ook vaak in een heel ander circuit terecht, vaak in een meer commercieel<br />

circuit, het LiveNation circuit, dat is dan iets heel anders.<br />

Doen jullie iets rond lokale bands, zijn jullie daar echt mee bezig, bvb.<br />

specifieke projecten om lokale bands te promoten, …<br />

Recent niet meer, in het verleden hebben we dat wel nog gedaan. Een van de<br />

initiatieven die wij bijvoorbeeld hadden was dat wij maandelijks een paar keer<br />

een jam-sessie organiseerden waar dan mensen uit lokale bands elkaar konden<br />

vinden (in de Magdalenazaal) met daaraan dan af en toe een concertavond<br />

gekoppeld. Momenteel is dat niet meer zo uitgesproken, wat niet betekent dat we<br />

geen aandacht hebben voor lokale groepen. Bvb een groep als Waxdolls, die<br />

heeft toch bij ons voor het <strong>eerst</strong> stappen kunnen zetten op een min of meer<br />

professioneel podium.<br />

Als er natuurlijk mensen van hier in de buurt zijn, dan gaan die<br />

misschien sneller geneigd zijn om die een kans te geven, en op die<br />

manier kunnen ze sneller uitgroeien.<br />

Ja, dus in die zin zit dat er wel in, maar om nu te zeggen dat het er sowieso<br />

moet in zitten, nee. OK je kijkt wat er beweegt in de lokale scene, net zoals je<br />

dat doet in de bredere Vlaamse scene. Je haalt er die dingen uit waarvan je zegt:<br />

‘Dit is interessant’.<br />

Als u zichzelf zou vergelijken met andere organisaties die in het<br />

clubcircuit zitten, zou u voorbeelden kunnen geven van bands die eerder<br />

49


ij jullie zouden staan, of eerder in een andere club, … Wat maakt jullie<br />

anders dan de rest? Het multiculturele speelt wel mee, hoewel dat bij N9<br />

in Eeklo ook wel is.<br />

Bij N9 is dat zelfs uitgesprokener dan bij ons. Wij komen misschien wel vanuit<br />

dezelfde traditie. Om even een voorbeeld te geven, vroeger bij ons festival was<br />

de zondagprogrammering echt voorbehouden voor wereldmuziek in de meer<br />

traditionele zin van het woord, zoals je die ook terugvindt bij N9, maar ook daar<br />

hebben we moeten zien dat de belangstelling van een breder publiek daalde, en<br />

dan hebben we moeten vaststellen dat het eigenlijk niet meer haalbaar was, dat<br />

hebben we dan voor een stuk afgebouwd. Maar we hebben wel de ambitie naar<br />

de toekomst toe, om dat terug op te nemen. We zijn nu bezig met bekijken<br />

samen met ‘De Werf’, een kunstencentrum hier in Brugge, om volgend jaar<br />

specifiek een reeks op te zetten waar we proberen groepen te zetten die op ‘the<br />

edge’ zitten tussen wereldmuziek en jazz. Jazz is hun invalshoek, wereldmuziek<br />

dan weer de onze. Op die manier gaan we toch zoeken omdat we ondanks die<br />

interculturele basisinstelling van ons, het toch belangrijk vinden om dat te blijven<br />

doen.<br />

Dat is dan toch een beetje een experiment om twee verschillende stijlen<br />

te laten samenwerken?<br />

Ja inderdaad, maar algemeen, we komen uit een tijd waar je clubs had met een<br />

meer uitgesproken karakter, om er maar één te noemen, de Lintfabriek in<br />

Kontich, of ook de 4AD in Diksmuide, waar ik merk dat de laatste 5, misschien<br />

zelfs al 10 jaar, dat dat allemaal veel waziger is geworden.<br />

Ik heb het gevoel bij veel mensen die ik heb geïnterviewd, bijvoorbeeld<br />

bij mensen in het Depot, die een mainstream programmatie hebben,<br />

waar dan de ‘funk’ bijkomt. Muziek-o-droom programmeert ook meer<br />

mainstream, maar daar komt dan meer metal bij. Misschien is het<br />

allemaal iets meer mainstream aan het worden, maar elk met hun eigen<br />

‘touch’.<br />

Voor mij is een belangrijke verschuiving, ik ben nu ook al langer bezig, dat je<br />

vroeger veel meer afgebakende circuits had, gekoppeld met een eigen<br />

afgebakend publiek. Daarmee wil ik zeggen: mensen die zich bezig houden met<br />

Gothic waren uitsluitend bezig met Gothic. Mensen die bezig waren met<br />

elektronische muziek hetzelfde. Terwijl je nu bij jonge mensen een veel grotere<br />

gediversifieerde interesse merkt. Mensen gaan vandaag kijken naar Faithless en<br />

morgen naar een traditionele songwriter. Het circuit heeft zich daar ook denk ik,<br />

misschien onbewust, aan aangepast, waardoor je merkt dat er in veel clubs een<br />

hele waaier aan dingen aangeboden worden. Hier en daar zijn er nog wel<br />

accenten, dat is wel duidelijk, maar toch.<br />

Wat mij persoonlijk heel hard opvalt is dat jonge mensen tegenwoordig<br />

op een festival gaan zitten tijdens de band, en dan terwijl even een dj<br />

speelt tijdens de change-over onmiddellijk rechtspringen en beginnen te<br />

dansen, dat is een hele vreemde gewaarwording toch.<br />

Dat is iets dat mij voortdurend opvalt, misschien even naast de kwestie, maar ja,<br />

dat mensen zodanig gewoon zijn aan een beat. Vorige week ben ik naar Autumn<br />

Falls geweest in de AB, met Beach house en Caribou, een heel interessante band.<br />

Maar je merkt dat het enkel met een echte beat is dat het publiek mee gaat. Het<br />

is zowel typisch als eigenlijk jammer. Om daar een ander voorbeeld van te<br />

geven: Goose. Dat kennen we al heel lang, die zijn indertijd gestart als een meer<br />

gewone rockband. Die hebben maar succes gekregen op het moment dat ze er<br />

een beat in brachten. Zo ook die nieuwe single. Maar je gaat wel zien, deze<br />

zomer, of binnenkort in de AB, dat gaat een enorm succes zijn.<br />

Soms is dat ook wel frustrerend. Als je iets organiseert in Dubsteb of Drum ’n<br />

Bass dan heb je een vol kot, in ons geval is dat tot 1000 mensen, maar doe je<br />

daarna iets met 3 interessante bands mag je al blij zijn met 300-400 mensen.<br />

50


Jullie programmeren natuurlijk wel veel verschillende genres, dan zit je<br />

misschien iets meer ‘safe’ dan bijvoorbeeld helemaal geen dance muziek<br />

te programmeren?<br />

Dat klopt, Maar wat speelt ook mee bij de echt live bands, de mate waarin het<br />

opgepikt wordt door de media. Daar merken we ook de laatste 5 jaar, zeker door<br />

de vele veranderingen binnen de VRT, dat er veel minder mogelijk is, en we<br />

voelen daar ook de gevolgen van. Vroeger waren er veel meer programma’s waar<br />

echt nieuwe dingen aan bod kwamen, die zijn nu geschrapt of heel laat gestoken<br />

in de programmering. Dat is voelbaar voor ons.<br />

Dat merk ik ook bij Studio Brussel. Het lijkt mij dat daar vroeger veel<br />

meer alternatieve muziek aan bod kwam, en dat er nu enkel nog<br />

‘Duyster’ is, maar voor de rest…<br />

Dat is inderdaad nog bijna het enige. Je hebt dat op Studio Brussel, maar<br />

evengoed op Radio 1. Voor een iets ouder publiek was Radio 1 belangrijk als<br />

referentie, de avondprogrammering dan. Zo had je Jacky Willems die 2-3 uur alle<br />

mogelijke nieuwe releases bovenhaalde, of een avond met alleen wereldmuziek.<br />

Dat is allemaal weggevallen, en dat is zeker voelbaar bij ons. Je merkt dat dat<br />

zijn invloed heeft op het publiek dat je nog bereikt voor het meer experimentele.<br />

Maar omgekeerd ook, als ze heel de dag Selah Sue plat draaien, en je doet een<br />

optreden heb je meteen 700 mensen.<br />

Ik had nog een laatste vraag: Heeft u een weet van wie nu juist uw<br />

publiek is? Kunt u uw publiek een beetje schetsen?<br />

Bij ons ligt dat zeker in het verlengde van onze programmering, je hebt het zelf<br />

gezegd, heel veel variatie in de programmering, en navenant heb je dus ook een<br />

publiek. Dat is een publiek van vaak zeer uiteenlopende interesses, en ook een<br />

publiek dat heel gevarieerd kan zijn qua leeftijd. Wij mikken zelf op een publiek<br />

van studenten en ouder. De laatste paar jaar zijn we ons ook wat meer aan het<br />

focussen op derdegraads scholieren, vijfde – zesde jaar, omdat je die wat ziet als<br />

de toekomst. Maar aan de andere kant merk je dat er een tendens is dat het<br />

publiek jonger wordt. Ik zeg nu net Selah Sue, ik heb dan verschillende keren de<br />

vraag gekregen “Ik ben nog maar 12 jaar, mag ik daar naartoe komen?<strong>”</strong>. Officieel<br />

mag dat eigenlijk niet, ze moeten vergezeld zijn.<br />

Dat lijkt me wel vanzelfsprekend dat een twaalfjarige vergezeld is van<br />

een oudere?<br />

Pas op hoor! Soms zien we dat er op die Drum ’n Bass / Dubstep evenementen<br />

toch echt op moet gelet worden. Om maar 1 voorbeeldje te geven: we werken<br />

met ‘student redux’, waarbij scholieren aan 5 euro binnen mogen op heel veel<br />

activiteiten. We hebben bij een aantal activiteiten specifiek moeten vermelden dat<br />

het pas vanaf 16 jaar was, omdat je heel veel mensen van 14 jaar zag die ook<br />

kwamen.<br />

Houden jullie via ticketing bij van waar de mensen komen?<br />

Op het festival houden we dat zeer sterk bij, en daar zien we dat er een<br />

verhouding is van 40% van buiten de provincie West-Vlaanderen en dan 60% van<br />

binnen de provincie.<br />

En bij de gewone werking hier?<br />

Dat hangt heel sterk af van concert tot concert. Ik zal eens een voorbeeld geven:<br />

Volgende week hebben we een optreden van Bonobo staan, ik zou durven zeggen<br />

dat de helft van het publiek van buiten de provincie is. Maar bij andere concerten<br />

is dat dan weer niet het geval. Dat heeft dan ook wel te maken met die 3 niveaus<br />

waar ik het over had. Bonobo speelt bij ons en in Leuven, dat is vrij beperkt, dus<br />

komen de mensen van verder om te kijken. Als die band op 20 plaatsen speelt is<br />

er een meer lokaal publiek, dat is logisch ook.<br />

Als jullie dan promotie gaan doen, gaan jullie voor een Belgische band<br />

dan eerder hier in de café’s in Brugge flyers ophangen, en voor een<br />

internationale band gebeurt er dan veel meer? Of hoe wordt dat beslist?<br />

51


We hebben verschillende circuits daarvoor. Per concert wordt dat besproken met<br />

Loes, die hier de promo coördineert, op welk niveau er promo moet gevoerd<br />

worden. Daar kunnen veel kosten mee uitgespaard worden.<br />

Interview met Wim Wabbes van Vooruit in Gent op 14/12/2010<br />

Kan u kort even de werking van Vooruit schetsen?<br />

In zijn algemeenheid? Vooruit is gesubsidieerd door het Kunstendecreet en heeft<br />

daar ook zijn werking binnen. Het is multidisciplinair, het werkt met een breed<br />

platform van verschillende kunstendisciplines. Daarin zitten muziek, performance,<br />

zowel theater als dans, mediakunst, literatuur en ook nog een soort van sociaalmaatschappelijk<br />

luik in de vorm van “talks<strong>”</strong> (gesprekken/debatten). We zijn met<br />

een vrij groot team van programmatoren en los van hetgeen wat we als<br />

Kunstencentrum doen, wat we zelf programmeren, want we zijn een groot huis<br />

met 5 zalen, verhuren we ook nog ruimtes aan andere organisatoren. Er zijn een<br />

aantal prominente en vaste partners bij, Democrazy is er daar één van. Verder<br />

zijn er ook een aantal fuiforganisatoren, het is een studentenstad met een gebrek<br />

aan party-infrastructuur en wij vullen dat voor een deel in. Het is dus een vrij<br />

grote mix tussen enerzijds een hedendaags Kunstencentrum en anderzijds het<br />

inpassen in het sociaal-culturele leven van deze stad.<br />

Kan u ook nog iets vertellen specifiek over de werking van het muzikale<br />

luik?<br />

Ja, die bestaat hoofdzakelijk uit twee luiken. Enerzijds is er een ‘rock en pop’-luik<br />

dat ook historisch gegroeid is. Toen Vooruit werd opgestart in 1982 was hier al<br />

een concertorganisator actief (Kris Verleyen, “On The Rox<strong>”</strong>), maar niet met zo’n<br />

hele drukke agenda (deze organisator ging later over naar Schuermans en<br />

LiveNation). Hij heeft hier altijd concerten georganiseerd, hoofdzakelijk in de<br />

concertzaal en we hebben zelf, pas in de jaren 2000, een eigen rockprogramma<br />

opgesteld. Dit was een alternatieve rockprogrammering, los van LiveNation (die<br />

deed het meer commerciële). Het tweede luik noemen wij ‘Jazz and beyond’. Dit<br />

is een luik jazz en improvisatiemuziek en niet-commerciële alternatieve muziek.<br />

