07.03.2015 Views

Reproduceren van begrippen uit vaktaal - IEP

Reproduceren van begrippen uit vaktaal - IEP

Reproduceren van begrippen uit vaktaal - IEP

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Reproduceren</strong> <strong>van</strong> <strong>begrippen</strong> <strong>uit</strong> <strong>vaktaal</strong><br />

Hoofdstuk 1<br />

Het vermogen om inhoud <strong>uit</strong> <strong>vaktaal</strong> te koppelen aan <strong>begrippen</strong><br />

- Definitie <strong>van</strong> het woord ‘begrip’<br />

- Het ontstaan <strong>van</strong> de keuze<br />

- Motivatie<br />

- Het doel <strong>van</strong> de te ontwikkelen techniek<br />

- Voorbeelden hoe het nu gaat<br />

- Hoe het zintuiglijk specifiek werkt<br />

- Wat beter zou kunnen gaan<br />

- Het doel is bereikt als:<br />

Hoofdstuk 2<br />

De expert<br />

- Interviewmomenten<br />

- Belangrijkste metaprogramma’s <strong>van</strong> het doelvermogen<br />

- De belangrijkste verschillen<br />

Hoofdstuk 3<br />

Overzicht <strong>van</strong> de techniek<br />

- De stappen zintuiglijk specifiek<br />

- De belangrijkste stappen<br />

- Commentaar op de techniek


- De doelgroep<br />

- Hindernissen en NLP-technieken<br />

Hoofdstuk 1<br />

Het vermogen om inhoud <strong>uit</strong> <strong>vaktaal</strong> te koppelen aan <strong>begrippen</strong> met als doel deze te<br />

kunnen reproduceren<br />

De definitie <strong>van</strong> het woord ‘begrip’ houdt in dit modelleringverslag in dat het<br />

woord ‘begrip’ staat voor: één woord dat een bepaalde inhoud weergeeft.<br />

Het ontstaan <strong>van</strong> deze keuze:<br />

Geregeld komt het voor dat ik een eerder geleerd begrip niet kan reproduceren. Ik<br />

weet dan wel wat de betekenis inhoudt, maar het begrip zelf komt niet in me op. Ik<br />

kan het niet vinden!! Ik stoor me aan de paniekreactie die het bij mij oproept. Ik<br />

ben me inmiddels ook wel bewust geworden dat ik blijkbaar iets niet op de goede<br />

manier doe want waarom kunnen vele anderen dit wel en ik niet! Nu ik eenmaal<br />

weet dat “wat een ander kan, kan ik leren” neem ik geen genoegen meer met mijn<br />

onkunde op dit specifiek gebied. Dit modelleringproject zal er toe gaan leiden dat<br />

ook ik <strong>van</strong>zelfsprekender het begrip vind dat kernachtig een bepaalde inhoud<br />

weergeeft. Het zal mij sterken in mijn zelfvertrouwen.<br />

Motivatie:<br />

Ik richt mij specifiek op vakjargon omdat efficiënt communiceren hier een<br />

meerwaarde heeft.<br />

In de twee voorbeelden die hieronder staan communiceer ik met gelijkgezinden<br />

(NLP’ers en collega’s) om te komen tot een goede procesbegeleiding <strong>van</strong> een<br />

medestudent, cliënt of patiënt. Ik wil mijn sprekerstijd goed benutten.


Het doel <strong>van</strong> de te ontwikkelen techniek<br />

Het kunnen reproduceren <strong>van</strong> <strong>begrippen</strong> <strong>uit</strong> <strong>vaktaal</strong>.<br />

Voorbeelden hoe het nu gaat:<br />

Tijdens een evaluatiebespreking <strong>van</strong> een patiënt <strong>uit</strong> de verslavingszorg (mijn werk)<br />

wilde ik vertellen dat een patiënt onvoldoende ziekte-inzicht heeft. Ik kom niet op<br />

het woord ziekte-inzicht. Ook hier betreft het een begrip dat redelijkerwijs<br />

geïntegreerd had mogen zijn.<br />

Ik wilde voorkomen dat er een te lange stilte zou vallen. Ik heb het opgelost door<br />

een heel verhaal te houden over wat de patiënt wel en niet doet (de inhoud) om<br />

<strong>uit</strong>leg te geven aan het begrip ziekte-inzicht.<br />

Ik ben heel creatief geworden in het verdoezelen <strong>van</strong> het gegeven dat ik een woord<br />

gewoonweg even vergeten ben. Ik ben me hier telkens <strong>van</strong> bewust.<br />

Dit oplossend vermogen wil ik zeker behouden en daarnaast wil ik recht doen aan<br />

het paraat hebben <strong>van</strong> <strong>begrippen</strong>.<br />

Het tweede voorbeeld:<br />

In een bijeenkomst met mijn begeleidergroep wil ik een ervaring vertellen over een<br />

techniek die ik <strong>uit</strong>gevoerd heb. Ik val stil omdat ik het woord ‘techniek’ niet kan<br />

vinden.<br />

Voor de NLP geschoolde lezer mag duidelijk zijn dat het hier een begrip betreft dat<br />

redelijkerwijs geïntegreerd had mogen zijn in mijn parate kennis. Na heel wat<br />

panische interne activiteit schiet het woord me te binnen.<br />

Overigen:<br />

Het is frustrerend als ik schriftelijk verslag <strong>uit</strong> moet brengen aan vakcollega’s<br />

(NLP of werk) en ik te veel woorden en tijd moet besteden aan datgene wat ik<br />

duidelijk wil maken.


