07.03.2015 Views

Afhankelijkheid hanteren - ThiemeMeulenhoff

Afhankelijkheid hanteren - ThiemeMeulenhoff

Afhankelijkheid hanteren - ThiemeMeulenhoff

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>ThiemeMeulenhoff</strong> Zorg<br />

Niveau 3<br />

2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

Antwoordmodellen


Inhoudsopgave<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

1 Respect tonen voor de zorgvrager 5<br />

1.1 Respectvolle bejegening van de zorgvrager 5<br />

Praktijk: ‘Wat zeur je nou!’ 5<br />

Kennisopdracht 5<br />

1.2 <strong>Afhankelijkheid</strong> <strong>hanteren</strong> 7<br />

Praktijk: Zie ik dat goed? 7<br />

Kennisopdracht 8<br />

1.3 Autonomie bevorderen 10<br />

Praktijk: Wanneer mag ik naar huis? 10<br />

Praktijk: Jasper beschikt zelf 10<br />

Kennisopdracht 10<br />

1.4 Verantwoordelijkheid <strong>hanteren</strong> 12<br />

Praktijk: Met de handen op de rug 12<br />

Kennisopdracht 12<br />

1.5 Zorgvuldig handelen bij intimiteiten 14<br />

Praktijk: ‘Mag de deur even dicht?’ 14<br />

Praktijk: Mevrouw Bremers wil géén mannen! 14<br />

Kennisopdracht 14<br />

2 Functioneel handelen 17<br />

2.1 Verantwoordelijkheid voor eigen taken 17<br />

Praktijk: Dat wordt terugfietsen! 17<br />

Praktijk: Hij moet maar even wachten! 17<br />

Kennisopdracht 18<br />

2.2 Eigen grenzen bewaken 20<br />

Praktijk: Wat doe je met je vriend? 20<br />

Kennisopdracht 20<br />

2.3 Emoties en gevoelens 22<br />

Praktijk: Verloren met loten 22<br />

Praktijk: Marcheren in de gang 22<br />

Kennisopdracht 23<br />

2.4 Werk en privé 24<br />

Praktijk: Flikflooien in de pauze 24<br />

Praktijk: We kunnen zo goed met je praten! 24<br />

Kennisopdracht 25


2.5 Beroepsgeheim 27<br />

Praktijk: Ik zie die man helemaal niet meer 27<br />

Kennisopdracht 27<br />

2.6 Omgaan met macht 29<br />

Praktijk: Wij moeten de postoel schoonmaken! 29<br />

Kennisopdracht 29<br />

2.7 Ethische vragen 31<br />

Praktijk: Daar geven wij geen toestemming voor 31<br />

Praktijk: Ieder mens heeft het recht om te sterven 31<br />

Kennisopdracht 32<br />

3 Omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw 35<br />

3.1 Omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw 35<br />

Praktijk: Met z'n drieën in de lift 35<br />

Praktijk: Ik weet dat ze dit nooit gewild heeft 35<br />

Praktijk: Nu kunt u rustig gaan 35<br />

Praktijk: Ik verwacht elk moment dat hij binnenkomt 36<br />

Praktijk: Ik haat haar omdat ze doodgaat 36<br />

Kennisopdracht 36<br />

4 Een zorgvrager begeleiden 39<br />

4.1 Begeleiden bij zingeving, ethiek en persoonlijke waarden en<br />

normen 39<br />

Praktijk: Bang voor de ontluistering 39<br />

Kennisopdracht 39<br />

4.2 Begeleiden na het overlijden 41<br />

Praktijk: Mevrouw Baars 41<br />

Kennisopdracht 41<br />

4.3 Begeleiden bij verliesverwerking 43<br />

Praktijk: Goed dat je niet ging huilen! 43<br />

Kennisopdracht 43<br />

4.4 Begeleiden bij de acceptatie van gezondheidsproblemen 45<br />

Praktijk: Ik kan er niet goed tegen 45<br />

Kennisopdracht 45


1 Respect tonen voor de<br />

zorgvrager<br />

Respectvolle bejegening van de<br />

zorgvrager<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: ‘WAT ZEUR JE NOU!’<br />

1 Welke regel waaraan je respectvolle bejegening kunt herkennen, is in dit verhaal geschonden?<br />

In dit verhaal is de tweede regel:‘je behandelt de zorgvrager met respect en gelijkwaardigheid’<br />

geschonden. Maar ook regel 3; ‘je benadert de zorgvrager als individu’ en dan specifiek ‘je<br />

zorgt tijdens het wassen, baden en tijdens het uitvoeren van medische handelingen zoveel<br />

mogelijk voor de privacy van de zorgvrager’.<br />

2 Wat had Marloek kunnen doen om te voorkomen dat deze situatie zou ontstaan?<br />

Marloek had van tevoren alle spullen, zoals baddoeken en zeep, kunnen klaarleggen.<br />

Vervolgens had ze alles nog eens moeten nakijken voordat ze mevrouw Van Wensveen had<br />

opgehaald. Dan had ze bij mevrouw Van Wensveen kunnen blijven en de deur op slot kunnen<br />

doen.<br />

Als verzorgende moet je altijd bij een zorgvrager blijven wanneer hij in bad zit. Je moet de<br />

deur van de badkamer ook altijd op slot doen wanneer je een zorgvrager wast.<br />

3 Wat had Claus moeten doen om te voorkomen dat deze situatie zou ontstaan?<br />

De technisch medewerker moet altijd eerst naar de manager gaan voordat hij naar de klus<br />

gaat waarvoor hij gevraagd is. En wanneer hij een kamer of badkamer binnengaat, moet hij<br />

altijd eerst bellen of kloppen en wachten op antwoord.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Vertel in je eigen woorden wat bejegening inhoudt.<br />

Bejegening is hetzelfde als behandeling: de manier waarop je mensen benadert. Hierbij spelen<br />

omgangsregels en betrokkenheid een belangrijke rol.<br />

2 Beschrijf een situatie waarin jij jezelf respectvol bejegend voelde.<br />

Eigen voorbeeld. Plaats dit voorbeeld tegen de kenmerken van een respectvolle bejegening.<br />

En vraag welke kenmerken van een respectvolle bejegening hierbij speelden.<br />

Ik ben moslim. Het is ramadan. Mijn vriend Johan biedt mij ook geen snoepje aan.<br />

3 Beschrijf een situatie waarin jij jezelf onrespectvol bejegend voelde.<br />

Eigen voorbeeld. Deze voorbeelden moeten duidelijk maken dat de student onrespectvol<br />

bejegend is. Vergelijk de kenmerken van een respectvolle bejegening.<br />

Ik help mijn vriendin als haar schort tijdens het koken in brand vliegt. Ik pak gauw een theedoek<br />

en doof de vlammen. Mijn vriendin wordt boos omdat haar theedoek nu ook verbrand is.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 5


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

4 Vertel wat je van alle vijf kenmerken van een respectvolle bejegening in de zorg vindt. Welke<br />

vind je van belang en welke vind je minder van belang, en waarom?<br />

Eigen mening. Argumentatie is hierbij belangrijk. Deze argumenten kun je gebruiken om een<br />

discussie over bejegening te starten.<br />

5 In hoeverre kunnen andere mensen jouw eigen opvattingen over een respectvolle bejegening<br />

herkennen als je met ze omgaat?<br />

Eigen mening.<br />

1 Je staat op voor een zwangere vrouw die in een volle bus stapt.<br />

2 Je moeder komt thuis van een bezoek aan de dokter. Je informeert wat hij gezegd heeft.<br />

3 Je trekt je schoenen uit als je bij een vriend wordt uitgenodigd waar dat gebruikelijk.<br />

6 Wat houdt het begrip betrokkenheid in?<br />

Het begrip betrokkenheid houdt in dat je meeleeft en meevoelt met een ander.<br />

7 Beschrijf een situatie waarin duidelijk naar voren komt dat een verzorgende betrokken is bij<br />

het welbevinden van een zorgvrager.<br />

Eigen invulling. Komen hierbij betrokkenheid en grenzen stellen aan de betrokkenheid in naar<br />

voren?<br />

De dokter komt het verband van mevrouw Willems been verversen. Je weet dat dit erg pijnlijk<br />

is en dat ze daar tegenop ziet. Je vraagt of ze in jouw hand wil knijpen als het erg zeer doet.<br />

6<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Respect tonen voor de zorgvrager<br />

<strong>Afhankelijkheid</strong> <strong>hanteren</strong><br />

<strong>Afhankelijkheid</strong> <strong>hanteren</strong><br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: ZIE IK DAT GOED?<br />

1 Op welke gebieden is Menno afhankelijk?<br />

Menno is afhankelijk op:<br />

• financieel gebied: voor een ziektewetuitkering en voor zijn ziektekostenuitkering;<br />

• sociaal-emotioneel gebied: hij is afhankelijk van de bezoeken van zijn ouders en vrienden<br />

en van de aandacht en zorg voor zijn individuele persoonlijkheid van Eline;<br />

• organisatorisch gebied: hij kon niet in het ziekenhuis blijven en is overgeplaatst naar een<br />

revalidatiecentrum;<br />

• geestelijk gebied: (indirect:) hoe meer communicatiepogingen gedaan worden, des te<br />

beter. Wanneer Menno voor zijn ongeluk veel steun van een geestelijke ondervond, dan<br />

kan deze steun op het zintuiglijke niveau (contact maken) geven. Geestelijken kunnen<br />

ook vaak steun bieden aan de naasten, die door deze steun de kracht kunnen vinden om<br />

de comapatiënt te blijven bezoeken;<br />

• intellectueel gebied: de familie, vrienden en Eline moeten op Menno's niveau van voor<br />

het ongeluk met hem omgaan. Doordat Jim muziek draait waar Menno gek op was voor<br />

zijn ongeluk, komt Menno uit zijn coma. Waarschijnlijk zou dat niet gelukt zijn als Jim<br />

andere muziek, zoals klassieke muziek, zou hebben laten horen;<br />

• lichamelijk gebied: Menno is op lichamelijk gebied totaal afhankelijk. Eline moet Menno<br />

wassen, kleden, voeden. Artsen en fysiotherapeuten behandelen hem zonder dat hij daar<br />

zelf enige inbreng in heeft;<br />

• medemenselijk gebied: Menno is afhankelijk van de kracht, de liefde en het<br />

doorzettingsvermogen van zijn ouders. En van Jims vriendschap. Menno is ook afhankelijk<br />

van Eline's wil en mogelijkheid om hem ruimhartig en opgewekt te verzorgen.<br />

De situatie waarin Menno verblijft, het revalidatiecentrum, zorgt er ook voor dat Menno<br />

afhankelijk is van de tijden die organisatorisch vastliggen, zoals eten, slapen en bezoek.<br />

2 Op welke gebieden biedt Eline hulp, verzorging en ondersteuning?<br />

Eline biedt hulp, verzorging en ondersteuning op:<br />

• sociaal-emotioneel gebied: Eline zorgt dat ze tijdens de zorg zoveel mogelijk aandacht<br />

heeft voor Menno als individu. Tijdens de zorg praat ze tegen hem en probeert, via<br />

zintuigprikkeling, contact te maken met Menno;<br />

• intellectueel gebied: Eline spreekt Menno aan op zijn eigen niveau. Ze zorgt ervoor dat<br />

ze hem niet als een baby of kleuter aanspreekt;<br />

• lichamelijk gebied: Eline geeft aan Menno alle zorg steun en hulp die hij nodig heeft op<br />

lichamelijk gebied, zoals wassen, kleden, voeden en medicijnen toedienen;<br />

• medemenselijk gebied: Eline zorgt opgewekt, hulpvaardig en deskundig voor Menno.<br />

3 Menno is nu niet meer in coma, maar hij heeft nog een heel laag bewustzijnsniveau. Dat<br />

betekent dat hij wel alles ervaart wat er rondom hem gebeurt, maar hij kan zelf niet of nauwelijks<br />

reageren. Welke hulp, zorg en/of ondersteuning kan Eline nu aan hem, zijn ouders en aan<br />

Jim bieden?<br />

Eigen invulling. Voorbeelden van hulp, zorg en/of ondersteuning die Eline kan bieden:<br />

• proberen contact te blijven maken met Menno;<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 7


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

• voor wassen en kleden vertellen wat ze gaat doen;<br />

• Menno als een volwassene bejegenen;<br />

• via zintuigprikkeling ervoor proberen te zorgen dat Menno wakker blijft;<br />

• de ouders, broers en zussen inlichten dat ze zoveel mogelijk met Menno moeten praten,<br />

zijn eigen muziek draaien en zijn eigen televisieprogramma's opzetten;<br />

• ervoor zorgen dat Menno's vrienden op bezoek komen;<br />

• ervoor zorgen dat het bezoek zich veilig, vertrouwd en welkom voelt.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Wat is afhankelijkheid en geef een voorbeeld hiervan.<br />

<strong>Afhankelijkheid</strong> is een toestand van zorg, hulp en/of ondersteuningbehoeftig zijn. Een voorbeeld:<br />

Bert is lichamelijk en verstandelijk gehandicapt. Op zijn bed ligt een mooie rode bal. Hij wil de<br />

bal graag in zijn handen nemen. Hij roept: ‘Eh, eh...’ Maar Inge, die bij zijn bed staat, begrijpt<br />

hem niet. Dan begint Bert te krijsen. Linda, die net voorbij komt lopen met een kopje thee voor<br />

Daan, zegt: ‘Hé Bertje, wat is er? Wil je die mooie bal?’ En ze geeft hem in het voorbijgaan<br />

de bal in zijn handen. Bert kijkt tevreden naar de bal.<br />

2 Wat is zich afhankelijk voelen en geef een voorbeeld hiervan.<br />

Je voelt je afhankelijk wanneer je de balans tussen zorg, hulp en ondersteuning krijgen en<br />

zorg, hulp en ondersteuning bieden kwijt bent. Een voorbeeld: ‘Voor de aanvraag van mijn<br />

werkloosheidsuitkering ben ik helemaal afhankelijk van het goede humeur van de ambtenaar.<br />

