Onderzoek funderingen - Gemeente Dordrecht
Onderzoek funderingen - Gemeente Dordrecht
Onderzoek funderingen - Gemeente Dordrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
woningen opgeslagen vermogen. Woningbezit is voor een groot deel van de bewoners van het<br />
funderingsgebied de belangrijkste, zo niet de enige vorm van vermogen. Negatieve effecten op<br />
dat vermogen hebben dan ook een onevenredig groot gevolg voor die bewoners. De primaire<br />
verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de bewoners zelf. Voor de overheid is er wel sprake van<br />
een verantwoordelijkheid. Dat gaat vooral om tijdige en juiste informatieverschaffing. Het gaat<br />
ook om de noodzaak op te treden wanneer het nalaten van actie door een eigenaar tot schade<br />
kan leiden voor andere eigenaren. Uit een analyse van de waardeontwikkeling van woningen in<br />
het betrokken gebied blijkt dat eigenaren in grote mate in staat zijn het probleem zelf op te<br />
lossen. Voorwaarde daarvoor is, dat de opgetreden vermogenswinst niet bij een<br />
verkooptransactie toe is gevallen aan een voorganger. Te late of onvolledige informatie aan<br />
eigenaren en het publiek leidt ertoe dat de schade aan <strong>funderingen</strong> niet in de transactie wordt<br />
betrokken. Ook het nalaten van het treffen van sancties, zoals bij de 32 ‘urgente zaken’ leidt<br />
ertoe dat de schade aan <strong>funderingen</strong> niet in de transactie wordt betrokken. Het financiële effect<br />
van informatie over funderingsschade op transacties blijkt overigens beperkt te zijn.<br />
1.6 Discussie in de raad<br />
Samenvatting hoofdstuk 8<br />
Het onderwerp rioleringen en funderingsproblemen is in de afgelopen jaren regelmatig aan de<br />
orde geweest. De intensiteit van de discussies neemt daarbij toe. Dat hangt wellicht samen met<br />
het bekend worden van de omvang van de problemen. Leden van de raad stellen, soms al vroeg<br />
in het proces, vragen. Grondige beantwoording van de vragen van de heren Mostert en<br />
Kooijman in 1987 zouden bijvoorbeeld wellicht hebben geleid tot actiever beleid. Veel<br />
problemen waren dan voorkomen. Ook in 1996 worden vragen gesteld en dit herhaalt zich bij<br />
volgende discussies in de raad. Met uitzondering van de vragen naar de voortgang door raadslid<br />
Van Steensel komt de rekenkamer maar zelden een opvolgingsvraag tegen. Ook wordt er zelden<br />
doorgevraagd nadat het college vragen heeft beantwoord. Hoewel in evaluatierapportages<br />
relevante informatie ontbreekt en soms informatie onbetrouwbaar blijkt te zijn, leidt dat niet tot<br />
indringende vragen. Informatie die ambtelijk bekend is (zie hoofdstukken 4 tot en met 6) dringt<br />
onvoldoende door naar het bestuur. Ook wanneer een inspreker (dhr. Cobben) een indringend<br />
signaal geeft leidt dat niet tot doorvragen of actie. Na bespreking worden de collegevoorstellen<br />
door (de meerderheid van) de gemeenteraad overgenomen.<br />
1.7 Conclusies en aanbevelingen<br />
Hoofdstuk 8 bevat de discussie in commissie en raad over de in deze samenvatting aangehaalde<br />
beleidsstukken. De hoofdvraag wordt beantwoord in hoofdstuk 9.<br />
De rekenkamer concludeert dat het gemeentebestuur niet heeft gehandeld zoals van haar<br />
verwacht mocht worden. Eigenaren zijn niet geïnformeerd. Pas vanaf 1999 wordt het subsidieinstrument<br />
ingezet. En wanneer een eigenaar weigert voorzieningen te treffen, wordt deze niet<br />
aangeschreven. De financiële gevolgen voor burgers van de funderingsproblemen zijn groot,<br />
maar kunnen uit vermogenswinst worden betaald. Primair verantwoordelijke voor het oplossen<br />
11