Tijdens een testing kan de tijd mij parten spelen indien een begrip het antwoord<br />

moet vormen.<br />

Hoe het tweede voorbeeld zintuiglijk specifiek werkt:<br />

Op het moment dat ik niet op het woord ‘techniek’ kom val ik in eerste instantie<br />

stil; in een fractie <strong>van</strong> een seconde voelt mijn lichaam eerst verlamt; in gedachte is<br />

er verbazing over het feit dat dit woord niet opkomt; dan verstijft mijn lijf en in<br />

gedachten hoor ik me opgejaagd zeggen “denk na Renee …denk na”;<br />

Tegelijkertijd stijgt alle energie naar mijn hoofd. Omdat ik me in mijn<br />

begeleidersgroep veilig genoeg voel durf ik mijn onmacht <strong>uit</strong> te spreken en ik roep:<br />

“het kan toch niet waar zijn dat ik zo’n simpel woord niet kan vinden”. Ik maak<br />

daarbij een gebaar met mijn handen dat hoort bij ‘controle b<strong>uit</strong>en zelf”<br />

….handpalmen naar voren gericht schuin naar achter boven mijn schouders.<br />

Terwijl ik dit zeg voel ik in mijn buik even een ontspanning. Ik heb mijn onmacht<br />

even kunnen delen. Ik wil mijn verhaal over de <strong>uit</strong>gevoerde techniek kost wat kost<br />

vertellen omdat ik feedback wil krijgen over wat er anders had gekund ook in het<br />

belang <strong>van</strong> mijn medestudent die cliënt was en hoop op bevestiging dat ik het goed<br />

heb gedaan. Ik ga vervolgens iets meer voorover zitten en ik voel dat ik daarmee<br />

de spanning in mijn lijf weer helemaal opvoer….mijn spieren verstijven.<br />

Tegelijkertijd voel ik paniek in mijn buik. Dit voelt aan alsof er hard geroerd wordt<br />

in een pan te stijve puree.<br />

Mijn ogen schieten alle kanten de ruimte in. Terwijl ik de ruimte breed en ver<br />

aftast met mijn ogen, zie ik in vogelvlucht de inhoud <strong>van</strong> de techniek aan me<br />

voorbij gaan. Ik voel de essentie er<strong>van</strong>….waar het om gaat. Op basis <strong>van</strong> dit gevoel<br />

probeer ik letters in die brede ruimte te vinden. Als <strong>uit</strong>eindelijk het woord techniek<br />

bij me binnenstroomt dan is het alsof dat woord door het centrum <strong>van</strong> mijn buik


innenstroomt. Opgelucht roep ik: “techniek” en mijn lichaam maar vooral mijn<br />

buik ontspant; de puree is nu smeuïg. Ik krijg er zelfs een geluksgevoel bij.<br />

Waar het beter zou kunnen gaan:<br />

Alvorens ik ga modelleren weet ik dat het vinden <strong>van</strong> een begrip beter zou gaan als<br />

de paniek achterwege zou blijven. Ik denk dat ik dan ook niet meer met mijn ogen<br />

alle kanten de ruimte inschiet. De volgende ervaring zegt me namelijk dat die<br />

oogbewegingen met paniek te maken hebben.<br />

Tijdens het blok in september ben ik NLP-cliënt geweest. Tijdens een re-imprint<br />

hebben we tegenover behoorlijk wat oude angsten en paniekgevoelens heel wat<br />

zekerheden gezet die goed beklijft zijn. Bij het associëren in die angsttoestand<br />

voelde ik hoe sterk mijn ogen panisch door de ruimte vlogen.<br />

Tijdens het overdenken en schrijven <strong>van</strong> mijn zintuiglijke specifieke handelingen<br />

merk ik dat<br />

de re-imprint ook zijn positieve invloed heeft op het vermogen dat ik wil leren. Ik<br />

merk nu al dat in het zoeken naar <strong>begrippen</strong> mijn ogen rustiger de ruimte inkijken<br />

en daarmee de paniek wegvalt.<br />

Een <strong>van</strong> de belemmerende overtuigingen tijdens de re-imprint was de overtuiging<br />

<strong>van</strong> mijn moeder: “het kind kan nu eenmaal niet leren en het zal ook nooit iets<br />

worden”. Deze is hiermee <strong>uit</strong> de weg geruimd. Het vertrouwen dat ik mijn<br />

doelvermogen bereik stijgt.<br />

Misschien mooi om te vermelden: Mijn angst dat de overtuiging <strong>van</strong> mijn moeder<br />

echt wáár zou zijn heeft er voor gezorgd dat ik héél veel bereikt heb. Ik heb haar<br />

tijdens de re-imprint ook een betere moeder toegewenst dus….….bedankt ma +; ik<br />

kan nu op ontspannen wijze verder.<br />

Ook denk ik dat het reproduceren beter zal gaan als ik de visuele ruimte anders<br />

benut. Ik weet nu wel dat ik in het bedenken <strong>van</strong> een antwoord beelden voor me zie


en op zoek ben naar letters. De manier waarop ik die op andere wijze kan gaan<br />

vinden ga ik bij mijn expert achterhalen.<br />

Het doel is bereikt als:<br />

- ik in relatie tot NLP en mijn werk op een rustige manier een begrip kan<br />

reproduceren.<br />

- het vermogen heb om <strong>begrippen</strong> binnen niet al te lange tijd paraat te hebben zodat<br />

ik efficiënt kan communiceren met mijn vakgenoten. Ik mijn sprekerstijd goed kan<br />

benutten.<br />

- Ik in mijn verslaglegging sneller het juiste woord gevonden heb.<br />

- mijn zelfvertrouwen op dit gebied gegroeid is hetgeen ik kan meten aan het<br />

wegblijven <strong>van</strong> een bepaald onaangenaam gevoel in mijn hoofd en buik.`<br />