Ik kan er zelf niets aan veranderen, ik moet het maar afwachten. Ik voel mij afhankelijk en<br />

machteloos’, zegt Karel.<br />

3 Wat is zich afhankelijk gedragen en geef een voorbeeld hiervan.<br />

Zich afhankelijk gedragen is iets anders dan afhankelijk zijn. Je gedraagt je afhankelijk wanneer<br />

je hulp, zorg of ondersteuning vraagt terwijl dat eigenlijk niet nodig is. Je doet dit om aandacht<br />

te krijgen, verwend te worden of omdat je gehospitaliseerd bent. Voorbeeld: ‘Mam, wil jij mijn<br />

blouse even strijken? Jij kunt dat veel beter dan ik!’, roept Daphne naar haar moeder. Daphne's<br />

moeder weet dat Daphne zelf heel goed kan strijken. Maar Daphne heeft het moeilijk de laatste<br />

tijd; haar vriend heeft het uitgemaakt. Moeder verwent haar een beetje en stemt toe.<br />

4 Wat is hospitalisatie en geef een voorbeeld hiervan.<br />

Hospitalisatie is een extreme vorm van afhankelijk gedrag dat kan ontstaan als iemand langdurig<br />

in het ziekbed, het ziekenhuis of verpleeghuis is opgenomen.<br />

Voorbeeld: ‘Wat is dit nu, Kirsten, je hebt nog helemaal niet van je melk gedronken’, zegt<br />

Carola. ‘De beker staat al een tijdje op je blad.’ Kirsten kijkt omhoog. ‘Kan ik niet, jij moet me<br />

helpen’, zegt ze en ze kijkt Carola hulpeloos aan. ‘Niks ervan, schooier’, grapt Carola, ‘je kunt<br />

dat best zelf’. En als Kirsten uiteindelijk toch zelf haar beker naar de mond brengt, geeft Carola<br />

haar een goedkeurend klopje op haar schouder.<br />

5 Hoe kun je hospitalisatie voorkomen?<br />

Als je de afhankelijke situatie van de zorgvrager zo bewust mogelijk hanteert en zijn<br />

onafhankelijkheid stimuleert, dan kun je hospitalisatie misschien voorkomen. Hierbij zijn de<br />

volgende aandachtspunten van belang:<br />

• vraag de zorgvrager altijd naar zijn mening wanneer er beslissingen genomen moeten<br />

worden;<br />

8<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Respect tonen voor de zorgvrager<br />

<strong>Afhankelijkheid</strong> <strong>hanteren</strong><br />

• bespreek je voorgenomen besluit met zijn naasten, je collega's of met de<br />

eerstverantwoordelijke als de zorgvrager zelf geen beslissing kan nemen;<br />

• bied de zorgvrager altijd de kans om zelf een keuze te maken, ook al denk je dat het om<br />

iets onbelangrijks gaat;<br />

• benader de zorgvrager als een onafhankelijk persoon op alle gebieden waar dat kan.<br />

6 Wat zijn de zeven gebieden waarin je afhankelijk kunt zijn van anderen?<br />

De zeven gebieden zijn:<br />

• financieel gebied;<br />

• sociaal-emotioneel gebied;<br />

• organisatorisch gebied;<br />

• geestelijk gebied;<br />

• intellectueel gebied;<br />

• lichamelijk gebied;<br />

• medemenselijk gebied.<br />

7 Noem van elk van deze zeven gebieden een voorbeeld dat betrekking heeft op jouw leven.<br />

Eigen mening. Voorbeelden:<br />

• financieel gebied: wonen, eten en zakgeld/kleedgeld/lesgeld van je ouders, lesgeld,<br />

studiebeurs van het rijk, uitkeringen van verzekeringen voor tandarts, huisarts, ziekenhuis<br />

en specialisten;<br />

• sociaal-emotioneel gebied: van mijn ouders, broers en zussen, mijn vrienden die van mij<br />

houden. En van kennissen, mijn medestudenten, mijn collega's die mij wel mogen om<br />

wie ik ben.<br />

• organisatorisch gebied: het huis van mijn ouders waar ik mag wonen Mijn eigen kamer<br />

waar ik kan studeren en mijn vrienden ontvangen, de school waar ik kan studeren, de<br />

werksituatie waar ik verzorgende ben.<br />

• geestelijk gebied: de priester/dominee/imam/humanistisch raadman waar ik altijd bij terecht<br />

kan. De andere leden uit de geestelijke gemeenschap waar ik bij hoor. De rituelen die we<br />

gezamenlijk uitoefenen.<br />

• intellectueel gebied: de scholen waar ik kennis kan vergaren, de docenten die mij<br />

onderwijzen, mijn collega's en medestudenten van wie ik kan leren en met wie ik kan<br />

redetwisten over thema's die mij raken.<br />

• lichamelijk gebied: sportfaciliteiten, fietsen, douche's, badgelegenheid, wc's,onderdak,<br />

kachels, eten en drinken, kortom alle faciliteiten die het me mogelijk maken om mijn<br />

lichaam schoon en sterk, flexibel en warm te houden.<br />

• Medemenselijk gebied: mijn vriend die van mij houdt, mijn vader en moeder die me<br />

onvoorwaardelijk zullen steunen. Mijn vrienden die me zullen helpen als ik problemen<br />

heb. Mijn collega's die voorkomen dat ik in de fout ga. Iedereen in mijn familie, vrienden<br />

en kennissenkring die me willen verzorgen, ondersteunen, hulp bieden als ik ziek ben,<br />

hulpbehoevend ben of psychische moeilijkheden heb.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 9


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

Autonomie bevorderen<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: WANNEER MAG IK NAAR HUIS?<br />

1 Welke gevolgen heeft de ziekte van Alzheimer voor de autonomie van meneer De Rijk?<br />

De gevolgen van zijn ziekte op zijn autonomie:<br />

• hij kan niet meer thuis wonen;<br />

• hij is afhankelijk van anderen voor de dagelijkse verzorging;<br />

• hij wordt 's nachts op zijn kamer gehouden, omdat hij anders gaat rondwandelen. Het feit<br />

dat hij misschien graag 's nachts rondwandelt, is ondergeschikt aan de last die de<br />

verzorgenden hierdoor ervaren.<br />

2 Hoe zou jij reageren als meneer De Rijk vraagt wanneer hij naar huis mag gaan? Motiveer je<br />

antwoord.<br />

Je kunt proberen om hem zo rustig en duidelijk mogelijk uit te leggen hoe de situatie ervoor<br />

staat. Je kunt ook eerst met collega's overleggen, zodat je je wat zekerder voelt wanneer je<br />

met meneer De Rijk gaat praten. Je zou er ook voor kunnen kiezen om samen met een collega<br />

naar meneer De Rijk te gaan. Als je de situatie erg moeilijk vindt, kun je er zelfs voor kiezen<br />

om het gesprek door een collega te laten voeren.<br />

PRAKTIJK: JASPER BESCHIKT ZELF<br />

1 Kan Jasper de risico's voldoende in te schatten? Waarom wel of waarom niet?<br />

Jasper is, gezien zijn leeftijd, waarschijnlijk in staat om de risico's onder ogen te zien die<br />

traktaties en feestjes met zich meebrengen. In een gesprek met Jasper kan duidelijk worden<br />

waarom hij zo graag met de rest van de groep meedoet. Waarschijnlijk wil hij erbij horen, zoals<br />

kinderen van twaalf dat allemaal willen. Dat betekent wel een paar dagen erge diarree en<br />

buikkrampen. Heeft hij dat ervoor over? Ook een mogelijkheid is om de groep eens te trakteren<br />

op snoep dat speciaal geschikt is voor Jasper. Dan kunnen zijn medestudenten eens met hem<br />

meedoen, in plaats van telkens andersom.<br />

2 Hebben Jaspers ouders de mogelijkheid om iets aan zijn keuze te veranderen? Licht je antwoord<br />

toe.<br />

Een kind van twaalf jaar wordt geacht de risico's in te kunnen inschatten van zijn eigen gedrag.<br />

Volgens de wet mag Jasper zelf beslissen. Zijn ouders staan niet in hun recht als ze bezwaar<br />

hebben tegen zijn keuze en het hem willen verbieden.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Wat is autonomie? Wat betekent het voor jou?<br />

Studenten moeten het antwoord formuleren in eigen woorden. In elk geval moet in het antwoord<br />

terug te lezen zijn: de maatschappelijke waarde die toegekend wordt aan autonoom zijn;<br />

zelfstandigheid, onafhankelijkheid en het nemen van je eigen beslissingen.<br />

2 Waarom is het belangrijk om de autonomie van de zorgvrager te bevorderen? Leg in je eigen<br />

woorden uit.<br />

10<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Respect tonen voor de zorgvrager<br />

Autonomie bevorderen<br />

De autonomie van de zorgvrager moet bevorderd worden omdat het een gunstige invloed<br />

heeft op de gezondheid, het gevoel van eigenwaarde en het welbevinden van de zorgvrager.<br />

Naarmate hij meer in staat is om eigen keuzen te maken, is er sprake van een grotere<br />

onafhankelijkheid en dat leidt tot meer zelfvertrouwen.<br />

3 Noem drie manieren waarop je de autonomie van de zorgvrager kunt stimuleren.<br />

Drie manieren om de autonomie te bevorderen:<br />

• stimuleren tot het uitvoeren van handelingen;<br />

• het geven van juiste informatie, op basis waarvan de zorgvrager in staat is zijn eigen<br />

keuzen te maken en beslissingen te nemen;<br />

• in de zorgverlening steeds zorgvuldig omgaan met de afhankelijkheid van de zorgvrager,<br />

zodat die niet nog meer afhankelijk wordt dan nodig.<br />

4 Waarom is voorlichting zo belangrijk als het gaat om autonomie?<br />

Voorlichting is heel belangrijk, omdat alleen op basis van goede voorlichting een keuze kan<br />

worden gemaakt. Iemand die niet weet waaruit hij of zij kan kiezen, kan geen goede beslissing<br />

nemen. Je voelt je sterker en onafhankelijker als je over genoeg goede informatie beschikt,<br />

5 Waarin is het recht op zelfbeschikking vastgelegd?<br />

Het recht op zelfbeschikking is vastgelegd in de grondwet. Het geldt voor iedereen die in staat<br />

is eigen keuzen te maken en de gevolgen van deze keuzen in te schatten. Het is het recht om<br />

zelf te beslissen in kwesties, zoals wel of niet behandelen, of onderzoeken laten doen.<br />

6 Geldt het recht op zelfbeschikking voor een dementerende zorgvrager die weigert onder de<br />

douche te gaan? Waarom wel? Waarom niet?<br />

Voor een dementerende zorgvrager geldt dat je zorgvuldig moet afwegen of zijn welzijn gediend<br />

is met de beslissing over het douchen. Een zorgvrager die incontinent is, zal gewassen moeten<br />

worden. Anders bestaat het risico dat de huid geïnfecteerd raakt. Steeds zal het belang van<br />

de zorgvrager voorop moeten staan. In overleg met het team en (mogelijk) de naasten van<br />

de zorgvrager, zul je moeten kiezen voor interventies die de zorgvrager zo min mogelijk<br />

schaden. In dit voorbeeld kan dat leiden tot de afspraak dat de zorgvrager niet gedoucht wordt,<br />

maar gewassen. Dit kan op bed of aan de wastafel, als de zorgvrager dat minder vervelend<br />

vindt. De kans op huiddefecten is zo minder groot, wat leidt tot een verhoging van het welzijn.<br />

De manier waarop dit gebeurt, schaadt de zorgvrager het minst.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 11


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

Verantwoordelijkheid <strong>hanteren</strong><br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: MET DE HANDEN OP DE RUG<br />

1 Wat vind jij van zorg ‘met de handen op de rug’?<br />

Eigen mening. Door zorgvragers te stimuleren dingen zelf te doen, leren ze dat ze zelf<br />

verantwoordelijk zijn voor hun eigen daden. Een dag in bed betekent dan dat er de volgende<br />

dag extra hard geoefend moet worden.<br />

2 Wat vind je van het advies van Ineke?<br />

Eigen mening. Ben je het ermee eens dat je je verantwoordelijker leert gedragen als je meer<br />

zelf moet doen? Leg uit waarom je dat wel of niet vindt.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Wat is verantwoordelijkheid?<br />

Verantwoordelijkheid is het vermogen om je eigen beslissingen te nemen, de bereidheid om<br />

in te staan voor je eigen gedrag en de gevolgen die hieruit voortvloeien. Verder hoort erbij dat<br />

je je aan de afspraken houdt.<br />

2 Waarom is het belangrijk om de zorgvrager te stimuleren in zijn eigen verantwoordelijkheid?<br />

Het is belangrijk om de zorgvrager te stimuleren in zijn eigen verantwoordelijkheid, omdat hij<br />

dan zelf kan bijdragen aan de bevordering van zijn gezondheid en het voorkomen van (grotere)<br />

afhankelijkheid. De zorgvrager is in de meeste gevallen in staat om zijn eigen keuzen te maken,<br />

en is hier ook verantwoordelijk voor. Het is jouw taak als verzorgende om goede voorlichting<br />

te geven. Hiermee draag je bij aan het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid van de<br />

zorgvrager.<br />

3 Van welke mensen in je omgeving verwacht je dat ze zich verantwoordelijk gedragen en<br />

waarom?<br />

Eigen mening. Denk aan ouders, leraren, vrienden.<br />

4 Je hebt net aan meneer Janssen uitgelegd dat vet eten heel slecht is voor hem. De volgende<br />

dag zie je hem een chocoladereep en een stuk cake eten. ‘Van mijn zus gekregen!’, verweert<br />

hij zich, als je hem ernaar vraagt. Wat zou je doen?<br />

Blijkbaar begrijpt meneer Janssen niet wat het schadelijke effect van vet eten is voor zijn<br />

gezondheid. Je kunt hem dat nog eens goed uitleggen. Controleer of hij echt begrijpt wat je<br />

zegt; of jou informatie duidelijk genoeg is. Verder kun je hem erop wijzen dat als hij een reep<br />

chocola van zus krijgt, hij die niet hoeft op te eten. Hij kan de reep weggeven en tegen zijn<br />

zus zeggen dat hij deze niet mag hebben. Als blijkt dat meneer Janssen moeite heeft om dat<br />

tegen zijn zus te zeggen, kun je voorstellen dat jij eens met haar gaat praten.<br />

