KEW ALS SMEEROLIE VOOR WONINGMARKT - CDA
KEW ALS SMEEROLIE VOOR WONINGMARKT - CDA
KEW ALS SMEEROLIE VOOR WONINGMARKT - CDA
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Weekblad fiscaal recht . 6971 . 11 oktober 2012<br />
1287<br />
me voor hypotheekrenteaftrek op een gegeven moment<br />
voor iedereen gaat gelden, maar dat zou ook uitgesteld<br />
kunnen worden tot een overgangsperiode van tien jaar.<br />
In dat geval zal een aanzienlijk deel van de bestaande<br />
<strong>KEW</strong>’s reeds zijn afgelost (en wordt het onderscheid tussen<br />
variant 1b en 3b gradueel).<br />
4 Duiding van de diverse varianten<br />
In de onderstaande tabel zijn indicatief de belangrijkste<br />
plus- en minpunten van de varianten weergegeven. Variant<br />
1a grijpt vooral aan bij de problematiek van restschulden<br />
en doet weinig aan het schuldenprobleem.<br />
Daarvoor zijn de overige varianten relevant. Indien het<br />
fiscaal-juridische argument dat het ongewenst zou zijn<br />
om twee regimes lange tijd naast elkaar te laten bestaan<br />
zwaar wordt gewogen, zou de voorkeur uit kunnen<br />
gaan naar variant 1b. Deze variant heeft ook als<br />
voordeel dat het een substantiële bijdrage levert aan de<br />
schuldenproblematiek. Voor degene die niet beschikken<br />
over een <strong>KEW</strong>, treedt evenwel een aanzienlijke stijging<br />
van maandlasten op en dit zou ten koste kunnen gaan<br />
van de huizenprijzen en daarmee van de doorstroming.<br />
Variant 3b zadelt de uitvoering op met de afwikkeling<br />
van de bestaande polissen en lijkt daarom slechts na<br />
een (forse) overgangsperiode realiseerbaar. Indien echter<br />
het economische argument van de ongelijke behandeling<br />
tussen insiders en outsiders zo snel mogelijk<br />
moet worden verkleind, dan kan de voorkeur uitgaan<br />
naar variant 2. In deze variant wordt immers de nieuwe<br />
aangroei van de <strong>KEW</strong> als aflossing beschouwd en daarmee<br />
wordt rechtsongelijkheid tussen bestaande en nieuwe<br />
gevallen beperkt zonder dat daar een (forse) stijging<br />
van de maandlasten tegenover staat. Deze variant is wel<br />
uitvoeringstechnisch zeer gecompliceerd ook omdat een<br />
extra regime voor de aftrek wordt toegevoegd. Indien<br />
erg wordt gehecht aan het argument dat de maandlasten<br />
grosso modo gelijk blijven, dan biedt variant 3a<br />
soelaas. Ook deze variant kan ertoe leiden dat de gespaarde<br />
gelden uit de <strong>KEW</strong> gebruikt gaan worden voor<br />
aflossing en dat het schuldenprobleem (enigszins)<br />
wordt verkleind. Nadeel is wel dat twee regimes voor de<br />
hypotheekrenteaftrek gedurende lange tijd langs elkaar<br />
blijven bestaan en dat de bestaande regels voor de <strong>KEW</strong><br />
worden gewijzigd. Uitgaande van een substantiële vermindering<br />
van de schuldenproblematiek en een verbetering<br />
van de doorstroming ligt daarom een gelijkschakeling<br />
van bestaande en nieuwe gevallen in de rede.<br />
5 Mogelijkheden buiten <strong>KEW</strong> om aflossen<br />
te stimuleren<br />
Uitvoering Vermindering Maandlasten Doorstroming<br />
schulden<br />
Variant 0 0 0 ++<br />
1a<br />
Variant 0/+ 2 ++ --/- 1 +<br />
1b<br />
Variant -- 0/+ - +<br />
2<br />
Variant -/0 2 0/+ 0 0<br />
3a<br />
Variant -/0/+ 2 ++ --/- 1 +<br />
3b<br />
Legenda: + = pluspunt ten opzichte van de huidige situatie;<br />
++ = groot pluspunt enz.<br />
1<br />
Afhankelijk van wanneer de hypotheek is begonnen.<br />
2<br />
Afhankelijk van wanneer het nieuwe <strong>KEW</strong>-regime<br />
begint.<br />
Tabel 1. Plus- en minpunten van varianten<br />
Op de eerste plaats is nodig om de bijleenregeling te bezien.<br />
Omdat de rente op een hypotheekschuld alleen aftrekbaar<br />
is als men de overwaarde van de verkochte woning<br />
gebruikt bij aankoop, wordt overbelening voorkomen.<br />
Maar deze regeling zorgt er wel voor dat mensen met het<br />
oog op een mogelijke verhuizing hun schuld niet willen<br />
aflossen en kan daarmee contrair werken aan de varianten<br />
uit het vorige onderdeel. Ook vanwege de administratieve<br />
lasten verdient het aanbeveling om te bezien of de bijleenregeling<br />
kan worden afgeschaft of te bezien of de vermindering<br />
van deze beperking bij aflossing (voor de einddatum)<br />
te overwegen. Voorts is het denkbaar om het<br />
eigenwoningforfait te koppelen aan de resterende hypotheekschuld<br />
(een soort Hillen-II). Daarbij moeten we ons<br />
wel realiseren dat de laatste suggestie de uitvoering compliceert<br />
en tot budgettaire derving leidt.<br />
Er zijn eveneens mogelijkheden buiten de IB om de bestaande<br />
hypotheekhouders te bewegen tot aflossing. Zo bevatte<br />
het bijna-akkoord van het Catshuis een voorstel tot een bonus<br />
voor lopende hypotheken die extra aflossen. Concreet<br />
werd voorgesteld om tot 2020 de na aflossing resulterende<br />
fiscale eigenwoningschuld te verhogen met 50% van de omvang<br />
van de extra aflossing (Ministerie van AZ (2012)). 7<br />
Deze bonus leidt volgens onderliggende berekeningen tot<br />
een (beperkte) budgettaire opbrengst voor de overheid. 8<br />
Daarnaast kan de boetevrije aflossingsmogelijkheid van bestaande<br />
hypotheken worden verhoogd van 10% naar 20%<br />
per jaar en de schenkingfaciliteit gericht op schuldaflossing<br />
eigen huis worden uitgebreid. Onder de huidige regeling<br />
mogen ouders hun kinderen tot de leeftijd van veertig jaar<br />
€ 50.000 belastingvrij schenken voor de aankoop van een<br />
woning. In het bijna-akkoord van het Catshuis is voorge-<br />
7 Ministerie van AZ (2012). Toelichting maatregelen,<br />
www.minaz.nl. (Dit betreft dus de toelichting pakket maatregelen<br />
van het Catshuisberaad tussen VVD, <strong>CDA</strong> en PVV).<br />
8 De budgettaire opbrengst bedraagt € 5 mln. in 2013, € 5<br />
mln. in 2014 en € 4 mln. in 2015.