- Nota bene: tijdens het modelleren kwam ik er achter dat het reproduceren <strong>van</strong><br />

<strong>begrippen</strong> mij extra ondersteuning biedt bij het gestructureerd leiden <strong>van</strong> een<br />

proces. (zie moment 2 interview)<br />

Hoofdstuk 2<br />

De expert:<br />

Degene die ik gekozen heb als expert is een medestudent NLP met wie ik per blok<br />

gemiddeld 6 uur in de auto zit. Onze gespreksthema’s draaien veelal om NLP en<br />

soms ben ik stik- jaloers op hem om de wijze waarop hij het vakjargon <strong>van</strong> NLP<br />

met alle gemak <strong>van</strong> de wereld reproduceert. Ik ben meestal degene die inhoud<br />

beschrijft en dan aan hem vraagt:” Hoe heet dat ook al weer”??? Mijn expert ga ik<br />

voor het gemak ga ik hem vervolgens JJ noemen.<br />

Omdat we in de auto naast elkaar zitten is het dan met name mijn gehoor dat<br />

vaststelt dat hij makkelijk dat reproduceert wat ik wil leren. Ook in de thuissituatie<br />

oefenen we en mijn indruk is ook dan dat hij op ontspannen wijze NLP- <strong>begrippen</strong><br />

reproduceert.


Interviewmomenten waarop JJ in zijn doelvermogen associeert:<br />

Moment 1: reproduceren <strong>van</strong> <strong>begrippen</strong> tijdens een examen.<br />

Situatie: We schetsen een proeftesting NLP waarin een casus wordt beschreven<br />

waarbij een cliënt een aantal stappen doorloopt.<br />

De vraag is welke techniek de NLP’er <strong>uit</strong>gevoerd heeft. (De naam <strong>van</strong> die techniek<br />

is een NLP-begrip). JJ associeert.<br />

Toestand die vooraf gaat aan het beantwoorden <strong>van</strong> de vraag:<br />

JJ denkt na waar hij wil gaan zitten. Hij vindt het belangrijk om veel licht te<br />

hebben en vooral zoveel mogelijk ruimte voor zich te hebben zodat hij ver kan<br />

kijken. Hij loopt doelgericht naar de gekozen werkplek; gaat zitten, ordent zijn<br />

spullen. Als de opdrachten worden <strong>uit</strong>gereikt voelt hij een geconcentreerde<br />

spanning. Zijn ademhaling zit hoog, net boven zijn borst en over de hele breedte<br />

<strong>van</strong> zijn schouders voelt hij een spierspanning. Alleen zijn tenen raken de grond;<br />

ze staan recht onder de stoel alsof hij in startblokken staat. Zijn ogen staan recht<br />

voor<strong>uit</strong> en hij zegt dat hij zijn blik op scherp zet. Als ik om extra <strong>uit</strong>leg vraag wat<br />

dit dan is dan wijst hij met zijn handen <strong>van</strong><strong>uit</strong> zijn slapen iets breder naar voor.<br />

Later in het interview wordt duidelijk dat hij wijst naar een A4 landscape papier<br />

(een A 4’tje <strong>van</strong><strong>uit</strong> de breedte gezien). Hij denkt dat hij genoeg weet om de<br />

opdrachten goed te maken en dat hem dit gaat lukken. De lichaamshouding die hij<br />

heeft aangenomen associeert hij met het gevoel zelfvertrouwen.<br />

Hij buigt zich over de tekst <strong>van</strong> de genoemde casus, hij kijkt er naar en haalt een<br />

aantal kernwoorden <strong>uit</strong> de tekst. Omdat hij NLP’er is en door de NLP-bril kijkt ziet<br />

hij deze specifieke woorden. Hij richt zijn hoofd op en recht zijn rug; zijn voeten<br />

staan nu voor de stoel plat op de grond. Zijn ademhaling zakt naar zijn buik. Hij<br />

kijkt geconcentreerd en recht de ruimte in en ziet de kernwoorden voor zich. (later<br />

ver<strong>van</strong>gt hij het woord kernwoorden door elementen en tot slot noemt hij ze


onderdeeltjes). Ze staan willekeurig in de ruimte. Het<br />

blikveld is ongeveer zo groot als een A4 landscape. De woorden staan op iets meer<br />

dan een armlengte afstand net boven ooghoogte.<br />

Hij schuift de onderdeeltjes in een verticale lijn onder elkaar en plaatst ze in<br />

verschillende volgordes. Hij zoekt naar logische verbanden. In gedachten zegt hij<br />

in het Maastrichts dialect: “O…ja, dit zo en dat zo en als dit zo staat betekent dat,<br />

dat dit zo moet”. Tegelijkertijd probeert hij een patroon te herkennen en als hij<br />

weet wat er ontbreekt aan dat patroon dan weet hij het antwoord. Hij herkent de<br />

volgordes en kan dan automatisch invullen wat er ontbreekt. Er is sprake <strong>van</strong><br />

herkenning als hij een patroon ziet dat hij eerder <strong>van</strong>af een PowerPoint, flip-over<br />

of ander schematisch overzicht heeft bestudeerd. Het ontbrekende onderdeeltje is<br />

het antwoord op de vraag “de techniek”. Ik vraag hem meer <strong>uit</strong>leg over het<br />

automatisch invullen. Hij vergelijkt het met een puzzel die hij ooit in zijn geheel<br />

gezien heeft en waar<strong>van</strong> nu een aantal stukjes ontbreken. De puzzel wordt gelegd<br />

door de aanwezige deeltjes zodanig te schuiven dat het past (herkennen <strong>van</strong> het<br />

eerder geziene totale plaatje) waarna duidelijk wordt welke stukjes er ontbreken.<br />