5 Waarom is het belangrijk om ook de naasten van een zorgvrager te betrekken bij een overleg?<br />

De naasten hebben niet altijd dezelfde informatie als de zorgvrager. Dat kan tot misverstanden<br />

leiden. Het kan ook gebeuren dat een zorgvrager niet goed meer in staat is om informatie op<br />

te nemen, zoals door medicijnen of ziekte. In dat geval is het belangrijk dat er de naasten wel<br />

goed op de hoogte zijn van de situatie.<br />

12<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Respect tonen voor de zorgvrager<br />

Verantwoordelijkheid <strong>hanteren</strong><br />

6 Meneer Neck heeft slechte ogen en vraagt Tessa wat zij zou doen: een riskante oogoperatie<br />

ondergaan, met het risico van blindheid, of de situatie laten zoals hij is. Welk advies zou jij<br />

geven?<br />

Geef objectieve en juiste informatie, daarmee help je meneer Neck om zelf een keuze te<br />

maken. Het is niet de bedoeling dat je meneer Neck gaat overtuigen van je eigen mening.<br />

Accepteer het wanneer meneer Neck na lang nadenken een keuze maakt die jij zelf niet zou<br />

maken.<br />

7 Evert is verzorgende van meneer Haas. Er is een aantal zaken waarover een beslissing moet<br />

worden genomen. Evert verwacht dat meneer Haas hem betrekt bij zijn keuzen, maar dat<br />

gebeurt niet. ‘Ik ben uitstekend op de hoogte van mijn eigen situatie, ik overleg liever met mijn<br />

familie en vrienden’, zegt meneer Haas. Wat vind je hiervan?<br />

Hoe vervelend het misschien ook voelt voor Evert, het is de beslissing van de meneer Haas<br />

om niet te overleggen met de verzorgenden. Dat neemt niet weg dat Evert belangrijke en<br />

nuttige informatie kan blijven geven aan meneer Haas.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 13


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

Zorgvuldig handelen bij intimiteiten<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: ‘MAG DE DEUR EVEN DICHT?’<br />

1 Wat vind je van de reactie van Mieke op het verzoek van mevrouw Schouten?<br />

Eigen mening. Je zou kunnen zeggen dat Mieke niet goed nadenkt bij wat ze zegt. Ze gaat<br />

uit van wat ze zelf normaal vindt en ze laat openlijk merken dat ze de reactie van de zorgvrager<br />

een beetje gek vindt. Hierdoor kan de zorgvrager een ongemakkelijk gevoel krijgen, in een<br />

situatie die toch al niet zo gemakkelijk is voor haar.<br />

2 Wat vind je van de vraag van mevrouw Schouten? Hoe zou jij erop gereageerd hebben?<br />

Eigen mening.<br />

PRAKTIJK: MEVROUW BREMERS WIL GÉÉN MANNEN!<br />

1 Wat vind je ervan dat mevrouw Bremers Maarten wegstuurt?<br />

Voor Maarten is het niet leuk dat mevrouw Bremers hem wegstuurt. Het heeft niet met hem<br />

persoonlijk te maken, maar met het feit dat hij een man is. Respecteer de wens van mevrouw<br />

Bremers als het kan.<br />

2 Vind je dat je rekening moet houden met een wens als die van mevrouw Bremers? Licht je<br />

antwoord toe.<br />

Voorzover dat mogelijk is, moet je met dit soort wensen rekening houden.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Welke verschillende vormen van intimiteit zijn er?<br />

Verschillende vormen van intimiteit zijn: intimiteit van gedachten en gevoelens, lichamelijke<br />

intimiteit en respect voor intieme zones.<br />

2 Reageer je anders wanneer een bekende je territorium binnentreedt dan wanneer het<br />

onbekende is? Waarom?<br />

Individueel antwoord van de student. Je kunt in de bespreking de link leggen naar het stellen<br />

van grenzen en op welke manier je dat kunt doen.<br />

3 Stel dat een zorgvrager je om een kus vraagt voordat hij gaat slapen. Geef je die dan? Waarom<br />

wel of niet?<br />

Uit het antwoord blijkt hoe de student omgaat met zoenen en dergelijke. De één is er heel vrij<br />

in, de ander juist niet. Met andere woorden: je bent niet een betere verzorgende als je<br />

makkelijker knuffelt en zoent met zorgvragers dan je collega, die daar helemaal niet van houdt.<br />

Houd er wel altijd rekening mee hoe de ander over de situatie denkt.<br />

4 Geef aan op welke manier een verzorgende rekening moet houden met de behoefte aan<br />

privacy van zorgvragers.<br />

Dat kun je op heel veel manieren doen. Allereerst door te zorgen dat de bedgordijnen gesloten<br />

zijn, het toilet op slot kan, te kloppen voordat je naar binnen gaat en te wachten op antwoord.<br />

Een handdoek over een ontklede zorgvrager is iets wat je kunt doen om rekening te houden<br />

met de intieme sfeer. Als je zorg verleent, toon je dat je rekening met de privacy houdt door<br />

14<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Respect tonen voor de zorgvrager<br />

Zorgvuldig handelen bij intimiteiten<br />

de zorgvrager in te lichten dat je komt, wat je gaat doen en door toestemming te vragen.<br />

Daarnaast houd je rekening met de behoefte aan privacy als je zorgvuldig met informatie over<br />

zorgvragers omgaat.Verder kun je zorgvragers wijzen op het bestaan van privé-kamers (indien<br />

aanwezig), en ze de mogelijkheid bieden daarvan gebruik te maken.<br />

5 Beschrijf de relatie tussen een verzorgende en een zorgvrager als het gaat om intimiteit.<br />

De relatie tussen een zorgverlener en zorgvrager is geen gelijkwaardige relatie. De zorgvrager<br />

is afhankelijk van jou als verzorgende. Zorg verlenen betekent op allerlei momenten in de<br />

intieme zone van de zorgvrager treden. Zorgvuldigheid is dus belangrijk, juist omdat dan vaak<br />

de afhankelijkheid van de zorgvrager zichtbaar wordt. De inbreuk die je maakt, is vaak niet<br />

gewenst, hoewel de zorgvrager meestal wel begrijpt dat het niet anders kan. Doe het in elk<br />

geval zorgvuldig, en toon de intentie dat je afstand wilt houden, hoe dichtbij je ook moet zijn.<br />

6 Een zorgvrager vertelt je een intiem verhaal over haar seksleven. Het liefst wil je dit verhaal<br />

meteen aan al je collega's vertellen. Doe je dat ook? Waarom wel of niet?<br />

In principe is het niet de bedoeling dat je een verhaal van een zorgvrager doorvertelt omdat<br />

het zo'n spannend verhaal is. Als je het idee hebt dat het verhaal iets te maken heeft met haar<br />

ziekte of aandoening, kun je het wel aan een collega vertellen. Probeer om op een respectvolle<br />

manier over de zorgvrager te praten, ook al vind je het verhaal dat je hebt gehoord nog zo<br />

gek.<br />

7 Wat is het verschil tussen intimiteit en privacy?<br />

De begrippen lijken erg op elkaar. Intimiteit is een vorm van persoonlijke privacy: jouw lijf is<br />

van jou en daar hoef je niemand aan te laten komen. Net als je eigen kamer: daar hoef je ook<br />

niemand binnen te laten als je er geen zin hebt.<br />

8 Eén van de zorgvragers heeft er vreselijk veel moeite mee om haar behoefte op een po te<br />

doen. Wat doe je om haar te helpen?<br />

Bespreek waarom de zorgvrager er zo'n moeite mee heeft. Is het angst, schaamte of iets<br />

anders? Neem dit serieus. Probeer of er een andere manier is waarop de zorgvrager zich niet<br />

zo ongemakkelijk voelt. Als dat niet mogelijk is, probeer de situatie dan zo prettig mogelijk te<br />

maken.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 15


2 Functioneel handelen<br />

Verantwoordelijkheid voor eigen taken<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: DAT WORDT TERUGFIETSEN!<br />

1 Leg uit wat het besluit van Klaske om terug te fietsen te maken heeft met verantwoordelijkheid?<br />

Eigen mening. Klaske voelt zich verantwoordelijk voor haar werk en de zorgvrager en besluit<br />

naar hem terug te gaan, zodat ze de medicijnen kan geven.<br />

2 Hoort het ook tot de verantwoordelijkheid van Klaske om te voorkomen dat het vaker gebeurt?<br />

Leg je antwoord uit.<br />

Het is Klaske's taak om ervoor te zorgen dat haar zorgvragers de gewenste zorg krijgen. Het<br />

is ook haar verantwoordelijkheid om te voorkomen dat dit vaker gebeurt.<br />

3 Wat zou jij doen om te voorkomen dat dit vaker gebeurt?<br />

Je kunt op verschillende manieren voorkomen dat je iets vergeet. De studenten kunnen dit<br />

antwoord zelf invullen. Je kunt bijvoorbeeld een schema maken van je werkzaamheden van<br />

die dag. Voor en nadat je bij de zorgvrager bent geweest, kun je dit schema nalopen.<br />

4 Klaske is verantwoordelijk voor haar werk en voor haar huishouden. Is het mogelijk om voor<br />

meerdere dingen tegelijk verantwoordelijk te zijn? Leg je antwoord uit.<br />

Eigen mening. Je kunt inderdaad voor meerdere dingen tegelijk verantwoordelijk zijn. Daarom<br />

is het belangrijk om een planning te maken voor de dingen die je moet doen.<br />

PRAKTIJK: HIJ MOET MAAR EVEN WACHTEN!<br />

1 Leg aan de hand van deze praktijksituatie uit wat het verschil is tussen verantwoordelijkheid<br />

en aansprakelijkheid.<br />

Bij verantwoordelijkheid leg je verantwoording af aan de betrokkenen, zoals je leidinggevenden,<br />

je collega's en je zorgvragers. Bij aansprakelijkheid leg je officieel verantwoording af aan een<br />

rechter met als consequentie dat je een sanctie (meestal een boete) kunt krijgen.<br />

2 Probeer te verklaren waarom Anouk haar pieper heeft uitgezet?<br />

Eigen mening. Het kan erg storend zijn als je pieper tijdens je werkzaamheden steeds afgaat,<br />

maar als je verantwoordelijk bent voor meerdere zorgvragers, is het niet verstandig. Anouk<br />

had ook een collega kunnen vragen om haar pieper even over te nemen, als ze niet meer<br />

gestoord wilde worden.<br />

3 Zou jij hetzelfde doen of zou je het anders doen? Leg je antwoord uit.<br />

Eigen mening.<br />

4 Hoe had Anouk de hele situatie kunnen voorkomen?<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 17


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

Eigen mening. Anouk had dit allereerst kunnen voorkomen als ze bewust en met aandacht<br />

het ontbijt van meneer Küppers had klaargezet. Het was ook niet gebeurd als Anouk de pieper<br />

niet had uitgezet.<br />

5 Is Anouk volgens jou aansprakelijk voor wat er gebeurd is?<br />

Eigen mening.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Leg in je eigen woorden uit wat je verstaat onder verantwoordelijkheid.<br />

Verantwoordelijkheid betekent dat je de plicht hebt te beargumenteren waarom je iets doet of<br />

niet doet. Ook de manier waarop je iets doet, valt onder je verantwoordelijkheid.<br />

Verantwoordelijkheid heeft te maken met je taken en je verplichtingen.<br />

2 Noem vier verantwoordelijkheden die je op dit moment hebt. Leg uit hoe je daarmee omgaat.<br />

Eigen mening en ervaring. In de meeste gevallen ben je als student verantwoordelijk voor je<br />

studie. Als je een baan hebt, ben je verantwoordelijk voor wat je tijdens je werk doet. Ten<br />

opzichte van je huisgenoten, je ouders of je partner, heb je ook verantwoordelijkheden. Je<br />

bent bijvoorbeeld verantwoordelijk voor (een deel van) het huishouden.<br />

3 Noem vijf taken die volgens jou bij de taakomschrijving van een verzorgende horen.<br />

In de taakomschrijving van een verzorgende staat meestal: het verlenen van verzorging aan<br />

zorgvragers; het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming, uitvoering, evaluatie en<br />

bijstelling van het zorgplan; het verrichten van (enkele) verpleegtechnische handelingen; het<br />

verstrekken van medicijnen; het overzicht houden over de materialen die bij de zorg gebruikt<br />

worden; het serveren van maaltijden, dranken en tussentijdse verstrekkingen aan de zorgvrager,<br />

en het helpen van de zorgvrager bij het nuttigen ervan; het leveren van een bijdrage aan het<br />

woon- en leefklimaat van de zorgvrager; het begeleiden van leerlingen en stagiaires; het<br />

voorbereiden van en deelnemen aan overleg.<br />

4 Geef in je eigen woorden aan wat het verschil is tussen verantwoordelijkheid en<br />

aansprakelijkheid.<br />

Bij verantwoording heb je de plicht antwoorden te geven op vragen over je werk. Bij<br />

aansprakelijkheid heb je te maken met de plicht die antwoorden te geven aan een rechter.<br />

Aansprakelijkheid is dus een juridische term.<br />

5 Noem drie verschillen in bevoegdheid tussen een leerling-verzorgende en een verzorgende.<br />

Pas na je diplomering ben je officieel bevoegd de handelingen te verrichten die horen bij het<br />

beroep van verzorgende. Gedurende je opleiding voer je steeds meer handelingen uit en draag<br />

je steeds meer verantwoordelijkheid. Degene die jou in de praktijk begeleidt, blijft zolang je<br />

leerling bent, medeverantwoordelijk voor wat jij doet. Als student neem je minder zelfstandige<br />

beslissingen dan een gediplomeerd verzorgende. Je overlegt meer met degene die je in de<br />

praktijk begeleidt.<br />

6 Leg in je eigen woorden uit wat je kunt doen om je voor te bereiden op je verantwoordelijkheid.<br />

Eigen mening en ervaring. Je kunt er tijdens je opleiding voor zorgen dat je bekwaam wordt<br />

in het uitvoeren van handelingen die bij het beroep verzorgende horen. Dit doe je door veel<br />

te oefenen en regelmatig aan anderen te vragen of je het goed doet. Je kunt in overleg met<br />

je praktijkbegeleider en je collega's geleidelijk aan steeds meer verantwoordelijkheid dragen.<br />

