07.03.2015 Views

Handreiking Functioneringsgesprekken 2013 - CDA

Handreiking Functioneringsgesprekken 2013 - CDA

Handreiking Functioneringsgesprekken 2013 - CDA

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Handreiking</strong> voor het voeren van een functionerings- en<br />

beoordelingsgesprek met het raadslid, de fractievoorzitter<br />

en de wethouder in een <strong>CDA</strong>-afdeling.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 1


2 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


Inhoudsopgave<br />

1. Inleiding 3<br />

2. <strong>Functioneringsgesprekken</strong> in de politiek 4<br />

3. Doel en voorwaarden 8<br />

4. Planning en uitvoering 10<br />

5. Voorbereiding 16<br />

6. Gespreksverloop 20<br />

7. Het gesprek met de fractievoorzitter en de wethouder 23<br />

8. Het beoordelingsgesprek in de politiek 26<br />

9. Gesprekstechnieken 30<br />

10. Meer informatie 36<br />

Bijlagen 37<br />

A. Model protocol 38<br />

B. Model verslagformulier 39<br />

C. Stappenplan 40<br />

D. Schema’s voorbereiding gespreksvoerders 41<br />

E. Schema voorbereiding raadslid 43<br />

F. Onderdelen van het functioneringsgesprek 44<br />

G. Voorbeeldvragen 45<br />

Alle documenten in de bijlage zijn te downloaden op AfdelingenNet,<br />

www.cda.nl/afdelingennet.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 3


1. Inleiding<br />

HRM (Human Resource Management) beoogt kwalitatief goede raadsleden en<br />

wethouders in de raad en het college die ten dienste staan van de samenleving. Het<br />

vertrouwen van de burger in het openbaar bestuur staat of valt met de kwaliteit en<br />

integriteit van onze bestuurders en volksvertegenwoordigers.<br />

De afdelingsvoorzitter vervult samen met de fractievoorzitter een belangrijke rol door<br />

het voeren van jaarlijkse functioneringsgesprekken met de raadsleden. In het<br />

functioneringsgesprek wordt aan de hand van de profielschets het functioneren<br />

besproken en eventueel worden ontwikkel- en verbeterpunten benoemd. Door de<br />

beoordelingsgesprekken te voeren, wordt voorkomen dat bij het maken van de<br />

kandidatenlijst misverstanden ontstaan of zittende raadsleden wel of niet in<br />

aanmerking komen voor een (verkiesbare) plaats op de kandidatenlijst.<br />

Deze handreiking heeft als doel om het bestuur van de gemeentelijke <strong>CDA</strong>-afdeling<br />

te ondersteunen bij het opdoen van kennis van het doel en het gespreksverloop van<br />

het functioneringsgesprek dat met het gemeenteraadslid, de fractievoorzitter en de<br />

wethouder gevoerd kan worden. Tevens zijn een aantal praktische hulpmiddelen als<br />

bijlagen opgenomen, aan de hand waarvan een functioneringsgesprek voorbereid<br />

en gevoerd kan worden. Deze documenten kunt u downloaden op het<br />

AfdelingenNet, www.cda.nl/afdelingennet. Ook wordt nader ingegaan op het<br />

beoordelingsgesprek en de verschillen met het functioneringsgesprek. In hoofdstuk<br />

8 wordt aandacht besteed aan het beoordelingsgesprek in de politiek.<br />

Afhankelijk van behoefte, kennis en ervaring van de gebruiker kan deze handreiking<br />

integraal worden doorgenomen of op onderdelen worden geraadpleegd. Sommigen<br />

hebben immers reeds ervaring met het voeren van functionerings- en<br />

beoordelingsgesprekken binnen of buiten het <strong>CDA</strong>, anderen wellicht niet.<br />

In deze handreiking staat het functioneringsgesprek met het raadslid centraal. In de<br />

tekst wordt dan ook steeds van het raadslid gesproken. In plaats daarvan kan echter<br />

ook fractievoorzitter of wethouder gelezen worden, omdat het geschrevene ook op<br />

het functioneringsgesprek met hen van toepassing is. In hoofdstuk 7 worden nog<br />

enige specifieke aandachtspunten genoemd met betrekking tot de wijze waarop met<br />

de fractievoorzitter en met de wethouder het functioneringsgesprek gevoerd wordt.<br />

De bijlagen die zijn opgenomen, zijn afgestemd op het functioneringsgesprek met<br />

het raadslid en kunnen met behulp van hetgeen in hoofdstuk 7 opgemerkt is<br />

aangepast worden naar het gesprek met de fractievoorzitter en de wethouder.<br />

Overal waar hij en hem is vermeld, kan natuurlijk ook zij of haar worden gelezen.<br />

4 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


2. <strong>Functioneringsgesprekken</strong> in de politiek<br />

Binnen de meeste organisaties wordt tegenwoordig gewerkt met functiebeschrijvingen<br />

en competentieprofielen. Deze zijn bedoeld om aan te geven welk<br />

gedrag gevraagd wordt en welke eisen gesteld worden met betrekking tot het<br />

huidige en toekomstige functioneren van medewerkers. Deze HRM-instrumenten<br />

zijn nodig om voortdurend het functioneren van een medewerker in lijn te brengen<br />

en te houden met de doelstellingen van de organisatie. Middels het regelmatig<br />

voeren van functioneringsgesprekken wordt daartoe een gelegenheid gecreëerd.<br />

Omschrijving<br />

Een veel gebruikte omschrijving van het functioneringsgesprek luidt: “Een op<br />

systematische wijze gevoerd gesprek tussen een individuele medewerker en zijn<br />

(direct) leidinggevende met als onderwerp het functioneren van de medewerker.”<br />

Uit deze omschrijving blijkt dat in het functioneringsgesprek verwachtingen vanuit de<br />

organisatie en vanuit de medewerker met betrekking tot het huidige en toekomstige<br />

functioneren van de medewerker uitgewisseld worden en bespreekbaar worden<br />

gemaakt. Het is daarom een tweezijdig gesprek en een moment van bezinning,<br />

waarin alles omtrent het functioneren besproken kan worden. Het is dus een<br />

hulpmiddel en geen doel op zichzelf.<br />

Het functioneringsgesprek:<br />

is een gestructureerd en jaarlijks terugkerend gesprek;<br />

gaat over het functioneren in het heden en de nabije toekomst;<br />

heeft als doel de kwaliteit van het functioneren en de onderlinge<br />

samenwerking te verbeteren;<br />

benoemt de aandacht, verbeter- en ontwikkelpunten;<br />

dient gebaseerd te zijn op eerder gemaakte afspraken;<br />

kent geen consequenties, maar is ook niet vrijblijvend.<br />

In de politiek<br />

Ook een politieke partij stelt eisen aan het functioneren van haar politici en<br />

bestuurders. Gemeenteraadsleden en wethouders, en ook statenleden,<br />

gedeputeerden, Kamerleden en Europarlementariërs, moeten bekwaam zijn om<br />

mee te kunnen werken aan de verwezenlijking van de <strong>CDA</strong>-idealen en het<br />

verkiezingsprogramma.<br />

Een politieke partij laat zich echter niet organiseren als een organisatie of een<br />

bedrijf. Er is geen sprake van een formeel hiërarchische verhouding tussen<br />

werkgever en werknemer die bepaalde verplichtingen voor de medewerker met zich<br />

meebrengt. Daarnaast is het niet het bestuur van de gemeentelijke afdeling dat de<br />

raadsfractie samenstelt, maar gebeurt dit door de ledenvergadering van de afdeling<br />

en vervolgens door de kiezer. De leiding van een organisatie of bedrijf kan<br />

daarentegen haar medewerkers zelf selecteren én aannemen.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 5


Nut en noodzaak<br />

Het afdelingsbestuur heeft wel een verantwoordelijkheid wat betreft het functioneren<br />

en de ontwikkeling van de raadsleden, de fractievoorzitter en de eventuele<br />

wethouder(s). Hun functioneren is namelijk bepalend voor wat het <strong>CDA</strong> binnen de<br />

lokale politiek kan bereiken. Zij zijn bovendien beeld- en gezichtsbepalend en<br />

hebben daarmee een doorslaggevende invloed op de uitslag die het <strong>CDA</strong> bij nieuwe<br />

verkiezingen behaalt. Alle reden dus voor het afdelingsbestuur om zich het<br />

functioneren van de lokale politici aan te trekken.<br />

Ook het raadslid is gebaat bij het feit dat met hem een functioneringsgesprek wordt<br />

gevoerd. Door het voeren van dit gesprek wordt het raadslid duidelijkheid en inzicht<br />

geboden in zijn eigen functioneren, kunnen kansen met betrekking tot de eigen<br />

persoonlijke ontwikkeling aangegrepen worden en kunnen teamgerelateerde<br />

inzichten ontstaan.<br />

Cyclus<br />

Het voeren van een functioneringsgesprek met het raadslid is geen gebeurtenis op<br />

zichzelf. Het maakt onderdeel uit van een steeds terugkerende cyclus. Hieronder is<br />

deze cyclus schematisch weergegeven, waarbij jaar 0 het jaar van de verkiezingen<br />

is en jaar 4 het volgende verkiezingsjaar.<br />

Maart jaar 0: gemeenteraadsverkiezingen<br />

Stap 1 april jaar 1 eerste ronde van functioneringsgesprekken<br />

Stap 2 april jaar 2 tweede ronde van functioneringsgesprekken<br />

Stap 3 april jaar 3 derde ronde van functioneringsgesprekken<br />

Stap 4 medio jaar 3 het opstellen van de profielschets gemeenteraadslid<br />

Stap 5 najaar jaar 3 het voeren van beoordelingsgesprekken<br />

Stap 6 najaar jaar 3 het werven van en het voeren van selectiegesprekken<br />

met aspirant-raadsleden op basis van de profielschets<br />

Stap 7 najaar jaar 3 het opstellen en vaststellen van de kandidatenlijst<br />

Maart jaar 4: gemeenteraadsverkiezingen<br />

Afspraken<br />

Het functioneringsgesprek, en ook later het beoordelingsgesprek, kan met recht<br />