Als hij het antwoord heeft gevonden denkt hij: (<strong>uit</strong>eraard in het Maastrichts) “Há,<br />

hebbes” en dan voelt hij zich blij.<br />

JJ is er <strong>van</strong> overtuigd dat NLP hem helpt om zijn vak beter <strong>uit</strong> te oefenen. Hij is<br />

iemand die het graag nog beter wil doen dan dat hij het al doet.<br />

Het voor ogen halen <strong>van</strong> overzichten brengt structuur in zijn denken; geeft hem<br />

houvast.<br />

Hij vind het belangrijk om gestructureerde overzichten paraat te hebben die hem<br />

daarbij helpen. Vindt het ook zijn verantwoordelijkheid om dit zo te kunnen.<br />

Een voorwaarde om kennis te kunnen reproduceren is dat hij de leerstof boeiend<br />

vindt. Het moet zijn nieuwsgierigheid opwekken. Het gegeven dat hij de leerstof<br />

boeiend vindt maakt dat hij gedreven is te leren reproduceren zoals hier boven staat


eschreven. Professionaliteit staat hoog aangeschreven bij JJ.<br />

Ik merk op dat ik in dit interview naast belangrijke waardes ook veel luchtigheid<br />

ervaar bijvoorbeeld de manier waarop hij “Há hebbes” zei en zijn blijdschap<br />

toonde. Ook de manier waarop hij zei dat hij iemand is die het graag nog beter wil<br />

doen dan dat hij het al doet.<br />

Moment 2: reproduceren als je als professioneel aan het werk bent.<br />

Situatie: JJ zit met een cliënt in een coachings-sessie. Deze vertelt over zijn gevoel<br />

en hoe hij dat in zijn lichaam ervaart. JJ hoort zijn cliënt <strong>uit</strong>spraken doen die hij<br />

koppelt aan het NLP begrip ‘interne toestand’. Vraag aan JJ: “hoe doe je dat”?<br />

Nog voor de cliënt binnenkomt brengt hij zich in een toestand ( lichaamshouding,<br />

rustige ademhaling voeten aan de grond) <strong>van</strong> waar<strong>uit</strong> hij de sponsorhouding wil<br />

gaan aannemen. Er blijft wel nog een geconcentreerde spanning aanwezig die zich<br />

<strong>uit</strong> in een wat hogere ademhaling en ietwat spanning in de schouders. Deze<br />

spanning hangt samen met het gegeven dat hij benieuwd is naar wat de cliënt gaat<br />

inbrengen. Als de client aanwezig is wil hij graag ontdekken welke richting de<br />

sessie opgaat. Hij vertrouwt erop dat hij voldoende kennis heeft.<br />

N.a.v. wat de cliënt vertelt haalt JJ de woorden ‘voelen’ en ‘lichaam’ <strong>uit</strong> het<br />

verhaal. Hij noemt het weer kernwoorden. Hij geeft aan dat hij NLP’er is door een<br />

bepaalde bril luistert (herkenning). Zijn ademhaling zakt naar zijn buik.<br />

In een fractie <strong>van</strong> een seconde zet hij deze kernwoorden op iets meer dan<br />

armlengte en net boven ooghoogte onder elkaar.<br />

Hij kijkt in welk schematisch overzicht hij deze vraag ooit eerder heeft gezien. Dit<br />

keer hoeft hij niet veel te schuiven met de woorden; het zijn er maar twee. De<br />

woorden staan weer op iets meer dan een armlengte afstand net boven ooghoogte.<br />

De ruimte is weer afgebakend tot A4 landscape. Hij herkent de woorden en weet ze<br />

te koppelen aan mijn vraag bij welk begrip deze woorden horen: ‘interne toestand’


Ze horen bij het sub-onderdeel <strong>van</strong> de structuur <strong>van</strong> de subjectieve ervaring. Een<br />

deel <strong>van</strong> een schematische tekening die hij vaak gezien heeft.<br />

Het puzzelen ging sneller dan in het vorige voorbeeld. In JJ zijn beleving ging het<br />

over een schema dat voor hem door en door bekend is. Zijn ademhaling zit nog<br />

altijd rustig in zijn buik.<br />

Eigenlijk is hiermee mijn vraag beantwoord maar het is interessant wat er<br />

vervolgens gebeurt:<br />

JJ ziet het begrip ‘interne toestand’ voor zich en daar wordt meteen het complete<br />

plaatje (tekening)aan gekoppeld <strong>van</strong> de structuur <strong>van</strong> de subjectieve ervaring. Dus<br />

door het zien <strong>van</strong> één kernbegrip volgt een heel keten <strong>van</strong> <strong>begrippen</strong> die in<br />

dezelfde context thuishoren. JJ stelt na deze ondervraging vast dat het kunnen<br />

reproduceren <strong>van</strong> bepaalde <strong>begrippen</strong> je makkelijker na een vervolgstap kunnen<br />

leiden tijdens het begeleiden <strong>van</strong> een proces. Op het moment dat hij het begrip<br />