18<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Functioneel handelen<br />

Verantwoordelijkheid voor eigen taken<br />

Eerst voor een enkele handeling, dan voor de totale zorg voor een zorgvrager en tenslotte<br />

voor het coördineren van de zorg voor enkele zorgvragers.<br />

7 Noem vijf voorbeelden van wat je in de beroepsuitoefening van verzorgenden onverantwoord<br />

gedrag vindt.<br />

Eigen mening en ervaring. Voorbeelden zijn: niet doen wat afgesproken is, niet doen wat in<br />

het zorgplan staat, niet of onvoldoende rapporteren, niet serieus op klachten en complicaties<br />

ingaan.Verder kun je denken aan gedrag dat niet hoort bij een professionele beroepshouding,<br />

zoals: misbruik maken van je macht, ongewenste intimiteiten plegen en geen onderscheid<br />

maken tussen je werk en je privé-leven.<br />

8 Leg uit in hoeverre jij verantwoordelijk bent voor wat je collega doet.<br />

Als je samenwerkt met een collega, hebben jullie een gemeenschappelijke doelstelling. Ieder<br />

heeft weliswaar zijn eigen verantwoordelijkheden, maar je bent samen verantwoordelijk voor<br />

het geheel. Je hebt, binnen een team, naast je individuele verantwoordelijkheid ook een<br />

verantwoordelijkheid voor een goede werksfeer, waarin collegiaal gewerkt wordt. Collegialiteit<br />

is je bijdrage aan de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van je team. Collegialiteit uit<br />

zich bijvoorbeeld in een eerlijke verdeling van de werkzaamheden en het elkaar ondersteunen<br />

bij diverse taken.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 19


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

Eigen grenzen bewaken<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: WAT DOE JE MET JE VRIEND?<br />

1 Zou jij hetzelfde reageren op Joanka als Maria? Leg je antwoord uit.<br />

Eigen mening.<br />

2 Hoe zou je het gesprek met Joanka aanpakken als jij Maria was?<br />

Eigen mening. Als je duidelijk je grenzen aangeeft, zal Joanka er niet meer op terug komen.<br />

Je kunt haar rustig en duidelijk uitleggen dat je je privé-leven voor jezelf wilt houden.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Leg in je eigen woorden uit wat het belang is van het stellen en bewaken van je eigen grenzen.<br />

Het belang van het stellen en bewaken van je grenzen is dat je duidelijk bent in wat je wel of<br />

niet kunt of wilt. Je voorkomt zo dat je dingen moet doen die je niet kunt of wilt. Door je grenzen<br />

op tijd te stellen, voorkom je dat je in situaties komt waarin het helemaal fout loopt.<br />

2 Leg uit waarom het bepalen van de grenzen van je beroepsuitoefening een kenmerk is van<br />

functioneel handelen.<br />

Het bepalen van de grenzen van de beroepsuitoefening is een kenmerk van functioneel<br />

handelen. Juist het afbakenen van taken en verantwoordelijkheden maakt het beroep van<br />

verzorgende een professioneel beroep. Het kenmerk van een professioneel beroep is namelijk<br />

dat je deskundig bent op een bepaald terrein. Op andere terreinen zijn anderen weer deskundig.<br />

3 Wat zijn de voordelen van het op tijd stellen van grenzen?<br />

Je schept duidelijkheid voor jezelf en voor anderen en je voorkomt moeilijke situaties.<br />

4 Wat zijn de nadelen van het niet of te laat stellen van grenzen?<br />

Het is voor je omgeving niet duidelijk wat je kunt en wilt. De kans dat je in een lastige situatie<br />

terechtkomt, is dan ook groot.<br />

5 Leg uit wat het belang is voor collega's en andere zorgverleners dat je geen dingen doet die<br />

niet bij je deskundigheid horen.<br />

Je collega's en andere zorgverleners worden geconfronteerd met de gevolgen van jouw<br />

handelen. Voor hen is het ook belangrijk dat je verantwoordelijk handelt. Als je bij zorgvragers<br />

verwachtingen schept door meer te doen dan jouw taak is, verwachten zij dat ook van je<br />

collega's en andere zorgverleners.<br />

6 Welk gevaar loop je als je een persoonlijke relatie met een zorgvrager aangaat?<br />

Als je een persoonlijke relatie met een zorgvrager aangaat, is de kans groot dat je de grenzen<br />

van de functionele relatie overschrijdt. Je doet meer dan dat wat van je verwacht wordt en dan<br />

je op grond van je beroep kunt bieden. Je loopt ook de kans dat je meer doet dan dat waarvoor<br />

je verantwoordelijk en bevoegd bent.<br />

7 Leg in je eigen woorden uit wat je verstaat onder benaderingswijze.<br />

De benaderingswijze is de manier waarop iemand zich tegenover een ander gedraagt, door<br />

middel van houding, uitingen en handelingen.<br />

20<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Functioneel handelen<br />

Eigen grenzen bewaken<br />

8 Noem vier omstandigheden waarin je rekening moet houden met een zorgvrager bij het stellen<br />

van je grenzen en ondersteun dit met twee voorbeelden.<br />

Je houdt bij het stellen van grenzen rekening met de omstandigheden van de zorgvrager. Dat<br />

kunnen hun handicaps of ziektebeelden zijn. Het is bijvoorbeeld moeilijk om bij iemand die<br />

dement is op dezelfde manier grenzen te stellen als bij iemand die niet dement is. Iemand die<br />

boos is omdat hij net heeft gehoord dat hij een ziekte of een complicatie heeft, mag die boosheid<br />

uiten.<br />

9 Wat zijn de verschillen bij het stellen van grenzen bij lichamelijkheid bij peuters, schoolkinderen,<br />

adolescenten, volwassenen, ouderen en dementerenden?<br />

Over het algemeen is het voor peuters heel vanzelfsprekend dat zij lichamelijk zijn bij hun<br />

contact met anderen (op schoot zitten, stoeien, kleding vastmaken, et cetera). Dit geldt ook<br />

voor schoolkinderen, maar neemt af naarmate kinderen groter worden. Met adolescenten,<br />

volwassenen en ouderen gaat het lichamelijk contact niet verder dan handen geven en op de<br />

schouder kloppen. Behalve natuurlijk bij de personen met wie je een intieme relatie hebt.<br />

Ziektebeelden en handicaps maken verschil bij lichamelijkheid. De lichamelijke relatie in het<br />

contact met bijvoorbeeld verstandelijk gehandicapte en dementerende zorgvragers gaat vaak<br />

verder.<br />

10 Wat zijn de nadelen als je geen grenzen stelt aan een te hoge werkdruk?<br />

Een te hoge werkdruk gaat ten koste van jezelf. Je kunt er overspannen van raken en dan is<br />

er sprake van werkstress. Een te hoge werkdruk gaat ook ten koste van de zorg. Om toch op<br />

tijd klaar te zijn met je werk, ga je dingen snel doen. Je controleert minder en de kans op<br />

vergissingen en fouten wordt groter.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 21


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

Emoties en gevoelens<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: VERLOREN MET LOTEN<br />

1 Hoe zou je de emotie van Rasha kunnen benoemen?<br />

Rasha heeft een gevoel van machteloosheid, woede en teleurstelling. Ze weet dat de loting<br />

eerlijk is gegaan. Daarom doet ze moeite haar emoties in bedwang te houden.<br />

2 Hoe zou jij in de situatie van Rasha reageren?<br />

Individueel antwoord.<br />

3 Past de emotie van Rasha bij haar functionele handelen? Motiveer je antwoord.<br />

Rasha probeert zich, na haar woede-uitbarsting, in te houden. Uiteindelijk weet ze haar<br />

functionele handelen weer op te pakken. Ze is lid van een team en er gelden regels. Het zou<br />

goed zijn als ze zich nog even verontschuldigt bij mevrouw De Ruyter.<br />

4 Wat zou jij in de situatie van Rasha doen als je mevrouw De Ruyter weer tegenkwam? Leg je<br />

antwoord uit.<br />

Eigen mening.<br />

PRAKTIJK: MARCHEREN IN DE GANG<br />

1 Hoe zou jij reageren als je Yvonne was?<br />

Individueel antwoord.<br />

2 Vind je dat Yvonne op een juiste manier reageert?<br />

Individueel antwoord.Yvonne zou anders kunnen reageren dan terugschelden. Als verzorgende<br />

is het namelijk van belang dat je jezelf professioneel opstelt. Schelden is niet professioneel.<br />

Het is wel moeilijk omdat meneer Martin zwaar dementeert. Het is onmogelijk om een zinvol<br />

gesprek over zijn gedrag met hem aan te gaan. Hebben de studenten nog creatieve oplossing<br />

om hiermee om te gaan?<br />

3 Hoe zou je de emotie van Esther kunnen benoemen?<br />

Esther is gekwetst door de opmerkingen van meneer Martin. Ze heeft nog steeds veel verdriet<br />

over de ellende die haar familie in de oorlog heeft meegemaakt. Hierdoor kan Esther niet<br />

genoeg emotionele afstand bewaren. Haar functioneel handelen lijdt hieronder.<br />

4 Is het volgens jou voor Esther mogelijk om emotionele afstand te bewaren? Motiveer je<br />

antwoord.<br />

Eigen mening.<br />

5 Waar kan het verschil in reactie van Yvonne en Esther mee te maken hebben?<br />

Yvonne en Esther zijn verschillende personen, met verschillende achtergronden. De één<br />

reageert anders dan de ander. Bovendien gaan de opmerkingen van meneer Martin rechtstreeks<br />

over het leed dat de familie van Esther heeft geleden. De opmerkingen tegen Yvonne zijn<br />

meer van algemene discriminerende aard.<br />

22<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Functioneel handelen<br />

Emoties en gevoelens<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Leg uit of jouw handelen meer bepaald wordt door je gevoel of door je verstand.<br />

Eigen mening en ervaring.<br />

2 Wat is het belang van een goed evenwicht tussen handelen met je verstand en handelen met<br />

je gevoel?<br />

Je handelen wordt bepaald door je emoties en door verstandelijk redeneren. Als je de invloed<br />

van je emoties en je gevoelens verwaarloost door net te doen alsof je ze niet hebt, houd je<br />

jezelf voor de gek. Als je je alleen maar laat leiden door emoties, sluit je het redeneren en<br />

denken over wat je doet uit.<br />

3 Leg uit wat het belang is van emotionele afstand in je beroep.<br />

Je hebt met zorgvragers een relatie op grond van je beroep. Dat is een functionele relatie<br />

waarbij je gevoelens en je emoties de uitoefening van je werk niet in de weg mogen staan.<br />

Daarom zorg je ervoor dat je in de relatie met collega's en zorgvragers een emotionele afstand<br />

bewaart.<br />

4 Wat is het voordeel van het bespreekbaar maken van gevoelens en emoties?<br />

Het voordeel van het bespreekbaar maken van emoties is dat je ze benoemt en er iets mee<br />

kunt doen. Je hebt je emoties al voor een groot deel onder controle als je ze onder woorden<br />

brengt. Je merkt dan dat je je emoties indeelt en een plaats geeft.<br />

5 Welke rol speelt feedback bij het omgaan met emoties en gevoelens?<br />

Bij feedback krijg je informatie over jezelf van anderen. Anderen vertellen wat ze merken aan<br />

jou via de manier waarop je handelt en reageert. Dus ook over hoe je met je emoties omgaat.<br />

Vaak krijg je bij feedback informatie over jezelf waar je jezelf niet eens van bewust bent.<br />

6 Kun je je emotionele intelligentie verbeteren? Leg je antwoord uit.<br />

Emotionele intelligentie is de vaardigheid om goed met je gevoel om te gaan. Zoals elke<br />

vaardigheid, is ook deze vaardigheid te trainen en te leren.<br />

7 Welke lichamelijke reacties ken je van jezelf bij boosheid, angst en verdriet?<br />

Eigen mening en ervaring.<br />

8 Waaruit blijkt dat je de eigen emoties en gevoelens respecteert?<br />

Eigen mening en ervaring. Als je ervoor uit durft te komen, heb je respect voor je gevoelens.<br />

9 Waaruit blijkt dat je de emoties en gevoelens van anderen respecteert?<br />

Eigen mening en ervaring. Als je goed empathisch kunt luisteren, toon je respect voor de<br />

gevoelens van anderen.<br />

10 Welke grenzen stel je bij het uiten van emoties en gevoelens aan jezelf en aan anderen?<br />

Eigen mening en ervaring. Niet elk gedrag is gepast, bij emotioneel gedrag zijn er ook grenzen.<br />

De grenzen in persoonlijke relaties verschillen van de grenzen in je beroepspraktijk.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 23


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

Werk en privé<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: FLIKFLOOIEN IN DE PAUZE<br />

1 Geef je mening of het gedrag van Leslie en Lia past in hun werksituatie.<br />

Eigen mening.<br />

2 Welke afspraken moeten Leslie en Lia volgens jou met elkaar maken?<br />

Eigen mening.<br />

3 Biljana wil er wat van zeggen. Hoe zou jij het aanpakken als jij Biljana was? Welk moment en<br />

welke woorden kies je?<br />

Eigen mening. Het beste is om op een rustig moment duidelijk te zeggen wat je ervan vindt.<br />

