Download hier de uitspraak - Rijdende Rechter
Download hier de uitspraak - Rijdende Rechter
Download hier de uitspraak - Rijdende Rechter
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Zaaknummer: 10385<br />
Datum <strong>uitspraak</strong>: 7 juli 2009<br />
Plaats <strong>uitspraak</strong>: Zaandam<br />
Bin<strong>de</strong>nd Advies<br />
in het geschil tussen:<br />
J.W. <strong>de</strong> Koster en M.C. Vlijm<br />
te Purmerend<br />
ver<strong>de</strong>r te noemen: De Koster,<br />
tegen:<br />
T.N. en M.A.A. van <strong>de</strong>r Wal<br />
te Purmerend<br />
ver<strong>de</strong>r te noemen Van <strong>de</strong>r Wal,<br />
gegeven door mr. F.M. Visser, ver<strong>de</strong>r te noemen <strong>de</strong> rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter.<br />
De procedure.<br />
Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door mid<strong>de</strong>l van een bin<strong>de</strong>nd advies<br />
op basis van het bin<strong>de</strong>nd advies reglement "De Rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>Rechter</strong>" editie september 2003<br />
te laten beslechten.<br />
De vor<strong>de</strong>ring van De Koster is opgenomen in <strong>de</strong> bin<strong>de</strong>nd advies overeenkomst.<br />
De rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgeleg<strong>de</strong> stukken.<br />
Het geschil is behan<strong>de</strong>ld op <strong>de</strong> hoorzitting van 29 mei 2009, welke is gehou<strong>de</strong>n te Neck.<br />
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor <strong>de</strong> hoorzitting.<br />
Voorafgaan<strong>de</strong> daaraan heeft <strong>de</strong> rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter zich begeven naar <strong>de</strong> in <strong>de</strong>ze procedure<br />
bedoel<strong>de</strong> percelen en heeft hij <strong>de</strong>ze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Bij die
gelegenheid zijn <strong>de</strong> rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter een aantal paaltjes aangewezen, alsme<strong>de</strong> een<br />
aanduiding op <strong>de</strong> bestrating, die het kadaster bij <strong>de</strong> laatste reconstructie van <strong>de</strong> erfgrens<br />
heeft achtergelaten. Tevens heeft <strong>de</strong> rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter toen gezien hoe Van <strong>de</strong>r Wal een<br />
kennelijk veel ou<strong>de</strong>r paaltje, liggend in een uiterste hoek van <strong>de</strong> achtertuin, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
bestaan<strong>de</strong> betonnen rand heeft opgegraven. Daarbij was tevens aanwezig <strong>de</strong> heer Hans<br />
Flaman (kadaster) als <strong>de</strong>skundige. Partijen zijn in <strong>de</strong> gelegenheid gesteld op- en<br />
aanmerkingen te maken.<br />
Partijen zijn op <strong>de</strong> hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht.<br />
De <strong>de</strong>skundige heeft mon<strong>de</strong>ling verslag uitgebracht.<br />
Hierna is <strong>de</strong> <strong>uitspraak</strong> bepaald op vandaag.<br />
Vaststaan<strong>de</strong> feiten.<br />
In <strong>de</strong>ze procedure mag van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> feiten wor<strong>de</strong>n uitgegaan, omdat <strong>de</strong>ze voldoen<strong>de</strong><br />
zijn komen vast te staan.<br />
1. De Koster is sinds 3 <strong>de</strong>cember 2004 eigenaar van het perceel met daarop<br />
gebouw<strong>de</strong> opstallen plaatselijk bekend als Overweersepol<strong>de</strong>rdijk 14/16 te<br />
Purmerend, (thans) kadastraal bekend als Gemeente Purmerend, sectie D nummer<br />
6921. Daarvoor huur<strong>de</strong> De Koster dit perceel van <strong>de</strong> gemeente Purmerend, van<br />
wie De Koster het heeft gekocht.<br />
2. Van <strong>de</strong>r Wal is sinds 15 oktober 1981 erfpachter van het perceel met daarop<br />
gebouw<strong>de</strong> opstallen plaatselijk bekend als Overweersepol<strong>de</strong>rdijk 18, (thans)<br />
kadastraal bekend als Gemeente Purmerend, sectie D, nummer 4820. Daarvóór<br />