Spin-offs die uit de jazz komen of rock- en popmuziek of zelfs folk- en<br />

wereldmuziek die nog wel rare kantjes heeft en niet makkelijk te plaatsen is.<br />

Dan komen er binnen Vooruit dus toch wel bijna alle genres aan bod?<br />

Behalve Klassiek?<br />

Ja alles komt aan bod, maar dan niet de mainstream. Binnen rock gaan we wel<br />

alternatieve mainstream programmeren, daar kunnen ook wat grotere namen<br />

tussenzitten, maar binnen klassiek, hedendaags of wereldmuziek gaan we dat<br />

niet doen. Bij de jazz gaan we dat misschien wel doen maar dan is dat toch wel<br />

de progressieve mainstream, als we daar grote namen programmeren zijn het<br />

toch zeker de progressieve.<br />

Wat zijn voor Vooruit de belangrijkste waarden?<br />

Dat is een moeilijke vraag… ik denk dat voor een groot deel, maar dit is wel een<br />

zeer beladen term, ‘vernieuwing’ wel een zeer belangrijke waarde is. Dat zit ook<br />

ingebakken in onze functie als Kunstencentrum. Anderzijds ook wel een deel<br />

‘Ondersteuning/Productie’, ‘Continuïteit’, mensen een onderdak bieden en die<br />

blijven steunen. Ook het wortelen van dit huis binnen de stad maar evenzeer<br />

binnen een internationale context, omdat we een groot huis zijn willen we die<br />

geografisch verschillende contexten bij elkaar brengen. ‘Vernieuwing’ is niet enkel<br />

op vlak van het artistieke maar op alle niveau’s. We hebben ooit eens uitgepakt,<br />

en we doen dat nog altijd, met het digitale verhaal. Dit gaat dan over de manier<br />

waarop we communiceren. Ik denk dat we een van de <strong>eerst</strong>e kunstencentra zijn<br />

geweest die een interactieve website hebben gelanceerd, community based, vrij<br />

geavanceerd qua technologie en dat proberen we te doen in de algemene werking<br />

van Vooruit, zowel intern als extern. Dat is een van de speerpuntfuncties van<br />

Vooruit en we werken daar ook voor samen met het “instituut voor<br />

52


eedbandtechnologie<strong>”</strong> en andere hoogtechnologische partners. Ook<br />

‘Duurzaamheid’ is een steeds belangrijker wordend begrip binnen Vooruit, en ook<br />

dat binnen alle geledingen van de werking.<br />

Geven jullie bij Vooruit de voorkeur aan nationale of zelfs lokale (Gentse)<br />

bands of eerder internationale bands binnen jullie programmatie?<br />

We gaan voor die twee gaan kiezen. We willen de lokale scene duidelijk<br />

ondersteunen en we willen dat meer doen dan enkel receptief, we willen die hier<br />

ook een plek geven, producties opzetten. Ook financieel en infrastructureel willen<br />

we hen ondersteunen. Zeker op vlak van muziek hebben we een lange traditie in<br />

het maken van producties, samen met lokale muzikanten en ook zeker een grote<br />

expertise en traditie in het samenbrengen van lokale muzikanten met<br />

internationale muzikanten.<br />

Kan u daar een voorbeeld van geven?<br />

Nu is er een project aan het toeren doorheen Vlaanderen, ‘radioKUKAorkest’, dat<br />

is een Gents jazzensemble die werken samen met een NewYorkse saxofonist,<br />

Ellery Eskelin. Wij hebben hen samengebracht, dat is een wens geweest van<br />

Kristof Rosseeuw, maar ik ken Ellery Eskelin goed en dan heb ik hen bij mekaar<br />

gebracht. Dit is dus een goed voorbeeld van hoe we de lokale scene kunnen<br />

beïnvloeden door de internationale programmering. Ellery Eskelin is hier met zijn<br />

trio hun <strong>eerst</strong>e Europese concert komen spelen in Vooruit, eind jaren ’80 was dat.<br />

Die concerten worden bijgewoond door muzikanten en Kristof Rosseeuw heeft<br />

toen Ellery Eskelin meermaals gezien (want Vooruit wil graag een hele carrière<br />

van de artiest volgen en die dus ook vaker laten optreden) en dat was een van<br />

zijn muzikale helden geworden.<br />

Die internationale artiest, komt die dan altijd naar Vooruit wanneer hij<br />

naar België komt?<br />

In het begin was dat wel zo omdat wij een van de weinigen waren die dat soort<br />

muziek presenteerde, maar ondertussen heeft hij al een grotere naam en heeft<br />

hij bijvoorbeeld ‘deSingel’ ook al gedaan en ook ‘De Werving’ in Brugge. De band<br />

die wij hebben met bepaalde artiesten is diepgaander dan enkel een podium<br />

bieden. Wanneer we een relatie hebben met een aantal internationale artiesten<br />

dan gaan we hen ook introduceren bij die lokale (een stuk Gents, maar ook<br />

verder) artiesten. We hebben net een festival achter de rug. “Baba Zula<strong>”</strong> is een<br />

band uit Istanbul, een heel populaire groep, zowel in Gent als op internationaal<br />

vlak en bij hem hebben we een muzikant uit Brabant geïntroduceerd. En zo<br />

hebben we al een lange traditie in het samenbrengen van internationale<br />

muzikanten met lokale artiesten. Nog een voorbeeld is de combinatie Johan<br />

Johansson (Ijslandse artiest) met Peter Vermeersch. Als organisatie en ook wel<br />

als artiest moet je dan altijd dieper gaan graven, zowel op muzikaal als op<br />

menselijk vlak moet je gaan zien dat je met mekaar overeenkomt. Sommige van<br />

die projecten hebben een langer leven, een residu, andere zijn eenmalig.<br />

Sommige gaan nog verder doorreizen, andere stonden gewoon eenmalig in<br />

Vooruit.<br />

Die samenwerkingen maken jullie misschien al anders dan de andere<br />

geïnterviewde programmatoren. Zijn er nog zaken die Vooruit<br />

onderscheiden van andere muziekcentra?<br />

Ook binnen de rockmuziek…we hebben doorheen de tijd een imago gecreëerd van<br />

een soort vrijplaats te zijn voor vele soorten muziek. Nog voor Koen Gisen<br />

(rockprogrammator) hier werkte weet ik nog dat An Pierlé en Koen Gisen hier hun<br />

alternatief project hadden (Gis & Pierlexa), naast An Pierlé en White Velvet, wat<br />

een commercieel project was. Hier konden ze dan zotte dingen doen en artiesten<br />

inviteren en op een andere manier tewerk gaan zoals ze dat ook bij Sonic Youth<br />

gedaan hebben. Sonic Youth die treedden op in AB, de grote zalen van België. Ze<br />

hebben op een bepaald moment iets gedaan rond gecomponeerde muziek, naast<br />

hun rock-repertoire hebben ze ook een grote affiniteit met avant-garde muziek.<br />

Toen hebben ze ervoor gekozen om dat niet op de klassieke rock-podia te doen,<br />

maar in Vooruit. Zo krijg je als centrum wel naam. Ook Mauro Pavlovski heeft<br />

53


hier al gestaan, op den duur krijg je wel het karakter van dat soort podium te zijn<br />

en dan komen ze wel af. Ook blijf je zelf zoeken, het is niet zo dat je alleen de<br />

brievenbus open houdt.<br />

Kan je het verschil schetsen tussen Vooruit en bijvoorbeeld de AB?<br />

Het grootste verschil is dat wij een kunstencentrum zijn en zij een<br />

muziekcentrum. Dat is het meest wezenlijke verschil denk ik.<br />

En als je enkel gaat kijken naar het muzikale luik van Vooruit?<br />

Het is echt helemaal anders, de insteek is helemaal anders. Zij zijn een<br />

muziekcentrum dat alleen maar met muziek bezig is. Zij hebben een brede<br />

waaier aan muziek, ze hebben een studio. Ze werken minder productioneel<br />

omdat dat denk ik minder in de werking van de muziekclubs vervat zit. Er is ook<br />

zo’n waanzinnig aanbod van artiesten die op tournee zijn, waardoor zij eigenlijk<br />

maar met moeite toekomen aan het productionele luik. Ik weet dat Kurt van<br />

Overbergh daar wel in geïnteresseerd is en dat af en toe wel doet, en dat boeit<br />

hem ook enorm maar dat is een niche binnen zijn werking. Terwijl Vooruit als<br />

Kunstencentrum, alleen al op vlak van beschikbare ruimtes voor muziek zijn wij<br />

al benadeeld. Plus, je kan die veelheid niet presenteren, je bent verplicht van hoe<br />

dan ook een keuze te maken. Ten <strong>eerst</strong>e, binnen de functie van Kunstencentrum<br />

ga je voor die niche, omdat het uw taak is. We worden daarvoor gesubsidieerd.<br />

Je doet wat anderen niet kunnen, omdat ze het niet kunnen betalen of omdat het<br />

te moeilijk is en dan kunnen wij daar geld en middelen tegenaan gooien om te<br />

zorgen dat de artiesten die waardevol zijn toch een plek krijgen. Anderzijds, door<br />

de globale functie van Vooruit, geven we hier wel de ruimte aan ‘Democrazy’, wat<br />

de belangrijkste club is van de stad Gent en dat creëert natuurlijk ook wel een<br />

vibe. Bijvoorbeeld Koen Gisen speelt duidelijk in op het aanbod van Democrazy.<br />

Hij bepaalt zijn eigen positie als programmator ten aanzien van wat Democrazy<br />

hier doet.<br />

Mogen jullie van de overheid dan geen bekende commerciële namen<br />

programmeren in Vooruit?<br />

Ja, dat zou wel mogen, maar dat zou niet de hardcore van onze werking moeten<br />

zijn, en dat gaan we dan ook niet doen, dat moet je net overlaten aan Democrazy<br />

enzo.<br />

En wat dan met een Gentse band die in Vooruit begint en dan groter (en<br />

bekender) wordt? Komt die dan nog terug naar Vooruit?<br />

Bijvoorbeeld “CocoRosie<strong>”</strong> heeft hier nog in het café gestaan, maar die gaan niet<br />

meer terugkomen naar hier, die gaan naar AB of worden geprogrammeerd door<br />

Democrazy.<br />

Is dat dan omdat je daar geen sterke band mee hebt?<br />

Je kan die niet houden, je verliest die. Bij jazz kan ik die wel houden, want jazz<br />

zit altijd binnen een bepaalde gesubsidieerde structuur. Jef Neve is een van de<br />

weinige artiesten die, wanneer je er een band mee hebt, misschien wel zal<br />

zeggen: ‘ok, voor u wil ik nog wel eens komen spelen voor een goedkoper bedrag<br />

ofzo’. En dan kan je daar misschien eens een cent op verdienen, maar dat zal<br />

zeker niet veel zijn. Maar “CocoRosie<strong>”</strong>, al zouden we dat willen, die worden groot<br />

en die gaan in AB spelen. Die gaan in de grote concertzalen spelen en dan moet<br />

je die rol lossen, dan heb je je taak vervuld als pioneer. Het zou oneerlijk zijn ten<br />

aanzien van die rockcentra en muziekclubs die het als hun core-business zien om<br />

dit soort groepen te programmeren. Het zou stom zijn als wij daar dan aan gaan<br />

vasthouden.<br />

Hebben jullie concurrentie van de muziekcentra/clubs bij het proberen<br />

boeken van artiesten? Kiezen artiesten voor andere steden dan Gent?<br />

Ja, natuurlijk, wij verliezen veel bands aan Brussel. Het gebeurt vaak dat een<br />

band geïnteresseerd is om in Gent te spelen, als er bijvoorbeeld geen plaats is in<br />

Brussel ofzo. Maar als er dan plotseling een plaats vrijkomt dan gaan ze toch nog<br />

naar Brussel. Brussel is belangrijker, daar is ook alles gecentraliseerd, de meeste<br />

journalisten zitten daar, de media zitten daar, promotoren zitten daar. Als je op<br />

54


een tourlijst gaat kijken, internationaal betekent Brussel nog iets, Gent iets<br />

minder en Hasselt helemaal niets meer, want niemand weet waar dat ligt.<br />

Buitenlandse artiesten hebben misschien nog niet van die steden<br />

gehoord, maar vergeten ze dan niet dat België een klein land is en dat de<br />

afstand tussen de verschillende steden dus niet zo groot is?<br />

Ja,… maar je kan daar dus ook aan werken, aan je imago. Sommige bands kiezen<br />

dan steeds voor een bepaald podium omdat ze dat een tof podium vinden met<br />

een goed publiek. Het andere is dat los van kiezen voor Brussel of een andere<br />

stad, in Gent zijn wij de grootste staande zaal van de stad, met een<br />

maximumcapaciteit van 1200 plaatsen en dat is commercieel vaak net niet<br />

voldoende om het rendabel te maken voor een band om hier te spelen. Toen we<br />

begonnen was die capaciteit wel voldoende om economisch mee te draaien. 1200<br />

plaatsen, dat is natuurlijk niet klein, maar voor een rockband die met een enorme<br />

overhead zit aan kosten, om dat in evenwicht te houden gaan de ticketprijzen<br />

echt enorm hoog zijn. Wat we wel kunnen doen is het risico nemen om net<br />

doorbrekende bands te programmeren, omdat muziekcentra dit risico op verlies<br />

soms niet durven nemen. Democrazy gaat dat ook doen. Van Democrazy hebben<br />

we geen concurrentie want we hebben een partnership. Ze hebben geen eigen<br />

zaal, dus wij geven hen een goede voorwaarde om hier te komen werken en we<br />

gaan die programmering mee opnemen in onze eigen promotiekanalen, zodat het<br />

voor een buitenstaander niet meteen merkbaar is of dat van Vooruit is of van<br />