Maak er een ik-boodschap van, zeg niet dat alle collega's zich er ook aan storen. Als je er iets<br />

van zegt, praat dan over het gedrag, niet over de personen.<br />

4 Hoe zou jij aan Leslie en Lia uitleggen wat Wendy bedoelt met ‘gedragen als collega's’?<br />

Eigen mening. Wendy bedoelt waarschijnlijk een professionele instelling.<br />

PRAKTIJK: WE KUNNEN ZO GOED MET JE PRATEN!<br />

1 Waarom zou jij wel of niet je telefoonnummer aan het echtpaar Benschop geven?<br />

Eigen mening. In het algemeen is het af te raden om je privé-telefoonnummer aan je zorgvragers<br />

te geven.<br />

2 Wat zou je mevrouw Benschop aan de telefoon antwoorden als je Denise was?<br />

Individueel antwoord.<br />

3 Wat zijn volgens jou de voordelen van een maatschappelijk werker?<br />

Eigen mening. Het behoort tot de taken en het beroep van een maatschappelijk werker om<br />

op een professionele manier met dit soort problemen om te gaan. Omdat een maatschappelijk<br />

werker hierin gespecialiseerd is, kun je dit soort problemen beter aan hem overlaten.<br />

4 Hoe zou jij het voordeel van een maatschappelijk werker aan het echtpaar Benschop duidelijk<br />

maken?<br />

Eigen mening.<br />

5 Hoe kan Denise deze situatie het beste aanpakken om werk en privé alsnog gescheiden te<br />

houden?<br />

Denise kan beginnen met te zeggen dat het ongelegen komt en dat ze op dit moment andere<br />

verplichtingen heeft. Verder is het verstandig om er op een ander moment rustig op terug te<br />

komen.<br />

6 Kan het beroepsgeheim van Denise een rol spelen bij het ontstaan van een vertrouwelijke<br />

relatie tussen haar en mevrouw Benschop? Leg je antwoord uit.<br />

Het beroepsgeheim speelt een rol. Denise krijgt vertrouwelijke informatie tijdens haar werk.<br />

Ze moet natuurlijk professioneel met deze informatie omgaan. Haar werk en privé-leven mogen<br />

er niet onder lijden.<br />

24<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Functioneel handelen<br />

Werk en privé<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Hoe breng jij een scheiding aan tussen je privé-leven, je werk en je school?<br />

Eigen mening en ervaring.<br />

2 Beschrijf in je eigen woorden hoe je werk, je school en je privé-leven elkaar kunnen beïnvloeden.<br />

Eigen mening en ervaring. Je werk en je privé-leven hebben invloed op elkaar. Als je je thuis<br />

niet ontspant en uitrust, ben je niet in een goede conditie om je werk naar behoren te doen.<br />

Een ongezonde leefwijze heeft direct gevolgen voor je werk.<br />

3 Beschrijf in je eigen woorden wat de verschillen zijn tussen een functionele en een persoonlijke<br />

relatie.<br />

In een functionele relatie heb je een relatie met een ander op grond van je beroep en je functie.<br />

In een persoonlijke relatie heb je een relatie met een ander op grond van genegenheid en<br />

sympathie. In een functionele relatie staan je taken en je verantwoordelijkheden voorop.<br />

4 Welke moeilijkheden kunnen zich voordoen als je een persoonlijke relatie begint met een<br />

zorgvrager?<br />

Je hebt in zo'n geval tegelijkertijd een functionele en een persoonlijke relatie met iemand. Dat<br />

maakt het moeilijk om de afstand te nemen die hoort bij een functionele relatie. Je loopt de<br />

kans dat je andere dingen doet die niet horen bij een functionele relatie.<br />

5 Welke moeilijkheden kunnen zich voordoen als je een persoonlijke relatie begint met een<br />

collega?<br />

Je hebt dan ook tegelijkertijd een functionele en persoonlijke relatie met iemand. De scheiding<br />

tussen werk en privé komt onder druk te staan als je een relatie met een collega krijgt. Als je<br />

problemen in je relatie krijgt, kom je ze zeker weer tegen op je werk.<br />

6 Leg in je eigen woorden uit wat jij verstaat onder stress.<br />

Je spreekt van stress als het je allemaal teveel wordt. Je vindt dat je niet meer in staat bent<br />

te voldoen aan de eisen en de verwachtingen die het werk stelt. Door stress kan je gezondheid<br />

worden aangetast.<br />

7 Welke maatregelen neem jij om stress te voorkomen?<br />

Je kunt stress voorkomen door: je emoties en je gevoelens met collega's te bespreken; een<br />

goede samenwerking met je collega's; op te komen voor jezelf; tijdig aan de bel te trekken als<br />

het je teveel wordt; je werk af te ronden; een manier te zoeken om van je werk los te komen.<br />

8 Welke manieren heb jij om aan het eind van de dag afstand te nemen van school of werk?<br />

Eigen mening en ervaring. Je kunt je werk niet zomaar van je afwerpen als je thuis je jas<br />

uitdoet. Op de een of andere manier zul je thuis los moeten komen van je werk om weer<br />

energie op te doen voor de volgende werkdag. Er zijn verschillende manieren om van je werk<br />

los te komen. Je ontdekt vanzelf welke manier jou het beste ligt. De één gaat wandelen of<br />

sporten, de ander moet eerst zijn verhaal kwijt aan een partner of een kennis.<br />

9 Wat kun je doen om na afloop van je werk naar huis te gaan met het gevoel dat je het werk<br />

hebt afgerond?<br />

Je rondt je werk het beste af door het goed over te dragen aan je collega. Je kunt dan in het<br />

volste vertrouwen de zorg en de verantwoordelijkheid aan hem overlaten. Het kan voorkomen<br />

dat je besluit om wat langer op je werk te blijven om iets af te ronden, of om iets wat<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 25


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

problematisch is wat uitvoeriger te bespreken. Dat doe je dan om naar huis te gaan met het<br />

geruste gevoel dat je het echt hebt afgerond. Vervolgens kun je er wat gemakkelijker afstand<br />

van nemen.<br />

26<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Functioneel handelen<br />

Beroepsgeheim<br />

Beroepsgeheim<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: IK ZIE DIE MAN HELEMAAL NIET MEER<br />

1 Valt de informatie die Noëlle krijgt volgens jou onder het beroepsgeheim? Leg je antwoord uit.<br />

De informatie die Noëlle krijgt, valt onder het beroepsgeheim. Het is vertrouwelijke informatie,<br />

waarvan Noëlle het vertrouwelijke karakter kan begrijpen.<br />

2 Wat vind je van de reactie van Noëlle? Zou je hetzelfde doen?<br />

Eigen mening.<br />

3 Welke mogelijkheden om hulp te krijgen kan Noëlle bedoelen?<br />

Je kunt hierbij allereerst denken aan maatschappelijk werk. Die kan zo nodig doorverwijzen<br />

naar bijvoorbeeld de reclassering, gezinstherapeuten of slachtofferhulp.<br />

4 Wat zou je Inge antwoorden als jij Noëlle was?<br />

Eigen mening. Het valt onder je beroepsgeheim, dus je mag haar in ieder geval niet vertellen<br />

wat mevrouw Slotemaker je heeft verteld.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Geef in je eigen woorden een omschrijving van het beroepsgeheim.<br />

Het beroepsgeheim houdt in dat je bij de uitoefening van je beroep informatie kunt krijgen die<br />

je geheim moet houden. Het beroepsgeheim is er om de privacy van de zorgvrager te<br />

waarborgen.<br />

2 Leg uit wat de begrippen zwijgplicht en verschoningsrecht betekenen.<br />

Zwijgplicht is de plicht om te zwijgen als het gaat om vertrouwelijke informatie over de<br />

zorgvrager. Het recht om je te beroepen op je zwijgplicht, heet verschoningsrecht.<br />

3 Leg in je eigen woorden uit wat je verstaat onder ‘informatie waarvan je het vertrouwelijk<br />

karakter moet begrijpen.’<br />

Het is meestal wel duidelijk welke informatie vertrouwelijk en privé is. Het beroepsgeheim doet<br />

een beroep op je vermogen om situaties en informatie in te kunnen schatten.<br />

4 Leg in je eigen woorden uit wat de beroepscode voor de verplegende en verzorgende beroepen<br />

is.<br />

De beroepscode van de verplegende en verzorgende beroepen is een verzameling regels<br />

waaraan mensen binnen een beroepsgroep zich moeten houden. Het zijn ethische regels, dat<br />

wil zeggen: ze gaan over wat juist is om te doen of wat niet juist is om te doen. Ze zijn opgesteld<br />

door de beroepsverenigingen van verpleegkundigen en verzorgenden.<br />

5 Noem drie gevallen waarin je je niet aan je beroepsgeheim hoeft te houden.<br />

Je hoeft je niet aan je beroepsgeheim te houden: als het wettelijk voorgeschreven is (een<br />

andere wet verplicht je de informatie te melden); als je toestemming van de zorgvrager hebt<br />

om de informatie door te geven. Je blijft wel verantwoordelijk voor het doorgeven van die<br />

informatie; als zwijgen ernstiger gevolgen heeft dan spreken. Als je vermoedt dat er een ernstig<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 27


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

strafbaar feit gepleegd gaat worden als je niets zegt, dan is het inschakelen van de politie<br />

geen schending van je beroepsgeheim.<br />

6 Bestaan er in het gezin waar je woont onderlinge afspraken die te vergelijken zijn met het<br />

beroepsgeheim? Wat betekent dat voor jou?<br />

Eigen mening en ervaring.<br />

7 Bestaat er in je groep op school een onderlinge afspraak die te vergelijken is met het<br />

beroepsgeheim? Wat betekent dat voor jou?<br />

Eigen mening en ervaring.<br />

8 Wie zou je in vertrouwen nemen als je op je werk iets hoort waarmee je erg zit? Waarom kies<br />

je voor die persoon?<br />

Eigen mening en ervaring.<br />

9 Wie zou je in vertrouwen nemen als je op de opleiding iets hoort wat je erg dwarszit? Waarom<br />

kies je voor die persoon?<br />

Eigen mening en ervaring.<br />

10 Je vertelt je partner veel over de zorgvragers op je werk. Geldt het beroepsgeheim dan ook<br />

voor je partner?<br />

Je partner is vaak degene met wie je alles in je leven bespreekt. Je vertrouwt en adviseert<br />

elkaar. Op grond van onderling vertrouwen kun je besluiten om zaken met je partner te<br />

bespreken. Je blijft zelf verantwoordelijk voor het handhaven van het beroepsgeheim en de<br />

gevolgen van het bespreken van de informatie met je partner.<br />

28<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Functioneel handelen<br />

Omgaan met macht<br />

Omgaan met macht<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: WIJ MOETEN DE POSTOEL SCHOONMAKEN!<br />

1 Vind je dat Danisha haar macht positief of negatief gebruikt? Leg je antwoord uit.<br />

Danisha houdt, ondanks de argumenten van meneer Daanen, vast aan haar beslissing. Ze<br />

gebruikt haar macht op een negatieve manier.<br />

2 Praat Danisha vanuit het perspectief van de instelling, meneer Daanen of haarzelf? Verklaar<br />

je antwoord.<br />

Danisha geeft als argument een regel die voor de hele instelling geldt. Bij het toepassen van<br />

een regel kijk je altijd naar de situatie en de omstandigheden. Danisha doet dit niet en handelt<br />

daarmee vanuit zichzelf.<br />

3 Zou je hetzelfde doen als Danisha, of zou je het anders doen? Leg je antwoord uit.<br />

Eigen mening.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Leg in je eigen woorden uit wat je verstaat onder macht.<br />

Macht kun je omschrijven als de mogelijkheid om te bepalen wat er in een situatie gebeurt.<br />

Als je macht hebt, kun je zelf bepalen wat je mag en kunt, maar vaak ook wat anderen mogen<br />

en kunnen.<br />

2 Wat versta je onder machtsmiddelen? Noem twee voorbeelden.<br />

Machtsmiddelen zijn manieren en mogelijkheden om macht uit te kunnen oefenen. Belonen<br />

en straffen zijn voorbeelden van machtsmiddelen.<br />

3 Wat versta je onder gezag?<br />

Iemand heeft gezag als zijn macht door anderen wordt geaccepteerd, zonder het gebruik van<br />

machtsmiddelen.<br />

4 Wat houdt positieve macht in?<br />

Als macht op een juiste manier gebruikt wordt en in het teken staat van de doelstelling van de<br />

opvoeding of van de zorgverlening, is er sprake van positieve macht.<br />

5 Wat houdt negatieve macht in?<br />

Als het toepassen van macht niets te maken heeft met een professionele doelstelling en in<br />

het teken staat van het eigenbelang, is er sprake van negatieve macht.<br />

6 Waarom heeft een verzorgende macht ten opzichte van een zorgvrager? Noem vier factoren.<br />

De macht van de verzorgende ten opzichte van de zorgvrager wordt bepaald door: de<br />

deskundigheid van de verzorgende; de afhankelijkheid van de zorgvrager; de beperkte vrijheid<br />

van de zorgvrager; het feit dat de verzorgende de instelling vertegenwoordigt.<br />

7 Leg uit op welke manieren een verzorgende misbruik kan maken van haar macht.<br />

Een verzorgende kan op de volgende manieren misbruik maken van haar macht: expres<br />

moeilijke woorden gebruiken; een zorgvrager vermijden of uit de weg gaan; een zorgvrager<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 29


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

afhankelijker maken door dingen te doen die hij nog zelf kan doen; een zorgvrager onnodig<br />

laten wachten; een zorgvrager betuttelen; een zorgvrager intimideren; een zorgvrager<br />

manipuleren.<br />

8 Wat versta je onder intimideren en manipuleren?<br />

Intimideren is het gebruiken van dreigementen om ervoor te zorgen dat iemand doet wat jij<br />

wilt. Je kunt bijvoorbeeld dreigen met minder zorg en aandacht. Manipuleren is het niet vertellen<br />

van je werkelijke bedoelingen, of iemand onvolledig of onjuist informeren om hem te laten<br />

doen wat jij wilt.<br />

9 Leg uit hoe je als verzorgende de kans op machtsmisbruik ten opzichte van de zorgvrager<br />

kleiner kunt maken.<br />

Je maakt de kans op misbruik van je macht al kleiner als je consequent: informeert naar de<br />

ervaringen, wensen en gewoonten van de zorgvrager; de zorgvrager informeert over de<br />

verleende zorg; de zorgvrager zelf beslissingen laat nemen; begrip toont voor de gevoelens<br />

van de zorgvrager; rekening houdt met de wensen van de zorgvrager; respect toont voor de<br />

zorgvrager.<br />

30<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Functioneel handelen<br />

