Vegetatiesuccessie in de Millingerwaard na 14 ... - VeldwerkPlaatsen
Vegetatiesuccessie in de Millingerwaard na 14 ... - VeldwerkPlaatsen Vegetatiesuccessie in de Millingerwaard na 14 ... - VeldwerkPlaatsen
ecies Oppervlakte van een aantal geselecteerde soorten in de pq's op de Akker over de jaren Tabel nummer 1994 1995 1996 1997 1999 2002 2004 2005 Brassica nigra 31.1 5.1 5.5 7.5 0.9 0.1 Cirsium arvense 95.8 102.4 11.5 11.6 8.7 11.8 4.9 5.9 Rumex obtusifolius 8.6 2.7 1.6 0.2 0.4 0.3 0.0 0.1 Glechoma hederacea 21.4 27.2 23.4 9.8 9.1 8.2 9.5 14.4 Ranunculus repens 20.9 38.2 16.7 26.5 17.2 2.0 2.3 1.4 Tripleurospermum maritimum 4.2 2.5 2.3 3.8 0.5 0.2 0.0 0.0 Medicago falcata 0.1 0.5 0.6 0.4 0.2 0.3 0.0 0.0 Calamagrostis epigejos 4.2 35.0 38.3 44.8 26.9 11.7 22.1 26.9 Urtica dioica 16.2 20.4 13.5 4.6 5.3 14.0 19.7 18.1 Euphorbia cyparissias 0.5 0.3 0.3 0.3 0.4 0.3 0.0 0.6 Tanacetum vulgare 0.4 0.7 0.8 3.6 11.2 7.5 4.6 5.2 Rumex thyrsiflorus 0.1 0.4 0.5 0.5 1.1 1.9 3.5 3.1 Saponaria officinalis 0.2 0.4 0.2 0.6 0.5 1.4 1.4 0.6 Rubus caesius 1.8 3.1 4.1 9.5 16.7 35.4 36.6 50.9 Eryngium campestre 0.0 0.0 0.4 0.5 0.4 0.3 1.6 0.8
Conclusies natuurontwikkeling Millingerwaard • Voornaamste factoren: overstroming, organisch materiaal, nutriëntenrijkdom, afzetting zand - slib, begrazing, erosie. • Verandering in oppervlakte: afname van zuiver stroomdalgrasland en ontwikkeling van stroomdalgrasland met Bijvoetruigte en sterke afname van Kweekdravik-Kruisdistel pioniervegetatie, toename van natte gemeenschappen en bomen en struiken, sterke toename van Kleefkruid- Brandnetelruigte. • Dynamisch: Zowel progressieve als regressieve successie door dynamiek in overstroming, begrazing, sedimentatie and erosie • PQ’s: Lichte toename van gemiddelde bedekking van stroomdalgraslandsoorten, geringe afname stroomdalsoorten, sterke afname Kweekdravik-Kruisdistel soorten • Sterke toename gem. bedekking van Kleefkruid-Brandnetelruigte en houtige soorten • Bijna 20 stroomdalgraslandsoorten zijn in het onderzoekgebied niet waargenomen. • Sommige stroomdalsoorten nemen sterk toe terwijl andere soorten afnemen. • Sterke afname van akkerdistel, Sterke toename van braam, brandnetel fluctueert sterk.
- Page 1 and 2: Vegetatiesuccessie in de Millingerw
- Page 3 and 4: Prijsvraag “ Wat moet er gebeuren
- Page 5 and 6: Hoe zou de natuurontwikkeling moete
- Page 7 and 8: Kunnen natuurlijke processen wel vo
- Page 9 and 10: or de bedijking, ij stromende ieren
- Page 11 and 12: or de bedijking, ij stromende ieren
- Page 13: 95 Arnhem Wageningen Nijmegen Mil.
- Page 16 and 17: De gemeenschap van Sikkelklaver en
- Page 18 and 19: et Medicagini-Avenetum blijkt duren
- Page 20 and 21: Millingerwaard
- Page 22 and 23: Winning van zand en klei klei zand
- Page 24 and 25: 1994 introductie van bevers Monumen
- Page 26 and 27: chter tegelijkertijd een toename va
- Page 28 and 29: Master factoren en soortensamenstel
- Page 30 and 31: an Bekhuis December 1993 March 1994
- Page 32: Overstroming: schommeling waterstan
- Page 35 and 36: 1994 1998 2002 Vergelijking van her
- Page 37 and 38: 55(+21) Permanente kwadraten Kwalit
- Page 39 and 40: Surface area in m2 of syntaxa, and
- Page 41 and 42: Successieschema gebaseerd op de per
- Page 43 and 44: Kaal zand Bromo- Eryngietum 1,2,3,4
- Page 45 and 46: Kaal zand zandafzetting Bromo- Eryn
- Page 47 and 48: Aangetroffen Sedo-Cerastion (Medica
- Page 49: ecies Oppervlakte van een aantal ge
- Page 53: Bedankt voor de aandacht Astrid Kam
Conclusies <strong>na</strong>tuurontwikkel<strong>in</strong>g Mill<strong>in</strong>gerwaard<br />
• Voor<strong>na</strong>amste factoren: overstrom<strong>in</strong>g, organisch materiaal, nutriëntenrijkdom,<br />
afzett<strong>in</strong>g zand - slib, begraz<strong>in</strong>g, erosie.<br />
• Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> oppervlakte: af<strong>na</strong>me van zuiver stroomdalgrasland en<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van stroomdalgrasland met Bijvoetruigte en sterke af<strong>na</strong>me van<br />
Kweekdravik-Kruisdistel pioniervegetatie, toe<strong>na</strong>me van <strong>na</strong>tte<br />
gemeenschappen en bomen en struiken, sterke toe<strong>na</strong>me van Kleefkruid-<br />
Brandnetelruigte.<br />
• Dy<strong>na</strong>misch: Zowel progressieve als regressieve successie door dy<strong>na</strong>miek <strong>in</strong><br />
overstrom<strong>in</strong>g, begraz<strong>in</strong>g, sedimentatie and erosie<br />
• PQ’s: Lichte toe<strong>na</strong>me van gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> be<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g van<br />
stroomdalgraslandsoorten, ger<strong>in</strong>ge af<strong>na</strong>me stroomdalsoorten, sterke af<strong>na</strong>me<br />
Kweekdravik-Kruisdistel soorten<br />
• Sterke toe<strong>na</strong>me gem. be<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g van Kleefkruid-Brandnetelruigte en houtige<br />
soorten<br />
• Bij<strong>na</strong> 20 stroomdalgraslandsoorten zijn <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rzoekgebied niet<br />
waargenomen.<br />
• Sommige stroomdalsoorten nemen sterk toe terwijl an<strong>de</strong>re soorten afnemen.<br />
• Sterke af<strong>na</strong>me van akkerdistel, Sterke toe<strong>na</strong>me van braam, brandnetel<br />
fluctueert sterk.