(vanaf 14 augustus 1969) huur<strong>de</strong> Van <strong>de</strong>r Wal dit perceel van <strong>de</strong> gemeente<br />
Purmerend. Met ingang van 14 september 1998 heeft Van <strong>de</strong>r Wal <strong>de</strong> volledige<br />
eigendom van dit perceel verkregen, doordat toen ook <strong>de</strong> ‘blote eigendom’<br />
daarvan door <strong>de</strong> gemeente aan hem werd overgedragen.<br />
3. Ten behoeve en ten laste van bei<strong>de</strong> <strong>hier</strong>voor genoem<strong>de</strong> percelen is een<br />
zogenaam<strong>de</strong> erfdienstbaarheid van weg gevestigd, om vanuit <strong>de</strong> achtertuinen van<br />
<strong>de</strong>ze percelen te komen en te gaan naar <strong>de</strong> openbare weg en omgekeerd.<br />
Daarvoor moet op bei<strong>de</strong> percelen vanaf <strong>de</strong> openbare weg langs <strong>de</strong> erfgrens een<br />
strook van ongeveer 1,5 meter wor<strong>de</strong>n vrijgehou<strong>de</strong>n, zodat <strong>de</strong> vrij te hou<strong>de</strong>n
‘weg’ in totaal ongeveer 3 meter breed is.<br />
4. Op of omstreeks 15 oktober 1981 is <strong>de</strong> erfgrens tussen bei<strong>de</strong> <strong>hier</strong>voor bedoel<strong>de</strong><br />
percelen (die tot dan toe nog onver<strong>de</strong>eld waren), op aanwijzing van Van <strong>de</strong>r Wal<br />
en <strong>de</strong> Gemeente Purmerend aan het kadaster aangewezen, afgepaald en door het<br />
kadaster ingemeten. Blijkens <strong>de</strong> gegevens op het toen gemaakte veldwerk bevond<br />
zich op een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> erfgrens een ‘betonhek’. Op ou<strong>de</strong> foto’s is in<strong>de</strong>rdaad een<br />
hekwerk te zien bestaan<strong>de</strong> uit betonnen palen, met draad ertussen. Dit hekwerk is<br />
later echter door Van <strong>de</strong>r Wal verwij<strong>de</strong>rd. Van <strong>de</strong>r Wal heeft toen een betonnen<br />
rand aangebracht en daarop een houten hekje gezet.<br />
5. Op 1 augustus 2008 heeft het kadaster in opdracht van De Koster <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong><br />
kadastrale erfgrens op basis van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> meetgegevens gereconstrueerd.<br />
Blijkens <strong>de</strong>ze reconstructie ligt <strong>de</strong> betonnen rand en het hekje kadastraal gezien<br />
geheel op het perceel van De Koster.<br />
6. Van <strong>de</strong>r Wal heeft geweigerd <strong>de</strong> betonnen rand en het hekje te verwij<strong>de</strong>ren. Van<br />
<strong>de</strong>r Wal is evenmin ingegaan op het aanbod om het strookje grond tussen<br />
betonnen rand/hekje en <strong>de</strong> gereconstrueer<strong>de</strong> kadastrale erfgrens van De Koster te<br />
kopen voor € 800,--.<br />
De vor<strong>de</strong>ring van De Koster.<br />
De Koster vor<strong>de</strong>rt kort gezegd een verklaring voor recht, dat het strookje grond tussen<br />
<strong>de</strong> gereconstrueer<strong>de</strong> kadastrale erfgrens en <strong>de</strong> betonnen rand met hekwerk zijn eigendom<br />
is en dat hij gerechtigd is daarop een schutting te plaatsen. In dat verband wordt tevens<br />
gevor<strong>de</strong>rd dat Van <strong>de</strong>r Wal wordt verplicht <strong>de</strong> betonnen rand en hekje binnen een door<br />
<strong>de</strong> rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter te bepalen termijn te verwij<strong>de</strong>ren.<br />
Standpunten van partijen.<br />
Het standpunt van De Koster komt kort samengevat en voor zover thans van belang op<br />
het volgen<strong>de</strong> neer.<br />
De kadastrale reconstructie van 1 augustus 2008 spreekt voor zichzelf. Van <strong>de</strong>r Wal<br />
heeft niet aangetoond dat <strong>de</strong>ze meting onjuist is. Daarom is <strong>de</strong> betwiste strook grond<br />
eigendom van De Koster en hoeft De Koster geen genoegen te nemen met <strong>de</strong> betonnen<br />
rand en het hekje. De Koster stelt het recht te hebben om daar een schutting neer te<br />
zetten.
