De schakers centraal - Koninklijke Nederlandse Schaakbond
De schakers centraal - Koninklijke Nederlandse Schaakbond De schakers centraal - Koninklijke Nederlandse Schaakbond
Hoofdstuk 3 Onderzoeksonderwerp Uit literatuuronderzoek en gesprekken met deskundigen blijkt dat er veel informatie voorhanden is over vraag 1 en 2. Deze vragen zullen behandeld worden aan de hand van een literatuuronderzoek. Voor vraag 3 is geen of weinig informatie voorhanden of het is te gedateerd. Voor deze vraag is gekozen voor een schriftelijke enquête omdat de doelgroep toegankelijk is en goed te motiveren om deze uit te voeren. Onderzoeksvragen Onderzoekmethode Steekproef Hoofdstuk Vraag 1 Literatuur - 6 Vraag 2 Literatuur - 6 Vraag 3 Online enquête 643 6 Tabel 1 Overzicht van onderzoeksvragen en onderzoeksmethode In hoofdstuk 5 wordt in paragraaf 5.1 het literatuur onderzoek toegelicht en in paragraaf 5.2 de online enquête. 10
Hoofdstuk 4 De organisatie en doelgroepen In dit hoofdstuk zal in paragraaf 4.1 de organisatie van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond behandeld worden. Dit zal gebeuren aan de hand van de statuten, bondsverslagen en informatie van de schaakbond homepage (www.schaakbond.nl). In paragraaf 4.2 zal de organisatie van de schaakclubs kort belicht worden. 4.1 Schaakbond De Koninklijke Nederlandse Schaakbond is opgericht op 23 mei 1873 als Nederlandsche Schaakbond en is daarmee één van de oudste sportbonden van Nederland. Eddy Schuyer is bestuursvoorzitter. Het bondsbureau onder leiding van directeur IM Mark van der Werf, de uitvoerende organisatie is gevestigd in Haarlem. Geschiedenis De Koninklijke Nederlandse Schaakbond is een van de oudste sportbonden van Nederland. De bond werd op 23 mei 1873 opgericht onder de naam Nederlandsche Schaakbond. Er werd in die jaren in Nederland her en der wel geschaakt, maar actief kan het schaakleven niet genoemd worden. Om de activiteiten meer leven in te blazen en ook om iets meer structuur aan te brengen, besloten enkele leden van de Haagse schaakvereniging Discendo Discimus tot het oprichten van een bond, die als opdracht kreeg om jaarlijks een nationale wedstrijd uit te schrijven. De beginnende bond telde bij zijn oprichting een kleine honderd leden, waaronder twee dames. De meeste waren afkomstig uit de betere kringen. De Nederlandsche Schaakbond kende in de eerste 25 jaar een geleidelijke groei, maar spectaculair kan de ledenwinst niet genoemd worden. Aan het begin van deze eeuw waren er ongeveer vijfhonderd leden. Belangrijk was wel dat de bond sinds 1893 over een eigen tijdschrift beschikte, wat een positieve invloed had op de onderlinge band. Doordat bijna alle Nederlandse topschakers vanaf het begin aan dit blad meewerkten, had het vanaf het ontstaan een goed niveau. De bond hield zich aan de opdracht van de beginjaren tot het organiseren van een jaarlijkse wedstrijd. Vaak kwamen er maar enkele tientallen leden op zo'n wedstrijd af, maar toch, er was sprake van continuïteit. Bovendien waren onder de deelnemers vaak sterke spelers te vinden, zodat de winnaar van de bondswedstrijden, niet ten onrechte, officieus als Nederlands kampioen werd beschouwd. Pas in 1909 kreeg de Nederlandsche Schaakbond haar