goed gevoerd worden, als aan het begin van de raadsperiode afspraken zijn<br />

gemaakt over het functioneren en wederzijdse verwachtingen met elkaar zijn<br />

afgestemd. Hierover dient duidelijkheid te bestaan, omdat dit de uitgangspositie<br />

vormt voor zowel de functioneringsgesprekken als later het beoordelingsgesprek en<br />

daarop wordt dan ook in deze gesprekken steeds teruggegrepen.<br />

De profielschets die opgesteld wordt en de selectiegesprekken die gevoerd worden<br />

met kandidaten ter voorbereiding op de gemeenteraadsverkiezingen vormen de<br />

basis. Als na de verkiezingen de nieuwe fractie bekend is, kan met de individuele<br />

fractieleden met de profielschets in de hand een kennismakingsgesprek gevoerd<br />

worden, waarin afspraken gemaakt worden over doelen en ontwikkeling.<br />

6 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


3. Doel en voorwaarden<br />

Het <strong>CDA</strong> heeft haar doelstellingen vastgelegd in het verkiezingsprogramma. Van het<br />

gekozen raadslid mag verwacht worden dat hij zich voor de volle honderd procent<br />

inzet om deze doelstellingen te realiseren. Ieder raadslid heeft echter ook zijn eigen<br />

idealen, belangen en doelstellingen. De doelstellingen van de partij enerzijds en het<br />

raadslid anderzijds moeten verenigbaar zijn en daarom zullen deze op elkaar<br />

afgestemd moeten worden. Deze afstemming is iets wat al in het kandidaatstellingsproces<br />

voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen (denk aan de profielschets<br />

en de selectiegesprekken) moet zijn gebeurd. Het functioneringsgesprek is een<br />

hulpmiddel om de invulling en concretisering daarvan tijdens de raadsperiode<br />

mogelijk te maken.<br />

Doel<br />

Het functioneringsgesprek heeft daarom als doel om… ‘een goed functioneren van<br />

het raadslid te waarborgen en waar nodig afspraken te maken over hoe dat te<br />

verbeteren.’<br />

Om dit doel te bereiken, moet tijdens het functioneringsgesprek duidelijkheid<br />

ontstaan over het volgende:<br />

Hoe het raadslid en het afdelingsbestuur denkt over zijn functie en de<br />

werkomstandigheden in ruime zin.<br />

Hoe het raadslid en het afdelingsbestuur denken over zaken die<br />

belemmerend of stimulerend in het functioneren werken.<br />

De wijze waarop het raadslid functioneert.<br />

De wijze waarop de fractie als geheel functioneert.<br />

Het kan natuurlijk zo zijn dat in het gesprek blijkt dat het raadslid naar tevredenheid<br />

functioneert. Als echter blijkt dat er knelpunten zijn die het functioneren<br />

belemmeren, kunnen er afspraken tot verbetering worden gemaakt. Hierdoor wordt<br />

gewaarborgd dat het raadslid op de goede wijze blijft functioneren.<br />

Voorwaarden<br />

Een gelijkwaardige gesprekspositie van de gespreksdeelnemers<br />

Een open relatie tussen hen<br />

Elkaar helpen en gericht zijn op samenwerking<br />

Een tweezijdige benadering en elkaar activeren<br />

Goed luisteren<br />

Gericht zijn op ontwikkeling en de toekomst<br />

Het gesprek zelf centraal laten staan<br />

Een goede sfeer.<br />

Voor een duidelijk beeld van functioneringsgesprekken wordt ook nadrukkelijk<br />

stilgestaan bij wat een functioneringsgesprek beslist niet is, namelijk een<br />

beoordelingsgesprek.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 7


4. Planning en uitvoering<br />

Voordat functioneringsgesprekken worden ingepland, dat wil zeggen dat de afdeling<br />

van plan is om in de komende jaren op jaarlijkse basis met haar raadsleden<br />

functioneringsgesprekken te voeren, is het van belang dat binnen de afdeling een<br />

aantal afspraken, na goed overleg, in een protocol worden vastgelegd.<br />

In bijlage A is een modelprotocol opgenomen.<br />

Door binnen de afdeling duidelijkheid te verschaffen over wat een<br />

functioneringsgesprek is, wat de afdeling er mee wil bereiken, hoe het<br />

functioneringsgesprek aansluit bij zaken zoals HRM, opleiding en training, wordt de<br />

plaats en de functie van het functioneringsgesprek ingepast in het bredere<br />

afdelingsbeleid. Het is eveneens van groot belang om de gemeenteraadsleden, de<br />

fractievoorzitter en de eventuele wethouder(s) te betrekken bij dit voornemen en hen<br />

goed te informeren.<br />

Bij het invoeren van functioneringsgesprekken is het belangrijk dat bijvoorbeeld de<br />

volgende zaken duidelijk zijn: wie zijn de gespreksdeelnemers? Welke onderwerpen<br />

komen aan bod? Hoe ziet het gespreksverslag eruit? Hoe vaak vindt het gesprek<br />

plaats? Hoe lang duurt het gesprek? Hieronder wordt daartoe het een en ander<br />

toegelicht.<br />

Tweerichtingsgesprek<br />

Het functioneringsgesprek moet een tweerichtingsgesprek zijn, tussen<br />

gelijkwaardige gespreksdeelnemers. Dat houdt in: open staan voor de mening van<br />

een ander, kritiek accepteren, elkaar aanvullen en helpen.<br />

Gespreksdeelnemers<br />

Het functioneringsgesprek met het raadslid wordt door de afdelingsvoorzitter<br />

en de fractievoorzitter gevoerd.<br />

Het functioneringsgesprek met de fractievoorzitter wordt gevoerd door de<br />

afdelingsvoorzitter en een ander lid van het afdelingsbestuur.<br />

Het functioneringsgesprek met de wethouder wordt gevoerd door de<br />

afdelingsvoorzitter en een ander lid van het afdelingsbestuur.<br />

Gespreksleider<br />

In alle gevallen is de afdelingsvoorzitter de gespreksleider. Natuurlijk ziet de<br />

fractievoorzitter meer van het functioneren van het raadslid, maar om recht te doen<br />

aan de rol en de verantwoordelijkheid van de afdeling verdient het aanbeveling om<br />

de afdelingsvoorzitter de gespreksleider te laten zijn. De afdelingsvoorzitter kan zich<br />

eventueel door anderen laten informeren over het functioneren van de betreffende<br />

politicus als hij dat nodig acht.<br />

8 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


Aanwezigheid van de fractievoorzitter<br />

De reden waarom de fractievoorzitter deel zou moeten nemen aan het<br />

functioneringsgesprek met het raadslid is dat hij een goed beeld heeft van het<br />

functioneren van het raadslid, omdat hij dat vanuit de nabijheid (met name in de<br />

raad en binnen de fractie) kan waarnemen. Hij kan voor wat betreft dat deel van het<br />

raadswerk goed en minder goed functioneren benoemen en eventuele<br />

verbeterpunten signaleren. Als voorzitter van de fractie en daardoor ‘leider van het<br />

team’ heeft hij belang bij goed functioneren van de verschillende teamleden en een<br />

prettige en constructieve samenwerking. Daarnaast kan het functioneringsgesprek<br />

met het raadslid voor de fractievoorzitter ook leer- en/of verbeterpunten opleveren.<br />

In de praktijk bestaan er echter ook argumenten die de deelname van de<br />

fractievoorzitter aan het functioneringsgesprek met het raadslid verhinderen. Het<br />

zou bijvoorbeeld kunnen dat de persoonlijke relatie tussen het raadslid en de<br />

fractievoorzitter verhindert dat een goed en prettig functioneringsgesprek gevoerd<br />

kan worden. Ook kan het zo zijn dat het raadslid zich door de aanwezigheid van de<br />

fractievoorzitter geremd voelt om openlijk over zichzelf of anderen te spreken. Als<br />

dat het geval is, geeft dat blijk van een probleem dat al veel eerder had moeten<br />

worden geconstateerd én aangepakt. Om dan toch het functioneringsgesprek te<br />

voeren waaraan de fractievoorzitter deelneemt, is het van belang om hieraan<br />

voorafgaand de eventuele problemen bespreekbaar te maken en te werken aan<br />

oplossingen.<br />

Uiteindelijk beslist het afdelingsbestuur, gegeven de lokale praktijk, wie deelnemen<br />

aan het functioneringsgesprek met het raadslid, de fractievoorzitter en de<br />

wethouder.<br />

Gespreksonderwerpen<br />

Vijf standaard gespreksonderwerpen komen in het functioneringsgesprek aan bod:<br />

1. Taakinhoud<br />

2. Taakvervulling<br />

3. Werkomstandigheden<br />

4. Samenwerking<br />

5. Eigen ontwikkeling<br />

Binnen het gespreksonderwerp taakvervulling kunnen de competenties van het<br />

<strong>CDA</strong>-gemeenteraadslid (of de <strong>CDA</strong>-wethouder) aan de orde komen, omdat het<br />

onderdeel ‘taakvervulling’ gaat over de wijze waarop een raadslid functioneert.<br />