Ethische vragen<br />

Ethische vragen<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: DAAR GEVEN WIJ GEEN TOESTEMMING VOOR<br />

1 Welke waarden en normen spelen hier een rol?<br />

Het gaat om de waarde ‘de voorschriften van het geloof (de wil van God) volgen’ tegenover<br />

de waarde ‘ het leven beschermen en redden’. De eerste waarde leidt tot de norm<br />

‘bloedtransfusies zijn niet toegestaan’, de tweede waarde leidt tot de norm ‘medisch ingrijpen<br />

is nodig om het leven te redden’.<br />

2 Welke verschillen zijn er tussen de waarden van mevrouw Vijftigschild en de waarden van de<br />

huisarts?<br />

Het grote verschil is dat mevrouw Vijftigschild in een God gelooft die regels en voorschriften<br />

heeft gegeven die nagevolgd moeten worden. Zelfs al kost dit het leven van haar kind. Zelfs<br />

daarin ziet ze de wil van God. De huisarts voelt de plicht om maatregelen te nemen, zodat hij<br />

een mensenleven kan redden.<br />

3 Welke waarden en normen vind jij het belangrijkst en waarom?<br />

Eigen mening.<br />

4 Wat vind je van de beslissing van de huisarts?<br />

Eigen mening. De huisarts is verplicht hier werk van te maken. In de praktijk kan het echtpaar<br />

tijdelijk uit de ouderlijke macht gezet worden om de ingreep mogelijk te maken. Het kind is<br />

gered en de ouders hebben de voorschriften van het geloof dan niet overtreden.<br />

5 Wat zou jij nog kunnen doen in deze situatie, als je Trijntje was?<br />

Eigen mening.<br />

PRAKTIJK: IEDER MENS HEEFT HET RECHT OM TE STERVEN<br />

1 Beschrijf wat het ethisch dilemma is in deze praktijk. Gebruik het methodisch stappenplan om<br />

de drie stappen volledig uit te werken<br />

Het probleem is dat Marie medicijnen moet toedienen, terwijl ze het er niet mee eens is. Het<br />

dilemma is of ze het wel zal doen of niet. De betrokkenen zijn: Marie, de arts en mevrouw Van<br />

Klaveren. Het is voornamelijk een probleem voor Marie. De feiten zijn: mevrouw Van Klaveren<br />

is terminaal; mevrouw Van Klaveren bevindt zich in het laatste stadium van dementie; mevrouw<br />

Van Klaveren heeft een longontsteking; bij behandeling zal mevrouw Van Klaveren misschien<br />

een paar dagen langer leven. Niemand heeft in deze situatie belangen in de zin van een winstof<br />

verliessituatie. De waarden die in deze situatie spelen zijn ‘het recht op leven’ tegenover<br />

‘het recht om te sterven’.<br />

2 Wat zijn de gevolgen voor Marie als ze weigert de medicijnen toe te dienen?<br />

Als ze besluit de medicijnen niet toe te dienen, moet ze het melden. Ze mag niet zelfstandig<br />

beslissen om de medische behandeling achterwege te laten. Als Marie weigert, heeft dit tot<br />

gevolg dat de arts waarschijnlijk contact op zal nemen met haar leidinggevende. Marie zal<br />

zich dan moeten verantwoorden. Als ze volhoudt, zal een ander de medicijnen moeten<br />

toedienen. Een ander gevolg kan zijn dat ze moeilijkheden krijgt met haar leidinggevende of<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 31


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

haar collega's. Maar aan de andere kant doet ze nu geen dingen die ze niet in overeenstemming<br />

kan brengen met haar geweten.<br />

3 Wat vind je van de beslissing van de arts?<br />

Eigen mening.<br />

4 Wat vind je van de opvatting van Marie?<br />

Eigen mening.<br />

5 Wat zou jij doen als je Marie was? En waarom?<br />

Eigen mening.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Leg in je eigen woorden uit wat je verstaat onder ethische vragen.<br />

Ethische vragen zijn vragen over het menselijk handelen. Je stelt vast of je iets goed of fout<br />

vindt, volgens je normen en waarden.<br />

2 Wat zijn waarden en normen? Wat hebben ze met elkaar te maken en waarin verschillen ze<br />

van elkaar?<br />

Waarden zijn doelen en idealen die je nastreeft in het leven. Deze doelen zijn waardevol voor<br />

je. Normen zijn gedragsregels die voortkomen uit waarden. Een waarde vertaalt zich concreet<br />

in een norm.<br />

3 Noem twee waarden en noem twee normen die bij die waarden horen.<br />

Eigen mening en ervaring. Als je de waarde ‘eerlijkheid’ belangrijk vindt, dan volgen daar<br />

normen voor jouw gedrag uit als: ‘je mag niet stelen’<br />

4 Leg in je eigen woorden uit wat het belang is van het hebben van waarden en normen.<br />

Waarden en normen regelen het omgaan van mensen met elkaar. Het zijn de ‘verkeersregels’<br />

voor het menselijk verkeer.<br />

5 Leg in je eigen woorden uit wat een ethisch dilemma is.<br />

Een ethisch dilemma is een situatie waarin je een keuze moet maken tussen verschillende<br />

waarden. De vraag is welke waarde je in dat geval het belangrijkste vindt.<br />

6 Wat kan jouw bijdrage zijn bij ethische vragen over euthanasie en zelfdoding?<br />

Eigen mening en ervaring. In het algemeen hoef je als verzorgende deze ethische vragen niet<br />

te beantwoorden. Als aan jou gevraagd wordt om het besluit van een ander uit te voeren, of<br />

medewerking te verlenen, is het wel een ethische vraag waarop je antwoord moet geven.<br />

7 Beschrijf in je eigen woorden het verschil tussen belangen en argumenten.<br />

Een belang is een voordeel dat iemand bij een situatie heeft. Een argument is een reden die<br />

een mening ondersteunt.<br />

8 Maak een voorkeurslijst van vier waarden die je belangrijk vindt. Welke waarde vind je het<br />

belangrijkst? Leg uit waarom je die keuze maakt.<br />

Eigen mening en ervaring.<br />

9 Leg uit wat het beroepsgeheim te maken heeft met waarden en normen.<br />

32<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Functioneel handelen<br />

Ethische vragen<br />

Het beroepsgeheim is een norm die voortkomt uit de waarde ‘respect hebben voor privacy’.<br />

10 Welke waarden spelen een rol bij jullie in de groep en in de opleiding? Welke normen komen<br />

hieruit voort?<br />

Eigen mening en ervaring.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 33


3 Omgaan met ernstig lijden,<br />

sterven en rouw<br />

Omgaan met ernstig lijden, sterven en<br />

rouw<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: MET Z'N DRIEËN IN DE LIFT<br />

1 Wat vind je van de reacties van Hilda nadat mevrouw Augustijn in elkaar gezakt is?<br />

Eigen mening. Hilda heeft gehandeld zoals het hoort bij haar bevoegdheden en<br />

verantwoordelijkheid. Ze heeft direct gewaarschuwd en heeft het overgelaten aan collega's<br />

en hulpverleners die meer ervaren zijn. Ze heeft zich ook bekommerd om mevrouw Fenten.<br />

2 Wat vind je van haar beslissing om in dit geval niet mee te helpen met de laatste zorg?<br />

Eigen mening. Een plotseling overlijden veroorzaakt meer emoties dan een overlijden dat je<br />

verwacht. De beslissing van Hilda is te respecteren.<br />

3 Wat zou jij doen als je Hilda was?<br />

Eigen mening.<br />

PRAKTIJK: IK WEET DAT ZE DIT NOOIT GEWILD HEEFT<br />

1 Welke fasen van het stervensproces herken je in de situatie van mevrouw Verdijck en meneer<br />

Nuyen?<br />

Mevrouw Verdijck ontkent in eerste instantie dat er iets met haar aan de hand is. In het weigeren<br />

van de behandelingen zit ook opstandigheid.<br />

2 Welke dilemma's in de terminale fase herken je in deze situatie?<br />

De dilemma's die zich hier voordoen zijn: het stoppen met de medicijnen, het stoppen met de<br />

sondevoeding, de pijnbestrijding en de vraag om euthanasie.<br />

3 Speelt Hens een rol bij deze dilemma's? Leg je antwoord uit.<br />

Hens beslist in geen van deze situaties, maar zijn rapportage speelt een rol bij de beslissingen.<br />

4 Welke taken en verantwoordelijkheden heeft Hens in deze situatie?<br />

Hens geeft mevrouw Verdijck stervenshulp en stervensbegeleiding. Hij begeleidt meneer<br />

Nuyen ook door naar hem te luisteren en zijn vragen te beantwoorden en zijn emoties te<br />

onderkennen.<br />

PRAKTIJK: NU KUNT U RUSTIG GAAN<br />

1 Welke gewoonten en rituelen herken je in deze situatie?<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 35


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

De gewoonten en rituelen in deze situatie zijn: de pastoor die langskomt, de ziekenzalving,<br />

het tafeltje met het witte kleed en het kruisbeeld en de rozenkrans die de zoon zijn moeder in<br />

handen geeft.<br />

2 Wat vind je van de reactie van Livia?<br />

Eigen mening.<br />

3 Welke hulp en ondersteuning kan Livia volgens jou de kinderen van mevrouw Rieter nog<br />

geven?<br />

Livia kan zorgen voor koffie. Ze kan mevrouw Rieter ook in een mooie houding leggen.<br />

Afhankelijk van de situatie beslist ze of ze aanwezig blijft of dat ze de nabestaanden alleen<br />

laat. Het regelen van de praktische zaken doet de familie met de begrafenisondernemer.<br />

PRAKTIJK: IK VERWACHT ELK MOMENT DAT HIJ BINNENKOMT<br />

1 Welke rouwtaken herken je in deze situatie?<br />

Mevrouw Bruggink moet het verlies van haar man onder ogen zien. In deze strijd verwacht ze<br />

hem elk moment te zien. Als ze erg verdrietig is en nergens zin in heeft, is ze bezig met de<br />

tweede taak. Door te verhuizen naar een eenpersoonsappartement heeft ze een belangrijke<br />

stap gezet bij taak drie. Als ze uitgaat met meneer Dinnissen, is ze bezig met taak vier.<br />

2 Hoe zou jij reageren op de laatste opmerking van mevrouw Bruggink als jij Merel was?<br />

Eigen mening. Het beste is om het gevoel te erkennen, maar ook om aan te geven dat het<br />

nieuwe contact goed voor haar is.<br />

PRAKTIJK: IK HAAT HAAR OMDAT ZE DOODGAAT<br />

1 Kun je het gedrag van Thomas verklaren? Leg je antwoord uit.<br />

Thomas is een jongen van dertien jaar. Hij beseft dat de dood onherroepelijk en definitief is.<br />

Hij kan er niet over praten. Zijn gedrag is wisselend en explosief.<br />

2 Wat vind je van de reactie van Karja op Thomas?<br />

Eigen mening. Het is goed dat Karja hem zijn emoties laat uiten. Ze probeert de situatie ook<br />

niet te verzachten.<br />

3 Kun je het gedrag van Tilleke verklaren? Leg je antwoord uit.<br />

Tilleke is een meisje van vijf. ‘Mamma is er niet meer’ betekent voor haar dat mamma ergens<br />

anders is. En dan kan ze ook wat meenemen.<br />

4 Hoe zou je reageren op Tilleke als jij Karja was?<br />

Eigen mening. Karja hoeft niet te reageren, want Tilleke heeft het tegen haar moeder. Het is<br />

mogelijk dat haar moeder door het emotionele moment met Thomas niet op Tilleke reageert.<br />

In dat geval kan Karja Tilleke aandacht geven en de situatie uitleggen op Tillekes niveau.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Waardoor worden je gevoelens en je emoties bepaald in situaties van sterven en dood?<br />

Je emoties en gevoelens in situaties van sterven en dood worden bepaald door: je opvattingen<br />

over de dood; de manier van sterven; de leeftijd en de sociale situatie van de stervende; de<br />

36<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw<br />

Omgaan met ernstig lijden, sterven en rouw<br />

directe omstandigheden; je relatie met de stervende; je eigen verlies; negatieve ervaringen;<br />

je kennis van het stervensproces en je taak en rol daarbij.<br />

2 Leg in je eigen woorden uit wat je verstaat onder de terminale fase.<br />

Wanneer iemand te horen krijgt dat hij binnen afzienbare tijd zal sterven, begint hij aan de<br />

laatste fase van zijn leven. Je noemt dat de terminale fase. Hij zal niet meer herstellen, zijn<br />

gezondheidstoestand zal steeds meer verslechteren en uiteindelijk zal hij sterven. Het is<br />

moeilijk om aan te geven hoelang een terminale fase kan duren. In het ene geval gaat het om<br />

enkele dagen, in het andere om enkele jaren. Duidelijk is in ieder geval dat de<br />

gezondheidstoestand zal verslechteren en het sterven steeds dichterbij komt.<br />