‘interne toestand’ helder voor ogen had (hetgeen een onderdeel is <strong>van</strong> een grotere<br />

structuur) werd dit gekoppeld aan de gehele structuur <strong>van</strong> de subjectieve ervaring.<br />

Het leidde hem naar de vervolgvragen. Vervolgens is de structuur <strong>van</strong> de<br />

subjectieve ervaring weer een onderdeel <strong>van</strong> de structuur <strong>van</strong> een NLP gesprek.<br />

Moment 3: Het reproduceren <strong>van</strong> een begrip tijdens een ontspannen moment.<br />

Situatie: JJ en ik zitten in de auto op weg naar een NLP Blok.<br />

Van Anneke en Guus hebben we een A 4’tje gekregen met daarop de resultaten<br />

<strong>van</strong> de omkeeroefening ‘Naar Toe’ versus ‘Weg Van’. Voor mij zijn dit typische<br />

NLP-<strong>begrippen</strong>. Zonder dat JJ dit blaadje kan zien leg ik hem 2 x 2 zinnen voor en<br />

vraag hem vervolgens bij welk metaprogramma deze <strong>uit</strong>spraken horen.<br />

( ik heb voor een rustig stuk <strong>van</strong> de autobaan gekozen want veiligheid staat immers<br />

voorop)<br />

Het vragen naar de manier waarop hij aan zijn antwoord is gekomen kan hij bijna


klakkeloos opsommen. Dezelfde patronen als in de eerdere momenten passeren de<br />

revue en er is een duidelijk patroon herkenbaar.<br />

De belangrijkste Metaprogramma’s voor het doelvermogen:<br />

Er naar toe:<br />

JJ is sterk gericht op het bereiken <strong>van</strong> zijn doelen. In het reproduceren <strong>van</strong><br />

<strong>begrippen</strong> <strong>uit</strong> <strong>vaktaal</strong> streeft hij heel doelgericht naar concentratie en structuur.<br />

Naar professionaliteit.<br />

Hij wordt sterk gemotiveerd door de dingen die hij wil realiseren.<br />

Interne referentie:<br />

Als het gaat om reproduceren <strong>van</strong> <strong>vaktaal</strong> dan kijkt of luistert hij naar wat hij denkt<br />

dat goed is (hier wordt dit bepaald op basis <strong>van</strong> herkenning). Wat voor zijn gevoel<br />

kloppend is, is het goede. Hij gaat niet twijfelen aan zijn mening. Dit betekent dat<br />

hij de dingen vrijwel geheel<br />

op basis <strong>van</strong> zijn maatstaven beoordeelt. Hij overtuigt zichzelf dat hij de goede<br />

antwoorden kan vinden. Voldoet wel staat hierbij ook aan als metaprogramma.<br />

JJ ziet het ook als zijn verantwoordelijkheid om het juiste te kunnen reproduceren<br />

en daarmee heeft hij ook het metaprogramma controle binnen zelf aanstaan.<br />

Informatie:<br />

Centraal staat voor JJ informatie c.q. gegevens. Bij het reproduceren <strong>van</strong> <strong>begrippen</strong><br />

<strong>uit</strong> <strong>vaktaal</strong> richt hij zijn aandacht volledig op de informatie. Hij kijkt vooral naar<br />

hoe verschillende dingen met elkaar samenhangen. Hoe verschillende aspecten<br />

elkaar beïnvloeden. Welke oorzaken en gevolgen je kunt onderscheiden. Het<br />

metaprogramma structuur speelt dus een grote rol als je weet dat hij in grote mate<br />

kijkt naar hoe dingen met elkaar samenhangen.


Reactief:<br />

Aan de hand <strong>van</strong> de informatie die JJ krijgt bedenkt hij een duidelijk stappenplan<br />

om <strong>begrippen</strong> te kunnen reproduceren en gaat dit plan vervolgens voor ogen zien.<br />

Procedure:<br />

Hij houdt zich dan ook aan dit vastomlijnde stappenplan.<br />

Visueel:<br />

In zijn zintuiglijke waarneming is JJ sterk gericht op het visuele als het gaat om het<br />

reproduceren <strong>van</strong> <strong>begrippen</strong> <strong>uit</strong> <strong>vaktaal</strong>.<br />

De belangrijkste verschillen tussen JJ en mij in het reproduceren <strong>van</strong> <strong>begrippen</strong> <strong>uit</strong><br />

<strong>vaktaal</strong>:<br />

JJ is puur gericht op informatie. Het voor ogen zien <strong>van</strong> informatie visueel en de<br />

onderlinge verbanden ontdekken <strong>van</strong> gegevens structuur om vervolgens te zien en<br />

te geloven dat het klopt interne referentie / visueel. JJ bakent zijn beeld af.<br />

Mijn belemmerende overtuiging werd al in een vroeg stadium ingeruild voor<br />

zelfvertrouwen.<br />

Het grootste verschil met JJ was dat ik gericht was op de mens en de activiteit en<br />

deze voor ogen zag wel visueel dus. Vervolgens probeerde ik met mijn gevoel<br />

kinesthetisch naar de essentie <strong>van</strong> de inhoud concept te zoeken om <strong>van</strong> daar<strong>uit</strong><br />

mijn antwoord te vinden.<br />

Ik bakende mijn beeld niet af.<br />

Hoofdstuk 3<br />

De techniek:<br />

Overzicht <strong>van</strong> de techniek: reproduceren <strong>van</strong> <strong>begrippen</strong> <strong>uit</strong> <strong>vaktaal</strong>:<br />