Competentieprofiel<br />

De competentieprofielen van het <strong>CDA</strong>-gemeenteraadslid en de <strong>CDA</strong>-wethouder zijn<br />

praktische hulpmiddelen bij het voeren van de functioneringsgesprekken met het<br />

raadslid, de fractievoorzitter en de wethouder. De competenties in deze profielen<br />

zijn namelijk beschreven aan de hand van waarneembare gedragsvoorbeelden in<br />

de functie. Deze gedragingen geven een beeld van het functioneren en kunnen dus<br />

ter sprake worden gebracht. Een competentieprofiel geeft dus op een eenvoudige<br />

wijze gespreksstof.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 9


Een tweede manier heeft te maken met een situatie waarin bepaalde competenties<br />

onvoldoende beheerst worden. Dan kan het competentieprofiel gebruikt worden om<br />

verbeterpunten in het functioneren te duiden en gerichte opleiding aan het raadslid<br />

aan te bieden. Zie hoofdstuk 10 voor meer informatie over de competentieprofielen.<br />

Invulformulier<br />

Bij de genoemde competentieprofielen bestaan zogenaamde invulformulieren<br />

waarop aangegeven kan worden in welke mate competenties worden beheerst.<br />

Let bij het gebruik van een invulformulier met competenties echter goed op dat het<br />

in het functioneringsgesprek niet de bedoeling is dat u een oordeel velt over het al<br />

dan niet beheersen van competenties. In het functioneringsgesprek gaat het juist<br />

om het vragen naar hoe het raadslid functioneert, niet welke competenties hij<br />

beheerst. U kunt dus bijvoorbeeld vragen: “Hoe legt u contact met burgers?<br />

Op welke wijze heeft u contact? Hoe ervaart u uw contact met burgers?”.<br />

Politieke keuzes<br />

De vijf gespreksonderwerpen richten zich samen op het volledige pallet van<br />

functioneren van het raadslid en zijn mogelijke ontwikkeling hierin. Wat hier<br />

nadrukkelijk buiten valt, zijn de uiteindelijk gemaakte politieke keuzes van het<br />

raadslid. Het debat over politieke keuzes vindt immers plaats in de gemeenteraad<br />

en deze keuzes hebben niets van doen met de wijze waarop het raadslid<br />

functioneert. Echter de standpunten die het raadslid inneemt, evenals de mate<br />

waarin hij daarin het <strong>CDA</strong>-gedachtegoed verwerkt, mogen nadrukkelijk wel aan bod<br />

komen. Het raadslid is immers een volksvertegenwoordiger namens het <strong>CDA</strong>.<br />

Verslag<br />

Na het functioneringsgesprek werkt één van de gespreksdeelnemers (de<br />

afdelingsvoorzitter of de fractievoorzitter) zijn aantekeningen uit in een verslag. Het<br />

verslag gaat ter goedkeuring naar de andere gespreksdeelnemers. Tijdens en bij de<br />

afronding van het functioneringsgesprek kunnen afspraken worden gemaakt,<br />

bijvoorbeeld over begeleiding en opleiding. Deze afspraken moeten voor alle<br />

gespreksdeelnemers duidelijk zijn en worden vastgelegd. Uitsluitend met<br />

instemming van allen kunnen afspraken worden vastgelegd. Daarnaast moet in het<br />

verslag worden benoemd welke acties met betrekking tot de eventuele (verdere)<br />

ontwikkeling van het raadslid zijn afgesproken. Als de drie gespreksdeelnemers het<br />

eens zijn met de tekst en de gemaakte afspraken in het verslag tekenen zij voor<br />

akkoord en ontvangt het raadslid een kopie van het verslag. De voorzitter bewaart<br />

het verslag gedurende de zittingstermijn van het betreffende raadslid of wethouder.<br />

In bijlage B is een model verslagformulier opgenomen.<br />

Het verslag dat gemaakt wordt, dient als basis voor het volgende<br />

functioneringsgesprek. Tijdens het beoordelingsgesprek aan het einde van de<br />

raadsperiode, waarvan de uitkomst betrokken kan worden bij een eventueel<br />

hernieuwde kandidaatstelling van het betreffende raadslid, kan worden<br />

teruggekeken naar alle verslagen en dus naar de gehele raadsperiode.<br />

10 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


Training<br />

Een uitkomst van het functioneringsgesprek kan zijn dat het raadslid of de<br />

wethouder nog training of begeleiding nodig heeft. Bijvoorbeeld om een bepaalde<br />

competentie (verder) te ontwikkelen. Het Steenkampinstituut, het opleidingsinstituut<br />

van het <strong>CDA</strong>, beschikt over een breed aanbod van opleidingen en trainingen.<br />

Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de training van vaardigheden en<br />

trainingen die meer gericht zijn op kennisoverdracht. Ook voor <strong>CDA</strong>-wethouders zijn<br />

er diverse mogelijkheden voor training en begeleiding. Het uitgebreide (provinciale)<br />

opleidingsaanbod van het Steenkampinstituut is te vinden op www.cda.nl/si.<br />

Het afdelingsbestuur heeft een nadrukkelijke informerende en motiverende rol als<br />

het gaat om training en ontwikkeling van raadsleden en wethouders.<br />

Frequentie<br />

Het gesprek moet met een vaste regelmaat gevoerd worden: één keer per jaar is ter<br />

wille van de continuïteit aan te bevelen. Het is aan te raden om een jaar na de<br />

gemeenteraadsverkiezingen het eerste functioneringsgesprek te plannen. Dan is het<br />

raadslid voldoende lang in functie om te weten welke zaken binnen zijn functioneren<br />

goed gaan en wat eventuele verbeterpunten zijn. Door bovendien reeds na één jaar<br />

een functioneringsgesprek te voeren en dit ieder jaar te herhalen, ligt er later een<br />

goede basis voor het beoordelingsgesprek.<br />

Tijdsduur<br />

Voor het functioneringsgesprek dient ten minste een uur te worden uitgetrokken. Dat<br />

geeft de gelegenheid om dieper op bepaalde gesprekspunten in te gaan. Bovendien<br />

zorgt het ervoor dat het functioneringsgesprek de uitstraling krijgt van een serieuze<br />

aangelegenheid.<br />

Vertrouwelijk<br />

Het functioneringsgesprek heeft vanzelfsprekend een vertrouwelijk karakter. Het<br />

moet daarom ongestoord kunnen plaatsvinden zonder allerlei onderbrekingen. Een<br />

goede opstelling is tevens van belang, zodat een ieder elkaar kan zien en niet te ver<br />

van elkaar afzit. Ook de ruimte die gekozen wordt om het functioneringsgesprek te<br />

voeren, moet zodanig zijn dat het gesprek vertrouwelijk kan blijven.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 11


5. Voorbereiding<br />

Een functioneringsgesprek dient voorafgegaan te worden door een goede<br />

voorbereiding van alle gespreksdeelnemers. Dit komt ten goede aan de<br />

overzichtelijkheid, duidelijkheid en opbrengst van het gesprek. Ook is het belangrijk<br />

dat alle gespreksdeelnemers begrijpen wat het doel van het gesprek is en welke<br />

voorwaarden gelden om het een succesvol functioneringsgesprek te laten zijn.<br />

Opstellen van de agenda<br />

Een goede voorbereiding is dus van belang. De agenda waar langs het<br />

functioneringsgesprek zal worden gevoerd, bevat in ieder geval de vijf standaard<br />

gespreksonderwerpen (zie hoofdstuk 4). Daarnaast kunnen alle drie de<br />

gespreksdeelnemers zelf extra gesprekspunten inbrengen. Het functioneringsgesprek<br />

mag wat betreft gespreksverloop geen verrassingen bevatten.<br />

Goed gemotiveerd<br />

Het voeren van functioneringsgesprekken betekent een bespreking van de huidige<br />

situatie. Belangrijk is dat de gespreksleider en de tweede gespreksvoerder laten<br />

zien dat zij gemotiveerd zijn tot het voeren van dergelijke gesprekken, voordat een<br />

functioneringsgesprek daadwerkelijk gevoerd wordt. Het is belangrijk eventuele<br />

bezwaren of bedenkingen van het raadslid serieus te nemen en er op in te gaan.<br />

Stappenplan<br />

Belangrijk in de voorbereiding is het opstellen van een zogeheten stappenplan. Voor<br />

zowel de aanloop naar het functioneringsgesprek, als het gesprek zelf en de<br />

afronding ervan. In bijlage C is een stappenplan opgenomen dat de te ondernemen<br />

stappen met betrekking tot het voeren van functioneringsgesprekken benoemt.<br />

Mogelijkheden opleidingsaanbod<br />

In het functioneringsgesprek kan aan de orde komen dat het betreffende raadslid<br />

training nodig heeft. Het is nuttig u hier vast op voor te bereiden. Op de website van<br />

uw provinciale scholingscommissie (te vinden via www.cda.nl/si) kunt u zien welke<br />

trainingen dit jaar aangeboden worden. Met deze kennis kunt u het raadslid ook<br />

accuraat adviseren en kunt u direct concrete afspraken maken.<br />

Concrete voorbereiding<br />

In bijlage D en E zijn de voorbereidingen overzichtelijk in twee aparte schema’s<br />

opgenomen. Het schema met betrekking tot de voorbereiding van het raadslid kan<br />

eventueel opgenomen worden in de brief waarmee u het raadslid uitnodigt voor het<br />

functioneringsgesprek.<br />

12 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


6. Gespreksverloop<br />

Een goed gevoerd functioneringsgesprek kent een vast gespreksverloop. Dit is van<br />

belang om de duidelijkheid en overzichtelijkheid van het gesprek te vergroten. Het<br />

functioneringsgesprek bestaat grofweg uit drie fasen:<br />

1. Opening<br />

2. Bespreking van de agendapunten<br />

3. Afronding<br />

In bijlage F vindt u op overzichtelijke wijze het gespreksverloop samengevat.<br />