Democrazy.<br />

Hoe zit het dan juist met de programmering? Zijn er soms verschillende<br />

zalen tegelijk in gebruik op een avond?<br />

Soms gebeurt het dat er een theatervoorstelling en een rockconcert op dezelfde<br />

avond doorgaan en daarbij dan nog een jazztrio in de balzaal doorgaat. Het<br />

gebeurt wel vaker dat er 2 of 3 dingen doorgaan op drukke dagen, donderdag of<br />

vrijdag. Het is dan wel niet tegelijkertijd want dat laat het gebouw niet toe, maar<br />

wel laat-avondconcerten ofzo.<br />

U doet normaal niet zelf de rock-programmatie, maar weet u welke<br />

criteria Koen Gisen normaal gebruikt om een artiest te programmeren in<br />

Vooruit?<br />

Ik ken Koen wel vrij goed dus ik kan hier ook wel op antwoorden denk ik. Het<br />

komt ook wel overeen met hoe ik tewerk ga, alleen is het een ander circuit<br />

natuurlijk. Hij gaat geen beginnende bands programmeren. Vooruit blijft een<br />

prestigieus podium. Er is de “Video<strong>”</strong>, “Charlatan<strong>”</strong>, “Kinky Star<strong>”</strong>, er zijn een hoop<br />

clubs in deze stad die een traditie hebben opgebouwd en die op een fatsoenlijke<br />

manier met muziek bezig zijn en dan zal hij totaal beginnende groepen snel<br />

doorverwijzen naar deze clubs: “Ik wil <strong>eerst</strong> dat je dat circuit uitput, dat je naam<br />

maakt en dan kom je hier in Vooruit<strong>”</strong>. Hier zitten we met een grotere capaciteit<br />

natuurlijk. Het is ook niet eerlijk dat je meteen zo hoog mikt. We hebben hier ook<br />

de caféconcerten, hiermee mikken we op het studentenpubliek, dit zijn gratis<br />

concerten en dat is ook technisch zeer goed verzorgd. Cd-presentaties of Try-outs<br />

gaan daar vaak door. De Gabriel Riossen van deze wereld staan graag in ons café<br />

om eens iets uit te testen omdat ze dan toch op een iets groter podium stonden<br />

dan bijvoorbeeld in de “Video<strong>”</strong> of de “Charlatan<strong>”</strong>. Een criterium is dus zeker dat er<br />

een bepaalde ‘Credibiliteit’ of ‘Standvastigheid’ moet zijn binnen die groep. Dat er<br />

een CD is, dat je iets hebt om te promoten. Koen heeft bijvoorbeeld ook een<br />

voorkeur voor Singer-Songwriters, ook omdat de ruimtes binnen Vooruit zich<br />

daar goed toe lenen en op een bepaalde manier creëer je ook een imago daarin.<br />

Hij ziet ook dat dat binnen Democrazy iets minder snel wordt opgepikt dus werkt<br />

hij aanvullend: ‘Waar zijn zij niet mee bezig? Waar kan ik dan mee bezig zijn?’.<br />

Dat zijn zowat de belangrijkste criteria denk ik.<br />

Speelt het financiële een belangrijke rol?<br />

Ja toch wel. Binnen het rock-en popgebeuren vinden we dat er een break-even<br />

situatie moet zijn. We moeten daar geen geld aan verdienen, maar indien wel,<br />

zoveel te beter want dan kunnen we dat weer in andere projecten investeren.<br />

55


Maar we willen er ook geen geld aan toesteken. Als we er geld aan toesteken is<br />

dat voor speciale redenen. ‘Drums are for parades’ is een groep die hier in<br />

residentie is, die gaan we dan wel financieel ondersteunen.<br />

Zoals hierboven reeds aangehaald werd willen jullie zowel lokale als<br />

internationale bands programmeren. Als je nu moet kiezen tussen de<br />

twee, waarnaar gaat de voorkeur van Vooruit dan uit?<br />

Stel dat het allemaal samenkomt en je moet die scherpe keuze maken, de<br />

kwaliteit is hetzelfde, dan gaan we waarschijnlijk voor die Gentse band kiezen.<br />

Is dat omdat je denkt dat het publiek van Vooruit eerder voor een lokale<br />

band zal komen?<br />

Nee, dat in mindere mate. Ik denk dat je kiest voor die lokale band omdat je je<br />

als huis daarmee wil vereenzelvigen en die artiesten dat forum geven en die mee<br />

helpen. Die internationale band, gezien die al op tour is, dan heeft die<br />

waarschijnlijk al een pak andere mogelijkheden. Voor die Gentse band is Vooruit<br />

dan misschien wel het beste podium om dit te doen.<br />

Hebben jullie er een idee van, via ticketing bijvoorbeeld, van waar jullie<br />

publiek vooral komt? Komen ze vooral uit Gent?<br />

Voor een groot deel wel, maar dat hangt sterk af van productie tot productie.<br />

Sommige producties, Iva Bittova bijvoorbeeld, als je die programmeert, dat gaat<br />

dan over een breed publiek en dan komen de mensen wel van heel ver om dat<br />

hier te zien. Met ‘heel ver’ bedoel ik dan zowel Noord-Frankrijk, Zuid-Nederland<br />

als Brussel en verder. We krijgen ook vrij veel franstaligen af en toe. Als we naar<br />

onze gehele werking gaan kijken, niet enkel muziek, dan denk ik dat we ongeveer<br />

70% van ons publiek uit de bredere stad halen (Gent en omstreken) en 30%<br />

daarbuiten.<br />

Als er een band nog ergens anders in België speelt dan verliezen jullie<br />

daar waarschijnlijk wel publiek aan…<br />

Ja dat is inderdaad zo!<br />

Kunnen we dan concluderen dat jullie een beetje die gulden middenweg<br />

tussen lokaal en internationaal proberen te houden?<br />

Het is duidelijk dat die twee er zijn. Ik weet ook niet, als je dat zou vergelijken in<br />

aantallen, dan denk ik dat we internationaal aanweziger zijn dan lokaal. Het<br />

internationale aanbod is natuurlijk enorm groot in vergelijking met het lokale<br />

aanbod. Verder worden vele lokale bands al opgepikt door o.a. Democrazy of<br />

andere clubs, dus we merken dat het bij een bepaald soort segment al wat<br />

moeilijker ligt. “Balthazar<strong>”</strong> is zo’n band die bijvoorbeeld wel zal opgepikt worden<br />

door Democrazy.<br />

Interview met Mike Naert van het Depot in Leuven op 08/04/2010<br />

Kan je kort even de werking van het Depot schetsen?<br />

Wij bestaan sinds 2003, toen hebben we de vzw opgericht omdat er in Leuven op<br />

dat moment bijna niets meer was voor pop-en rockmuziek, er was geen echte<br />

zaal meer. Er was wel het Stuk dat nog een beetje deed en een paar kleine<br />

zaaltjes. Maar we zitten in Leuven met die hoop studenten maar verder ook een<br />

vrij jonge bevolking, wat uiteraard wel een groot potentieel publiek was. In 2003<br />

hadden we met de vzw nog geen eigen zaal. We organiseerden dan enkele zaken<br />

op locatie. Toen kozen we al meteen voor een dubbele werking, daarover zal ik<br />

het meteen nog even hebben, dus niet enkel concerten maar ook een serieus<br />

educatief aanbod en het ter beschikking stellen van repetitieruimtes. In dit<br />

gebouw zitten we sinds 2005, daarvoor zat het Vlaams Radio Orkest hier, dat had<br />

hier zijn repetitieresidentie. Oorspronkelijk was het plan er om het Depot in het<br />

Entrepot aan de vaart te steken, maar wij hadden hier al een aantal zaken<br />

gedaan en qua ligging kan je niet beter natuurlijk. We zitten nog in de stad, vlak<br />

aan het station. Ook de zaal is zeer charmant, totaal versleten, maar wel heel<br />

charmant. Ook het feit dat we dan meteen dingen konden doen op de schaal van<br />

56


deze zaal, 640 man, wat voor ons perfect is. Volgend jaar gaan we verbouwen en<br />

dan wordt de capaciteit opgetrokken naar 840, en dan gaan we in het café ook<br />

kleinere concertjes kunnen doen wat wel nodig is, want dat kunnen we nu niet.<br />

We kunnen geen concertjes doen voor 100 man en dat vind ik wel jammer. We<br />

hebben een vierledige werking. Ten <strong>eerst</strong>e zijn er de concerten, we doen zelf een<br />

stuk of 70 à 75 concertavonden per jaar, plus nog eens 30 avonden dat het aan<br />

derden verhuurd wordt. Educatie is een ander deel van de werking. We doen<br />

individuele instrumenten, zanglessen, maar ook heel veel<br />

muzieksoftwarecursussen, bv. Qbase. Er worden daarrond ook workshops<br />

georganiseerd, bijvoorbeeld geluidstechniek, maar ook dingen die meer in de<br />

rand van de muziek liggen zoals concertfotografie, radio maken,... Een stuk<br />

daarvan gaat hier door en een stuk is in lokalen twee straten verder, waar ook<br />

onze repetitieruimten zijn, dat is de derde peiler, de ondersteuning van<br />

muzikanten. Dat kan gaan van gewone repetitieruimten ter beschikking stellen,<br />

onze zaal ter beschikking stellen voor P.A. repetities, vorig jaar hadden we<br />

Novastar, Daan en Jamie Lidell gehad. Die laatste komt altijd terug, hij repeteert<br />

bijna altijd in Leuven, hier of in ’t Stuk. Maar we geven ook advies aan<br />

beginnende groepen. Sinds vorig jaar hebben we ook een artist in residence,<br />

vorig jaar was dat Customs, die hebben een heel mooi traject afgelegd. Nu<br />

hebben we Addicted Kru Sounds (AKS) Body Spasms. Maar we proberen ook een<br />

aantal artiesten hun <strong>eerst</strong>e info te geven, voordat ze naar <strong>Poppunt</strong> gaan. Wij zijn<br />

directer aanspreekbaar dan <strong>Poppunt</strong>, of <strong>Poppunt</strong> verwijst dikwijls ook door naar<br />

ons. Maar ook door in bepaalde concours betrokken te zijn leren wij artiesten<br />

soms beter kennen. Bijvoorbeeld de gasten van Willow die <strong>Rock</strong>vonk gewonnen<br />

hadden en derdes waren in de <strong>Rock</strong>Rally, dat is een groepje waar we al nauw<br />

mee verbonden zijn. Of iemand als Selah Sue die is ooit ontdekt geweest op een<br />

open-mic avond en is mede door ons bij de juiste booker terechtgekomen. Een<br />

laatste pijler zijn de speciale projecten die we doen, zoals <strong>Rock</strong>vonk, maar ook<br />

dingen naar aanleiding van de opening van het museum, een eigen productie<br />

gemaakt met bewerkingen van Smartlappen, bewerkingen van het betere<br />

levenslied, samen met de gasten van Triggerfinger, Tom Pintens, Mauro,... Nu<br />

doen we bijvoorbeeld ook dingen samen met Fabuleus, we begeleiden drie jonge<br />

groepjes, die krijgen gedurende een aantal maanden een aantal lessen en een<br />

coach en op 8 en 9 mei is er dan het festival waarop er een aantal toonmomenten<br />

zijn voor die groepen. Wij zijn met 6 mensen vast in dienst, ik ben de baas, ik<br />

doe de programmatie, subsidiedossiers opvolgen en alles naar overheden toe,<br />

eigenlijk de algemene coördinatie. Ellen doet de administratie, boekhouding,<br />

ticketing. Maarten doet al het commerciële, dat is de horeca en sponsoring en<br />

externe verhuur. Dan hebben we iemand die alles van productie en logistiek<br />

opvolgt. Fré die doet speciale projecten voor educatie en Kim doet promo,<br />

communicatie en vrijwilligers. Het is vrij nipt qua ploeg maar we zijn niet<br />

overdreven gesubsidieerd, zeker in vergelijking met andere clubs, valt dat nogal<br />

aan de lage kant uit. Iedereen zaagt voor meer subsidies, bij ons ook, maar hier<br />

is het echt wel terecht. Wij zijn nu naar 150000 euro gegaan, maar wij bengelen<br />

ver achter bij de rest, bijvoorbeeld Trix in Antwerpen heeft 250000 euro, Muziek-<br />

