Onderzoek funderingen - Gemeente Dordrecht
Onderzoek funderingen - Gemeente Dordrecht
Onderzoek funderingen - Gemeente Dordrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4 INFORMATIEOVERDRACHT<br />
4.1 Inleiding<br />
De woningwet richt zich op de eigenaar van een woning. Deze moet zijn of haar eigendom<br />
onderhouden. Niettemin wordt ook het college van B en W in de woningwet genoemd. In<br />
hoofdstuk 3 staat de rekenkamer hier uitgebreid bij stil. Het college moet, in het kader van haar<br />
toezichthoudende taak, onderzoek doen naar de kwaliteit van de woningvoorraad in haar<br />
gemeente. De resultaten van dit onderzoek moeten worden vastgelegd in een opnamerapport.<br />
In dit opnamerapport omschrijft het college:<br />
1. de minimale kwaliteitseisen waaraan een woning moet voldoen;<br />
2. de geconstateerde technische gebreken;<br />
3. strijdigheden met het bouwbesluit (bestaande bouw) én<br />
4. de voorzieningen die een eigenaar moet treffen.<br />
Dit opnamerapport moet aan de eigenaar -die verantwoordelijk is voor het onderhoud van de<br />
woning- worden voorgelegd. 97 Het college spoort eigenaren op deze wijze aan tot het treffen<br />
van voorzieningen.<br />
In dit hoofdstuk wil de rekenkamer antwoord geven op twee vragen. Ten eerste, heeft het<br />
college van B en W onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de woningvoorraad. En ten tweede,<br />
heeft het college de resultaten van dit onderzoek voorgelegd aan de eigenaren.<br />
De rekenkamer onderkent, bij het beantwoorden van deze twee vragen, dat het<br />
funderingsprobleem vanaf maart 2001 stadsbreed wordt aangepakt. 98 In de paragraaf 4.2<br />
beschrijft de rekenkamer het gemeentelijk handelen tot maart 2001. In paragraaf 4.3 besteedt<br />
zij aandacht aan deze stadsbrede aanpak.<br />
4.2 <strong>Gemeente</strong>lijk handelen tussen juni 1987 en maart 2001<br />
4.2.1 <strong>Onderzoek</strong> naar de kwaliteit van de woningvoorraad<br />
Rioleringsplan<br />
Juni 1987 biedt het college van de gemeente <strong>Dordrecht</strong> het rioleringsplan 1987-1992 aan aan<br />
de gemeenteraad. 99 Zij schrijft dat reeds gedurende langere tijd duidelijk is dat in de gemeente<br />
<strong>Dordrecht</strong> kostbare rioleringswerken moeten worden uitgevoerd. In gebieden waar nog geen<br />
riolering aanwezig is en afvalwater ongezuiverd op het oppervlaktewater wordt geloosd, moet<br />
riolering worden aangelegd. 100 In gebieden waar wel riolering aanwezig is, moet deze deels<br />
worden vervangen. Dit omdat grondwater, als gevolg van lekkende riolen, wordt afgevoerd naar<br />
de afvalwaterzuiveringsinstallaties. In de aanbiedingsbrief bij het rioleringsplan onderkent het<br />
college dat de grondwaterstand na vervanging van deze lekkende riolen vaak stijgt en soms<br />
problemen geeft, bijvoorbeeld een vochtig en ongezond woonklimaat, schade aan gewassen en<br />
32