1. Opening<br />

In de opening van het functioneringsgesprek is het de bedoeling om het doel en de<br />

kenmerken van het functioneringsgesprek uit te leggen. Stel de definitieve agenda<br />

vast en benadruk het vertrouwelijke karakter.<br />

2. Bespreking van de agendapunten<br />

Door de agenda te volgen komen de vijf standaard gespreksonderwerpen aan de<br />

orde. Daarna kunnen ook de extra gesprekspunten besproken worden.<br />

1. Taakinhoud<br />

2. Taakvervulling<br />

3. Werkomstandigheden<br />

4. Samenwerking<br />

5. Eigen ontwikkeling<br />

In bijlage G zijn een aantal inleidende vragen per gespreksonderwerp opgenomen.<br />

Uit de bespreking van de verschillende onderwerpen kunnen afspraken,<br />

oplossingen, een plan van aanpak of complimenten volgen die door de<br />

gespreksleider worden genoteerd.<br />

Houdt bij de bespreking van het functioneren van het raadslid, de fractievoorzitter en<br />

de wethouder altijd de blik op de aandachts- en verbeterpunten. Hoe functioneert hij<br />

nu en hoe kan hij nog beter functioneren? Negatief oordelen over het functioneren is<br />

meestal makkelijk maar dit is nadrukkelijk niet de bedoeling van het<br />

functioneringsgesprek. Hoe kan het raadslid nog beter gaan of blijven functioneren?<br />

Benaderingen<br />

Op een open en vertrouwelijke wijze wordt met elkaar over het functioneren van het<br />

raadslid gesproken. Op het moment dat een probleem of aandachtspunt in het<br />

functioneren van het raadslid aan de orde komt, zal de gespreksleider een goede<br />

benadering moeten kiezen. Er zijn twee benaderingen: de oplossingsgerichte<br />

benadering en de probleemgerichte benadering.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 13


De oplossingsgerichte benadering zoekt naar directe oplossingen of het concreet<br />

aanreiken van adviezen om op korte termijn het probleem op te lossen. De<br />

probleemgerichte benadering gaat in op het nader uiteenrafelen van het probleem<br />

en bijbehorende oorzaken en gevolgen. Door de dieperliggende oorzaken te vinden<br />

en aan te pakken, kan het probleem op lange termijn opgelost worden. De<br />

oplossingsgerichte benadering is sneller en concreter, terwijl de probleemgerichte<br />

benadering diepgaander is en meer verhelderend. afhankelijk van het probleem kan<br />

voor een benadering gekomen worden, kies echter altijd voor een duurzame<br />

oplossing.<br />

3. Afronding<br />

In de derde fase van het functioneringsgesprek dient te worden nagegaan of alle<br />

gespreksdeelnemers elkaar goed hebben begrepen. Verder kunnen er zaken in het<br />

gesprek aan de orde zijn geweest, die vragen om een vervolg of in breder verband<br />

moeten worden besproken, bijvoorbeeld in een afdelings- of fractievergadering.<br />

De afronding loopt automatisch over in een nabespreking waarin kan worden<br />

vastgesteld: wat is nu afgesproken. Probeer dit zo concreet mogelijk te maken,<br />

afgesproken kan bijvoorbeeld worden dat het raadslid of de wethouder een<br />

bepaalde cursus gaat volgen.<br />

Na het gesprek werkt de gespreksleider zijn aantekeningen uit tot een verslag (zie<br />

bijlage B voor het model verslagformulier).<br />

14 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


7. Het functioneringsgesprek met de<br />

fractievoorzitter en de wethouder<br />

Het functioneringsgesprek met de fractievoorzitter en het gesprek met de eventuele<br />

wethouder komt grotendeels overeen met het functioneringsgesprek zoals dat met<br />

een raadslid wordt gevoerd.<br />

De inhoud van de drie functies en hun rol en positie verschilt echter wel van elkaar<br />

en dat heeft dan ook invloed op het functioneringsgesprek. De eerder genoemde<br />

competentieprofielen van het <strong>CDA</strong>-gemeenteraadslid en de <strong>CDA</strong>-wethouder bieden<br />

meer informatie over specifieke functieaspecten van het raadslid, de fractievoorzitter<br />

en de wethouder.<br />

Het functioneringsgesprek met de fractievoorzitter<br />

Het functioneringsgesprek met de fractievoorzitter kan het beste plaatsvinden, nadat<br />

de functioneringsgesprekken met de raadsleden zijn gevoerd. Eventuele relevante<br />

zaken, zoals problemen of ontwikkelingsvraagstukken die gebleken zijn in de<br />

gesprekken met de raadsleden en waarbij de fractievoorzitter een rol heeft of zou<br />

moeten hebben, kunnen dan worden meegenomen in het functioneringsgesprek.<br />

De fractievoorzitter is het boegbeeld van de fractie. Hij wordt geacht werk te maken<br />

van teamvorming en invloed te hebben op teamgeest binnen de fractie. Hij is ook<br />

degene die leiding geeft aan de relatie en eventuele samenwerking met de andere<br />

(coalitie)fracties. Dit zijn zaken die aandacht behoeven in het functioneringsgesprek.<br />

Het is belangrijk om ook een eventueel minder goed functioneren van de<br />

fractievoorzitter bespreekbaar te maken, gegeven de vooraanstaande rol die hij<br />

vervult voor de fractie en ten aanzien van de beeldvorming van het <strong>CDA</strong>.<br />

Tenslotte kan van enige ‘profilering’ van de fractievoorzitter sprake zijn. Bijvoorbeeld<br />

om ook na de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen de rol van fractievoorzitter te<br />

kunnen vervullen of om de ambitie naar het wethouderschap kracht bij te zetten. Het<br />

is zaak om op deze profilering bedacht te zijn en bij het bespreken van het<br />

functioneren bij feitelijkheden alleen te blijven.<br />

Het functioneringsgesprek met de wethouder<br />

De <strong>CDA</strong>-wethouder is een belangrijk <strong>CDA</strong>-gezicht in de gemeente. Het <strong>CDA</strong> moet<br />

als partij dan ook groot belang hechten aan zijn kwaliteit van functioneren. Het<br />

functioneringsgesprek is een goed middel om dit te waarborgen.<br />

Het <strong>CDA</strong> is als politieke partij niet bij alle onderdelen van het werk van haar<br />

wethouder betrokken. Deze is naast <strong>CDA</strong>-politicus immers ook bestuurder van de<br />

gemeente. Het functioneringsgesprek met de wethouder gaat daarom niet over alle<br />

aspecten van diens functioneren. De uiteindelijke politieke keuzes die het College<br />

van B&W maakt en de samenwerking met de andere wethouders, de burgemeester<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 15


en het ambtelijk apparaat kunnen, indien daar niets van zichtbaar is, niet aan bod<br />

komen in het functioneringsgesprek.<br />

Wat nadrukkelijk wel in het functioneringsgesprek met de wethouder aan de orde<br />

mag zijn, is de wijze waarop hij in zijn functioneren blijk geeft van zijn <strong>CDA</strong>signatuur.<br />

Op basis van zijn bestuursstijl kan de <strong>CDA</strong>-wethouder zich in zijn<br />

functioneren positief onderscheiden. Ook de mate waarin hij erin slaagt om beleid<br />

zoals het <strong>CDA</strong> dat voorstaat verwezenlijkt te krijgen, is onderwerp van gesprek.<br />

Een minder goed functionerende wethouder moet, net zoals dat geldt voor de<br />

fractievoorzitter, hierop aanspreekbaar zijn. Het is van belang om dit in het<br />

functioneringsgesprek aan de orde te stellen, omdat daarmee verbeteringen in het<br />

functioneren kunnen worden bereikt. De positie die de wethouder bekleedt, kan<br />

daarbij een obstakel zijn. Dat zou echter niet zo moeten zijn als bij iedere<br />

betrokkene het doel en vooral het karakter van het gesprek duidelijk is.<br />

16 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


8. Het beoordelingsgesprek in de politiek<br />

Het beoordelingsgesprek is wezenlijk anders dan het functioneringsgesprek. Anders<br />

dan het functioneringsgesprek is het meer een eenrichtingsgesprek: de<br />

afdelingsvoorzitter voert vooral het woord.<br />

Beoordelingsgesprekken hebben tot doel om een oordeel uit te spreken over het<br />

functioneren van het raadslid, de fractievoorzitter en de wethouder in de afgelopen<br />

periode. Dit oordeel wordt gebruikt om te beslissen of het raadslid / fractievoorzitter<br />

opnieuw in aanmerking zal komen voor een (verkiesbare) plek op de kandidatenlijst.<br />