O-Droom 450000 euro.<br />

Waarom is dat verschil er?<br />

Het is de tweede keer dat we structureel gesubsidieerd worden, maar de<br />

fantastische adviescommissie heeft in het advies geschreven dat we te<br />

commercieel bezig waren. De zalen zitten te vol... “Het Depot kiest voor volle<br />

zalen<strong>”</strong>, dat was de <strong>eerst</strong>e zin van hun advies dat ze daar gegeven hebben. Totaal<br />

waanzin. Ik zeg niet dat de andere clubs minder hadden moeten krijgen, maar<br />

het had wel op een normaal niveau mogen komen. 4AD in Diksmuide, “in het<br />

centrum van de wereld<strong>”</strong>, krijgt 325000 euro, dat is nog meer dan het dubbele<br />

van ons. Dat begrijp ik niet.<br />

Doen zij dan speciale dingen anders dan jullie?<br />

57


Nee, die doen minder dan wij, veel minder. Want wij hebben heel dat educatieve<br />

luik, maar die man van 4AD zat wel mee in de commissie en hij mocht ook mee<br />

beslissen over ons dossier, lijkt me totale waanzin. De samenstelling van de<br />

muziekcommissie is echt waanzin. Van mij mag Patrick (van 4 AD) daarin zitten,<br />

maar mag hij over ons dossier oordelen? Wij hebben een zaal van 640, niet van<br />

150 man, daar is nood aan een zaal van zulke capaciteit, en ja wij spelen dat hier<br />

regelmatig vol. We zijn daardoor wel wat onderbemand. We hebben een stuk of<br />

150 vrijwilligers, waarvan er een stuk of 60 regelmatig komen. Vrijwilligers zijn<br />

echt superbelangrijk hier en dat werkt ook wel goed, zeker in deze<br />

studentenstad. Mensen zijn graag verbonden aan dit huis. Verder worden we<br />

naast de subsidie van de Vlaamse gemeenschap gesubsidieerd door de Stad<br />

Leuven, daarvan krijgen we de faciliteiten en 60000 euro en van de provincie<br />

50000 euro. We komen ongeveer aan een 260000 euro subsidies maar we<br />

draaien wel een omzet van ongeveer 1.100.000 euro, dus we maken wel veel<br />

geld bij. Maar zonder die subsidies kan je niets doen, dan zouden we het<br />

personeel niet kunnen betalen en zonder personeel kunnen we niets doen. Met<br />

die subsidies doen we dat echt maal 4 in economische activiteiten. Dat is toch<br />

ook wel iets waarnaar gekeken mag worden.<br />

Wat zijn de belangrijke waarden bij het Depot?<br />

Wij willen een warme plek zijn, en een club, niet enkel een concertzaal maar ook<br />

een plek waar mensen willen bijhoren en graag naartoe komen. Waar artiesten<br />

graag zijn, waar het publiek graag is en blijft hangen, waar muzikanten thuis zijn.<br />

Dat proberen we ook in onze organisatie te steken, dat vinden we heel belangrijk.<br />

Voor de rest willen we vrij openminded zijn, we willen niet in een hoekje kruipen<br />

en enkel niche-zaken doen. Muzikaal programmeren wij van Yevgeni tot<br />

Moterpsycho. Dat zijn dingen die net op de grens ligging van kleinkunst,<br />

popmuziek tot zware gitaren. Daartussen kan alles. Voor ons kunnen de Kreuners<br />

hier ook staan.<br />

Geeft dat geen heel ander publiek?<br />

Ja natuurlijk, maar we worden ondersteund door de stad dus we moeten er zijn<br />

voor zoveel mogelijk mensen. Maar wel binnen de filosofie dat we er zijn voor de<br />

mensen left of the mainstream. Wij gaan hier geen Natalia of Milk Inc of Laura<br />

Lynn zien, als iemand de zaal daarvoor wilt huren dan gaan we daar niet tegen<br />

zijn, want dat zorgt voor inkomsten waarmee wij andere dingen kunnen doen. We<br />

hebben wel een aantal accenten dus we proberen wel in een aantal niches zoals<br />

stoner-rock en funk and soul. Stoner-rock omdat we een goede samenwerking<br />

hebben met Orange Factory die daarin gespecialiseerd zijn. Funk en Soul is een<br />

beetje vanuit de eigen goesting gegroeid, dus daar hebben we ook wel specifieke<br />

publieken in opgebouwd, waardoor we met moeilijkere namen toch nog veel volk<br />

trekken. Maar dat is niet goed eh, die volle zalen, we moeten lege zalen hebben...<br />

(sarcastisch). De belangrijkste waarden zijn dus openminded zijn, een warm huis<br />

en ondersteunen van de creativiteit.<br />

Openminded zijn en langs de andere kant echt een familie creëren in je<br />

publiek door die niches aan te bieden, hoe zie je dat weerspiegeld in<br />

jullie publiek?<br />

We proberen voor de mensen die komen, ook in die specifieke genres, per jaar<br />

wel voldoende dingen te doen. We hebben inderdaad wel verschillende publieken<br />

binnen het grote publiek. En ook over open zijn, het is ook belangrijk dat we zelf<br />

heel aanspreekbaar moeten zijn. We willen zoveel mogelijk contact hebben met<br />

het publiek. We zijn letterlijk aanspreekbaar, ik zit altijd op dezelfde plek aan de<br />

toog, maar het is ook in contacten naar muzikanten toe. We geven specifieke<br />

workshops en dat is bijvoorbeeld gekomen door de vraag van muzikanten die<br />

daar echt voor kwamen vragen. We proberen hen zo goed mogelijk te betrekken<br />

bij ons programma. In concertprogrammatie gaat dat wel minder, omdat het een<br />

meer aanbodgedreven gegeven is, maar op termijn, als we het klein café zouden<br />

hebben is dat wel iets waar we misschien wel het publiek meer bij kunnen<br />

58


etrekken. Verder zijn we online ook zeer aanspreekbaar en kunnen mensen<br />

dingen achterlaten of reageren op dingen.<br />

Wat zijn je criteria om een artiest te boeken?<br />

Alles van genre kan, van zodra we maar voelen dat het past in het huis. Er zijn<br />

een aantal zaken die we bewust niet doen, dus alles wat meer wereldmuziek is<br />

doen we normaal niet echt. Maar dat is relatief, want er staat wel wereldmuziek,<br />

toevallig volgende week. Folk of kleinkunst is volgens ons meer de dada van het<br />

cultureel centrum hier. Het zwaar experimentele is dan weer meer de dada van ’t<br />

Stuk. Maar voor de rest kan wel echt veel. We kijken dus <strong>eerst</strong> of het past binnen<br />

het profiel. Ons profiel is “Studio Brussel-Radio 1<strong>”</strong>-erig of stoner-rock of funk<br />

waarvoor we een specifiek publiek hebben, in de niches, waarvan we weten hoe<br />

we dat publiek tot hier moeten krijgen.<br />

Verder is het toch belangrijk om er financieel uit te komen. We proberen toch<br />

altijd break-even te spelen, met de drankopbrengst erbij. Kan een groep op zijn<br />

minst 350 of 400 tickets doen? Dat zijn eigenlijk de twee belangrijkste criteria.<br />

Een groep zoals Isbells hadden we geboekt in oktober of november toen hun hit<br />

aan het opkomen was. Voor dat soort groep betaal je natuurlijk minder dan voor<br />

iemand als Axelle Red, die hier vorige week gespeeld heeft, dat is ongeveer<br />

gedeeld door tien. Maar ze hebben allebei potentieel. Ik kon al wel inschatten dat<br />

Isbells het goed gingen doen en ze hebben uiteindelijk de zaal uitverkocht en ze<br />

hebben meer gekregen dan ze gevraagd hadden. Het is ook een kwestie van de<br />

ticketprijs goed te zetten. Voor iemand als Axelle Red kan je 30 euro vragen, dat<br />

is niet goedkoop, maar wel terecht. Voor Isbells kan je geen 20 euro gaan<br />

vragen, maar wel 11 of 12 euro. Er zijn bepaalde dingen die we niet kunnen<br />

doen, een groep waarvoor de ticketprijs meer dan 30 euro moet zijn, dat kunnen<br />

we niet doen. Met de capaciteit die wij hebben hier kunnen we gaan tot gages<br />

van 12.000 euro ongeveer. Er zijn er maar twee die dat hier gekregen hebben en<br />

dat zijn Axelle Red en DEUS omdat we dat ook allebei aan 30 euro kunnen<br />

verkopen.<br />

Zijn dit toevallig nationale bands?<br />

Internationaal zullen we ook wel ongeveer rond die prijs zitten. The Stranglers<br />

zullen ook wel met een kleine 9000 euro buitengegaan zijn.<br />

En Jamie Lydell?<br />

Dat was een gratis try-out die hij hier gedaan had, dat was enkel om de kosten te<br />

dekken die hij hier gemaakt had. Hij komt repeteren maar niet noodzakelijk<br />

spelen. Hij heeft hier wel eens gespeeld, met zijn vorige album, het <strong>eerst</strong>e<br />

optreden met zijn nieuwe groep was hier. Dat heeft ook te maken met het feit<br />

dat een van onze vaste techniekers de geluidsman is van Jamie en ook zijn<br />

manager waardoor die band met Jamie groter is.<br />

Als je kan kiezen tussen een internationale band of een nationale band,<br />

welke krijgt dan je voorkeur?<br />

Het speelt eigenlijk geen rol voor ons. We zijn wel blij dat we in het voorjaar heel<br />

veel Belgische bands hebben staan, want iedereen heeft een plaat uitgebracht en<br />

het lukt ook allemaal. Er is geen enkel concept van de Belgen dat niet lukt. Ook<br />

de dingen waarvan we minder verwacht hadden, bijvoorbeeld Mintskov, die<br />

hadden hier ook bijna uitverkocht. Volgende week doen we wel bijvoorbeeld Nona<br />

Mez, als hij niet van Leuven zou zijn, dan zouden we hem niet programmeren.<br />

We geven hem een steun in de rug omdat het een gast is die uit de buurt is en<br />

die een extra steuntje wel kan gebruiken. Hij is ook ondersteund door Jonathan<br />

(Milow), die is ook kind aan huis hier. We hebben de zaal hier in het begin<br />

geopend met een optreden van Milow denk ik. We hebben heel zijn traject heel<br />

goed meegevolgd. Met zijn nieuwe plaat is ook zijn CD-voorstelling hier geweest.<br />

Zijn hit “Ayo<strong>”</strong> heeft hij hier voor de <strong>eerst</strong>e keer gespeeld. Dat is iemand die we<br />

extra steun geven, zoals Anton Walgrave die hier ook les gegeven heeft, dat is<br />

ook iemand die we vooral ondersteund hebben omdat hij uit de buurt was.<br />

Anders zouden we dat niet doen. Lokaal talent krijgt een streepje voor.<br />

59


Dan heb je het echt over lokaal, Leuven, en niet nationaal?<br />

Inderdaad. Voor de rest of het nu Belgisch is of internationaal, die criteria blijven<br />

hetzelfde.<br />

Kan je vergelijken met andere muziekcentra? Werken die volgens u ook<br />

vooral lokaal? Wat is je gevoel daarbij?<br />

Er zijn er twee waarmee wij ons durven vergelijken omdat we alletwee diezelfde<br />

uitgebreide werking hebben, die ook educatie belangrijk vinden, dat zijn Trix in<br />

Antwerpen en MOD in Hasselt. Wij komen onderling ook af en toe bij mekaar. Wij<br />

zitten alledrie bijvoorbeeld niet in het clubcircuit, we komen wel samen want we<br />

hebben dezelfde problematieken. Dat is anders dan een club die enkel concerten<br />

doet. Qua concertwerking kunnen we ons zeker vergelijken met Trix en in Brussel<br />

met Botanique. Botanique heeft wel een veel toffer aanbod maar dat is omdat ze<br />

in Brussel zitten, maar qua schaal is dat wel vergelijkbaar, daar kan ook<br />

ongeveer 600 man binnen ofzo. In Gent wat DemoCrazy doet, daar hebben we<br />

ook een gelijkaardige programmatie, we hebben heel veel dezelfde namen. Nu ze<br />

in Vooruit zitten hebben ze een iets grotere capaciteit, maar qua programma<br />

staat Democrazy het dichtst bij ons denk ik.<br />

En hoe zit het dan met het lokale talent? Als jullie vooral Leuvense bands<br />

proberen te programmeren, gaan zij dan vooral Gentse bands<br />

programmeren?<br />

Ja dat is wel zo. Ze programmeren op verschillende plaatsen eh. Kleinere bands<br />

zullen ze misschien niet in Vooruit zetten, maar in de Charlatan ofzo zetten. Ik<br />

denk dat het wel waar is dat ze meer aandacht geven aan het lokale. In<br />

Antwerpen, in Trix is dat zeker ook zo. In MOD is het ook zeker zo. In Brussel,....<br />

er zijn niet zoveel Brusselse bands denk ik. Er is Arno,... er is geen echte<br />

Brusselse scene. Er is wel echt bijvoorbeeld een Gentse scene en er is ook zeker<br />

een Leuvense scene. Ik zeg niet dat het enkel is omdat wij er zijn, maar het<br />

speelt toch wel zeker een rol, wij zijn toch wel een centraal punt waar al die<br />

muzikanten van verschillende genres terechtgekomen zijn. Ze zijn hier veel met<br />

muziek bezig in Leuven. Antwerpen ook, Gent. Hasselt niet specifiek maar wel<br />