1 motivatie


2 vertrouwen op je kennis<br />

3 concentratie richten op rele<strong>van</strong>te informatie<br />

4 breng een visueel schema in kaart<br />

5 structureer<br />

6 spel, blijdschap en beloning<br />

De stappen :<br />

1. Motivatie:<br />

- Stel vast dat je het belangrijk vindt om met vakcollega’s op efficiënte wijze<br />

<strong>vaktaal</strong> te gebruiken.<br />

- Ben je bewust dat je dit wil ten behoeve <strong>van</strong> je cliënten.<br />

- Voel dat dit bewustzijn een positieve energie oproept. Laat deze energie door<br />

je hele lichaam stromen.<br />

- Je staat open voor de ander en bent benieuwd naar informatie.<br />

Motivatie: zintuiglijk specifiek:<br />

Ik stel in gedachten vast dat ik het belangrijk vind om in één woord te kunnen<br />

vertellen welke inhoud ik weergeef. Ik weet dat <strong>van</strong><strong>uit</strong> een gevoel dat ik<br />

verantwoordelijkheid noem. Er<br />

siddert een bepaalde positieve energie door mijn lijf waarbij vooral mijn voeten<br />

stevig op de grond staan en mijn ogen een vastberaden <strong>uit</strong>drukking hebben en mijn<br />

schouders ontspannen maar duidelijk recht staan. In mijn hoofd heerst rust terwijl<br />

er de volgende gedachten door heen gaan: ik wil mijn beschikbare tijd met<br />

vakcollega’s efficiënt benutten en ik wil dat dit leidt tot goede besl<strong>uit</strong>vorming of<br />

feedback ten behoeve <strong>van</strong> een cliënt. Ik vind mijn vakgebieden boeiend en ben<br />

veelal benieuwd naar wat een ander te vertellen heeft. De positieve energie die<br />

door mijn lijf siddert wakkert mijn motivatie aan.


2. Vertrouwen op kennis:<br />

- Overtuig je zelf dat je via schematische overzichten de vak<strong>begrippen</strong><br />

bestudeerd hebt. Doe dit in gedachten en haal daarbij diep adem door je buik<br />

en blaas de lucht langzaam door je mond <strong>uit</strong>.<br />

- Creëer op een armlengte afstand nét boven ooghoogte een afgebakend vlak<br />

dat de om<strong>van</strong>g heeft <strong>van</strong> een A4 landscape; De ruimte binnenin is doorzichtig.<br />

Breng het vlak in verband met de vorm <strong>van</strong> bekende schematische<br />

overzichten.<br />

- Geloof dat je binnen dat vlak je antwoorden doelgericht gaat vinden door<br />

het herkennen <strong>van</strong> structuren.<br />

- Breng je lichaam in een staat <strong>van</strong> alertheid en voel een geconcentreerde<br />

spanning. Je ademhaling zit nu in je borstgebied.<br />

- Ervaar deze spanning als prettig en ben benieuwd naar wat gaat komen.<br />

Vertrouwen op kennis: zintuiglijk specifiek:<br />

Ik vorm de gedachten dat ik de vak<strong>begrippen</strong> die ik wil reproduceren allemaal ooit<br />

eerder in een schematisch overzicht voor me heb gezien en bestudeerd heb. Ik<br />

denk: ik weet genoeg om mijn kennis <strong>van</strong> <strong>begrippen</strong> op te roepen. Ik overtuig<br />

mezelf dat ik de goede antwoorden ga vinden en dat ik deze doelgericht ga vinden<br />

door het herkennen <strong>van</strong> structuren. Terwijl ik dit alles denk haal ik één keer heel<br />

diep adem <strong>van</strong><strong>uit</strong> mijn buik en blaas de lucht langzaam <strong>uit</strong> door mijn mond.<br />

Tegelijkertijd zie ik op een armlengte afstand nét boven ooghoogte een afgebakend<br />

vlak dat de om<strong>van</strong>g heeft <strong>van</strong> een A 4’tje in de breedte. De afmeting associeer ik<br />

met de bekende overzichten die ik eerder gezien heb. De randen zijn dik zwart<br />

afgebakend en daarbinnen is het nog doorzichtig. Ik vertrouw erop dat ik binnen<br />

dit A 4’tje mijn antwoorden ga vinden. De gedachten die ik vorm voelen als<br />

zelfvertrouwen en brengen mij in een staat <strong>van</strong> alertheid. Mijn voeten rusten op


mijn tenen; net onder het randje <strong>van</strong> mijn stoel. Ik ervaar een geconcentreerde<br />

spanning waarbij mijn ademhaling <strong>van</strong><strong>uit</strong> mijn borst komt en ik net iets voorover<br />

zit. Ik ervaar die spanning als prettig; benieuwd wat er gaat komen.<br />

3. Richt je concentratie op rele<strong>van</strong>te informatie:<br />

- Richt je gehoor of je blik volledig op de informatie <strong>van</strong><strong>uit</strong> de alerte staat <strong>van</strong><br />

zijn.<br />

- Haal de woorden die je specifiek herkent <strong>uit</strong> de tekst.<br />

- Laat je ademhaling weer naar je buik zakken, recht daarna je rug en zie het<br />

A4<br />

landscape voor je. Maak de ruimte binnen het afgebakende vlak wit.<br />

Richt je concentratie op rele<strong>van</strong>te informatie: zintuiglijk specifiek:<br />