In het beoordelingsgesprek met de wethouder kan de afdelingsvoorzitter slechts<br />

voorwaardelijke garanties geven over continuering van het wethouderschap na de<br />

verkiezingen. De verkiezingsuitslag en de daarop volgende<br />

collegeonderhandelingen zijn medebepalend.<br />

De afdelingsvoorzitter kan de wethouder - bij goed functioneren - vragen te<br />

kandideren voor een plek op de kandidatenlijst, bijvoorbeeld als lijsttrekker en<br />

wethouderkandidaat.<br />

Het beoordelingsgesprek staat vooral ten dienste aan het lokale afdelingsbestuur<br />

tijdens het kandidaatstellingsproces. Het heeft de volgende kenmerken:<br />

Het beoordelingsgesprek is een instrument van het afdelingsbestuur om besluiten te<br />

nemen over wie van de zittende raadsleden door mag voor een volgende<br />

raadsperiode. Het accent ligt in het beoordelingsgesprek op het mededelen van een<br />

oordeel van het afdelingsbestuur over het functioneren van het raadslid en de<br />

gevolgen die daaruit wat het afdelingsbestuur betreft zouden moeten voortvloeien<br />

voor een eventueel volgende raadsperiode.<br />

Kandidaatstellingsproces<br />

Voor het afdelingsbestuur zijn beoordelingsgesprekken een belangrijk instrument in<br />

het kandidaatstellingsproces en het samenstellen van een kandidatenlijst met<br />

herkenbare en capabele <strong>CDA</strong>-ers conform de profielschets.<br />

Het gesprek van het raadslid met de beoordelaars (idealiter de afdelingsvoorzitter<br />

samen met de fractievoorzitter) mondt uit in een uitnodiging aan om opnieuw te<br />

kandideren voor een volgende raadsperiode of mondt uit in het advies af te zien van<br />

een (verkiesbare) plek op de kandidatenlijst en derhalve zich niet opnieuw kandidaat<br />

te stellen. Een raadslid is uiteindelijk vrij om op basis van de eigen afwegingen dit<br />

advies al dan niet op te volgen. Door de duidelijkheid die door het bestuur gegeven<br />

wordt heeft een raadslid de gelegenheid om zelf zijn of haar vertrek uit de lokale<br />

politiek aan te kondigen.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 17


De verschillen tussen het beoordelingsgesprek en het functioneringsgesprek<br />

Het is belangrijk om te benadrukken dat functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken<br />

nooit helemaal los van elkaar te koppelen zijn.<br />

In het functioneringsgesprek gaat het weliswaar niet om het beoordelen van het<br />

raadslid, maar er is toch altijd sprake van een zweem van beoordeling. Dat komt<br />

omdat mensen altijd een beeld van elkaar hebben. Vanuit dat beeld, ook al is dat<br />

gevormd door een eerste indruk van twee minuten, vormen mensen een oordeel<br />

over iemand. Maar dat oordeel mag in het functioneringsgesprek niet als een<br />

beoordeling ter sprake te komen. Er wordt namelijk alleen over het huidige en<br />

toekomstige functioneren gesproken en de ontwikkeling hierin. Het is belangrijk<br />

hiervan bewust te zijn.<br />

Hieruit volgt logischerwijs dat functioneringsgesprekken niet als eenmalige<br />

gebeurtenis vlak voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen gevoerd zouden<br />

moeten worden. Dan krijgen ze namelijk het stempel van beoordeling omdat op<br />

korte termijn de kandidatenlijst moet worden opgesteld.<br />

Het functioneringsgesprek en het beoordelingsgesprek komt pas optimaal tot zijn<br />

recht wanneer met het functioneringsgesprek aan het begin van de raadsperiode<br />

wordt begonnen en er gedurende de raadsperiode jaarlijks worden gevoerd.<br />

Hieronder staan de overeenkomsten en verschillen tussen beide gesprekken.<br />

Beoordelingsgesprekken<br />

Doel<br />

Waarderen van het functioneren door een<br />

oordeel te vormen over het functioneren<br />

van het raadslid. Het oordeel betekent<br />

expliciet: doorgaan of niet doorgaan voor<br />

een nieuwe raadsperiode.<br />

Inhoud<br />

De resultaten van het functioneren.<br />

Tijdsperspectief<br />

Gericht op het verleden.<br />

Richting<br />

Eenrichtingsverkeer. Van de<br />

afdelingsvoorzitter en de fractievoorzitter<br />

naar het raadslid.<br />

<strong>Functioneringsgesprekken</strong><br />

Doel<br />

Waarborgen dat het raadslid zich<br />

permanent ontwikkelt, goed<br />

functioneert én goed blijft functioneren.<br />

Inhoud<br />

Het functioneren zelf en de<br />

werkcondities en randvoorwaarden.<br />

Tijdsperspectief<br />

Gericht op het heden en de toekomst.<br />

Richting<br />

Tweerichtingsverkeer, iedere<br />

gespreksdeelnemer levert input voor en<br />

in het gesprek.<br />

18 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


9. Gesprekstechnieken<br />

Mensen praten met elkaar. Tijdens een gesprek proberen mensen een boodschap<br />

naar elkaar over te brengen en treedt een wisselwerking tussen hen beiden op. Ze<br />

communiceren dan met elkaar. In een gesprek verwoorden zij hun gedachten en<br />

gevoelens met gebruik van taal en non-verbale signalen.<br />

Boodschap<br />

Als er sprake is van communicatie is er ook altijd sprake van een zender en een<br />

ontvanger. Die rollen veranderen voortdurend. In een gesprek zijn steeds beiden<br />

aan het woord en versturen zij voortdurend allerlei boodschappen. Als A iets zegt<br />

tegen B, is A de zender en B de ontvanger. Als B dan reageert, is B de zender en A<br />

de ontvanger. Enzovoort.<br />

ontvanger ← zender<br />

A boodschap B<br />

zender → ontvanger<br />

In het functioneringsgesprek veranderen de gespreksdeelnemers ook voortdurend<br />

van zender in ontvanger en vice versa. Soms zijn ze zender en ontvanger tegelijk.<br />

Het is daarom belangrijk om beide vaardigheden te kennen.<br />

Zendervaardigheden<br />

Vanuit het oogpunt van de zender staat in het gesprek centraal dat de eigen<br />

boodschap zo goed mogelijk overgebracht moet worden aan de ontvanger.<br />

Daarnaast kan de zender de regie van het gesprek bepalen door zelf aan het woord<br />

te blijven.<br />

Een zender zou het volgende moeten kunnen:<br />

1. Informatie geven<br />

2. Opdrachten geven en verzoeken doen<br />

3. Kritiek geven<br />

4. Verduidelijking geven<br />

Metagesprek<br />

Vooral dit laatste is van belang. De zender zal in staat moeten zijn om<br />

onduidelijkheden of misverstanden die in het gesprek ontstaan tijdig te<br />

onderkennen, het belang van het wegnemen ervan te beseffen en de<br />

onduidelijkheden of misverstanden aan de orde te stellen. Het doel is om<br />

duidelijkheid tot stand te brengen. Let op dat in dit geval vaak sprake is van een<br />

gesprek over een gesprek. Dat wordt ook wel metacommunicatie of metagesprek<br />

genoemd. Bijvoorbeeld: een gespreksdeelnemer springt van de hak op de tak. Het<br />

is dan nuttig dit te signaleren en af te spreken wat langer bij één onderwerp stil te<br />

staan: “Ho Maarten, wacht even. Dit gaat allemaal te snel. Wat een onderwerpen.<br />

Eén voor één graag. Laten we het eerst hebben over …”<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 19


Ontvangervaardigheden<br />

De luisteraar, en dus ontvanger, oefent invloed uit op het gesprek door een actieve<br />

luisterhouding aan te nemen. Hij straalt uit dat hij wil ontvangen en begrijpen wat de<br />

zender aan hem wil overbrengen. Zo laat de ontvanger de ander de ruimte om zijn<br />

verhaal te vertellen en reageert hij met aandacht en bevestiging. De vaardigheden<br />

van de ontvanger zijn dus vooral luistervaardigheden. Door middel van oogcontact,<br />

lichaamshouding en aanmoedigende gebaren wordt de zender gestimuleerd tot<br />

praten.<br />

Er zijn drie luistervaardigheden die zich specifiek op een boodschap of onderdelen<br />

daarvan richten:<br />

1. Vragen stellen<br />

Daarmee geeft de ontvanger aan dat hem of haar iets niet helemaal duidelijk<br />

is. Dat betekent dus dat de ontvanger actief luistert.<br />

2. Gevoel reflecteren<br />

De luisteraar vertelt hoe hij of zij probeert te begrijpen hoe de ander zich<br />

voelt of heeft gevoeld in de situatie waarover wordt verteld. Dat wijst erop dat<br />

er geluisterd wordt.<br />

3. Samenvatten<br />

Het doel van het samenvatten is structuur aan te brengen in wat de zender<br />

heeft verteld én bij de zender te toetsen of hij de boodschap goed begrepen<br />

heeft. Ook dit duidt op actief luisteren van de ontvanger.<br />

Houding van de gespreksleider<br />

In het functioneringsgesprek dient sprake te zijn van een open en onderzoekende<br />

houding van de gespreksleider. Het moge duidelijk zijn dat in een slecht<br />

‘communicatief klimaat’ het functionerings-gesprek geen constructieve resultaten<br />

oplevert. Het functioneringsgesprek wint aan waarde naarmate de<br />

gespreksdeelnemers beter met elkaar communiceren.<br />

LSD<br />

Van de gespreksleider wordt in ieder geval een open houding, LSD (luisteren,<br />

samenvatten en doorvragen) en ordenen van informatie verwacht. Vooral de LSDtechniek<br />

is belangrijk om goede vragen te stellen.<br />

Luisteren<br />

De effectiviteit van het functioneringsgesprek als een tweezijdig gesprek neemt toe<br />

wanneer de deelnemers goed naar elkaar luisteren. Een afdelingsvoorzitter zal als<br />

gespreksleider daarom vooral gebruik moeten maken van zijn luistervaardigheid.<br />