Overigens is De Koster van mening dat <strong>de</strong> erfdienstbaarheid van weg alleen bestemd is<br />
voor <strong>de</strong> bewoners van bei<strong>de</strong> betrokken percelen, alsme<strong>de</strong> voor het verrichten van<br />
werkzaamhe<strong>de</strong>n, dus niet voor familie en overige bezoekers, die maar ergens an<strong>de</strong>rs<br />
moeten parkeren.<br />
Het standpunt van Van <strong>de</strong>r Wal komt kort samengevat en voor zover thans van belang<br />
op het volgen<strong>de</strong> neer.<br />
Van <strong>de</strong>r Wal is van mening dat <strong>de</strong> kadastrale reconstructie van 1 augustus 2008 niet juist<br />
kán zijn, althans niet <strong>de</strong> juiste eigendomsverhoudingen weergeeft. De werkelijke<br />
eigendomsgrens wordt aangegeven door <strong>de</strong> betonnen rand en het hekje, hetgeen<br />
overeenkomst met <strong>de</strong> kadastrale meting van oktober 1981. In dat verband verwijst Van<br />
<strong>de</strong>r Wal naar een uit 1981 daterend paaltje, dat hij bij gelegenheid van het bezoek van <strong>de</strong><br />
rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter heeft opgegraven, welk paaltje wèl <strong>de</strong> juiste erfgrens aanduidt. Er kan<br />
dus geen sprake van zijn dat <strong>de</strong> betonnen rand en het hekje wegmoeten.<br />
Overigens is Van <strong>de</strong>r Wal van mening dat De Koster het vrije gebruik van <strong>de</strong><br />
erfdienstbaarheid van weg frustreert, on<strong>de</strong>r meer door het plaatsen van vuilcontainers.<br />
Verslag van <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundige.<br />
Om te beginnen merkt <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundige op, dat uit niets blijkt dat het door Van <strong>de</strong>r Wal bij<br />
gelegenheid van het bezoek van <strong>de</strong> rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter opgegraven metalen paaltje daar<br />
door het kadaster is geplaatst. Ver<strong>de</strong>r is het altijd mogelijk dat <strong>de</strong> positie van door het<br />
kadaster achtergelaten paaltjes in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd veran<strong>de</strong>rt, bewust dan wel<br />
onbewust, door verstoringen in het terrein. Voorts moet erop wor<strong>de</strong>n gewezen dat <strong>de</strong><br />
reconstructie van <strong>de</strong> kadastrale erfgrens heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n op basis van <strong>de</strong><br />
oorspronkelijk ingemeten gegevens van <strong>de</strong> toen door rechthebben<strong>de</strong>n aangewezen<br />
erfgrens. Indien Van <strong>de</strong>r Wal van mening is dat <strong>de</strong> reconstructie fout is uitgevoerd, dan<br />
kan Van <strong>de</strong>r Wal op eigen kosten om een nieuwe meting vragen. Blijkt Van <strong>de</strong>r Wal dan<br />
gelijk te hebben, dan wordt gecorrigeerd en krijgt Van <strong>de</strong>r Wal het geld terug. Dat is aan<br />
Van <strong>de</strong>r Wal me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld, maar daar heeft Van <strong>de</strong>r Wal geen gebruik van gemaakt.<br />
Beoor<strong>de</strong>ling van het geschil.<br />
Partijen blijken kort en goed ver<strong>de</strong>eld over <strong>de</strong> juiste loop van een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> grens
tussen hun percelen. In geschil is <strong>de</strong> erfgrens waar <strong>de</strong>ze, vanaf <strong>de</strong> openbare weg gezien,<br />