Ik hoor of zie tekst voor mij. Mijn voeten rusten nog op mijn tenen. Ik richt mijn<br />

gehoor of het zien geheel op de informatie die ik hoor of zie. Ik richt me volledig<br />

op het selecteren <strong>van</strong> woorden die rele<strong>van</strong>t zijn. Dit zijn woorden die ik specifiek<br />

<strong>uit</strong> de <strong>vaktaal</strong> herken. Zodra ik woorden herken zakt mijn ademhaling naar mijn<br />

buik; ik recht mijn rug en kijk recht naar voor. Ik kies voor mijn vast omlijnd plan<br />

dat me gaat helpen om het gevraagde begrip te reproduceren. Ik zie het A4<br />

landscape voor me. Ik maak de ruimte binnen het afgebakende vlak wit. Dit geeft<br />

rust.<br />

4. Breng een visueel schema in kaart:<br />

- Zet de geselecteerde woorden willekeurig in het A4 landscape.<br />

Je ziet nu een kaart voor je met woorden er in; je visuele kaart<br />

Breng een visueel schema in kaart: zintuiglijk specifiek:<br />

Mijn ademhaling zit nog in mijn buik terwijl ik de geselecteerde woorden


willekeurig in het A4 zet; mijn visuele kaart. Ik zie de woorden op een armlengte<br />

voor me; net boven ooghoogte.<br />

5. Structureer:<br />

- Je ademt nog steeds <strong>van</strong><strong>uit</strong> je buik, je kijkt naar de woorden en wacht af wat<br />

er in je gedachten opkomt. Als het een duidelijke herkenbaar patroon is dan<br />

heb<br />

je meteen het antwoord op je vraag.<br />

- Anderszins ga je op zoek naar de logische verbanden en gebruikt daarbij in<br />

gedachten de woorden “als dit zus…dan dat zo”. Doe alsof je puzzelt en op<br />

zoek<br />

bent naar het complete plaatje.<br />

- Vind <strong>van</strong><strong>uit</strong> deze strategie het ontbrekende deel; je antwoord.<br />

Structureer: zintuiglijk specifiek:<br />

Ik vraag aan mijn onbewuste of ik meteen een patroon herken <strong>van</strong> een schematisch<br />

overzicht dat ik eerder gezien heb en anders kijk ik of ik een logisch verband zie<br />

tussen de woorden. Als dit niet meteen op komt, begin ik de woorden verticaal<br />

onder elkaar te plaatsen en verander de volgorde door met de woorden te gaan<br />

schuiven. In gedachten praat ik in mezelf; ik ga op zoek naar waar woorden op hun<br />

plek staan. “Als dit dan dat”. Zoek naar logica en verbanden totdat ik het patroon<br />

<strong>van</strong> het plaatje herken dat ik eerder voor ogen heb gehad tijdens een PowerPointpresentatie<br />

of een ander schematisch overzicht. Ik doe alsof het een soort puzzel is.<br />

Ik zie het ontbrekende deel en weet het antwoord op het begrip dat ik zoek. Mijn<br />

ademhaling zit nog in mijn buik.<br />

6. Spel, blijdschap en beloning:<br />

- Ervaar dat je blij bent met je antwoord; laat de eerder geconcentreerde


spanning<br />

wegvallen. Laat al je spieren in je lichaam los.<br />

- Koppel dit gevoel aan het succes <strong>van</strong> je gepuzzel en ervaar het als een<br />

prestatie c.q.<br />

een sport<br />

- Zeg tegen jezelf: “goed gedaan” en ervaar mentale en emotionele<br />

tevredenheid.<br />

Spel, blijdschap en beloning: zintuiglijke specifiek:<br />

Ik ervaar het als een soort puzzelsport.<br />

Ik probeer er een spelletje <strong>van</strong> te maken dat ik graag wil winnen en als ik dan<br />

gewonnen heb ben ik blij. Het levert een intensere blijdschap op dan dat je een<br />

soduko goed invult. De meerwaarde voegt toe aan professionaliteit en daarvoor<br />

mag ik tegen mezelf zeggen: “goed gedaan meid”. Ik ervaar mentale en emotionele<br />

tevredenheid.<br />

De belangrijkste stappen:<br />

Ik zie stap 3, 4 en 5 als de belangrijkste stappen. Ik zie een duidelijke relatie; ze<br />

houden verband met elkaar. Om je doelvermogen te bereiken kan stap 4 niet<br />

zonder 3 en stap 5 kan niet zonder 4. Het is de structuur <strong>van</strong> de techniek.<br />

Commentaar op de techniek:<br />

Als je naar de <strong>uit</strong>werking kijkt <strong>van</strong> het interview en de techniek dan lijkt het alsof<br />

het bereiken <strong>van</strong> je doelvermogen nogal wat tijd kost. De expert echter doet dit<br />

afhankelijk <strong>van</strong> de context in een fractie <strong>van</strong> secondes en bij ingewikkelde<br />

opdrachten neemt hij meer tijd.<br />

Het valt me op naarmate ik meer oefen ook ik steeds sneller wordt. Het is alsof


mijn hersenen het wel prettig vinden om niet meer zo’n ingewikkelde toeren <strong>uit</strong> te<br />

halen als voorheen. Conclusie: oefening baart kunst.<br />

Een belangrijke voorwaarde is om je aan te leren om bij de bestudering <strong>van</strong><br />

informatie je een goed beeld te vormen <strong>van</strong> de grote lijnen zoals je ze tegenkomt in<br />