Limburg, MOD richt zich meer op de hele provincie.<br />

En hoe denk je dat de werking van AB dan is in Brussel?<br />

Voor hen is lokaal talent, talent uit heel België. Waar wij nog een specifieke lokale<br />

inplanting hebben, AB heeft dat niet met Brussel, maar is wel heel belangrijk voor<br />

heel België. AB lanceert ook echt wel groepen.<br />

Om nog even terug te komen op de “Artist in Residence<strong>”</strong>. Kiezen jullie<br />

deze?<br />

Ja, we kiezen die zelf. Het is nog wel maar de tweede momenteel. We kiezen<br />

specifiek voor beginnend talent dat we wel al wat kennen. Bij Customs hadden<br />

wij bijvoorbeeld al een band met de zanger/gitarist omdat hij met zijn vorige<br />

band <strong>Rock</strong>vonk gewonnen had. Customs heeft zijn <strong>eerst</strong>e optreden hier gedaan<br />

vorig jaar met ons eindfeest, Summerbreak. Toen hebben ze het voorprogramma<br />

van Daan gedaan. Dat was hun <strong>eerst</strong>e optreden, omdat ze “Artist in Residence<strong>”</strong><br />

waren. Het was nog voor, of net toen de single “Rex<strong>”</strong> uitkwam. En toen is het<br />

heel rap gegaan voor hen. Wat we nu doen met de “Artist in Residence<strong>”</strong> van dit<br />

jaar (Addicted Kru Sounds) is helemaal anders. Het zijn ook jongere gasten. Met<br />

Wim, een beetje het brain achter AKS, hebben we al wel wat electro en dubstep<br />

feestjes mee samengedaan, dus we kennen die jongens ook al wel wat langer. En<br />

Selah Sue zingt daar ook regelmatig mee samen, dus het zijn toch wel een beetje<br />

vrienden van het huis geworden. Het plan is nu dat we zorgen dat zij een goeie<br />

release hebben en een goede agent vinden. We willen hen een platform geven<br />

waarin ze dingen kunnen doen.<br />

En die artiesten, moeten zij daarvoor dan in ruil iets doen? of wordt het<br />

hen gewoon in de schoot geworpen?<br />

Nee zij moeten daar niets voor doen. Bij Customs, daar hebben we nu niet zoveel<br />

voor gedaan, maar we hebben hen wel mee gelanceerd. Wij waren een van hun<br />

communicatiekanalen en dat maakt het soms gemakkelijker. Het feit dat Mike<br />

60


van het Depot Customs steunt maakt het soms gemakkelijker om bij de VRT,<br />

Gerrit Kerremans bijvoorbeeld, binnen te geraken. Het geeft toch wel al wat<br />

credibiliteit. Het is niet zo dat we eender wie zullen steunen. Het is een<br />

aanknopingspunt voor mensen in deze muziekwereld, “dat zijn die mannen die bij<br />

het Depot zitten<strong>”</strong>. Een groepje waar ik nu aandacht voor heb, die “Artist in<br />

Residence<strong>”</strong> zijn bij Trix, is “Psyco 44<strong>”</strong>. Ze hebben ook meegedaan aan de<br />

<strong>Rock</strong>Rally. Ik vond ze niet zo goed maar ik heb ze wel gecheckt dus je ziet dat ze<br />

Artist in Residence zijn bij een huis dat je kent, dus dan ga je daar toch een keer<br />

naar kijken. Alleen op die manier al helpt dat. Want er komt zoveel binnen hier,<br />

het is niet normaal hoeveel muziek wij aangeboden krijgen, waaronder heel veel<br />

slechte dingen ook. Als iemand mij iets opstuurt en ik ken het niet, ik luister daar<br />

niet naar, gegarandeerd 9 van de 10 is slecht. Er is al zoveel goede muziek, als je<br />

heel de tijd op “Luisterpaal<strong>”</strong> (website) zit, dan geraak je al niet mee. Ik probeer<br />

wel groepen te zien, maar dat is vaak dan gewoon 1 nummer en dan terug weg<br />

eh, het wordt teveel anders. Ik heb ook snel door of het een groep is die<br />

interessant is. We werken verder ook met bookingsagenten. We hebben ook<br />

Belgische bookers, maar de Belgische bands die ken je allemaal. Je hebt ze<br />

allemaal zien passeren op de <strong>Rock</strong>rally ooit.<br />

Voor u is het dus heel belangrijk om die <strong>Rock</strong>rallys in het oog te houden?<br />

Ja, dat volgen we van heel dichtbij. Twee groepen die in de finale stonden hebben<br />

we ook hier in het voorprogramma gezet. O.a. Nele Vandenbroek, en dat is ook<br />

vooral omdat ze half van Leuven is. Als beginnende band in een <strong>Rock</strong>rally<br />

gespeeld hebben, liefst de finale natuurlijk, dat is zeer belangrijk. Groepen in de<br />

top 3 van de <strong>Rock</strong>rally, die volg je zeker. Daar heb je zeker aandacht voor. Voor<br />

de rest heb je die agenten die groepen aanbieden, waarvan ze denken dat ze wel<br />

bij het Depot passen. We hebben daar een goede relatie mee dus ze weten wel<br />

wat we hier zoeken. Beginnende groepen die niet via de ge-eikte kanalen komen,<br />

ik zeg niet dat ze GEEN kans hebben, maar het is toch zelden dat ze opgepikt<br />

worden. Demo’s insturen heeft echt geen zin. Ik luister daar niet naar, ik heb al<br />

zoveel andere goede muziek waar ik naar moet luisteren... Om de twee jaar zit ik<br />

in de jury van <strong>Rock</strong>vonk en dan moet ik 150 demo’s beluisteren en dat is “more<br />

than enough<strong>”</strong>. Ook voor Muzikantendag moet je dat doen, dat is ok om dat af en<br />

toe eens te doen. Het aanbod is gewoon echt zo groot en het zijn altijd dezelfde<br />

criteria waaraan je moet voldoen: we moeten hier wel het spel kunnen vullen.<br />

Het gaat wel anders zijn, en ik ga daar ook blij om zijn, als we binnenkort een<br />

kleinere ruimte gaan hebben (café). Er zijn veel artiesten die ik echt goed vind<br />

die in aangeboden krijg, maar daar heb ik geen plek voor in een voorprogramma.<br />

Ook zijn die plekken vaak al ingevuld omdat veel groepen zelf hun<br />

voorprogramma meebrengen. Het gaat wel tof zijn dat we voor bands die we echt<br />

goed vinden, ook al is er geen groot publiek voor, toch een formule gaan kunnen<br />

vinden. Bijvoorbeeld gratis muziek aanbieden op vaste dagen, of twee euro<br />

entree ofzo. Mensen gaan daar zeker op afkomen. We doen hier op woensdag<br />

vaak open-mic en dan zit het hier ook meestal goed vol. Bij wijze van spreken<br />

zouden we nu bijvoorbeeld alle finalisten van de <strong>Rock</strong>rally in het café kunnen<br />

laten spelen in plaats van maar twee die we nu kunnen doen.<br />

Hoeveel dagen per week hebben jullie concerten in het Depot? Werken<br />

jullie met vaste dagen?<br />

Dat maakt niet uit, soms staat echt alles vol. We werken meestal kort op de bal.<br />

Maar twee maanden op voorhand iets boeken is de limiet, maar er zijn<br />

uitzonderingen. Als we een grotere naam kunnen strikken dan kan het ook nog<br />

meer last minute. Gemiddeld is het twee, drie of vier maanden op voorhand dat<br />

we artiesten vastleggen. Het is zeker niet zoals in het theater of in klassieke<br />

muziek waarbij je bij wijze van spreken jaren op voorhand moet plannen.<br />

Richt het Depot zich qua promotie vooral op de studenten in Leuven?<br />

Nee, procentueel gezien denk ik niet dat wij meer studenten hebben dan zeg<br />

maar AB ofzo. Studenten zijn natuurlijk wel belangrijk, maar onze beste avonden<br />

zijn vrijdag en zaterdag, qua recette, ook omdat we dan ouder volk krijgen. Wel<br />

61


kunnen we elke dag van de week programmeren en specifieke dingen die meer<br />

op studenten gericht zijn zoals The Opposites of Mintskov zetten we bewust in de<br />

week, zo kunnen we dan het weekend vrijhouden voor andere zaken. Dat maakt<br />

het voor ons vaak makkelijker omdat we kunnen zeggen: het maakt niet uit op<br />

welke dag we het zetten. Terwijl bij andere clubs hebben ze vaak liefst een<br />

donderdag of vrijdag. Wij zijn daar iets flexibeler in.<br />

Om verder te gaan op de promotie: Leuven is natuurlijk het belangrijkste, maar<br />

verder is heel de regio belangrijk. Brussel, Diest, Tienen, Aarschot,...die cirkel is<br />

belangrijk. We hebben ook veel nationale kanalen. We hebben 16.000 man die op<br />

onze nieuwsbrief geabonneerd zijn, we hebben 20.000 unieke bezoekers per<br />

maand op de website. We hebben 3500 leden op onze Facebookpagina. In<br />

veronderstel dat die niet allemaal van Leuven zijn. verder hebben we ook nog<br />

mediadeals met Studio Brussel en Radio 1, TMF, MTV, Humo,... Voor bepaalde<br />

groepen zullen we heel lokaal promoten, bijvoorbeeld voor The Opposites, De<br />

mens,... daarvoor moet het publiek uit de streek komen. Voor bijvoorbeeld The<br />

Stranglers gaan we nationaal promotie voeren, soms zelfs internationaal. Bij hun<br />

concert zaten bijvoorbeeld zelfs 300 Engelsen in de zaal. We zitten ook dicht bij<br />

de taalgrens en krijgen dus ook veel franstaligen over de vloer.<br />

En jullie hebben natuurlijk ook het voordeel van het treinstation vlakbij<br />

Inderdaad. Dat is echt een enorm voordeel. De laatste treinen richting Brussel,<br />

Gent en dergelijke zijn iets na 12u ’s nachts, perfect dus voor ons. Naar Luik is er<br />

zelfs nog een om half 1. De avondprogrammatie gaat meestal als volgt: om 20u<br />

deuren, voorprogramma start om 20u30, hoofdact om 21u30 en rond 23u heeft<br />

die meestal gedaan.<br />

Interview met Philip De Liser van 5voor12 in Antwerpen, 13/04/2010<br />

Kan u de werking van 5 voor 12 even schetsen?<br />

5 voor 12 is een 15 jaar geleden ontstaan. We waren met drie die 5 voor 12<br />

hebben opgestart, daarvoor organiseerden wij concerten in de zaal “de Pacific<strong>”</strong>,<br />

die ondertussen al lang niet meer bestaat. Nadien hebben we 5 voor 12<br />

opgestart, dat was eigenlijk naar aanleiding van een feest van Studio Brussel dat<br />

we destijds gingen organiseren. Het <strong>eerst</strong>e jaar van ons bestaan hadden we al<br />

meteen dat Studio Brussel feest georganiseerd, de <strong>eerst</strong>e editie van “10 Days<br />

Off<strong>”</strong> (...Techno) in Gent op poten gezet en ook de <strong>eerst</strong>e editie van De Nachten.<br />

Toen hadden wij nog geen vaste stek, we waren een rondreizend gezelschap. We<br />

organiseerden her en der events, concerten, op locatie. We zitten nu 5 jaar in<br />

Petrol, want we ambiëerden altijd om een vaste plek te hebben in het Antwerpse.<br />

Voorheen organiseerden wij iedere zomer een zomerproject, kaderend in de<br />

Zomer van Antwerpen. Petrol was aanvankelijk zo’n zomerproject en het zag<br />

ernaar uit dat we hier voor onbepaalde tijd konden blijven. Normaal was het<br />

enkel voor 6/7 weken, maar met het akkoord van het stadsbestuur zag het<br />

ernaar uit dat we hier langer konden blijven. Nu is het nog afwachten wat de<br />

toekomst gaat brengen.<br />

Kan u in een paar kernbegrippen de belangrijke waarden schetsen?<br />

Eigentijds, hip, laagdrempelig of democratisch. We proberen toch een zekere<br />

kwaliteit na te streven. Ik zeg ook altijd “left of center<strong>”</strong>, we doen weinig<br />

mainstreamdingen, maar proberen toch een zo breed mogelijk publiek te<br />

bereiken. Met een alternatief imago willen we toch een breed publiek bereiken.<br />

Het publiek dat hier komt is echt wel hip, dat is anders dan wat je tegenkomt in<br />

het locale jeugdhuis.<br />

Wat zijn uw criteria om bepaalde artiesten te selecteren voor de<br />

programmatie?<br />

Het is natuurlijk een zeker buikgevoel dat daarin meespeelt. Ik doe dat al 20 jaar<br />

en dat is toch ook altijd vertrekken vanuit een eigen smaak. Je moet ook vooral<br />

de actualiteit volgen, de vinger aan de pols houden, zien wat er leeft, stijlen en<br />

trends volgen. Je moet een hele brede smaak hebben natuurlijk, alle genres en<br />

62


substromen kennen, wel van “left of center<strong>”</strong>. Dat gaat van Drum and Bass naar<br />

Dubstep en Techno, naar alternatieve rock, hiphop, jazz, soul, funk, reggae. We<br />

bieden hier een breed spectrum aan van genres en stijlen. We hebben heel lang<br />

gepionierd op veel vlakken. Maar ondertussen hebben we wel een heel pak<br />

navolging gevonden. Er zijn verschillende podia en fora bijgekomen.<br />

Gaat u dan zelf vaak naar optredens kijken op andere plaatsen?<br />

Veel te weinig, omdat ik daar zo weinig tijd voor heb. Wij doen zelf ruim 100<br />

activiteiten per jaar, dus dat is al 1 op 3 dagen waarvan ik 99% van de tijd<br />

aanwezig ben. Dat is belangrijk om voeling te blijven hebben.<br />

Werken jullie dan ook met demo’s die opgestuurd worden?<br />

Ja, vroeger vooral, maar nu met de huidige multimedia, wordt internet het<br />

belangrijkste medium. Het maakt weinig uit of bands nog de moeite doen om een<br />

demo te sturen. We krijgen teveel toegestuurd, zowel op CD als e-mailgewijs.<br />