Het gaat dan om het samenvatten van de boodschap van het raadslid, niet om zijn<br />

of haar feitelijke woorden. Een functioneringsgesprek waarin één van de<br />

gesprekspartners driekwart van de tijd aan het woord is, zal niet voldoen aan haar<br />

primaire doel.<br />

20 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


Naast het verbaal terugkoppelen zijn er nog andere manieren waarop een<br />

ontvanger over kan brengen dat hij actief luistert naar de zender. Voorbeelden<br />

daarvan zijn:open houding, oogcontact, knikken en 'hummen', aantekeningen<br />

maken en non-verbaal 'meeveren' (afstand verkleinen, afstand nemen, gebaren<br />

spiegelen).<br />

Samenvatten<br />

Het is belangrijk om actief te luisteren en af en toe samen te vatten wat het raadslid<br />

vertelt. Dit zorgt er voor dat er daadwerkelijk geluisterd wordt en dat het raadslid het<br />

gevoel heeft dat hij of zij gehoord wordt.<br />

Voorbeeld samenvatten: "Als ik je goed heb begrepen, vind jij dat ..."<br />

Doorvragen<br />

Goed luisteren is echter maar één kant van het gesprek. De juiste vragen stellen is<br />

de andere kant. Ook in de vraagstelling zal de interesse van de afdelingsvoorzitter<br />

voor de mening en het verhaal van het raadslid zich moeten uiten. En door middel<br />

van doorvragen kan veel meer informatie over een bepaald onderwerp worden<br />

ingewonnen.<br />

Voorbeelden doorvragen:<br />

"Ik moet doorzetten. Ik moet sterk zijn. Ik moet dit beleidsplan op tijd afhebben." `<br />

→ Doorvragen: Wat gebeurt er als je dat niet doet?<br />

“Samenwerken vind ik toch wel lastig, als ik denk aan onze plenaire vergaderingen.”<br />

→ Doorvragen: Wat versta jij onder samenwerken?<br />

"Niets gaat goed. Overal vallen mensen mij lastig."<br />

→ Doorvragen: Wat bedoel je met lastigvallen?<br />

Open vragen<br />

Het stellen van open vragen draagt in dit verband bij aan het zich vrijelijk uitdrukken<br />

van het raadslid. De gespreksleider moedigt door middel van het stellen van open<br />

vragen het raadslid aan zich vrijelijk te uiten en na te denken.<br />

Gesloten vragen zijn namelijk altijd met korte antwoorden te beantwoorden<br />

(bijvoorbeeld met ‘ja’, ‘nee’ of ‘goed’) waarbij dus lang niet alle relevante informatie<br />

naar boven komt.<br />

Voorbeelden gesloten vragen: “Bent u een teamplayer? Helpt u uw collega’s wel<br />

eens? Vraagt u hun hulp wel eens?”<br />

Gesloten vragen zijn te herkennen doordat ze vaak met een werkwoord beginnen.<br />

Voorbeelden open vragen: “Hoe zou u uw rol in de fractie beschrijven? Hoe draagt u<br />

bij aan het teamresultaat? Wat vindt u van de hulp van uw collega’s?”<br />

Open vragen zijn te herkennen doordat ze vaak met Wat, Waar, Waarom, Welke en<br />

Hoe beginnen.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 21


STARR-methodiek<br />

Zoals gezegd moet de verzamelde informatie uit het functioneringsgesprek iets<br />

kunnen zeggen over het huidige en vooral ook het toekomstige gedrag in de functie.<br />

Het functioneringsgesprek zou dan ook gevoerd moeten worden als een gedragsgericht<br />

interview, omdat daarmee naar gedrag uit het verleden wordt gevraagd<br />

gericht op de toekomst. In het gedragsgerichte interview kan de STARR-methodiek<br />

gebruikt worden.<br />

Alles wat de kandidaat in het afgelopen jaar heeft gezegd en gedaan tekent zijn<br />

functioneren en kan representatief zijn voor de toekomst. Het is niet voldoende om<br />

alleen een beschrijving te geven van dat gedrag. Om het gedrag op de juiste<br />

waarde te schatten, moet men een duidelijk beeld hebben van de situatie waarin het<br />

zich afspeelde. Maar ook wat het doel of de taak was, wat van hem verwacht werd,<br />

wat hij precies heeft gedaan, welk effect dit had en wat het uiteindelijke resultaat is<br />

dat ontstond. Deze informatie kan worden verkregen door middel van een gerichte<br />

vraagmethode bijvoorbeeld de STARR-methodiek.<br />

De letters STARR zijn de beginletters van de volgende sleutelwoorden.<br />

S Situatie: Welke concrete situatie die leidde tot het vertoonde gedrag?<br />

T Taak: Wat was de taak van het raadslid?<br />

A Actie: Wat heeft hij toen gezegd of gedaan of juist nagelaten te doen?<br />

R Resultaat: Wat was het resultaat van deze actie?<br />

R Reflectie: Wat geeft de ondernomen actie aan over de vaardigheden<br />

en ontwikkelpunten zijn er?<br />

Gestructureerde aanpak<br />

In het functioneringsgesprek krijgt de gespreksleider met de STARR-methodiek op<br />

een gestructureerde wijze een zo betrouwbaar mogelijk beeld van het gedrag van<br />

het raadslid, zonder dat hij zelf bij diens ‘handelen’ aanwezig is geweest. Via de<br />

structuur Situatie, Taak (of doel) worden voorbeelden van gedrag verzameld,<br />

waaruit naar voren komt welke Acties het raadslid heeft uitgevoerd (of niet!) en wat<br />

daar de Resultaten van waren. Het raadslid en gesprekspartners Reflecteren op de<br />

ondernomen actie. Welke competenties zijn al aanwezig voor de uit te voeren Taken<br />

en welke nog verder ontwikkeld dienen te worden? Of het raadslid kan reflecteren<br />

op zijn eigen handelen is overigens ook een belangrijke competentie.<br />

Let op: het is belangrijk om tijdens de ‘STARR-vragen’ voortdurend de LSD-techniek<br />

te blijven toepassen!<br />

De STARR-methodiek is slechts een middel en geen doel op zichzelf. Het doel is<br />

om feitelijke informatie te verzamelen. Als het toepassen van de STARR-methodiek<br />

moeizaam verloopt, kan ook worden volstaan met te vragen naar waarneembaar<br />

gedrag in het verleden. Als de kandidaat een voorbeeld uit het verleden concreet en<br />

duidelijk vertelt, wordt ook de feitelijke informatie verzameld. Houdt u daarom het<br />

doel van het selectiegesprek voor ogen en probeer zoveel mogelijk de STARRmethodiek<br />

te gebruiken omdat op deze manier de ‘beste’ informatie wordt<br />

ingewonnen.<br />

22 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


Voorbeeldvragen<br />

In bijlage G vindt u voorbeeldvragen die u het raadslid kunt stellen, en die ertoe<br />

kunnen leiden dat hij veel over zijn functioneren vertelt. Het zijn dan ook open<br />

vragen.<br />

Tips<br />

Voor een goede communicatie zijn de volgende algemene tips van belang:<br />

Een grote belemmering in communicatie is het hebben van vooroordelen en<br />

stereotype opvattingen. Probeer daarom bewust te zijn van uw eigen<br />

vooroordelen.<br />

Het ‘hummen’ ten teken dat de boodschap overkomt en het terugzenden van<br />

signalen zoals het knikje met het hoofd geeft een positief effect op de<br />

communicatie.<br />

Vermijd suggestieve, gesloten en retorische vragen en gebruik zoveel<br />

mogelijk open vragen.<br />

Praat vanuit de ik-persoon (“ik vind …”, “ik ervaar …” et cetera), omdat<br />

praten vanuit “jij doet …” en “jij bent …” teveel een oordeel geeft.<br />

Spreek over feiten en waarneembare situaties, niet over houding en<br />

vermoedens. Vermijd algemene termen en probeer concreet te zijn.<br />

Als u kritiek geeft op gedrag, generaliseer dit dan niet. Zorg dat de kritiek<br />

slaat op specifieke gedragingen. Dus niet: “Jij bent ook altijd te laat.”<br />

Neem verantwoordelijkheid voor uw oordeel, doe geen beroep op het<br />

oordeel van anderen als autoriteit. Geef de ruimte om het oneens te zijn met<br />

uw oordeel, het is uw mening en geen voldongen feit.<br />

Concentreer u op de hoofdzaak en vermijd uitwijdingen over details.<br />

Vraag door als iets niet duidelijk is.<br />

Controleer of u de ander goed hebt begrepen: “Bedoel je te zeggen dat … ?”<br />

en “Heb ik je goed begrepen als ik je punt zo samenvat?”.<br />

Merk tegenstrijdigheden op: “Je zegt dit en je zei dat, hoe verhoudt dit zich<br />

met elkaar?”.<br />

Laat blijken dat u wilt helpen.<br />

Steek gemeende waardering niet onder stoelen of banken; blijf wel oprecht<br />

en bedenk dat het niet om een beoordelingsgesprek gaat, complimenteer<br />

met mate.<br />

Geef de kandidaat de ruimte om zijn gevoelens te uiten over zijn of haar<br />

functioneren, als dit bij hem of haar emoties oproept.<br />

Geef uw gesprekspartners denktijd, dat wil zeggen, gun hen de tijd na te<br />

denken en met goed gekozen woorden te reageren.<br />

Zorg dat u zelf niet veel aan het woord bent en luister zorgvuldig. Streef<br />

ernaar uw aandeel in de spreektijd te beperken tot maximaal eenderde.<br />

Houd het doel van het functioneringsgesprek voortdurend voor ogen:<br />

waarom voert u dit gesprek?<br />

Blijf niet steken in een analyse of waardering, zorg dat u samen met de<br />

gespreksdeelnemers aan het eind van het gesprek een concreet actieplan<br />

opstelt.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 23


10. Meer informatie<br />

Met deze handreiking heeft u als afdelingsvoorzitter, fractievoorzitter of lid van het<br />

afdelingsbestuur informatie over het voeren van functioneringsgesprekken met<br />

raadsleden, fractievoorzitters en wethouders in huis kunnen halen. Met behulp van<br />

de bijlagen in deze handreiking heeft u tevens enkele praktische handvatten in bezit.<br />