PowerPoint-presentaties en andere schematische overzichten. Zo nodig kan zelf<br />

een gestructureerd overzicht gemaakt worden waarin informatie kernachtig en<br />

logisch gerangschikt staat.<br />

De doelgroep:<br />

Op de eerste plaats heb ik mezelf verblijd met deze techniek en vooral met de<br />

ontdekking dat ik het vermogen heb dat ik ánders kan leren dan dat ik mijn leven<br />

lang gedaan heb.<br />

Ik heb nu keuzemogelijkheden immers mijn vermogen om snel de essentie <strong>van</strong><br />

inhoud te pakken blijft een rijkdom dat overeind mag blijven staan naast het nieuw<br />

aangeleerde vermogen.<br />

Deze techniek kan gebruikt worden door mensen die behoefte hebben om<br />

efficiënter te communiceren binnen hun vakgebied; met name als het gaat om<br />

inhoud te kunnen koppelen aan <strong>begrippen</strong> <strong>uit</strong> hun <strong>vaktaal</strong>.<br />

Het zal <strong>van</strong> de persoon afhangen of deze in staat is om te ontdekken dat<br />

concentratie op informatie, visualisatie en structuur een verrijkende stijl <strong>van</strong> leren<br />

is.<br />

De motivatie / het overstijgende belang zal een belangrijke trigger zijn voor<br />

mensen die deze metaprogramma’s binnen deze context weinig gebruiken.<br />

Mogelijke hindernissen bij het overdragen <strong>van</strong> het stappenplan en NLP<br />

technieken:


Allereerst wil ik hierover zeggen dat ik bij het overdragen <strong>van</strong> het stappenplan bij<br />

een ‘niet NLP’er’ <strong>vaktaal</strong> gebruikte die de persoon in kwestie niet meteen kon<br />

plaatsen.<br />

Begrippen als associatie en bewustzijn heb ik bij het instrueren anders ingevuld.<br />

Dit zie je terug als je zintuiglijk specifiek vergelijkt met de instructiestappen.<br />

Ik schat in dat bij de stap ‘vertrouwen op kennis’ hindernissen kunnen optreden<br />

omdat zich hier de meest ingewikkelde interne processen afspelen. Vertrouwen op<br />

kennis zegt immers ook veel over vertrouwen in jezelf.<br />

Ik neem voor het gemak de stappen er even bij:<br />

Vertrouwen op kennis:<br />

- Overtuig je zelf dat je via schematische overzichten de vak<strong>begrippen</strong><br />

bestudeerd hebt. Doe dit in gedachten en haal daarbij diep adem door je buik<br />

en blaas de lucht langzaam door je mond <strong>uit</strong>.<br />

- Creëer op een armlengte afstand nét boven ooghoogte een afgebakend vlak<br />

dat de om<strong>van</strong>g heeft <strong>van</strong> een A4 landscape; De ruimte binnenin is doorzichtig.<br />

Breng het vlak in verband met de vorm <strong>van</strong> bekende schematische<br />

overzichten.<br />

- Geloof dat je binnen dat vlak je antwoorden doelgericht gaat vinden door<br />

het herkennen <strong>van</strong> structuren.<br />

- Breng je lichaam in een staat <strong>van</strong> alertheid en voel een geconcentreerde<br />

spanning. Je ademhaling zit nu in je borstgebied.<br />

- Ervaar deze spanning als prettig en ben benieuwd naar wat gaat komen.<br />

Tussen weten dat je iets kunt en het daadwerkelijk geloven (overtuigd zijn <strong>van</strong>)<br />

kan een belevingswereld zitten die duidt op een belemmerende overtuiging. Het<br />

antwoord dat iemand geeft op de vraag wat hem tegenhoudt om te vertrouwen op


zijn kennis bepaalt de hindernis en deze hindernis bepaalt weer de interventie / de<br />

techniek.<br />

Je kunt met verschillende NLP-technieken te maken krijgen bijvoorbeeld:<br />

Als iemand zegt dat hij eigenlijk niet zo goed begrijpt waar die onzekerheid<br />

<strong>van</strong>daan komt en er een onaangenaam gevoel bij krijgt dan verwijst dit naar<br />

onbegrepen gevoelens en kies ik voor de re-imprint.<br />

De persoon kan ook last hebben <strong>van</strong> een stemmetje <strong>van</strong> een <strong>van</strong> zijn ouders dat<br />

zegt dat hij het nooit goed doet. In eerste instantie zou ik dan kiezen voor<br />

remoddeling echter als hij aan de andere kant gelooft dat hij weet wat hij waard is<br />

dan zou ik kiezen voor het integreren <strong>van</strong> conflicterende overtuigingen.<br />

Tijdens het instrueren <strong>van</strong>: ‘ervaar de spanning als prettig en ben benieuwd naar<br />

wat er gaat komen’ raakte mijn proefpersoon ( de niet-NLP’er) even <strong>van</strong> slag.<br />

De vraag was hoe je dat doet. Hij kon geen eerdere ervaring <strong>van</strong> deze<br />

gemoedstoestand bedenken.<br />

Vervolgens vroeg ik hem of dat hij ooit bang was geweest voor Sinterklaas. Dat<br />

was hij niet geweest. Ik liet hem associëren in het kind dat hij was toen hij nog<br />

geloofde en zonder veel moeite kon hij zich een voorstelling maken <strong>van</strong> de<br />

bedoelde toestand. Het overbrengen <strong>van</strong> de referentie-ervaring was voldoende.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!