3 Leg uit wat de fasen van het stervensproces volgens Kübler-Ross zijn en wat ze inhouden.<br />

De fasen van het stervensproces volgens Kübler-Ross. Fase 1: Ontkenning. Vaak is de eerste<br />

reactie van iemand een reactie van ontkenning: ‘het kan niet waar zijn!’, of: ‘er is een fout<br />

gemaakt!’. Zo'n ontkenning is ook manier om zichzelf te beschermen. Het slechte nieuws is<br />

zo schokkend dat hij het eigenlijk nog niet aankan. Fase 2: Opstandigheid. Als de werkelijkheid<br />

is doorgedrongen en hij het niet meer kan ontkennen, is de volgende reactie vaak woede en<br />

opstandigheid. De zorgvrager is kwaad omdat dit hem overkomt. Fase 3: Marchanderen. Als<br />

de woede en de agressie beginnen af te nemen, kan het marchanderen of onderhandelen de<br />

zorgvrager steun bieden. Het is vaak onderhandelen met zichzelf. Hij belooft het een te doen<br />

als er iets tegenover staat. Fase 4: Depressie. Het dringt tot de zorgvrager door dat hij terminaal<br />

is en dat daar niets meer aan te doen is. Hij erkent nu volop het grote verlies dat hem te<br />

wachten staat en moet dit verwerken. De zorgvrager is intens met dit verdriet bezig. Hij is<br />

neerslachting en teruggetrokken. Fase 5: Aanvaarding. Als de zorgvrager voldoende tijd en<br />

hulp heeft gehad, kan hij in een fase komen waarin hij de naderende dood accepteert. De<br />

zorgvrager accepteert zijn lot en berust in wat hem overkomt.<br />

4 Wat is het belang van goede lichamelijke verzorging in de terminale fase?<br />

De zorg voor de terminale zorgvrager staat niet meer in het teken van genezing of herstel. Dit<br />

is namelijk niet meer mogelijk. In de meeste gevallen zal de zorgvrager lichamelijk achteruitgaan<br />

en steeds hulpbehoevender worden. De lichamelijke verzorging van de terminale zorgvrager<br />

heeft als doel het zo comfortabel en aangenaam mogelijk maken van de laatste levensfase.<br />

Je noemt dit ook wel stervenshulp. Stervenshulp is een voorwaarde voor stervensbegeleiding.<br />

Het is niet of nauwelijks mogelijk iemand te begeleiden als hij voornamelijk pijn en ongemak<br />

heeft.<br />

5 Leg in je eigen woorden uit wat je verstaat onder stervensbegeleiding.<br />

De emotionele en psychische hulp die een terminale zorgvrager in de laatste levensfase van<br />

anderen krijgt, kun je samenvatten met de term stervensbegeleiding. Stervensbegeleiding is<br />

alleen mogelijk als de zorgvrager zich bewust is van de situatie waarin hij verkeert. Als de<br />

zorgvrager comateus of diep verstandelijk gehandicapt is, is er geen sprake van<br />

stervensbegeleiding. Alle gesprekken en aanwezigheid van anderen vallen onder<br />

stervensbegeleiding.<br />

6 Welke dilemma's kunnen zich voordoen tijdens de terminale fase?<br />

De dilemma's die zich tijdens de terminale fasen voor kunnen doen, zitten in de volgende<br />

vragen: Waar moet de zorgvrager de laatste fase doorbrengen en overlijden? Hoeveel<br />

lichamelijke zorg geef je nog? Ga je door met de medische behandeling? Ga je door met het<br />

geven van eten en drinken? Hoever ga je in het bestrijden van de pijn? Wat doe je als de<br />

zorgvrager of zijn naasten vragen om het leven te beëindigen?<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 37


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

7 Leg uit wat rouwen is en noem de vier rouwtaken volgens Worden.<br />

Rouwen betekent dat je bezig bent je aan te passen aan een leven zonder degene die je<br />

dierbaar was. De vier rouwtaken volgens Worden zijn: taak 1: het verlies onder ogen zien;<br />

taak 2: de pijn van het verlies ervaren; taak 3: leven zonder de overledene; taak 4: zich<br />

emotioneel losmaken en nieuwe relaties aangaan.<br />

8 Noem zes aandachtspunten bij het omgaan met rouwenden.<br />

Aandachtspunten bij het omgaan met een rouwende zijn: neem zelf het initiatief. Wacht niet<br />

tot de ander contact met je opneemt; kijk of je praktische dingen voor hem kunt doen. Denk<br />

aan boodschappen of eten koken. Betrek hem in de dagelijkse dingen van het leven; praat<br />

over het verlies van de ander. Probeer niet het onderwerp te vermijden; erken het verdriet en<br />

geef de ander ruimte om het te uiten; luisteren is belangrijk. Geef geen adviezen over zijn<br />

gedrag of oplossingen voor zijn leven. Beantwoord wel zijn vragen en denk met hem mee;<br />

wees jezelf en volg je gevoel. Benoem je eigen emoties en ook je twijfels. Vertel hem ook als<br />

je iets moeilijk vindt of niet zeker weet; wees niet bang om de verkeerde dingen te zeggen.<br />

Als je eerlijk bent, kun je alles uitleggen; houd niet na enkele maanden op met aandacht geven.<br />

Het is meestal het moment dat mensen vinden dat het nu wel genoeg is, terwijl de rouwende<br />

nog niet zo ver is; wees voorzichtig met het geven van je mening over hoe de terminale fase<br />

van de overledene verlopen is. De rouwende is misschien bezig een schuldige te zoeken. Doe<br />

daar niet aan mee; praat over de overledene in de verleden tijd. Doe niet net alsof hij er nog<br />

is.<br />

9 Waar zijn de reacties van een kind op sterven en dood van afhankelijk?<br />

De reactie van een kind op situaties van sterven en dood zijn afhankelijk van zijn leeftijd en<br />

zijn ontwikkelingsniveau.<br />

10 Welke soorten gedrag kunnen grotere kinderen vertonen in situaties van sterven, dood en<br />

verlies?<br />

Grotere kinderen zijn niet altijd bereid om te praten over hun gevoelens. Vaak uiten zij hun<br />

rouw en verdriet wel in hun gedrag. Voorbeelden van gedrag dat je vaak bij grotere kinderen<br />

kunt zien, zijn: uitgesteld rouwgedrag: het kind is voornamelijk bezorgd om anderen, zet zijn<br />

verdriet opzij en begint zelf pas te rouwen als anderen al over hun verdriet heen zijn; wisselend<br />

gedrag: kinderen kunnen niet lang achter elkaar verdrietig zijn. Ze wisselen verdriet en normaal<br />

gedrag af; regressief gedrag: kinderen kunnen in hun ontwikkeling terugvallen door zich<br />

kinderachtig te gedragen, weer in bed te gaan plassen en zich afhankelijker op te stellen;<br />

aangepast gedrag: er zijn kinderen aan wie je niet kunt zien, dat de verdriet hebben. Dat wil<br />

niet zeggen dat ze er niet mee bezig zijn; normaal doen: kinderen willen niet anders zijn dan<br />

hun leeftijdgenoten. Ze willen geen uitzondering zijn en doen vaak alsof er niets aan de hand<br />

is; explosieve emoties: emoties kunnen heftiger zijn dan bij volwassenen. Ze kunnen agressief<br />

en hysterisch gedrag vertonen; concentratie- en leerproblemen: het verlies dat ze ervaren is<br />

zo ingrijpend dat ze zich niet kunnen concentreren bij wat ze doen. Dat wordt vooral duidelijk<br />

bij de taken die ze op school moeten doen; contact met de overledene: veel kinderen ervaren<br />

nog contact met de overledene. Ze praten in gedachten met hem of betrekken hem in hun<br />

spel; onverschilligheid: vooral oudere kinderen en pubers kunnen net doen alsof er niets aan<br />

de hand is en het verlies hen niet raakt. Dit is vaak de buitenkant. De innerlijke verwarring kan<br />

groot zijn.<br />

38<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


4 Een zorgvrager begeleiden<br />

Begeleiden bij zingeving, ethiek en<br />

persoonlijke waarden en normen<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: BANG VOOR DE ONTLUISTERING<br />

1 Hoe vind je dat Rani handelt? Motiveer je antwoord.<br />

Rani handelt goed. Ze luistert naar de vraag achter de vraag. Ze luistert actief en steunt de<br />

zorgvrager om zijn zorgen met de huisarts te bespreken.<br />

2 Hoe zou het gesprek mogelijk verlopen als Rani had gezegd dat ze geen voorstander is van<br />

euthanasie? Motiveer je antwoord.<br />

Als ze haar mening erg nadrukkelijk geeft en niet een vraag stelt om achter de gedachten van<br />

de zorgvrager te komen, dan maakt het wel uit. Als ze haar mening alleen geeft omdat de<br />

zorgvrager het vraagt en nadrukkelijk openstaat voor zijn mening, dan niet. De mening van<br />

de verzorgende schuift dan naar de achtergrond. Het gesprek verloopt dan min of meer<br />

hetzelfde als in het voorbeeld.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Een instelling die begeleiding geeft op het gebied van zingeving en ethiek besteedt hier in het<br />

zorgplan aandacht aan. Bedenk zelf twee vragen die je in het zorgplan hierover zou kunnen<br />

opnemen.<br />

Een instelling die begeleiding geeft op het gebied van zingeving en ethiek besteedt hier in het<br />

zorgplan aandacht aan. Je kunt denken aan vragen als: wat zijn belangrijke feestdagen in uw<br />

leven? Bent u gelovig en wat betekent dat voor u in het dagelijks leven? Gaat u naar de kerk,<br />

moskee, of synagoge? Zijn er zaken waar u vanuit uw levensovertuiging absoluut voor of<br />

tegen bent en die voor ons belangrijk zijn om te weten?<br />

2 Een zorgvrager heeft in de krant gelezen dat je het eigen lichaam beschikbaar kunt stellen<br />

aan de wetenschap. Hij vraagt aan jou of dat iets voor hem is. Hoe reageer je? Leg uit waarom<br />

je zo reageert.<br />

Je kunt de vraag terugspelen en vragen waarom de zorgvrager denkt dat het iets voor hem<br />

is. Je kunt stimuleren om meer informatie op te vragen zodat hij een bewuste keuze kan<br />

maken. Je kunt je mening geven met als doel de zorgvrager te stimuleren om zijn standpunt<br />

verder te bepalen. Er moet blijk zijn van respect en ruimte voor de mening van de zorgvrager.<br />

3 Een zorgvrager vindt een kerstboom en kerstversiering een heidens gebruik. Een andere<br />

zorgvrager vindt het juist zo gezellig staan. Ze betrekken jou bij de discussie. Ze vragen wat<br />

jij daarvan vindt. Hoe reageer je? Leg uit waarom je zo reageert.<br />

Uit het antwoord moet blijken dat er respect is voor ieders mening, ook al lopen de meningen<br />

ver uiteen.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 39


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

4 Een oudere zorgvrager vertelt aan jou wat zij allemaal heeft meegemaakt in haar leven: jong<br />

haar vader verloren, twee keer een miskraam gehad en nu heeft ze een CVA gehad waardoor<br />

haar linker gezichtshelft verlamd is geraakt. Ze vraagt zich af waaraan ze het verdiend heeft,<br />

of God dit bewust op haar pad heeft gebracht. Hoe reageer jij hierop? Geef aan waaruit je<br />

respect blijkt. Vind je dat ze aangeeft dat ze behoefte aan (professionele) begeleiding heeft?<br />

Motiveer je antwoord.<br />

Je gaat in op de manier waarop de zorgvrager kijkt naar dat wat haar is overkomen. Vraag<br />

wat deze manier van kijken voor de zorgvrager betekent. Bijvoorbeeld: als de zorgvrager zich<br />

gestraft, voelt kun je vragen hoe ze dat ervaart. Hierin kun je je inleven en je kunt er begrip<br />

voor tonen. Het respect komt tot uiting als je openstaat voor de gedachten van de zorgvrager.<br />

De zorgvrager heeft behoefte aan begeleiding, anders zou ze het niet aankaarten. Maar ze<br />

heeft niet noodzakelijk andere professionele hulp nodig. Je bespreekt daarom met haar of ze<br />

behoefte aan begeleiding heeft en van wie. Je rapporteert het. Alleen als je het bespreekbaar<br />

maakt, kun je erachter komen of er behoefte aan begeleiding is. En als je rapporteert, kun je<br />

er ook achter komen of deze zorgvrager vaker behoefte heeft om hierover te praten.<br />

5 Vind je dat je op de dag van het offerfeest de zorg moet aanpassen aan de activiteiten van<br />

de zorgvrager? Leg uit wat je redenen zijn.<br />

Ja, als een zorgvrager voor een bepaalde tijd geholpen wil worden vanwege het offerfeest,<br />

dan doe je dat. Als het tenminste mogelijk is. Je past je zorg zoveel mogelijk aan als er<br />

belangrijke festiviteiten zijn voor een zorgvrager.<br />

6 Vind je dat je met de kerstdagen de zorg moet aanpassen aan de activiteiten van de zorgvragers<br />

op deze dagen? Waarom vind je dat?<br />

Ja, als een zorgvrager op tijd naar de kerk wil, dan help je die als eerste. Een zorgvrager die<br />

naar een kerstdiner gaat, kun je die dag wat later helpen.<br />

7 Je gaat werken bij een gezin met een Surinaamse achtergrond. Je wilt rekening houden met<br />

een mogelijke andere leefwijze. Bedenk drie vragen die je in dit verband zou kunnen stellen.<br />

Het zijn vragen die te maken hebben met gewoonten in het gezin waarmee je rekening moet<br />

houden. Denk maar aan vragen over de omgang, de lichamelijke verzorging, het omgaan met<br />

ziekte en gezondheid of voorschriften vanuit de religie.<br />

40<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Een zorgvrager begeleiden<br />

Begeleiden na het overlijden<br />

Begeleiden na het overlijden<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: MEVROUW BAARS<br />

1 Waarom gaat Nienke met een collega samen naar binnen?<br />

Nienke mag niet alleen een kamer ingaan zonder toestemming van een bewoner. Als het<br />

noodgedwongen toch moet, dan gaat ze met een collega. Zo voorkom je dat je ervan<br />

beschuldigd kunt worden dat er iets ontvreemd is. Als er onraad is, is het ook prettiger om met<br />

zijn tweeën te gaan. Je weet niet wat je aantreft en je bent elkaar tot steun.<br />

2 Beschrijf hoe Nienke moet handelen tot het moment dat de dochter er is.<br />

Nienke controleert eerst of mevrouw Baars overleden is en schrijft op hoe laat ze dat<br />

geconstateerd heeft. Nienke kijkt of er nog bijzonderheden in de zorgmap staan. Ze rapporteert<br />

het overlijden aan de afdeling. Ze overlegt met anderen de werkverdeling in de komende uren.<br />