schuin naar rechts afbuigt, richting achterburen. Van <strong>de</strong>r Wal houdt het erop dat <strong>de</strong><br />
erfgrens wordt gemarkeerd door <strong>de</strong> betonnen rand met houten hek. De Koster houdt het<br />
erop dat <strong>de</strong>ze erfgrens een stukje terug, richting woonhuis van Van <strong>de</strong>r Wal loopt, zoals<br />
gemeten door het kadaster in 2008 en aangegeven met kadastrale paaltjes.<br />
Het door <strong>de</strong> rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter aangetroffen, op een betonnen rand geplaatste houten hek<br />
dient tot op he<strong>de</strong>n in elk geval als feitelijke afscheiding tussen bei<strong>de</strong> percelen. Ingevolge<br />
het bepaal<strong>de</strong> in artikel 5.36 van het Burgerlijk Wetboek wordt het mid<strong>de</strong>n van dat hek<br />
daarom vermoed ook <strong>de</strong> werkelijke grens tussen bei<strong>de</strong> percelen te zijn.<br />
Dat rechtsvermoe<strong>de</strong>n is vatbaar voor tegenbewijs. Meestal zal een afwijken<strong>de</strong><br />
reconstructie van <strong>de</strong> kadastrale erfgrens, zoals in <strong>de</strong>ze zaak uitgevoerd, belangrijk<br />
tegenbewijs opleveren. Kadastrale erfgrenzen geven immers in <strong>de</strong> regel <strong>de</strong> werkelijke<br />
eigendomsverhoudingen weer.<br />
In <strong>de</strong>ze zaak zijn echter twijfels gerezen over <strong>de</strong> bewijskracht van <strong>de</strong> kadastrale<br />
reconstructie van 2008. Met Van <strong>de</strong>r Wal kan <strong>de</strong> rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter er immers niet<br />
omheen, dat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> betonnen rand, waarop het thans bestaan<strong>de</strong> houten hek is<br />
opgericht, een metalen paaltje is aangetroffen, waarvan zeer aannemelijk is dat dit al in<br />
1981 bij gelegenheid van het afpalen van <strong>de</strong> werkelijke erfgrens is geplaatst. Als dat zo<br />
is, dan ligt het voor <strong>de</strong> hand dat dit paaltje ook <strong>de</strong> werkelijke erfgrens aangeeft. Dat dit<br />
paaltje nadien van plaats is veran<strong>de</strong>rd blijkt uit niets. In elk geval moet op grond van <strong>de</strong><br />
vondst van dit paaltje <strong>de</strong> reële mogelijkheid wor<strong>de</strong>n opengehou<strong>de</strong>n, dat <strong>de</strong> huidige<br />
betonnen rand met houten hek wel <strong>de</strong>gelijk is opgericht op <strong>de</strong> ooit aangewezen<br />
werkelijke erfgrens. In zo’n geval bestaat er onvoldoen<strong>de</strong> grond om het <strong>hier</strong>voor<br />
bedoel<strong>de</strong> vermoe<strong>de</strong>n opzij te zetten op basis van een vele jaren later uitgevoer<strong>de</strong><br />
kadastrale reconstructie.<br />
Dat betekent dat het ervoor moet wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> betwiste huidige<br />
gebruiksgrens, aangegeven met een betonnen rand met houten hek, overeenkomt met <strong>de</strong><br />
werkelijke eigendomsgrens en dat <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring van De Koster, die van een an<strong>de</strong>r<br />
standpunt uitgaat, moet wor<strong>de</strong>n afgewezen.<br />
De Koster heeft wel recht op een schutting als erfscheiding, nu het bestaan<strong>de</strong> houten<br />
hekje niet (meer) voldoet aan <strong>de</strong> wettelijke eisen (art. 5.49 van het Burgerlijk Wetboek).