eerste officiële kampioen, in de persoon van A.G. Olland. Pas vanaf 1969 wordt er jaarlijks om de Nederlandse titel gespeeld. Ondertussen bleven de jaarlijkse bondswedstrijden tot op de dag van heden bestaan. Twee gebeurtenissen hebben er in de 135-jarige geschiedenis van de bond voor gezorgd dat het ledenaantal een flinke sprong voorwaarts maakte. • In 1935 veroverde Max Euwe in een tweekamp tegen Alexander Aljechin de wereldtitel schaken. Het leidde in Nederland tot een ware schaakeuforie en de nieuwe leden stroomden toe. Heel wat schaakclubs werden in deze periode opgericht. • Ook in het begin van de jaren zeventig zien we een forse toename van het aantal leden. Toen was het de tweekamp tussen de Amerikaan Bobby Fischer en de Rus Boris Spasski die voor grote publiciteit zorgde. De schaakclubs konden hun zegeningen tellen. 11
- Page 1 and 2: De schakers centraal -Wat verwachte
- Page 3 and 4: Samenvatting Deze scriptie is gesch
- Page 5 and 6: Bijlagen 1 Literatuurlijst 77 5
- Page 7 and 8: De tweede hype vond plaats in 1972
- Page 9: *1 Geïnteresseerden - Individueel
- Page 13 and 14: 01 FSB Friese Schaakbond 02 NOSBO N
- Page 15 and 16: Hoofdstuk 5 Theoretisch kader In di
- Page 17 and 18: (6) Doornemen, beoordelen en samenv
- Page 19 and 20: om niet de gehele populatie te bena
- Page 21 and 22: · Anders dan bij een schriftelijke
- Page 23 and 24: 27000 26000 25000 24000 23000 22000
- Page 25 and 26: Danssport 5,0 Paardensport 3,8 Badm
- Page 27 and 28: heeft daarnaast vele mogelijkheden
- Page 29 and 30: 6.2 invloed van internet chess club
- Page 31 and 32: Als er voor een medium gekozen moet
- Page 33 and 34: Het geschatte marktaandeel van Play
- Page 35 and 36: Tabel 7 Bezoekers data van schaakbo
- Page 37 and 38: In de jaren negentig van de vorige
- Page 39 and 40: de wensen van schakers. Dankzij spo
- Page 41 and 42: Vraag 4 Figuur 6 vraag 4 Dat het gr
- Page 43 and 44: Waar bij vele sporten leeftijd en f
- Page 45 and 46: Vraag 10 Figuur 12 vraag 10 De perc
- Page 47 and 48: Vraag 14 Figuur 16 vraag 14 Over he
- Page 49 and 50: Onderstaande vragen zijn steeds beh
- Page 51 and 52: Vraag 22 Figuur 24 vraag 22 Ook het
- Page 53 and 54: Vraag 26 Figuur 28 vraag 26 Een rat
- Page 55 and 56: Figuur 32 vraag 30 Men analyseert g
- Page 57 and 58: Vraag 34 Figuur 36 vraag 34 De 2000
- Page 59 and 60: Vraag 38 Figuur 40 vraag 38 De groe
Hoofdstuk 3<br />
Onderzoeksonderwerp<br />
Uit literatuuronderzoek en gesprekken met deskundigen blijkt dat er veel informatie voorhanden<br />
is over vraag 1 en 2. <strong>De</strong>ze vragen zullen behandeld worden aan de hand van een<br />
literatuuronderzoek. Voor vraag 3 is geen of weinig informatie voorhanden of het is te<br />
gedateerd. Voor deze vraag is gekozen voor een schriftelijke enquête omdat de doelgroep<br />
toegankelijk is en goed te motiveren om deze uit te voeren.<br />
Onderzoeksvragen Onderzoekmethode Steekproef Hoofdstuk<br />
Vraag 1 Literatuur - 6<br />
Vraag 2 Literatuur - 6<br />
Vraag 3 Online enquête 643 6<br />
Tabel 1 Overzicht van onderzoeksvragen en onderzoeksmethode<br />
In hoofdstuk 5 wordt in paragraaf 5.1 het literatuur onderzoek toegelicht en in paragraaf 5.2 de<br />
online enquête.<br />
10