Analyse van popnummers - Poppunt
Analyse van popnummers - Poppunt
Analyse van popnummers - Poppunt
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Schism is een standaardvoorbeeld <strong>van</strong> een nummer dat in zijn geheel rond<br />
een hook is opgebouwd. De hook is de basriff in maar 14-15 (re do re, 2<br />
32en, 1 zestiende). Dit ritme, samen met het steeds wisselende metrum<br />
zorgt voor een grote herkenbaarheid doorheen heel het nummer.<br />
Het belang <strong>van</strong> de intro is bijgevolg erg groot: de spanning wordt opgebouwd<br />
zodat de eerste hook niet onopgemerkt voorbijgaat. Vanaf die eerste hook<br />
wordt op een standaardmanier opgebouwd tot aan de eerste brug (55),<br />
telkens in zinnen <strong>van</strong> 4x (5/8 + 7/8). Dit a-deel kenmerkt zich door bijzonder<br />
weinig notenmateriaal (vraag: fa mi, voorlopig antwoord: fa mi sol, 2 e vraag:<br />
fa mi, definitief antwoord: fa mi do# re of mi re fa). Alles samen worden vier<br />
hoofdnoten gebruikt (re mi fa sol, de do# wordt immers altijd als een voorslag<br />
op de re gebruikt en is dus geen hoofdnoot, de do wordt enkel in de hook<br />
gebruikt en dient voornamelijk als ritmische figuur).<br />
In de brug (<strong>van</strong>af 55) krijg je een antwoord op het gehele a-deel. Vier zinnen<br />
met elk dertien tellen (6/8 + 7/8) in Am, maar op die (metrische en<br />
harmonische) modulatie na quasi identiek aan de strofes.<br />
Vanaf 87 komt een stuk dat als refrein kan worden beschouwd. De<br />
maatwisselingen zijn dezelfde als in de strofes, maar de hook komt niet meer<br />
voor. In de overgang <strong>van</strong> het refrein naar de strofe valt 1 tel weg, dit komt<br />
verderop in het nummer nog meer voor. Het laten wegvallen <strong>van</strong> één of<br />
meer tellen is een stijlfiguur die in popmuziek wel meer voorkomt.<br />
Na de brug <strong>van</strong> 113 komt <strong>van</strong>af 121 een verkorte brug: waar in de brug de<br />
maatsoorten 6/8 en 7/8 afwisselen, wordt hier enkel de tweede maat (de 7/8)<br />
7 maal herhaald (min of meer vergelijkbaar met 195-202, waar iets<br />
gelijkaardigs gebeurd met de strofe), dit werkt versnellend.<br />
130: hier begint Tool terug op te bouwen met een pentatonische (la do re mi<br />
sol) ‘fingertap-melodie’ 11 (de melodie <strong>van</strong> de eerste strofe – fa re mi re, fa re<br />
mi re sol re – is in principe ook zo’n melodie, maar minder uitgesproken)<br />
waaraan eerst een synthesizergeluid, dan klokken en gitaar en pas op het<br />
einde zang wordt toegevoegd. Vanaf 166 krijg je dan weer een metrische<br />
11 D.i. een lijn waarbij tussen de melodie noten telkens de losse snaar – hier de la – wordt<br />
gespeeld. In popmuziek wordt dit een fingertapmelodie genoemd omdat je dat op een<br />
elektrische gitaar met enkel de linkerhand kan spelen, maar J.S. Bach gebruikte dit ook al.<br />
15