Om het voeren van functioneringsgesprekken te laten slagen, is een goede en<br />

tijdige voorbereiding van groot belang. In die voorbereiding dient met name<br />

aandacht te worden besteed aan het creëren van vertrouwen in elkaar en de wijze<br />

waarop de functioneringsgesprekken gevoerd gaan worden.<br />

Training <strong>Functioneringsgesprekken</strong><br />

Heeft u behoefte aan een training in het voeren van functioneringsgesprekken neem<br />

dan contact op met de regionale contactpersoon in uw provincie. Het regionale<br />

scholingswerk biedt met behulp van trainers van het Steenkampinstituut op basis<br />

van deze handreiking trainingen aan voor het voeren van functioneringsgesprekken.<br />

Tenslotte, wilt u meer te weten komen over de functies van raadslid, fractievoorzitter<br />

en wethouder en de bijbehorende competentieprofielen, bestel dan de “<strong>Handreiking</strong><br />

competentieprofiel <strong>CDA</strong>-gemeenteraadslid” en het boekje “De <strong>CDA</strong>-wethouder”.<br />

Deze kunt u downloaden van AfdelingenNet (www.cda.nl/afdelingennet).<br />

Steenkampinstituut<br />

Het Steenkampinstituut biedt velerlei trainingen aan. Onderstaande trainingen en<br />

cursussen zijn voor de (verdere) ontwikkeling van raadsleden interessant:<br />

- Beïnvloeden: schrijven van amendementen, moties en resoluties<br />

- Collegeonderhandelingen<br />

- Dualisme<br />

- Gemeentefinanciën<br />

- Netwerken<br />

- Nieuwe Media<br />

- Oppositievoeren<br />

- Speech schrijven<br />

- Voorzitten en voorgezeten worden<br />

- <strong>CDA</strong>-gedachtegoed<br />

- Politiek dichter bij de burger<br />

- Debattraining (basis)<br />

- Training Debatteren - Interrumperen en Improviseren<br />

Voor de ontwikkeling van wethouders bestaat er de wethoudersleergang. Alles over<br />

het Steenkampinstituut en meer over de trainingen is te vinden op www.cda.nl/si.<br />

Bestellen<br />

Deze en andere handreikingen kunnnen in digitale vorm gratis worden aangevraagd<br />

via het AfdelingenNet, www.cda.nl/afdelingennet.<br />

24 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


Bijlagen<br />

A. Model protocol 35<br />

B. Model verslagformulier 36<br />

C. Stappenplan 37<br />

D. Schema’s voorbereiding gespreksvoerders 38<br />

E. Schema voorbereiding raadslid 40<br />

F. Onderdelen van het functioneringsgesprek 41<br />

G. Voorbeeldvragen 42<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 25


Model protocol functioneringsgesprekken<br />

1. Met de leden van de <strong>CDA</strong>-fractie worden regelmatig functioneringsgesprekken<br />

gevoerd.<br />

2. Een functioneringsgesprek is een tweezijdig, open gesprek in een sfeer van<br />

vertrouwen. Het gaat over het functioneren van fractieleden, met de nadruk<br />

op het huidige en toekomstige functioneren. Daarbij kunnen knelpunten<br />

gesignaleerd worden en verbeterpunten geïnventariseerd. Doel van het<br />

gesprek is te komen tot verbetering van het functioneren. Daartoe worden<br />

tijdens het gesprek afspraken gemaakt.<br />

3. De functioneringsgesprekken worden jaarlijks gehouden, in principe in de<br />

maand april.<br />

4. Zowel de leden van de fractie als het afdelingsbestuur kan verzoeken om<br />

een extra functioneringsgesprek.<br />

5. Het functioneringsgesprek met een lid van de fractie wordt gevoerd door de<br />

fractievoorzitter en de voorzitter van de afdeling.<br />

6. De datum en plaats voor het functioneringsgesprek worden door de<br />

gesprekspartners in gezamenlijk overleg vastgesteld.<br />

7. Minimaal drie weken voor het functioneringsgesprek nodigt de voorzitter van<br />

de afdeling de gesprekspartners voor het functioneringsgesprek uit, met<br />

daarbij de lijst met te bespreken onderwerpen.<br />

8. Wanneer een fractielid er behoefte aan heeft zal op enig moment<br />

voorafgaand aan het functioneringsgesprek een voorgesprek gevoerd<br />

worden over de opzet en de bedoeling ervan. Bij dit voorgesprek zijn<br />

dezelfde personen aanwezig als degenen die het functioneringsgesprek<br />

zullen voeren.<br />

9. De gesprekspartners spreken aan de hand van een standaardlijst met<br />

onderwerpen. Aan deze lijst kunnen van beide kanten (specifieke) punten<br />

toegevoegd worden. De gesprekspartners stellen elkaar tevoren op de<br />

hoogte van nieuw in te brengen gesprekspunten.<br />

26 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


10. Tijdens het functioneringsgesprek komen in ieder geval de volgende<br />

onderwerpen aan de orde:<br />

- Taakinhoud<br />

- Taakvervulling (bij voorkeur aan de hand van competenties)<br />

- Werkomstandigheden<br />

- Samenwerking<br />

- Eigen ontwikkeling<br />

11. Een functioneringsgesprek duurt ongeveer 1 uur.<br />

12. Van het functioneringsgesprek wordt door de afdelingsvoorzitter binnen twee<br />

weken een verslag gemaakt. Daarin staan in ieder geval de gemaakte<br />

afspraken vermeld.<br />

13. Het verslag wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gespreksdeelnemers.<br />

Alle gespreksdeelnemers hebben het recht in het verslag toelichtende<br />

teksten op te laten nemen, of bezwaar aan te laten tekenen tegen bepaalde<br />

passages.<br />

14. Het verslag blijft vertrouwelijk en wordt door de fractievoorzitter op passende<br />

wijze bewaard. Een verslag van een functioneringsgesprek blijft vijf jaar<br />

bewaard, en wordt daarna vernietigd.<br />

15. De voorzitter van de afdeling bewaakt de uitvoering van de gemaakte<br />

afspraken.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 27


Bijlage B: Model verslagformulier<br />

Algemeen<br />

Naam raadslid:<br />

Naam afdelingsvoorzitter:<br />

Naam derde gespreksdeelnemer:<br />

Gespreksdatum en -locatie:<br />

Bespreking van agendapunten (STARR)<br />

1. Taakinhoud:<br />

2. Taakvervulling:<br />

3. Werkomstandigheden:<br />

4. Samenwerking:<br />

5. Eigen ontwikkeling:<br />

Bespreking van extra ingebrachte agendapunten:<br />

28 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


Afspraken<br />

Concrete afspraken:<br />

Opvolging van het gesprek:<br />

Te volgen training(en):<br />

Evaluatie van het gesprek:<br />

Handtekeningen voor akkoord<br />

Raadslid<br />

Afdelingsvoorzitter<br />

Derde gespreksdeelnemer<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 29


Bijlage C: Stappenplan<br />

Welke stappen moet en de afdelingsvoorzitter en fractievoorzitter zetten om te<br />

komen tot functioneringsgesprekken? Welke stappen zijn er nog te zetten na het<br />

voeren van de gesprekken? In dit stappenplan gaan we ervan uit dat de voorzitter<br />

van de afdeling en de voorzitter van de fractie gezamenlijk een regierol hebben.<br />

Acties door afdelingsvoorzitter en fractievoorzitter<br />

√<br />

De aanloop naar de functioneringsgesprekken<br />

1 Het informatiemateriaal lezen. <br />

2 Overleggen in eigen bestuur/fractie over het nut van<br />

<br />

functioneringsgesprekken.<br />

3 Een gezamenlijk voorstel maken voor afspraken over de functioneringsgesprekken:<br />

<br />

het protocol.<br />

4 Het bespreken van dit voorstel in bestuur/fractie, eventueel in een <br />

gezamenlijke bijeenkomst. Het protocol vaststellen (bestuur en fractie).<br />

5 Data afspreken voor de gesprekken. <br />

6 Ruimte bespreken voor de gesprekken. <br />

7 Uitnodigingen versturen (afdelingsvoorzitter met fractievoorzitter, of een <br />

van hen namens beiden), drie weken tevoren.<br />

8 Het gesprek voorbereiden.<br />

De afdelingsvoorzitter (na overleg met fractievoorzitter): eventuele<br />

bijzondere gespreksonderwerpen doorgeven aan het betreffende<br />

fractielid. Vragen of hij/zij ook nog bijzondere gespreksonderwerpen heeft.<br />