Deze schutting moet op grond van artikel 161 Overgangswet NBW door De Koster<br />
wor<strong>de</strong>n bekostigd, maar <strong>de</strong> uitvoering daarvan moet in on<strong>de</strong>rling overleg gebeuren. Wil<br />
De Koster geheel zelfstandig beslissen hoe die schutting er -binnen <strong>de</strong> wettelijke<br />
voorschriften- gaat uitzien, dan moet De Koster die op eigen grond oprichten,<br />
bijvoorbeeld tegen <strong>de</strong> betonnen rand aan.<br />
Hoewel partijen op dat punt geen beslissing hebben gevraagd van <strong>de</strong> rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter,<br />
blijken zij wel ernstig ver<strong>de</strong>eld over <strong>de</strong> praktische uitvoering van <strong>de</strong> <strong>hier</strong>voor beschreven<br />
erfdienstbaarheid van weg. De rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter vindt het daarom raadzaam om daarover<br />
nog het volgen<strong>de</strong> op te merken.<br />
De Koster heeft geen gelijk, waar wordt gesteld dat alleen <strong>de</strong> bewoners daarvan gebruik<br />
mogen maken. De omschrijving van <strong>de</strong> erfdienstbaarheid in <strong>de</strong> akte van vestiging, noch<br />
<strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong>ze tot op he<strong>de</strong>n is uitgeoefend (vgl. artikel 5.73 van het Burgerlijk<br />
Wetboek), geven aanleiding tot een <strong>de</strong>rgelijke beperkte uitleg. De Koster zal dus moeten<br />
toelaten dat familie en bezoek van Van <strong>de</strong>r Wal daarvan gebruik maakt. Het belemmeren<br />
van <strong>de</strong> vrije doorgang door het plaatsen van vuilcontainers of an<strong>de</strong>rszins is beslist niet<br />
toegelaten. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant dient ook Van <strong>de</strong>r Wal te begrijpen, dat De Koster niet<br />
meer overlast mag wor<strong>de</strong>n aangedaan dan strikt nodig (vgl. artikel 5.74 van het<br />
Burgerlijk Wetboek). Het op niks af heen en weer rij<strong>de</strong>n met auto’s door bezoekers,<br />
waar die <strong>de</strong>ze even goed op straat zou<strong>de</strong>n kunnen parkeren, is dus niet toegestaan.<br />
Op grond van het voorgaan<strong>de</strong> ben ik van oor<strong>de</strong>el, dat als volgt moet wor<strong>de</strong>n beslist.<br />
B E S L I S S I N G<br />
Voor recht wordt verklaard dat <strong>de</strong> grens tussen <strong>de</strong> in <strong>de</strong>ze procedure bedoel<strong>de</strong> percelen,<br />
waar <strong>de</strong>ze (vanaf <strong>de</strong> openbare weg gezien) schuin naar rechts afbuigt, richting<br />
achterburen, door het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> daar als erfscheiding gebruikte betonnen rand met<br />
houten hek loopt.<br />
Het staat ie<strong>de</strong>r van partijen vrij om <strong>de</strong>ze grensvaststelling op eigen kosten notarieel te<br />
laten beschrijven en vervolgens in <strong>de</strong> registers te laten inschrijven. Voor zover <strong>de</strong><br />
me<strong>de</strong>werking van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re partij daartoe nodig is, dient zij <strong>de</strong>ze te verlenen, op straffe<br />
van een aan <strong>de</strong> eerste partij te verbeuren boete van € 100,--per dag dat zij daarmee in<br />
gebreke mocht blijven, met een maximum van € 5.000,--.
Verstaat dat De Koster gerechtigd is een schutting te bouwen, zoals <strong>hier</strong>voor bij <strong>de</strong><br />
beoor<strong>de</strong>ling aangegeven.<br />
Geeft partijen in overweging <strong>de</strong> in <strong>de</strong>ze procedure bedoel<strong>de</strong> erfdienstbaarheid van weg<br />
over en weer ten volle te respecteren, zoals <strong>hier</strong>voor eveneens bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />
aangegeven.<br />
Het meer of an<strong>de</strong>rs gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> wordt afgewezen.<br />
Dit bin<strong>de</strong>nd advies is gegeven door mr. F.M. Visser als rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rechter en uitgesproken<br />
te Zaandam op 7 juli 2009.<br />
Bin<strong>de</strong>nd Adviseur<br />
Secretaris<br />
Mr. F.M. Visser<br />
Mr. S.T. Terstegge