Daaruit moet je filteren en dat is niet gemakkelijk. Het is de laatste tijd ook al in<br />

de actualiteit geweest dat er een overaanbod is. Er is echt een “boom<strong>”</strong> van<br />

Vlaamse bands, artiesten en het is onmogelijk om hen allemaal een plaats te<br />

geven. We slagen er zelfs niet meer in om alle Belgische acts met een CD-release<br />

een plaats te geven, laat staan alle artiesten die nog in repetitiekot-stadium<br />

zitten.<br />

Hoe denk je dat die “boom<strong>”</strong> te verklaren is?<br />

Dat is volgens mij door het alsmaar democratischer worden van middelen en<br />

allerhande voorzieningen. Eindelijk is er ook, met een flinke vertraging, een soort<br />

van popbeleid ontstaan in Vlaanderen. Met vele decennia vertraging op onze<br />

naburige landen. Er zijn ook veel meer opleidingsmogelijkheden binnen pop en<br />

rock. Het is alsmaar laagdrempeliger geworden, ook via computer en de nodige<br />

software om muziek te maken. Iedere iet-wat getalenteerde jongere kan een<br />

plaat opnemen in zijn slaapkamer. Dat is een goede zaak op zich maar dat brengt<br />

ook een soort van devaluatie met zich mee natuurlijk, want nu kan iedereen<br />

muziek maken. Het wordt alsmaar moeilijker om door het bos de bomen te zien.<br />

Wat ik toegestuurd krijg via de post, dat kan ik niet allemaal beluisteren. Wat ik<br />

via mail toegestuurd krijg met de nodige links en Myspace-pagina’s dat beluister<br />

ik. Al is het maar vluchtig, ik zal elke e-mail diagonaal lezen en links openklikken.<br />

Dat doe ik om toch wat voeling te blijven hebben. Dat kost relatief weinig moeite.<br />

Wat moet je als band dan in zo’n e-mail schrijven of sturen om u te<br />

overtuigen?<br />

Je weet meteen wat voor vlees je in de kuip hebt. Hoe iemand zich voorstelt, zich<br />

presenteert, en als je dan Myspace openklikt, zo zie je al meteen wat de smaak<br />

is, waar ze mee bezig zijn, waar ze naartoe willen. Je hebt dikwijls maar een<br />

halve minuut nodig van een geluidsfragment om iets te kunnen plaatsen. Dat kan<br />

je na vele jaren ervaring.<br />

Maar bands die nog niet gereleased hebben ga je hier niet<br />

programmeren?<br />

Dat gaat niet meer. Er zijn teveel bands met release die we zelfs geen plek<br />

kunnen geven.<br />

Om even terug te vallen op de criteria die je aanhaalde om artiesten te<br />

boeken: ik neem aan dat ook de financiële kant van de zaak belangrijk<br />

is?<br />

Ja, dat is helaas alsmaar belangrijker geworden. Dat is de economische realiteit,<br />

dat is helaas ook onze economische realiteit, in die zin dat in 2009 echt een<br />

zware crisis was. Het komt erop neer dat wij 60.000 euro per jaar minder hebben<br />

vanuit de Vlaamse Gemeenschap de komende drie jaar. Ook een pak minder<br />

sponsoring, dat komt mee vanuit de crisis natuurlijk. Wij zijn sowieso altijd al<br />

ondergesubsidieerd geweest.<br />

Mag ik vragen hoeveel subsidies jullie dan juist kregen?<br />

Wij kregen vanuit de Vlaamse Gemeenschap tot vorig jaar 420.000 euro. Dan<br />

nog eens 30.000 euro vanuit Antwerpen en nog eens 30.000 euro vanuit Gent.<br />

Het kwam neer op een 500.000 euro per jaar. Dat is een relatief aanzienbaar<br />

63


edrag maar je moet dat ook kaderen, het bedraagt niet meer dan 15 of 20 %<br />

van onze bruto omzet. Wij moeten nog altijd ruim 80% zelf genereren. We<br />

hebben dus weinig marge. Het is voldoende dat je op jaarbasis een paar<br />

duizenden minder bezoekers haalt, dat maakt kappen in het budget.<br />

Mikken jullie dan op Break-even?<br />

Ja, omdat we toch al jaren met een opgebouwd tekort zitten, en vooral omwille<br />

van alle investeringen die we moeten doen om het hier bedrijfsklaar te krijgen...<br />

het was hier een oude aftandse hangar, een duiventil. We hebben het binnen<br />

mooi aangekleed, het is rudimentair maar wel stijlvol. We hebben dat allemaal<br />

gedaan met onze eigen middelen die we genereerden uit onze eigen werking. Dat<br />

heeft een tekort opgeleverd dat we nog steeds moeten afdragen. Met die crisis<br />

van vorig jaar erbij is het niet eenvoudig.<br />

Om terug te komen op de financiële criteria...<br />

Ja, je ziet wat het potentiële bereik is van een groep of artiest en of je zeker een<br />

break-even kan halen. Wat al fantastisch is. 70 tot 80% van de dingen die we<br />

doen zijn verlieslatend. Dat is een moeilijk evenwicht zoeken. Dikwijls zijn hier<br />

honderden mensen maar maken we toch nog verlies. Je moet het kostenplaatje<br />

maken van hoe een productie eruit ziet per activiteit. Alle personeel, technische<br />

voorzieningen, onderhoud, promotie, noem maar op... als je dat kostenplaatje<br />

bekijkt, dat is aanzienlijk en daar heb je als bezoeker niet altijd een idee van.<br />

Daarbovenop komt er dan nog de gage van de artiest. Bij buitenlandse artiesten<br />

moet je nog allerhande taksen en bedrijfsvoorheffingen gaan betalen, daar nog<br />

eens bovenop.<br />

Laten jullie vaak groepen van het buitenland naar België komen om enkel<br />

in Petrol op te treden? (en niet op andere plaatsen in België?)<br />

Ja dat gebeurt soms. Het hangt een beetje af van het type of genre van muziek.<br />

Voor electronische acts is het heel courant dat die gewoon invliegen want<br />

technisch gezien komt daar niet zoveel bij kijken. Wanneer een groep op tournee<br />

is met 6, 7 personen en entourage en technische voorzieningen, die hebben dan<br />

meestal een tournee. Daarmee leggen ze een logisch parcours af, en dan komen<br />

ze van Amsterdam naar Antwerpen of Brussel en verderdoor naar Rijsel of Parijs.<br />

Dat is een logisch parcours.<br />

Hoe lokken jullie die groepen dan naar Antwerpen?<br />

Dat is veelal in overleg met agentschappen, managementbureau’s. Je hebt een<br />

netwerk van contacten. Mensen weten je wel te vinden als ze artiesten in de<br />

aanbieding hebben die in een bepaalde periode op tournee zijn hier in de buurt<br />

Werkt dat in Vlaanderen dan ook met opbieden?<br />

Dat gebeurt ja.<br />

Wie beschouwen jullie dan als concurrentie?<br />

Concurrenten? Wij hebben geen concurrenten, wij hebben enkel collega’s. Wij<br />

maken mee deel uit van het Clubcircuit (vzw). We zijn met een aantal clubs die<br />

daaronder vallen. Ieder heeft zijn eigen identiteit. Veelal hebben de agenten van<br />

bepaalde groepen al een voorkeur. Dan wordt er in overleg soms een prijs<br />

vastgelegd. Vaak moet je echter zelf een bod doen. Dat kan meevallen, maar dat<br />

kan ook zwaar tegenvallen. De artiesten hebben een vaste minimumprijs, maar<br />

natuurlijk geen vast plafond, uiteraard. Een vaste minimumprijs is logisch want<br />

een artiest heeft natuurlijk ook zijn vaste kosten die hij moet dekken. Al wat daar<br />

bovenop komt is meegenomen natuurlijk voor die artiest of groep.<br />

In een artikel in de krant “De Tijd<strong>”</strong> in 2008 heb je het over elektronische<br />

muziekacts en hoe zij steeds meer gelijkend worden op<br />

mainstreamartiesten.<br />

De laatste tien jaar maken “dance-acts<strong>”</strong>, elektronische muziekacts, deel uit van<br />

de mainstream. Ze zitten nu ook bij dezelfde agentschappen of managers als<br />

eender welke andere internationale pop-of rockgroep. Op Werchter of Pukkelpop<br />

staan er nu ook dance-acts, wat 7, 8 jaar geleden ondenkbaar was.<br />

Heeft dat dan ook een nadeel voor jullie, beginnen deze acts dan ook<br />

meer en meer geld te kosten?<br />

64


Ik zal een leuke anekdote vertellen: ik heb ooit Daft Punk gedaan. Ik heb die<br />

mensen gewoon thuis opgebeld. Dat is 13 of 14 jaar geleden, toen die mens nog<br />

in Parijs woonde. Zij zijn toen hier in Antwerpen komen draaien. Laurent Garnier<br />

net hetzelfde, die belde ik vroeger gewoon rechtstreeks thuis op.<br />

Heb je daar nog steeds een band mee? Kan je die nu ook makkelijk<br />

bereiken? Of zijn ze dat ondertussen al vergeten?<br />

Nee, ze vergeten dat niet persé maar er zitten gewoon andere personen tussen.<br />

Je kan hen niet meer rechtstreeks benaderen. Het is ook wel een beetje logisch<br />

door de mondialisering van de markt. Ze spelen nu overal. Als iedereen nu begint<br />

te bellen, de wereld rond.<br />

Het kon toch zijn dat je een goed contact had met hen en dat ze daarom<br />

voor u een uitzondering maken?<br />

Dat kan tot op zekere hoogte. Het is niet zo dat ze zich aan Petrol gebonden<br />

hebben. In een ideale wereld is dat misschien zo, maar het zakelijke krijg na<br />

verloop van tijd de bovenhand.<br />

Is dat ook zo bij nationale bands?<br />

Ook zelfs bij nationale bands, ze zijn iets minder moeilijk te bereiken, maar het<br />

volgt toch hetzelfde stramien. Een artiest verkiest ook dat er een manager<br />

tussenzit. Vanaf dat je een bepaalde status hebt bereikt dan word je<br />

overbevraagd en dat is vermoeiend, dat is lastig voor een artiest. Een artiest wil<br />

met zijn muziek kunnen bezigzijn en gerustgelaten worden.<br />

Als je nu tussen twee artiesten kan kiezen die hier kunnen komen spelen,<br />

kies je dan voor een nationale of een internationale artiest?<br />

Dat maakt voor mij niet uit. Het moet artistiek verantwoord en interessant zijn.<br />

Het is een feit dat de laatste 5 jaar de Vlaamse en Belgische muziek het goed<br />

doet. Er zit veel kwaliteit bij ons, dat is zeker een goede zaak. Maar voor mij<br />

maakt het niet uit vanwaar een groep of een artiest komt.<br />

Hebben jullie niet de neiging om Antwerpse bands een extra kans te<br />

geven?<br />

Ja, dat was vroeger zeker het geval. 15 jaar geleden met de opkomst van DEUS,<br />

Zita Swoon. 5 voor 12 heeft destijds een belangrijke rol gespeeld in Antwerpen<br />

voor het bieden van een forum of een podiumplaats. Bij het doorbreken van die<br />

Vlaamse groepen, wij waren daar van in het begin bij betrokken. Nu speelt zich<br />

dat meer op nationale schaal af, minder op het Antwerpse. Gent is ook belangrijk<br />

bijvoorbeeld. Maar een band met Antwerpse artiesten... ik ken vele van die<br />

mensen wel natuurlijk. Vele Antwerpse groepen, artiesten, Dj’s hebben in Petrol<br />

al gestaan. Maar we kunnen ons niet louter en alleen daarop focussen. Het is<br />

belangrijk maar geen hoofdprioriteit.<br />

Heb je het gevoel dat het in andere Vlaamse muziekcentra wel<br />

belangrijker is, dat programmeren van lokale groepen?<br />

5 voor 12 en Petrol heeft een bovenlokale uitstraling. Wij hebben een redelijk<br />

groot bereik over heel Vlaanderen tot zelfs Zuid-Nederland en Noord-Frankrijk,<br />

afhankelijk van wat we organiseren, afhankelijk van de concerten of activiteiten<br />

bereiken wij een publiek dat van ver buiten Antwerpen komt.<br />

Is dat dan ook voor pop-en rockmuziek?<br />

Ja, in het algemeen. Maar dat is niet voor iedere club hetzelfde. Het spreekt voor<br />

zich dat een club helemaal in West-Vlaanderen dat die een meer lokale werking of<br />

uitstraling hebben. Andere clubs zoals de Kreun, 4AD, Leffinge-Leuren, De<br />

Zwerver, die hebben volgens mij een meer lokale werking, dat is ook logisch. Ze<br />

zitten verderaf van Brussel en Antwerpen. Mensen van Brussel of Antwerpen<br />

zakken minder makkelijk naar daar af, maar in de andere richting wel.<br />

Denk je dat de ligging van Petrol hier ook iets mee te maken heeft?<br />

We liggen toch wel vrij dicht bij het centrum, maar er niet pal in. Met de fiets is<br />

het maar tien minuten. Je moet wel gemotiveerd zijn om naar hier te komen en<br />

het programma in het oog houden. Dat is deels een handicap. Het zou voor ons<br />

beter zijn moesten we echt in het centrum liggen want dan zou er meer passage<br />

zijn.<br />

65


Langs de andere kant heb je hier het voordeel van veel<br />

parkeerplaatsen...<br />

Ja, en we storen hier niemand. Het heeft zijn voor-en nadelen. Ik zou liever een<br />