Zich informeren over het opleidingsaanbod.<br />

<br />

De functioneringsgesprekken<br />

9 Het houden van de functioneringsgesprekken. <br />

Na de functioneringsgesprekken<br />

10 Het verslag maken (afdelingsvoorzitter). <br />

11 Het verslag ter goedkeuring voorleggen aan degenen die bij het<br />

<br />

betreffende functioneringsgesprek waren (afdelingsvoorzitter).<br />

12 De verslagen bewaren (afdelingsvoorzitter). <br />

13 Een datum afspreken (afdelingsvoorzitter en fractievoorzitter) voor <br />

ongeveer een half jaar na de functioneringsgesprekken om de gemaakte<br />

afspraken nog eens door te nemen.<br />

14 Afspraken bewaken (afdelingsvoorzitter en fractievoorzitter elk voor zich). <br />

15 Alvast in de agenda zetten: het versturen van de uitnodigingen voor de <br />

volgende ronde functioneringsgesprekken.<br />

30 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


Bijlage D – Schema’s voorbereiding<br />

gespreksvoerders<br />

Voorbereidingen voor de gespreksvoerders:<br />

Bezoek raads- en fractievergaderingen om het raadslid aan het werk te zien<br />

(idealiter doet u dit met regelmaat gedurende het jaar).<br />

Vergaar informatie over hoe het raadslid:<br />

- invulling geeft aan zijn rol als volksvertegenwoordiger in de<br />

gemeenschap (contacten met burgers, belangengroepen,<br />

maatschappelijk middenveld, etc.)<br />

- invulling geeft aan zijn rol en verantwoordelijkheid richting de partij en<br />

de afdeling<br />

- communiceert via verschillende media (website, spreekbeurten,<br />

interviews, persoonlijk contact, etc.)<br />

Lees het verslag van het vorige functioneringsgesprek terug.<br />

Breng van te voren de eventuele extra gesprekspunten in.<br />

Informeer u over het actuele opleidingsaanbod.<br />

Lees de definitieve agenda goed door.<br />

Bedenk bij welke agendapunten u iets wilt zeggen.<br />

Bereid deze agendapunten goed voor, door:<br />

- het competentieprofiel te bestuderen<br />

- de sterktes en ontwikkelpunten van het raadslid die u ziet te<br />

benoemen<br />

- te bedenken wat u in het gesprek precies wilt zeggen<br />

- voorbeelden te bedenken die uw verhaal ondersteunen<br />

- open vragen te formuleren waarmee u een onderwerp kunt<br />

aansnijden<br />

Bedenk wat uw zienswijze is met betrekking tot de overige agendapunten.<br />

Denk bewust na over uw houding in het functioneringsgesprek gegeven de<br />

aard en het karakter van het gesprek.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 31


Extra voorbereidingen voor de gespreksleider:<br />

Informeer het raadslid over een aantal zaken met betrekking tot het<br />

functioneringsgesprek:<br />

o doel, kenmerken en voorwaarden van het gesprek<br />

o het vertrouwelijke karakter ervan<br />

o de wijze van verslaglegging<br />

Stuur ruim van tevoren de uitnodigingsbrief naar het raadslid en vraag hem<br />

zich goed voor te bereiden.<br />

Informeer u over het actuele opleidingsaanbod.<br />

Stel aan de hand van de vijf standaard gespreksonderwerpen een<br />

conceptagenda op.<br />

Vraag het raadslid en de derde gespreksdeelnemer om eventuele extra<br />

gesprekspunten in te dienen.<br />

Breng eventueel zelf nog extra gesprekspunten in en stel de definitieve<br />

agenda vast.<br />

Stuur minimaal een week voordat het functioneringsgesprek plaatsvindt de<br />

anderen de definitieve agenda voor het gesprek.<br />

Regel een goede gespreksruimte en houd rekening met tijdstip en tijdsduur.<br />

Lees het verslag van het vorige functioneringsgesprek terug om te zien hoe<br />

dit gesprek geëvalueerd is en welke verbeterpunten er bleken.<br />

32 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


Bijlage E – Schema voorbereiding raadslid<br />

Voorbereidingen voor het raadslid:<br />

Neem de tijd en kies momenten waarop u niet gestoord wordt om uzelf voor<br />

te bereiden.<br />

Bestudeer de vooraf ontvangen informatie.<br />

Lees het verslag van het vorige functioneringsgesprek terug.<br />

Breng van tevoren eventueel extra gesprekspunten in.<br />

Lees de definitieve agenda goed door.<br />

Bedenk bij welke agendapunten u iets wilt zeggen.<br />

Bereid deze agendapunten goed voor door:<br />

- het competentieprofiel te bestuderen<br />

- te reflecteren op uw eigen functioneren<br />

- uw eigen successen en problemen waar u in uw werk als raadslid<br />

tegenaan loopt te benoemen<br />

- de sterktes en ontwikkelpunten die u van uzelf ziet te benoemen<br />

- te bedenken wat u in het gesprek precies wilt zeggen<br />

- voorbeelden te bedenken die uw verhaal ondersteunen<br />

- open vragen te formuleren waarmee u een onderwerp kunt<br />

aansnijden<br />

Benoem uw ambities voor de toekomst en in welke richting en op welke<br />

terreinen u zich wilt ontwikkelen.<br />

Informeer u over het actuele opleidingsaanbod en bezie welke trainingen u<br />

nog zou willen volgen.<br />

Bedenk wat uw zienswijze is met betrekking tot de overige agendapunten.<br />

Denk bewust na over uw houding in het functioneringsgesprek gegeven de<br />

aard en het karakter van het gesprek.<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 33


Bijlage F – Onderdelen van het<br />

functioneringsgesprek<br />

Onderdelen van het functioneringsgesprek<br />

Opening<br />

• Verduidelijking van het gesprek:<br />

- Doel<br />

- Kenmerken<br />

- Opzet<br />

- Tijdsduur<br />

- Vertrouwelijkheid<br />

• Zijn er vragen over de agenda?<br />

Bespreking van de agendapunten<br />

• De vijf standaard gespreksonderwerpen:<br />

1. Taakinhoud<br />

2. Taakvervulling<br />

3. Werkomstandigheden<br />

4. Samenwerking<br />

5. Eigen ontwikkeling<br />

• De overige agendapunten.<br />

Afronding<br />

• Herhalen van de gemaakte concrete afspraken.<br />

• Behoeft het functioneringsgesprek een specifieke opvolging?<br />

• Welke trainingen gaan gevolgd worden?<br />

• Evalueren van het gesprek.<br />

Schrijf binnen twee weken na het functioneringsgesprek het verslag.<br />

34 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken


Bijlage G – Voorbeeldvragen<br />

1. Taakinhoud<br />

- Wat ziet u als uw takenpakket en werkzaamheden?<br />

- Wat vindt u van de variatie in uw werkzaamheden?<br />

- Hoe vindt u de zwaarte en hoeveelheid van uw taken?<br />

- Welke taken moet u (gedeeltelijk) laten liggen?<br />

- Welke taken vindt u moeilijk uitvoerbaar?<br />

2. Taakvervulling (per competentie)<br />

Deskundigheid<br />

- Wat vindt u van de gemeentelijke politiek?<br />

- Hoe verdiept u zich in de beleidsterreinen?<br />

- Hoe vindt u nieuwe kennis en hoe neemt u die in zich op?<br />

Communicatieve vaardigheden<br />

- Hoe ervaart u uw contact met burgers?<br />

- Hoe gaat het vergaderen, debatteren, presenteren e.d. u af?<br />

- Hoe benadert u de media?<br />

Samenwerken<br />

- Hoe ervaart u de samenwerking met uw collega fractie- en raadsleden?<br />

- Wat zijn uw ervaringen tot nu toe met de fractiediscipline?<br />

- Wat vinden mensen van uw mening?<br />

Authenticiteit<br />

- Hoe laat u in de fractie zien dat u uzelf bent?<br />

- Hoe denkt u dat anderen over u denken?<br />

- Op welke momenten vindt u het moeilijk om authentiek te zijn?<br />

Politieke sensitiviteit<br />

- Hoe bevalt de manier waarop de verschillende politieke deelnemers met<br />

elkaar omgaan?<br />

- Hoe vindt u uw draai in de gemeentelijke politiek?<br />

- Hoe volgt u de actualiteit?<br />

- Hoe zouden burgers over u en uw functioneren denken?<br />

Visie<br />

- Hoe gaat het u af om concrete <strong>CDA</strong>-standpunten te formuleren?<br />

- Op welke manier gebruikt u het <strong>CDA</strong>-gedachtegoed daarbij?<br />

- Hoe draagt u het <strong>CDA</strong> verkiezingsprogramma uit?<br />

<strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken | 35


Resultaatgerichtheid<br />

- Hoe vindt u dat het college van B&W functioneert?<br />

- Welke instrumenten gebruikt u regelmatig en met welk doel?<br />

- Hoe pakt u het aan om een <strong>CDA</strong>-standpunt te profileren temidden van<br />

andere standpunten?<br />

- Wat zijn uw doelen in de functie?<br />

Leiderschap (voor de fractievoorzitter)<br />

- Hoe bevalt u de groepswerking van de fractie?<br />

- Welke resultaten heeft de fractie de afgelopen periode behaald?<br />

- Hoe is uw bijdrage aan deze fractieresultaten geweest?<br />

- Hoe denkt u dat de fractieleden over u denken?<br />

3. Werkomstandigheden<br />

- Hoe ervaart u uw werkbelasting?<br />

- Wat vindt u van de tijdsdruk?<br />

- Hoe bevalt u de omgang met de pers?<br />

- Wat vindt u van de informatievoorziening naar u toe?<br />

4. Samenwerking<br />

- Hoe ervaart u de samenwerking met de coalitiefracties?<br />

- Hoe ervaart u de samenwerking met andere politieke fracties?<br />

- Hoe ervaart u de samenwerking met het maatschappelijke middenveld?<br />

- Hoe ervaart u de samenwerking met het ambtelijke apparaat?<br />

- Hoe ervaart u de samenwerking met de lokale afdeling?<br />

5. Eigen ontwikkeling<br />

- Hoe zou u uw eigen toekomstperspectief schetsen?<br />

- Welke eigen ontwikkeling streeft u in uw functie na?<br />

- Welke trainingen wilt u gaan volgen?<br />

- Wat kunnen uw groeimogelijkheden binnen het <strong>CDA</strong> zijn?<br />

36 | <strong>Handreiking</strong> functionerings- en beoordelingsgesprekken

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!