Het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd tot 16 jaar - Universiteit ...
Het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd tot 16 jaar - Universiteit ...
Het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd tot 16 jaar - Universiteit ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
zingen kin<strong>de</strong>ren en jongeren stimuleren met hun ou<strong>de</strong>rs over politiek te spreken en<br />
dat dit vervolgens invloed heeft op <strong>de</strong> opkomst <strong>van</strong> hun ou<strong>de</strong>rs. Of <strong>de</strong>elname door<br />
jongeren aan echte verkiezingen een groter effect heeft, wordt uit dit on<strong>de</strong>rzoek<br />
niet dui<strong>de</strong>lijk.<br />
De bewering dat jongeren systematisch en altijd min<strong>de</strong>r vaak zullen stemmen dan<br />
<strong>de</strong> rest <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking wordt soms wel in twijfel getrokken.<br />
Argument 7a: Als men <strong>de</strong> kiesgerechtig<strong>de</strong> <strong>leeftijd</strong> verlaagt, gaat <strong>de</strong> opkomst<br />
on<strong>de</strong>r jongeren bij verkiezingen op langere termijn omhoog. Politici zullen zich<br />
namelijk meer richten op wat jongeren bezighoudt (zie argument 9) en omdat er<br />
meer naar ze geluisterd wordt, gaan jongeren op termijn vaker stemmen. Een<br />
hoge opkomst on<strong>de</strong>r jongeren bij verkiezingen is goed. Daarom moeten jongeren<br />
kunnen stemmen.<br />
Argument 7a is lastig te dui<strong>de</strong>n. <strong>Het</strong> is in <strong>de</strong>ze vorm ook niet zozeer een argument<br />
voor verlaging, als wel een argument om een bewering <strong>van</strong> tegenstan<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> verlaging<br />
(<strong>de</strong> negatieve variant <strong>van</strong> bewering 6a) te ontkrachten. Omdat jongeren<br />
<strong>van</strong> <strong>16</strong> en 17 <strong>jaar</strong> nu niet stemmen, is het argument impliciet een erkenning <strong>van</strong><br />
het feit dat jongeren niet zo vaak zullen stemmen als ou<strong>de</strong>re kiezers, op het moment<br />
dat zij stemrecht krijgen.<br />
Meer in het algemeen wordt vaak het argument gehoord dat:<br />
Argument 7b: Als men <strong>de</strong> kiesgerechtig<strong>de</strong> <strong>leeftijd</strong> verlaagt, gaan <strong>de</strong> politieke<br />
belangstelling, <strong>de</strong> politieke betrokkenheid en <strong>de</strong> politieke competentie <strong>van</strong> <strong>16</strong>-<br />
en 17-jarigen omhoog. Jongeren hou<strong>de</strong>n zich meer met politiek bezig als ze<br />
mogen stemmen. Een grotere politieke belangstelling on<strong>de</strong>r <strong>16</strong>- en 17-jarigen is<br />
gewenst. Daarom moeten jongeren kunnen stemmen.<br />
‘We must not be content to assess the present political competence of sixteen and<br />
seventeen-year-olds, but should ask how competent they would be if they were<br />
enfranchised’ (Chan & Clayton, 2006: 553). Er wordt dus veron<strong>de</strong>rsteld dat jongeren<br />
tussen <strong>de</strong> <strong>16</strong> en 17 <strong>jaar</strong> vooralsnog niet of min<strong>de</strong>r geïnteresseerd en competent<br />
zijn, omdat er nu nog geen rekening met ze wordt gehou<strong>de</strong>n. Als er rekening<br />
met ze wordt gehou<strong>de</strong>n, wor<strong>de</strong>n ze <strong>van</strong>zelf competent en geïnteresseerd. Dit argument<br />
staat dus in nauw verband met het hiervoor genoem<strong>de</strong> argument 4a.<br />
35