Petrol op Antwerpen-Zuid willen, op de Vlaamse of Waalse kaai. Ik zou zelfs<br />

tevreden zijn met een kleinere zaal. Nu hebben we wel het voordeel dat we hier<br />

met deze grote ruimte kunnen compartimentaliseren.<br />

Voor een zaal als het Depot is het natuurlijk ideaal qua ligging: vlakbij<br />

het station. Zij hebben echter wel minder plaats dan jullie natuurlijk.<br />

Het voordeel dat zij hebben is dat ze zich ten volle kunnen richten op studenten.<br />

Zij organiseren dus ook veel in de week, wat wij eigenlijk zo goed als niet doen.<br />

Onze werking is vooral geconcentreerd in de weekends. Dus de ligging is voor ons<br />

wel een belangrijke handicap. Voor Trix is dat ook een handicap.<br />

Zijn jullie te vergelijken?<br />

Qua sfeer is het daar wel helemaal anders. Het publiek overlapt wel wat. Zij doen<br />

ook drum and bass, wij doen ook wel wat rock-programmatie. Maar qua ligging<br />

zitten zij ook buiten het centrum. Met de auto zijn we allebei wel makkelijk te<br />

bereiken. Uiteindelijk, als je echt gemotiveerd bent om een bepaald optreden te<br />

zien dan kom je daar zeker voor af.<br />

Interview met Jan de Boever van N9 in Eeklo op 27/04/2010<br />

Kan u even kort de werking van N9 schetsen?<br />

We bestaan sinds ’79, wij zijn dus een van de oudste clubs van België. De<br />

werking is zo geëvolueerd over de jaren heen dat we eigenlijk in twee panden<br />

werken: we hebben de N9 Villa, waar concerten doorgaan en een aantal<br />

cursussen, muziekgerelateerd, waarbij de geluidsinstallatie nodig is. of<br />

bijvoorbeeld afrikaanse percussie, die meer lawaai maken dan anderen. Die zaal<br />

is zeer goed geïsoleerd, zodat er nooit overlast is voor iemand. Hier zitten we in<br />

N9 fabriek, dat is meer bedoeld als cursuscentrum. Het is een zaal met een<br />

houten vloer, een spiegelwand, vooral danscursussen en dergelijke meer vinden<br />

hier plaats. De concertwerking is eigenlijk het belangrijkste, de cursuswerking<br />

komt erbij. We hebben hier wekelijks of bijna wekelijks een concert en tijdens de<br />

zomer 4 donderdagavonden in het stadspark, dat is echt een groot succes. We<br />

hebben onze bezigheid wel.<br />

Kan u even de belangrijke waarden van jullie werking schetsen?<br />

Ik denk dat ik dat best kan situeren in de totale context. Toen we begonnen, 30<br />

jaar geleden, was er zeer weinig te beleven in Eeklo, eigenlijk in heel de regio.<br />

We situeren ons echt wel in een traditie die al begint in de late jaren 60,<br />

alternatief, underground enzovoort. Eind jaren 70 waren er wel wat initiatieven<br />

die alweer op de fles gegaan waren. Op dat moment waren wij zo goed als de<br />

enigen die die niche bespeelden. Er was wel een jeugdhuis in Eeklo, dat was een<br />

groot jeugdhuis, dat was meer mainstream zeg maar. Wat wij deden was veel<br />

cultureler getint. 5 jaar geleden is er een cultureel centrum bijgekomen in Eeklo,<br />

ook in Evergem, wat niet ver van hier is. waar we voordien in onze werking zowat<br />

alle terreinen moesten betreden, laat ons zeggen alternatieve film, theater, af en<br />

toe lezingen enzo, werd het nu specifieker muziek. Met de komst van dat<br />

cultureel centrum, het is een veel groter pand, we hebben ons moeten aanpassen<br />

in de zin van: wat zij deden waren vooral bekende namen, vooral Belgische en<br />

Nederlandse namen. De manier van werking is ook compleet anders, zij werken<br />

met een jaarprogramma dat al volledig op voorhand vastligt, terwijl wij heel<br />

anders programmeren, wij leggen vaak 2, 3 maanden op voorhand nog iets vast.<br />

En wij spelen dus ook meer in op tournees van buitenlandse groepen, wat zij<br />

weer niet doen. Wij situeren ons in de regio als enigen die op deze manier<br />

werken.<br />

Werken jullie dan samen met het cultureel centrum?<br />

66


Soms, maar niet vaak.<br />

Zien jullie hen als concurrentie?<br />

Neen. Die samenwerking heeft al betere en minder goede tijden gehad. Nu is de<br />

samenwerking wel goed. We zien dat zeker niet als concurrentie, we zien dat als<br />

mekaar aanvullen. Wij bedienen ook wel een ander publiek. Wij gaan geen<br />

theater meer aanbieden. Het heeft geen zin om in een kleine stad als Eeklo twee<br />

organisaties te hebben die theater aanbieden. Ons uitgangspunt is altijd geweest<br />

van DAT te doen wat anderen niet doen.<br />

Richten jullie zich dan vooral op mensen uit Eeklo als publiek?<br />

Nee, voor ons, publiek is publiek, maakt niet uit vanwaar ze komen, als ze maar<br />

komen.<br />

Zijn jullie nog steeds zo uniek in de regio dan?<br />

Als muziekclub wel ja. We zijn nu ook een officieel erkende muziekclub door de<br />

Vlaamse Gemeenschap en daarin zijn we de enige in het meetjesland. Er zijn<br />

maar twee clubs in Oost-Vlaanderen die dit statuut hebben. Democrazy in Gent is<br />

de andere club, maar die hebben geen eigen ruimte, die werken op verschillende<br />

locaties, terwijl wij dan onze eigen ruimte hebben. Je hebt ook nog de<br />

Handelsbeurs in Gent, maar die zitten dan weer onder nog een ander statuut<br />

denk ik. Maar dat sluit wel dicht aan bij datgene waar wij mee bezig zijn. Dan is<br />

er natuurlijk ook nog het Kunstencentrum Vooruit, maar dat is dan weer een<br />

andere manier van werken.<br />

Welke criteria hanteert u bij de selectie van artiesten voor N9?<br />

Dat is een mengeling van verschillende zaken die daarin meespelen. Het<br />

aller<strong>eerst</strong>e is natuurlijk de kwaliteit, daar gaat het over. Maar ook de<br />

betaalbaarheid ervan en de vraag of je er een publiek voor zal kunnen vinden. Ik<br />

moet ook kijken naar hoe het past in het geheel van de werking. Ik kan geen vier<br />

weken na mekaar een reggae-act zetten, dat moet goed verdeeld zijn over het<br />

jaar.<br />

Is er een bepaald genre waar jullie speciaal de aandacht op vestigen?<br />

Nee, het is makkelijker om te zeggen welke genres we niet doen. We gaan geen<br />

schlager-groepen zetten, geen puur commerciële bands of coverbands, geen<br />

metal of hardcore-punk. Wat we wel doen varieert van singer-songwriter tot<br />

bluesconcerten, reggae- en rockconcerten. Maar we werken ook wel in niches<br />

zoals bijvoorbeeld alternatieve country, dat doen we hier ook allemaal.<br />

Bent u de enige programmator?<br />

Ja, ik ben diegene die de knopen doorhakt, maar uiteraard bespreek je dat wel<br />

met andere mensen. Meestal heb je iets in je hoofd waarvan je denkt: dat wil ik<br />

graag leren kennen. Ofwel biedt de gelegenheid zich aan dat er via e-mail zaken<br />

binnenkomen, en dan reageer je daar al dan niet op. Er komt veel meer binnen<br />

dan je op een leven kan nakijken.<br />

Hoeveel aanbiedingen krijgen jullie zo?<br />

Dat is per dag misschien wel 20 voorstellen. Dat is veel!<br />

Jullie hebben één concert per week zei u?<br />

Het komt neer op iets van een 70 acts op 49 avonden ofzo.<br />

Verhuren jullie de zaal ook aan derden?<br />

Dat gebeurt zelden. Helemaal niet meer voor fuiven, wat we vroeger wel deden.<br />

Omwille van het rookverbod krijg je nu anders teveel mensen die op straat staan,<br />

en dan krijgen we problemen omwille van geluidsoverlast. Het is ook nogal een<br />

gedoe om geluidsinstallaties op- en af te breken. Gewoon verhuren van de zaal<br />

voor optredens, daar gaan we niet op in. Wat we wel soms doen is de zaal gratis<br />

ter beschikking stellen, met geluidsinstallatie aanwezig. Dat doen we dan voor<br />

groepen waar we wel in geloven, wat we wel kwalitatief zien zitten, maar wat<br />

bijvoorbeeld toch niet echt in onze programmering past. Maar we geven ze dan<br />

toch wel een kans en dan spelen ze eigenlijk voor de entrees, maar dat gebeurt<br />

niet vaak, maar een paar keer per jaar.<br />

Werken jullie met voorprogramma’s?<br />

67


Soms doen we dat, maar we doen het niet zo heel vaak eigenlijk. Dat is dan om<br />

minder gekend talent een kans te geven, maar dat gebeurt niet systematisch.<br />

Speelt het in het algemeen een rol voor jullie of een band nationaal of<br />

internationaal is?<br />

Op zich niet. In de praktijk komt het erop neer dat het zowat 50/50 is. Eigenlijk<br />

gaat het daar niet over, het gaat erover of het sterk genoeg is. Dat is het enige<br />

wat ik daarop kan zeggen.<br />

U zegt dat het 50/50 is, is dit dan onbewust?<br />

Dat gebeurt vanzelf eigenlijk. Het is niet zo dat we dat afmeten. Ik kan daar niets<br />

meer over zeggen.<br />

En hoe zien jullie localiteit? Proberen jullie lokale bands een kans te<br />

geven?<br />

Het gebeurt wel en toevallig is dat de laatste maanden herhaaldelijk gebeurd.<br />

Maar eigenlijk speelt dat ook niet echt een rol. Het gaat weer over de kwaliteit die<br />

telt. Wij worden als muziekclubs verwacht van te werken met professionele<br />

artiesten, dat is criterium nummer 1 eigenlijk. Het is niet voor amateurbands.<br />

Hierover kunnen we natuurlijk discussiëren: wanneer eindig je als amateur en<br />

begin je als professional? Daar kunnen we een uur over praten... Bij ons moet er<br />

wel altijd minstens een CD zijn, of dikwijls meerdere CD’s. Onze taak zit eigenlijk<br />

tussen het kleine circuit zeg maar, dat zijn dan de jeugdhuizen, en het grote<br />

circuit, het genre AB ofzo. Iedereen houdt mekaar zeker wel in de gaten en kijkt<br />

waar iedereen mee bezig is, dat speelt ook wel een rol. Het is niet dat wij afkijken<br />

bij anderen. Maar je ziet dat een bepaalde act in meerdere clubs terechtkan dan<br />

is dat wel een signaal natuurlijk. Het is voor een amateurband natuurlijk zeer<br />

moeilijk om die stap te kunnen zetten.<br />

Heeft u dan veel contact met andere muziekclubs?<br />

Ja, via vzw Clubcircuit natuurlijk. Dat is ongeveer maandelijks dat wij<br />

samenkomen en iedereen kent mekaar al lang natuurlijk.<br />

Bijvoorbeeld bij Het Depot gebeurt het dat programmatoren anderen<br />

proberen warm te maken voor een artiest waar ze echt achter staan,<br />

bijvoorbeeld Selah Sue. Gebeurt dat hier dan ook?<br />

Dat gebeurt natuurlijk wel eens, maar niet systematisch. Het is ook zo dat wij als<br />

club wel wat afwijken van andere typische rockclubs, dat doen wij niet vaak<br />

eigenlijk. De gemiddelde leeftijd van onze bezoekers ligt beduidend hoger dan bij<br />

de andere clubs dus we zijn zeker geen typische jeugdrockclub. Maar als iets<br />

goeds uit de streek zich aanbiedt en ze hebben juist een CD uit dan gaan we die<br />

natuurlijk wel programmeren. Naar het publiek toe is dat natuurlijk ook handig,<br />

die brengen natuurlijk ook hun fans mee.<br />

Wordt er dan ook over dat soort bands gepraat op de vergadering van<br />

vzw Clubcircuit?<br />

Nee, op die vergadering wordt er eigenlijk heel weinig over muziek gepraat. Er<br />

wordt over vanalles gepraat, bijvoorbeeld over SABAM of over hoe we ons<br />

kunnen profileren naar de overheid toe. Maar eigenlijk puur muzikaal, dat is<br />

eigenlijk in de marge dat dat gebeurt. Dat is meestal voor of na de vergadering<br />

dat we het hebben over “we hebben die of die band gehad...en die moet je zeker<br />

eens checken<strong>”</strong>. Of er wordt soms gevraagd of een artiest die al ergens gestaan<br />

heeft daar succes had.<br />

U zei dat het financiële een belangrijk criterium was. Worden jullie<br />

gesubsidieerd?<br />

Ja. Wij krijgen 250.000 euro werkingssubsidie per jaar van de Vlaamse<br />

Gemeenschap. We krijgen ook nog wedde-subsidies en dat is toch wel<br />

uitzonderlijk. Dat komt eigenlijk gewoon omdat we al zo lang bestaan. We<br />

hebben ingepikt op dat systeem in ’84 en dat is nooit afgeschaft geweest.<br />

Daarom hebben wij dat nog steeds en dat is wel een verschil met andere clubs<br />

die dat niet hebben. Maar het betekent niet dat je omdat je subsidies krijgt, niet<br />

meer op je centen gaat moeten letten. Ten <strong>eerst</strong>e verwacht Vlaanderen dat je<br />

voldoende inkomsten hebt. Verder hebben we ook net nog grote verbouwingen<br />

68


achter de rug. N9 Villa is verbouwd in 2004-2005. Dat heeft dan toch 8.000.000<br />