Nienke beoordeelt samen met een collega of mevrouw Baars zo kan blijven liggen. Ze schuiven<br />

bijvoorbeeld de gordijnen half open. Of ze luchten even. Omdat mevrouw Baars in haar slaap<br />

overleden is, kan ze er vredig bij liggen. Ze laten in ieder geval de bestaande sfeer zoveel<br />

mogelijk intact. Afhankelijk van de gang van zaken in het huis bellen ze de huisarts. Dit kan<br />

de dochter ook doen.<br />

3 Beschrijf hoe Nienke moet handelen als de dochter gearriveerd is.<br />

Nienke vangt de dochter op. Ze vertelt zo nodig nog een keer hoe ze haar moeder gevonden<br />

heeft. Ze neemt haar mee naar de kamer van haar moeder. Ze geeft de dochter gelegenheid<br />

om afscheid te nemen. Ze bekijkt waar de dochter behoefte aan heeft. Als dit gedaan is, moet<br />

ze controleren of de huisarts al gewaarschuwd is. Daarna regelt ze een aantal praktische<br />

zaken met de dochter. Wie moet er nog meer gewaarschuwd worden, wie geeft de laatste<br />

verzorging, enzovoorts. Het is belangrijk dat de dochter de tijd krijgt om persoonlijk afscheid<br />

te nemen.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Hoe zou het komen dat een uitvaartondernemer in steeds meer instellingen de verzorging van<br />

een overledene uitvoert?<br />

Als de verzorging van een overledene door een uitvaartondernemer wordt uitgevoerd, komt<br />

dit niet op de werkdruk van de verzorgenden. Er hoeft zo geen extra personeel te worden<br />

ingezet. Het is dus minder belastend voor het personeel.<br />

2 Waarom is het belangrijk dat een arts een overlijdensverklaring opstelt?<br />

Het moet vaststaan dat er sprake is van een natuurlijke dood. De verklaring is nodig om bij<br />

de gemeente toestemming te krijgen om een uitvaart te houden.<br />

3 Wat regel je voordat je een overledene gaat verzorgen om te voorkomen dat je gestoord wordt<br />

of weg moet tijdens de verzorging?<br />

Je moet ervoor zorgen dat je met je collega's hebt afgesproken wanneer je de zorg gaat<br />

verlenen en dat je dan niet beschikbaar bent. Je moet de spullen die je nodig hebt van tevoren<br />

allemaal klaar hebben liggen. En je moet ervoor zorgen dat niemand zomaar kan binnenlopen<br />

in de ruimte waar je iemand aan het verzorgen bent.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 41


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

4 Met de wensen, gebruiken of gewoonten van wie kun je rekening houden bij de verzorging<br />

van een overledene?<br />

Je houdt rekening met de wensen, gebruiken of gewoonten van de overledene en van de<br />

nabestaanden.<br />

5 Als jij de keuze moet maken voor een bepaalde uitvaartondernemer, laat je dan niet leiden<br />

door reclamefolders. Je kunt beter afgaan op goede ervaringen die je hebt met een bepaalde<br />

uitvaartondernemer. Leg uit waarom je dat beter kunt doen.<br />

Als je goede ervaringen hebt met een bepaalde ondernemer, kun je die beter vragen dan een<br />

willekeurige ondernemer uit een reclamefolder.<br />

6 Leg uit waarom een verzorgende van de thuiszorg een andere taak heeft na het overlijden<br />

van een zorgvrager dan een verzorgende die in een instelling werkt.<br />

Thuis nemen de nabestaanden het initiatief. De zorgvraag valt meestal weg als de zorgvrager<br />

overlijdt. In een instelling moeten de nabestaanden overleggen met verzorgenden. De zorg<br />

is pas afgelopen voor de verzorgenden als de zorgvrager uit de instelling gaat en het<br />

appartement is opgezegd.<br />

42<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Een zorgvrager begeleiden<br />

Begeleiden bij verliesverwerking<br />

Begeleiden bij verliesverwerking<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: GOED DAT JE NIET GING HUILEN!<br />

1 Hoe vind je dat Annemarie gehandeld heeft bij mevrouw Takema?<br />

Annemarie heeft goed gehandeld. Het is voor haar prettig dat het haar lukte om zich te<br />

beheersen en later aandacht heeft voor haar eigen gevoelens. In het gesprek met mevrouw<br />

Takema heeft ze aandacht voor de gevoelens van mevrouw Takema.<br />

2 Hoe vind je de reactie van de collega?<br />

Het is attent dat de collega steun wil bieden aan Annemarie. Maar wat ze zegt, had anders<br />

gekund. Er is geen begrip of aandacht voor de gevoelens van Annemarie.<br />

3 Hoe zou jij reageren op de collega als jij Annemarie was?<br />

Eigen mening. Het antwoord is afhankelijk van de assertiviteit van de student. Als Annemarie<br />

assertief zou zijn, zou ze kunnen vragen wat de collega met haar opmerking bedoelt. Ze kan<br />

een discussie op gang brengen met haar collega.<br />

4 Hoe zou jij reageren op het huilen van Annemarie als je haar collega was?<br />

Als Annemarie begrip krijgt van haar collega en deze luistert naar haar, dan is de kans groter<br />

dat ze de situatie de volgende keer beter aankan.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Beschrijf in je eigen woorden wat je onder rouwen verstaat.<br />

Rouwen is een reactie die optreedt als gevolg van een definitief verlies.<br />

2 Wat betekent:‘Een rouwproces beschrijven is iets anders dan een rouwproces voorschrijven’?<br />

Als je iets beschrijft, doe je dat om het gedrag beter te begrijpen. Als de omschrijving gaat<br />

bepalen hoe je je hoort te gedragen, wordt het een voorschrift. Dat is bij rouwen niet de<br />

bedoeling.<br />

3 Leg uit waarom je je bewust moet worden van je eigen ideeën over hoe een rouwproces<br />

verloopt.<br />

Een zorgvrager die rouwt, kan bij een verzorgende een eigen verlieservaring oproepen. Als<br />

je weet hoe jij tegenover rouwen staat, kun je openstaan voor het rouwproces van anderen<br />

en je kunt respect hebben voor de manier waarop iemand met zijn verdriet omgaat.<br />

4 Geef een beargumenteerde mening over de volgende stelling: ‘Rouwen om iemand die<br />

gescheiden is, is veel erger dan rouwen om iemand die overleden is.’<br />

Uit het antwoord moet blijken dat je rouwprocessen niet met elkaar moet vergelijken. Ieder<br />

rouwproces is uniek. Niemand kan bepalen wat erger is.<br />

5 Leg uit waarom je, voordat je begeleiding gaat geven, moet weten wat de visie van de instelling<br />

is.<br />

Je hebt dan een kader. Je weet wat er van je verwacht wordt. Je mag ervan uitgaan dat een<br />

instelling dan ook de voorwaarden schept om begeleiding te geven. Zo kun je tijd krijgen om<br />

met mensen te praten.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 43


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

6 Noem twee aspecten van de beroepshouding die je belangrijk vindt bij het geven van<br />

begeleiding bij verliesverwerking. Leg uit waarom je deze aspecten belangrijk vindt en geef<br />

van elk aspect een voorbeeld uit de praktijk.<br />

Aspecten die genoemd kunnen worden: inleven, respect, begrip, geduld.<br />

Inleven: je kunt je voorstellen hoe de situatie is voor de zorgvrager en je begeleiding daarop<br />

afstemmen.<br />

Respect: je respecteert de gevoelens van de zorgvrager, daardoor voelt hij zich gesteund,<br />

minder alleen.<br />

Begrip: je toont begrip voor gedachten en gevoelens van de zorgvrager, daardoor voelt hij<br />

zich gesteund, minder alleen.<br />

Geduld: je hebt geduld met de zorgvrager, hierdoor heeft hij het gevoel dat er ruimte is om<br />

zijn gevoelens en gedachten te uiten.<br />

In het voorbeeld is er een verband tussen het aspect van de beroepshouding en het rouwproces<br />

van hulpvrager. Als je het voorbeeld geduld neemt: een zorgvrager kan de behoefte hebben<br />

om steeds over de overledene te praten en precies hetzelfde te vertellen. Je moet het geduld<br />

op kunnen brengen om hiernaar te luisteren. De zorgvrager kan zo zijn verhaal kwijt en dit<br />

helpt hem bij het verwerken van het verlies.<br />

7 Beschrijf twee voorbeelden waaruit de begeleiding van medebewoners van iemand die overlijdt<br />

kan bestaan.<br />

Voorbeelden:<br />

• gelegenheid bieden om afscheid te nemen, mee te gaan naar de uitvaart, of daaraan<br />

actief deel te nemen;<br />

• regelmatig over de overledene praten met de betrokken medezorgvragers;<br />

• een gedenkboek maken.<br />

8 Wat is het verschil tussen beëindigen en afronden van het contact met de familie van een<br />

overleden zorgvrager? Leg je antwoord uit.<br />

Als het contact eindigt, dan gebeurt dat omdat het een logisch gevolg is van het feit dat de<br />

zorgvrager overleden is. Het contact houdt op.<br />

Als je het contact afrondt, dan ben je actief betrokken en planmatig bezig met het beëindigen<br />

van het contact. Je sluit het bewust af, met een gesprek.<br />

9 Leg uit waarom een goede opvang voor verzorgenden een voorwaarde is om begeleiding te<br />

geven bij rouwprocessen.<br />

Als er goede opvang is, heb je steun tijdens het geven van begeleiding.<br />

Omdat je in een vertrouwde omgeving met je collega's kunt praten, kun je je problemen bij<br />

het begeleiden openlijk bespreken. Daar leer je van. Als je geraakt wordt, is er opvang, waarbij<br />

je je gevoelens kunt uiten. Je kunt weer nieuwe energie opdoen en verdergaan met de<br />

begeleiding.<br />

44<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>


Een zorgvrager begeleiden<br />

Begeleiden bij de acceptatie van gezondheidsproblemen<br />

Begeleiden bij de acceptatie van<br />

gezondheidsproblemen<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: IK KAN ER NIET GOED TEGEN<br />

1 Waaraan herken je het rouwgedrag van meneer Schaafsma?<br />

Meneer Schaafsma is aan het marchanderen. Hij verbetert de situatie door goed te oefenen.<br />

Bij de ergotherapeut moet hij de werkelijkheid onder ogen zien en dat is pijnlijk confronterend.<br />

2 Hoe zou je hierop reageren?<br />

Goed luisteren en vragen of hij dit met de ergotherapeut besproken heeft. Voorstellen om het<br />

te rapporteren en om het acceptatieproces als zorgprobleem aan te geven en een zorgdoel<br />

te formuleren, zodat hij een beroep zou kunnen doen op professionelere ondersteuning<br />

(maatschappelijk werker).<br />

3 Wat rapporteer je hierover en waarom doe je dat?<br />

Je rapporteert de acceptatieproblemen op de afdeling en in het behandelteam.<br />

4 Welk zorgprobleem kun je formuleren met meneer Schaafsma?<br />

Meneer Schaafsma heeft moeite met onder ogen zien wat het betekent om halfzijdig verlamd<br />

te zijn in het dagelijks leven.<br />

5 Welk gewenst resultaat kun je formuleren met meneer Schaafsma?<br />

Meneer Schaafsma zegt zijn halfzijdige verlamming en de consequenties ervan voor het<br />

dagelijks leven een hanteerbare plaats gegeven te hebben in zijn leven.<br />

6 Welke mogelijke andere hulpverleners kun je hierbij betrekken?<br />

De ergotherapeut moet op de hoogte zijn. Zij moet haar therapie aanpassen aan het<br />

acceptatieproces van meneer Schaafsma. Als hij dat wil, kan meneer Schaafsma gesprekken<br />

aangaan met een maatschappelijk werker of psycholoog (als de acceptatieproblemen erg<br />

groot zijn).<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Leg in je eigen woorden uit wat er bedoeld wordt met het accepteren van<br />

gezondheidsproblemen.<br />

Waar het om gaat, is dat de student zich een voorstelling kan maken van<br />

gezondheidsproblemen.<br />

2 Geef twee voorbeelden van lichamelijke gezondheidsproblemen.<br />

Twee voorbeelden van lichamelijke gezondheidsproblemen: slecht zien door staar,<br />

mobiliteitsproblemen bij versleten heupen.<br />

3 Geef twee voorbeelden van geestelijke gezondheidsproblemen.<br />

Voorbeelden van geestelijke gezondheidsproblemen: overspannenheid, depressie, dementie.<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong> 45


2.2 Begeleiden op psychosociaal gebied<br />

4 Noem twee aspecten van de beroepshouding die jij in de begeleiding bij gezondheidsproblemen<br />

belangrijk vindt. Leg uit waarom je dat vindt.<br />

Elk aspect van de beroepshouding is goed, als de uitleg maar aantoont waarom het aspect<br />

belangrijk is.<br />

5 Noem een reden waarom je het niet accepteren van gezondheidsproblemen bespreekbaar<br />

maakt.<br />

Je maakt het bespreekbaar als de gezondheid in gevaar komt. Of omdat het zorgdoel niet<br />

bereikt kan worden door de acceptatieproblemen.<br />

6 Noem een reden waarom je het niet accepteren van gezondheidsproblemen niet bespreekbaar<br />

maakt.<br />

Je maakt het niet bespreekbaar omdat het een proces is dat de zorgvrager moet aangaan.<br />

Het is zijn manier van omgaan met het probleem. Je respecteert dat.<br />

7 Je ziet een zorgvrager met diabetes mellitus in het restaurant. Ze houdt zich steeds vaker niet<br />

aan haar dieet. Geef aan hoe je reageert.<br />

Je bespreekt dit later apart met de zorgvrager. Je vraagt of ze zich bewust is van de<br />

consequenties van haar gedrag. Je wijst op de gevaren, geeft advies en je rapporteert.<br />

46<br />

© <strong>ThiemeMeulenhoff</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!