Belgische franken gekost, waarvan we de helft zelf moesten ophoesten. En dan<br />

hier bij N9 fabriek is er ook verbouwd, dat was nog meer, 15 of 16.000.000<br />

Belgische frank ongeveer. De vzw heeft de fabriek hier vanachter ook gekocht.<br />

Dat is ook een verschil met andere clubs zoals bijvoorbeeld Democrazy die geen<br />

eigen locatie hebben, of andere clubs die huren.<br />

Als je gaat vergelijken met andere clubs dan programmeren jullie toch<br />

wel wat minder?<br />

Ja, minder dan Petrol ofzo, maar dat heeft ook te maken met de ligging uiteraard.<br />

Dit is een kleine stad, het heeft geen zin om hier veel meer te gaan doen. Het is<br />

hier ook op een kleinere schaal, hier kan maar 200 man binnen bij een staand<br />

concert, bij een zittend zelfs maar 100 man. Dus dat is een ander gegeven dan in<br />

een grotere stad.<br />

Hebben jullie in de zomer een andere werking? Bijvoorbeeld voor die<br />

“Helden in het Park<strong>”</strong> op donderdagavond?<br />

Daarvoor krijgen we 10.000 euro van de stad Eeklo, maar dat is maar een<br />

peulschil. Het overgrote deel van de kosten moet betaald worden door de<br />

drankomzet want we vragen geen inkom. Die drankomzet is dan wel behoorlijk<br />

groot. De cocktailbar draait echt wel op volle toeren. We rekenen uit aan een<br />

gemiddelde van 4 consumpties per persoon en dan kwam het vorig jaar uit op 4<br />

avonden met een totaal van 14.000 man. Het hangt ook wel heel hard af van het<br />

weer. De artiesten die komen behoren eigenlijk vooral tot de ‘dansbare<br />

wereldmuziek’. Dit jaar kwamen bijvoorbeeld ook The Roots, The Seatsniffers, dat<br />

past er niet echt in.<br />

Jullie bieden dat soort groepen dan gratis aan? Daarvoor zou je toch<br />

zeker inkom kunnen vragen?<br />

Ja, maar Helden in het Park bestaat nu toch al een lange tijd en het is nog nooit<br />

verlieslatend geweest. We hebben er vorig jaar 15.000 euro aan overgehouden<br />

omdat het een heel goed jaar was. Dat wordt dan natuurlijk meteen terug<br />

geïnvesteerd in de werking.<br />

Staan er bij Helden in het Park nog lokale bands?<br />

Neen, dat zijn altijd twee groepen per avond. We proberen die wel bij mekaar te<br />

laten passen. Bijvoorbeeld een reggae-avond. Soms gebeurt het dat er meer<br />

lokale dingen tussenstaan maar dat is eerder uitzonderlijk. We proberen ook<br />

duidelijk te maken dat er niet met een voor- en hoofdprogramma gewerkt wordt.<br />

De groepen zijn gelijkwaardig.<br />

Kan je het ‘typisch’ profiel van een N9-bezoeker schetsen?<br />

Neen, het enige dat ik erover kan zeggen is dat ze doorgaans veel meer bezig<br />

zijn met muziek dan de gemiddelde radioluisteraar. Het zijn een beetje de<br />

‘kenners’ die erop afkomen. Bij sommige optredens verschiet ik soms wel van<br />

hoeveel ze ervan afweten, soms zelfs meer dan wij zelf weten. En dan komen ze<br />

soms echt wel van ver. Eigenlijk is het ook wel een criterium voor ons dat we<br />

erop proberen te letten dat diezelfde artiest niet in Gent en Brugge staat, zodat<br />

we toch wel enige exclusiviteit hebben.<br />

Ondervinden jullie veel concurrentie van de podia in Gent? Want dat is<br />

misschien wel makkelijker te bereiken?<br />

Ja, ’s avonds kan je niet meer met de trein naar huis. Dus je moet wel met de<br />

auto komen of als je van dichterbij bent met de fiets. Bijna iedereen komt wel<br />

met de auto. Dat zal vooral voor jongeren een obstakel zijn. Toen wij begonnen<br />

was er niet veel aanbod in Gent, het is vooral Gent dat speelt, Brugge veel<br />

minder, nu is er wel een groot aanbod in Gent, vooral naar jongeren toe. Er zitten<br />

natuurlijk heel veel universitairen. Dat verklaart natuurlijk ook wel voor een groot<br />

stuk waarom we een ouder publiek hebben. We weten dat we als we op de<br />

jongerenmarkt willen meespelen dat dat zeer moeilijk is. Maar wij hebben dan<br />

ook bewust een aanbod dat je niet vaak tegenkomt in Gent. Onze zalen hebben<br />

echt wel, zeker na de verbouwingen, een zekere klasse gekregen en dat<br />

weerspiegelt zich dan ook wel in het publiek.<br />

69


Zijn er dan binnen jullie publiek veel mensen die vaak terugkomen voor<br />

bepaalde genres?<br />

Ja, dat zie je dikwijls. Echte bluesliefhebbers uit de streek zie je bijvoorbeeld keer<br />

op keer terugkomen.<br />

Interview met Riet Coenen van Muziek-O-Droom in Hasselt op<br />

08/12/2010<br />

Kan u beginnen met de werking van MOD te beschrijven?<br />

ja, MOD is 11 jaar geleden ontstaan als een repetitiekot voor drummers in het<br />

tuinhuis van Koen Vanduffel. Dit is nu uitgegroeid tot een organisatie die bestaat<br />

uit drie belangrijke pijlers: educatie, facilitatie en concerten. Bij educatie gaat het<br />

om lessen die gevolgd kunnen worden. Facilitatie houdt in dat muzikanten<br />

gebruik kunnen maken van repetitieruimtes. Er zijn er drie voorzien en daar kan<br />

elke avond gerepeteerd worden voor 4 uur. Op zaterdag zijn er twee maal 4 uur<br />

beschikbaar dus die dag kunnen zes bands repeteren.Hier wordt gewerkt met een<br />

repetitiekaart die 60 euro kost voor 4 beurten, wat dus komt op 15 euro per<br />

sessie. Deze repetitiekoten worden gebruikt door lokale bands, die ofwel geen<br />

repetitiekot hebben of waar het in de winter bijvoorbeeld te koud is. De laatste<br />

pijler is de concertwerking. MOD beschikt over drie zalen. We werken o.a. samen<br />

met Heartbreaktunes.<br />

Wat is de capaciteit van die verschillende zalen?<br />

850, 750, 220 . We beschikken zelf ook over zeer goed materiaal (vb lichten) en<br />

op die manier kunnen we kwaliteit garanderen. We ondervinden hier echter ook<br />

nadelen van, omdat het moeilijker wordt om veel jonge beginnende bands te<br />

programmeren, omdat de kost dan te hoog is.<br />

Kan dit dan opgelost worden door deze bands in voorprogramma’s te<br />

laten spelen?<br />

We proberen dat zoveel mogelijk, maar de laatste jaren brengen hoofdacts vaak<br />

zelf een voorprogramma mee en dan wordt het moelijker. Drie bands op een<br />

avond programmeren is iets wat we niet vaak doen. Dan moeten we ofwel heel<br />

vroeg beginnen ofwel heel laat eindigen.<br />

Om dit probleem op te lossen, organiseren we zelf conceptavonden waar deze<br />

bands in passen zoals Fresh Limburgers.<br />

En hoe zit het dan met de bereikbaarheid van MOD? Stoppen bands op<br />

tijd om nog met de trein te kunnen komen bijvoorbeeld?<br />

MOD is niet zo ver van het station gelegen maar er rijden geen late treinen vanuit<br />

Hasselt naar vb Antwerpen. We houden hier dus ook niet echt rekening mee. Bij<br />

AB zijn concerten vaak vroeger gedaan omdat ze rekening moeten houden met<br />

de omliggende panden, gezien ze in een woonwijk gelegen zijn. Wij bevinden ons<br />

op een industrieterrein, waardoor we geen problemen hebben met<br />

geluidsoverlast. Wat we dan wel hebben is kans op vandalisme. Daarom zorgen<br />

we altijd voor twee parkeerwachters bij concerten om te zorgen dat alles in juiste<br />

banen geleid kan worden.<br />

Wat zijn de belangrijkste waarden voor MOD?<br />

Voor onze werking in alle drie de pijlers is het heel belangrijk dat we jong<br />

Limburgs talent proberen te motiveren en promoten. We organiseren avonden<br />

met lokaal talent om hen zo speelkansen te geven. Met deze ervaring hebben ze<br />

nadien vaak meer kans om op andere podia te staan. Ook samenwerking is heel<br />

belangrijk bij MOD. Het industrieterrein waar MOD gelegen is, wordt de laatste<br />

tijd steeds meer een culturele site. Silo, kaai 16, VDAB Het is echt de bedoeling<br />

dat het hier een “blauwe zone<strong>”</strong> zal worden. Waarom hier niet van profiteren?<br />

Voor ons is het belangrijk om hier samenwerkingsverbanden te leggen. Het is<br />

dom om bepaalde materialen te gaan huren, zoals bijvoorbeeld een camera,<br />

wanneer we evengoed een camera kunnen lenen bij de buren van Villa Basta .<br />

Samen kan je i.p.v. aan 70% misschien wel aan 120% werken! Ook denken we<br />

eraan om misschien dingen samen te doen met het theatergezelschap De<br />

70


Queeste dat recent ook naar deze site verhuisd is. MOD ziet het ook breder dan<br />

enkel muziekconcerten organiseren.<br />

Hoe vergelijken jullie jezelf met AB in Brussel?<br />

AB heeft meer mogelijkheden. We zijn dus niet echt te vergelijken. We zijn<br />

tevreden met onze werking, ook vooral door de focus op het jonge Limburgse<br />

talent. In Brussel is er een minder lokale werking. We zitten met zeer kwalitatieve<br />

zalen en infrastructuur. Ook bieden we een groter pakket aan met de<br />

repetitielokalen en muzieklessen. Zelfs als we zo groot zouden willen worden als<br />

AB is dit niet echt mogelijk gezien we niet de mogelijkheid hebben om uit te<br />

breiden wegens plaatsgebrek. We hebben een kleinere doelgroep en zijn niet<br />

centraal gelegen.<br />

Wat zijn de criteria waaraan artiesten moeten voldoen om bij jullie te<br />

mogen komen spelen?<br />

Soms overkomen bands ons gewoon, wanneer ze zich aanbieden en een goede<br />

kwaliteit brengen. Verder ben ik constant op zoek naar nieuwe bands in<br />

magazines, op internet, op shows,… heel belangrijk hierbij is networking. Hier<br />

geven we dan ook de voorkeur aan een lokale band. Als band of als booker is het<br />

dus belangrijk om een nauw contact te houden met ons.<br />

En als jullie moeten kiezen tussen een internationale band of een<br />

nationale of lokale band, waar gaat jullie voorkeur dan naar uit?<br />

Voor de grotere bands gaan we echt voor kwaliteit. Hierbij speelt lokaliteit geen<br />

belang. Het is echter niet altijd even makkelijk om grote internationale namen tot<br />

bij MOD te krijgen omdat Hasselt geen bekende stad is in het buitenland.<br />

Bekende muzikanten willen liefst in Brussel optreden of in Gent of Antwerpen<br />

omdat ze die steden kennen van naam. Daar merken we soms toch wel een<br />

nadeel aan onze locatie.<br />

Nog een laatste vraag: hebben jullie een goed beeld over jullie publiek?<strong>”</strong><br />

Ons publiek is divers. We werken met verschillende soorten programmatie. We<br />

hebben enerzijds metalbands, in samenwerking met Heartbreaktunes en emopop<br />

bands. Dit zijn vaak internationale bands die naar Belgie komen en maar op<br />

een Vlaams podium staan. Mensen komen voor deze optredens van over heel<br />

Vlaanderen. Iemand mailde mij eens met de vraag hoe ze best naar Hasselt kon<br />

rijden vanuit Koksijde. Anderzijds is er nog de eigen programmatie waarbij we<br />

meer mainstream muzikanten programmeren. Hiervoor hebben we soms bands<br />

als Daan en de Jeugd van Tegenwoordig. Deze bands touren doorheen het ganse<br />

land, dus daarvoor komt vooral lokaal publiek. Voor de shows met lokaal talent<br />

hebben we natuurlijk ook een voornamelijk lokaal, Limburgs, publiek. In het<br />

algemeen merken we op (via ticketverkoop) dat er weinig Franstalige Belgen naar<br />

MOD komen.<br />

71

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!